Vragen van het lid Noorman-den Uyl aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de voorgenomen besteding van het vermogen van het GAK (de Volkskrant, 12 februari jl.).

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! De voorzitter van de stichting GAK Holding, de heer Vonhoff, liet afgelopen zaterdag in de Volkskrant weten dat het vermogen van die stichting, te weten 1,5 mld., gebruikt moet worden voor het verlenen van subsidies voor projecten in de sfeer van de sociale zekerheid. Gebleken is dat het vermogen van GAK Holding in vier jaar tijd is gestegen van 30 mln. naar 1,5 mld. Of dit vermogen op rechtmatige manier in handen van het stichtingsbestuur is gekomen, wordt op dit moment uitgezocht. Daar zal ik derhalve niet over spreken. Wel is het volgens de PvdA zeker dat dit vermogen met behulp van socialezekerheidsgelden – publieke middelen dus – is opgebouwd. De heer Vonhoff heeft nog laten weten er niet over te peinzen dit geld aan de overheid of aan sociale fondsen af te geven, ondanks dat het vrijkomt door de verkoop van de B-poot van het GAK. De schellen vielen mij van de ogen. Ik kon het niet geloven dat een stichting van vijf heren zonder last of ruggespraak van plan is 1,5 mld. uit te delen aan reïntegratieprojecten. Dat zou toch niet zomaar kunnen? Het geld, dat in eerste instantie opgebouwd is vanuit de premies die werknemers aan de werkgevers hebben betaald op grond van overheidswetgeving, moet een besteding hebben die past bij en gestuurd wordt vanuit de overheid. Daarom stel ik de staatssecretaris een aantal concrete vragen.

1. Is de staatssecretaris het ermee eens dat het geld in eerste instantie met publieke middelen is vergaard?

2. Vindt de staatssecretaris dat de overheid dan wel de sociale partners invloed op de besteding van dat vermogen behoren te hebben?

3. Vindt hij dat een investering of projecten ten bedrage van 1,5 mld. verstorend op de reïntegratiemarkt kunnen werken en gaat hij dat voorkomen?

4. Vindt hij dat het feit dat de heren het geld in de sociale zekerheid willen besteden, betekent dat het in de sociale fondsen of bij de overheid thuishoort?

5. Vindt de staatssecretaris dat de statuten van de stichting GAK Holding andere doelen toestaan dan het beheren van aandelen? Wie is de aandeelhouder van de stichting Administratiekantoor GAK? Kan de overheid via het aandeelhouderschap invloed uitoefenen op de wijziging van statuten van de stichting of op de besteding van de middelen?

6. Is de staatssecretaris bereid actie te ondernemen, te onderzoeken en met de stichting te overleggen op welke wijze dit soort middelen in de nabije toekomst besteed zullen worden?

Staatssecretaris Hoogervorst:

Voorzitter! Mevrouw Noorman-den Uyl heeft gevraagd of de opbouw van het vermogen van de private poot van GAK Nederland tot 1,5 mld. op een rechtmatige manier heeft plaatsgevonden en of dit onderzocht wordt. Er is natuurlijk altijd toezicht op geweest door het College van toezicht sociale verzekeringen (CTSV) en dit heeft nooit kunnen vaststellen dat een en ander niet rechtmatig zou zijn gebeurd. Sterker nog, het CTSV heeft gezegd dat het vermogen wel op een rechtmatige manier is opgebouwd. Is dit met publieke middelen gebeurd? Nee, dat is niet het geval. De B-poot is met een lening opgebouwd en die lening is vervolgens afbetaald. Alle activiteiten in het kader van de opbouw van het vermogen hebben zich in de private sfeer afgespeeld. Over dat vermogen heeft de overheid evenveel zeggenschap als over het vermogen van bijvoorbeeld Philips. Dat is dus heel weinig zeggenschap, want het viel altijd in de private sfeer en dat is steeds helder geweest voor de Tweede Kamer. Ik zie niet hoe de sociale partners invloed moeten krijgen op de besteding van dit geld.

Leidt de besteding van 1,5 mld. tot een verstoring in de reïntegratiemarkt? Ik kan dat zo niet overzien. Op zichzelf hoeft het besteden van geld op de reïntegratiemarkt natuurlijk geen slechte zaak te zijn. Zou de private poot van het GAK het geld in de sociale fondsen moeten storten? Daar ga ik niet over, want het zit helemaal in de private sfeer. De sociale partners zelf zijn medeverantwoordelijk geweest voor het verschuiven van deze activiteiten naar de private sfeer. Ik zal nog wel laten kijken naar de statuten van GAK Holding BV, waar deze gelden in eerste instantie te vinden zijn en waar wordt bepaald wat er mee zal gebeuren. Maar naar mijn eerste indruk zijn de statuten van GAK Holding BV buitengewoon ruim gesteld.

Wil ik hier actie op ondernemen? Zoals ik al zei, het is helder dat ik over dit vermogen geen zeggenschap heb. Het is wel zo dat ik in de naaste toekomst nog veel met het GAK in gesprek zal zijn. Bij gelegenheid zal ik deze zaak graag aankaarten, maar dan niet vanuit een positie waarin ik over deze gelden zeggenschap heb.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter! Het CTSV heeft gemeld dat het niet kan vaststellen of het geld zonder benutting van publieke middelen is vergaard. Dat is toch iets anders dan de staatssecretaris nu beweert. De Kamer heeft niet voor niets 35 vragen gedeponeerd om erachter te komen hoe de vork aan de steel zit. Ik hoop dat de staatssecretaris deze nuancering in zijn standpunt wil aanbrengen.

Ik heb de staatssecretaris gevraagd naar zijn opvatting over het plan om het geld te besteden buiten de invloedssfeer van de overheid om. Vervolgens vraag ik hem of hij aan dat oordeel consequenties verbindt voor de verdere handelwijze.

Staatssecretaris Hoogervorst:

Voorzitter! In de laatste ontvlechtingsrapportage die het CTSV naar mij heeft gestuurd en die ik gisteren naar de Kamer heb gestuurd, staat dat het college nooit misbruik van premiegeld heeft kunnen vaststellen. Verleden week stond ik voor een soortgelijke zaak in het vragenuurtje. Bij die gelegenheid heb ik een citaat gegeven uit het eindoordeel van het CTSV over de ontvlechting. De conclusie van het CTSV was dat het op een rechtmatige manier is geschied.

Ik kom op mijn opvatting over de besteding van het geld in de B-poot. Het is mijn opvatting dat wij vier jaar geleden doelbewust een situatie hebben gecreëerd waarin een commerciële, private B-poot ontstond, waarbij werd geaccepteerd dat met privaat geld vermogensvorming kon plaatsvinden. Ik kan dan niet na vier jaar zeggen: er is wel erg veel geld verdiend, dat ik eigenlijk terug wil hebben. Dat kan dus niet.

Ik zal de Kamer nog uitgebreid informeren over de manier waarop de ontvlechting op bepaalde onderdelen is verlopen. Ter gelegenheid daarvan kunnen wij er nader over van gedachten wisselen.

Mevrouw Smits (PvdA):

Voorzitter! De staatssecretaris heeft gezegd dat misbruik door het CTSV niet is vastgesteld. Is de staatssecretaris het niet met mij eens dat dan nog niet duidelijk is dat sprake is van puur privaat geld? Het kan evengoed om publiek geld gaan.

Staatssecretaris Hoogervorst:

Voorzitter! Dat is inderdaad een andere vraag. Het is helder dat het geld in de B-poot van het GAK privaat geld is.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter! Toen ik het bericht las, liep ik paars aan. Hoe kan dat nou: vier, vijf heren die 1,5 mld. gaan uitdelen? Misschien heeft de staatssecretaris gelijk dat wij er niets aan kunnen doen. Men heeft de bereidheid het geld in de sociale sector te besteden. Is het niet verstandig om op korte termijn met het stichtingsbestuur van het GAK en de andere UVI's om de tafel te gaan zitten om eens te toetsen of er een principebereidheid is om met elkaar een richting te kiezen? Wij moeten voorkomen dat er iedere week een bestuurder wat gaat roepen, waardoor steeds meer irritatie ontstaat. Ik verzoek de staatssecretaris om snel een dergelijk initiatief te nemen.

Staatssecretaris Hoogervorst:

Voorzitter! Ik ben bereid dit met het GAK te bespreken, maar ik zeg dat met enige schroom, omdat ik niets over het geld te zeggen heb. Ik wil niet de verwachting wekken dat ik namens de Tweede Kamer het GAK wel eens zal gaan vertellen wat er met het geld moet gebeuren. Het is het geld van het GAK, het is privaat geld, waar ik niets over te zeggen heb. Nogmaals, ik ben wel geïnteresseerd in de ideeën die het GAK aan het ontvouwen is voor de besteding van die gelden. Ik wil daar graag met het GAK over praten, maar niet als vragende partij.

De heer De Wit (SP):

Mevrouw de voorzitter! Het gaat niet alleen om het GAK. Uit de kranten van vorige week blijkt dat het Sociaal fonds bouwnijverheid met hetzelfde probleem zit. De staatssecretaris stelt op dit moment via het CTSV een onderzoek in naar de verkoop van twee dochters van het GAK. Sluit hij nu de mogelijkheid uit dat er toch publiek geld in de private poot zit? Als hij dat risico niet kan uitsluiten, is het dan niet verstandiger om op dit moment een stap verder te gaan en als overheid te proberen om de voorgenomen verkopen te blokkeren, totdat er volledige duidelijkheid is over de vraag of wij hier te maken hebben met publiek of privaat geld?

Staatssecretaris Hoogervorst:

Voorzitter! Ik heb geen reden om aan te nemen dat hier sprake is van oneigenlijk gebruik van publiek geld. Het is op zichzelf volstrekt helder dat de B-poot van het GAK een private onderneming is. Ik heb het CTSV zekerheidshalve inderdaad gevraagd om te onderzoeken of er bijvoorbeeld bij de verkoop van ASZ door het GAK aan PinkRoccade iets fout is gegaan. Het is niet mijn indruk dat dat het geval is. Ik heb dat eerder ook al gezegd. Er is op dit moment echter niets wat mij enige mogelijkheid geeft om verkopen te verbieden of om mij te bemoeien met bestedingen van private gelden. Ik kan dat dus gewoon niet.

Mevrouw Schimmel (D66):

Mevrouw de voorzitter! Ik vind dat de staatssecretaris wat te stellig is met zijn uitspraak dat er geen sprake zou kunnen zijn van een eventuele vermenging van private en publieke geldstromen. Ik meen dat uit de vierde ontvlechtingsrapportage van het CTSV is gebleken dat er, doordat de publieke poot voor bijvoorbeeld de uitvoering van automatisering aangewezen is op de private poot, soms hogere tarieven worden doorberekend dan normaal zou zijn in de marktsector. En dat zou voor de staatssecretaris aanleiding moeten zijn om daar nadere informatie over te willen krijgen. Ik vind dan ook dat de staatssecretaris in dezen wat vooruitloopt met zijn stellige opvatting dat er geen reden voor zorg is.

Staatssecretaris Hoogervorst:

Voorzitter! Wie de tweede SUWI-nota van de minister en mij heeft gelezen, zal daaruit kunnen opmaken dat ik de huidige situatie van A-poten en B-poten waarin private belangen heel dicht op publieke belangen zitten, heel ongezond vind. Dat is geen stabiele situatie. Voor de toezichthouder – die heeft overigens nog nooit onrechtmatigheden kunnen vinden – is het een heel moeilijke taak om daar toezicht op te houden. Dat is dan ook de reden waarom wij in ons nieuwe model gekozen hebben voor een heel duidelijk onderscheid tussen publiek en privaat. Het probleem dat mevrouw Schimmel aanduidt, herken ik dus wel. Dat is voor ons ook reden geweest om een heel duidelijke keuze te maken. In zoverre vindt zij mij dus aan haar zijde. Aangezien wij vier jaar geleden hebben gezegd dat de vermogensvermeerdering in B-poten privaat is, kunnen wij, nu dat vermogen flink is toegenomen, niet meer proberen om daar een vinger achter krijgen.

Naar boven