Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, donderdag te stemmen over de moties landenbeleid, te weten:

  • - de motie-Van Ardenne-van der Hoeven/Karimi over Albanië (26433, nr. 4);

  • - de motie-Van Ardenne-van der Hoeven c.s. over Indonesië (26433, nr. 5);

  • - de motie-Van Ardenne-van der Hoeven c.s. over inzicht in de begrote kosten( 26433, nr. 6);

  • - de motie-Van Ardenne-van der Hoeven over Jemen (26433, nr. 7);

  • - de motie-Van Ardenne-van der Hoeven over Pakistan en Zimbabwe (26433, nr. 8);

  • - de motie-Dijksma c.s. over de westelijke Balkan (26433, nr. 9);

  • - de motie-Karimi over ecoregio's (26433, nr. 11);

  • - de motie-Van Middelkoop over Irian Jaya (26433, nr. 12).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Mij is gebleken dat een heropening is gewenst voor het wetsvoorstel taxivervoer. De stemming van hedenmiddag zal dus niet door kunnen gaan. VoorzitterDat betreft de punten 5 en 6 van de stemmingslijst. Ik zal via een aangepast weekschema laten weten wanneer die heropening kan plaatsvinden.

Mij is verzocht de stemming over de moties bij de Perspectievennota verkeer en vervoer, punt 16 van de stemmingslijst, te verschuiven naar aanstaande donderdag. Ik stel voor, aan dat verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Udo.

De heer Udo (VVD):

Voorzitter! Vorige week heeft een Europese Milieuraad plaatsgevonden. Er zijn toen besluiten genomen over de genetisch gemodificeerde organismen. Morgen is er een algemeen overleg over dit onderwerp. Daarom wil ik het kabinet vragen ons in een brief uit te leggen wat vorige week tijdens de Europese Milieuraad is besloten.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Ik ondersteun dit verzoek van harte. Ik zou aan het verzoek willen toevoegen dat wij graag geïnformeerd willen worden over de effecten van het besluit in Brussel voor de Nederlandse situatie, met name voor de proefvelden en over de wijze waarop Nederland zich heeft ingezet tijdens het debat. Het zou goed zijn die informatie morgen voor 12.00 uur tot onze beschikking te hebben, omdat om 13.30 het algemeen overleg is geagendeerd.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Ik zou het verzoek willen aanvullen met de vraag of de regering in de brief kan beargumenteren waarom zij het besluit niet heeft gesteund.

De voorzitter:

Ik durf mij er bijna niet mee te bemoeien, maar als die brief er niet is voor morgenmiddag, kunt u die vragen toch ook tijdens het algemeen overleg stellen? Het gaat mij er alleen maar om dat wij het kabinet laten weten dat die informatie echt morgen beschikbaar moet zijn.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Ik had mij willen aansluiten bij de vraagstelling van mevrouw Van Ardenne, maar dat is geen briljante bijdrage aan de besluitvorming in dit debat.

De voorzitter:

Enige steun voor een voorstel is nooit weg, lijkt mij.

De heer Udo (VVD):

Het lijkt mij zinvol als die brief de Kamer zo spoedig mogelijk bereikt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Men weet dan wat men de Kamer morgen heeft mee te delen, schriftelijk dan wel mondeling.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Nicolaï.

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter! Overmorgen vindt een overleg plaats over culturele diversiteit, waarbij waarschijnlijk moties zullen worden ingediend. Om die reden wil ik nu alvast aankondigen, onder een licht voorbehoud, dat wij graag het verslag van dat algemeen overleg op de agenda van de plenaire vergadering zouden willen plaatsen.

De voorzitter:

Het is prettig als men meedenkt over hetgeen de rest van de week nog zou kunnen gebeuren. Ik neem aan dat wij dit morgen zullen horen en dan zal ik de Kamer een nader voorstel daarover doen.

Het woord is aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter! Vorige week donderdag heeft een notaoverleg plaatsgevonden over arbeid en zorg. Wij wachten nog op een brief van de staatssecretaris. Los daarvan zou ik alvast het verzoek willen doen het verslag van dat overleg op de plenaire agenda van deze week te plaatsen.

De heer Van Middelkoop (GPV):

Ik heb daar geen enkel bezwaar tegen, mevrouw de voorzitter, maar ik maak van de gelegenheid gebruik nog eens de aandacht te vestigen op de door mij gevraagde brief. Ik had eigenlijk verwacht dat die brief er nu al zou zijn. Het stelt mij teleur dat dit niet het geval is.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Vandaar dat ik nu al het verzoek indien, omdat de brief er had moeten zijn.

De voorzitter:

Ik heb de indruk dat velen het daarover eens zijn. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Later zal ik een nader voorstel doen over het moment waarop over dit onderwerp kan worden gesproken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Witteveen-Hevinga.

Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA):

Voorzitter! De gevraagde brief over de gasboringen in het Waddengebied is afgelopen vrijdag eindelijk naar de Kamer gezonden. Omdat deze brief van de regering niet duidelijk genoeg is, verzoeken de fracties van de Partij van de Arbeid en D66 om de brief nog deze week op de plenaire agenda van de Kamer te plaatsen, zodat er een kort debat met minister Pronk gevoerd kan worden.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, dat te doen met een tweeminutendebat. Ik zal later voorstellen op welk moment dat debat deze week kan worden gehouden.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Twee minuten!

De voorzitter:

Anders zou er eerst een algemeen overleg plaatsgevonden hebben en dan zou het ook een tweeminutendebat geweest zijn. Ik heb deze week namelijk niet veel ruimte meer op de plenaire agenda. Maar het zal met de van mij bekende soepelheid behandeld worden. Ik zie dat mevrouw Witteveen hier tevreden mee is.

Het woord is aan de heer De Cloe.

De heer De Cloe (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Vorige week heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overleg gevoerd met minister Van Boxtel over het grotestedenbeleid. Ik wil verzoeken om het verslag van dat overleg aan de agenda van deze week toe te voegen.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer op een later moment een voorstel doen over het precieze tijdstip.

Het woord is aan de heer Duivesteijn.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Ik maak me een beetje zorgen over het feit dat wij deze week niet genoeg te doen hebben. Het is derhalve misschien verstandig om ook het verslag van het overleg inzake het groene poldermodel plenair te bespreken. Dat zou, ook in het kader van de efficiency, kunnen geschieden als de heer Pronk hier toch is.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer daarover een nader voorstel doen. Ik ben overigens blij dat de heer Duivesteijn meedenkt over de efficiency in dit huis.

Het woord is aan de heer Van der Steenhoven.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! De Kamer probeert al geruime tijd een reactie van de regering te krijgen inzake het bouwen van twee kerncentrales in Oekraïne en het besluit van de Oost-Europese investeringsbank daarover. Wij hebben daarover recent nog weer een aantal keren schriftelijke vragen gesteld. Er is ons verzekerd dat die vragen voor vandaag beantwoord zouden worden, zodat de Kamer nog voor het zomerreces daarvan kennis zou kunnen nemen. De investeringsbank praat hier immers in juli over. De antwoorden zijn er echter nog niet. Ik vraag u derhalve de regering te verzoeken om die antwoorden uiterlijk morgenochtend aan de Kamer te doen toekomen, zodat zij kan kijken wat zij daarmee wil doen. Als dat niet het geval is, zullen wij u lastig moeten vallen met een ander verzoek.

De voorzitter:

Dat klinkt dreigend genoeg. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Dittrich.

De heer Dittrich (D66):

Mevrouw de voorzitter! Vorige week heb ik bij de regeling van werkzaamheden om een brief van het kabinet, meer in het bijzonder van de minister van Justitie, gevraagd over de nationale rapporteur vrouwenhandel. De minister heeft in het verleden in een debat in de Kamer toegezegd dat dit allemaal geregeld zou zijn in het voorjaar van 1999. Wij hadden gevraagd om de brief vorige week naar de Kamer te zenden, zodat wij daarover zouden kunnen praten. Maar helaas, er was vandaag om 14.00 uur nog steeds geen brief binnen. Ik wil derhalve verzoeken om op de plenaire agenda tijd in te ruimen voor een heel kort debatje – ik denk zelf aan een tweeminutendebatje – zonder dat daaraan een algemeen overleg vooraf hoeft te gaan. Op die wijze kunnen wij deze zaak toch even heel in het kort plenair afkaarten met de regering.

De voorzitter:

Dat is een erg ongewoon verzoek, omdat het eigenlijk een model is dat niet voorkomt. Ik zie dat het verzoek de volle aandacht heeft van het kabinet in de persoon van de minister van Justitie, maar ik denk toch dat het goed is om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering ook nog eens door te geleiden naar het kabinet. Dan denk ik wel te kunnen beloven dat er voor 10.15 uur morgenvroeg een brief is. In die brief kan namelijk ook staan dat er verder geen mededelingen worden gedaan. Ook dat is immers een brief aan de Kamer. Ik zal de Kamer dan een nader voorstel kunnen doen overeenkomstig het verzoek van de heer Dittrich.

Mevrouw Barth (PvdA):

Voorzitter! Wij willen het verzoek van de heer Dittrich graag ondersteunen en hopen dat er iets meer in de brief zal staan dan niets.

De voorzitter:

Ik blijf dus bij wat ik dat zojuist heb gezegd.

De heer Dittrich (D66):

Ik ga daarmee akkoord, voorzitter!

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Stellingwerf.

De heer Stellingwerf (RPF):

Mevrouw de voorzitter! Ik wil u verzoeken de stemming over agendapunt 13, de suppletore begroting van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, uit te stellen tot aanstaande donderdag naar aanleiding van een brief die wij pas hedenmiddag hebben gekregen. Ik wil u tevens verzoeken een korte heropening van de beraadslaging toe te staan om een motie te kunnen indienen.

Nu ik hier toch sta, wil ik u alvast aankondigen dat wij zullen verzoeken het verslag van het algemeen overleg over genetisch veranderd voedsel dat morgen zal plaatsvinden, op de agenda te plaatsen opdat wij daarover ten minste een motie kunnen indienen.

De voorzitter:

Wat dat laatste betreft, zal ik de Kamer een nader voorstel over het tijdstip doen.

Wat het uitstel van de stemming betreft, blijkt mij dat de Kamer daartegen geen bezwaar heeft.

Het woord is aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! De vaste commissie voor Justitie heeft een brief gekregen van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van de staatssecretaris van Justitie over de informatievoorziening over de JBZ-raden. Dit punt houdt ons al lang verdeeld, veroorzaakt althans allang problemen. Nu kondigt de regering aan dat zij weliswaar haar uiterste best zal doen om die informatievoorziening zo goed mogelijk te regelen, maar bepaald niet kan garanderen dat wij de stukken op tijd krijgen. Mijn fractie acht dat bijzonder ernstig, omdat daarmee de goedkeuringsprocedure, zoals die indertijd door middel van het amendement-Van Traa/De Hoop Scheffer in de goedkeuringswet van het Verdrag van Maastricht is vastgelegd, in diskrediet dreigt te raken. Wij hebben daarom behoefte aan een kort debat met de regering nog deze week, opdat wij daarover een motie kunnen indienen.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter! Als gevolg van de brief die het kabinet op 23 juni jl. heeft gestuurd, blijkt dat de procedure die wij hier al jaren geleden hebben afgesproken in wezen illusoir is. Namens de fractie van D66 merk ik op dat wij van harte dit verzoek van collega Van Oven ondersteunen en het belangrijk vinden om er nog deze week plenair over te debatteren.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Het zal u niet verbazen dat ook de CDA-fractie krachtig en van harte het verzoek van de heer Van Oven ondersteunt.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Datzelfde geldt voor de fractie van GroenLinks!

De voorzitter:

Ik zal met een gewijzigd schema komen waarop dit voorkomt.

Naar boven