Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vervanging van hoofdstuk IV van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (26367).

(Zie vergadering van 8 februari 2000.)

Artikel I, aanhef, en de onderdelen A t/m C worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Gent (stuk nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, het GPV, de RPF en de SGP voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Gent (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 14 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Onderdeel D, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Gent (stuk nr. 13), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen E t/m I worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m V en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven