Aan de orde zijn de stemmingen over vijf moties, ingediend tijdens het debat over de baggerproblematiek, te weten:

- de motie-Herrebrugh c.s. over verwerking van vervuilde baggerspecie (26401, nr. 16);

- de motie-Van der Steenhoven over 50% verwerking van niet verspreidbare specie (26401, nr. 17);

- de motie-Klein Molekamp c.s. over het beleid inzake riolering buitengebied (26401, nr. 18);

- de motie-Augusteijn-Esser/Herrebrugh over een heffing op oppervlaktedelfstoffen (26401, nr. 19);

- de motie-Augusteijn-Esser/Swildens-Rozendaal over een slibdepot in het IJsselmeer (26800 XIV, nr. 25).

(Zie vergadering van 23 november 1999.)

De voorzitter:

De motie-Augusteijn-Esser/Herrebrugh (26401, nr. 19) is ingetrokken.

De heer Herrebrugh trekt zijn motie (26401, nr. 5) in. Overigens was die niet geagendeerd.

In stemming komt de motie-Herrebrugh c.s. (26401, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Steenhoven (26401, nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Klein Molekamp c.s. (26401, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Augusteijn-Esser/Swildens-Rozendaal (26800-XIV, nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven