Vragen van het lid Van Gent aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over problemen met de huursubsidie als gevolg van gewijzigde vaststelling van het bruto-inkomen van WIW'ers.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter! Zoals wij allemaal weten, is per 1 januari 1998 de banenpoolregeling opgegaan in de WIW. Banenpoolmedewerkers zaten in een laag belastingtarief van 26% ten gevolge van de wet-Vermeend/Moor. Bij de overgang naar de WIW werd deze wet afgeschaft en kwamen de mensen in het normale, hogere tarief van 36%. Om te voorkomen dat deze ex-banenpoolers er netto op achteruitgaan, werd het brutoloon verhoogd. Het nettoloon bleef gelijk. Dit hogere brutoloon is er op dit moment de oorzaak van dat vele duizenden ex-banenpoolers vanaf 1 juli 1999, dus aanstaande donderdag, minder huursubsidie zullen ontvangen. Nu blijkt namelijk dat, aangezien de huursubsidie wordt berekend aan de hand van het belastbaar inkomen, op basis van de nieuwe beschikkingen de huursubsidie voor deze groep WIW'ers soms met honderden guldens per maand omlaaggaat. Dit geldt trouwens ook voor de mensen die nu op het minimumloon zitten met een kleine verhoging. Ook zij komen nu in de problemen. Ook zij krijgen te maken met de armoedeval, want ze ontvangen veel minder huursubsidie. Ze krijgen ook problemen als het gaat om de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen. In de ogen van de fractie van GroenLinks is dat een onaanvaardbare situatie, ontstaan door een bureaucratische bruto-nettomaatregel. Wij vinden dat voor deze groep mensen vóór het nieuwe huursubsidieseizoen een oplossing moet worden gevonden, zodat zij ook prettig de zomer kunnen ingaan. Daarom heb ik de volgende vragen voor de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Vindt de minister het rechtvaardig dat door deze technische wijziging, namelijk de afschaffing van de wet-Vermeend/Moor en de overgang naar het normale belastingregime, het besteedbaar inkomen van de ex-banenpoolers met honderden guldens achteruitgaat? Kan de minister bevestigen dat hierdoor 6000 tot 7000 WIW'ers, de ex-banenpoolers, worden gedupeerd? Herinnert de minister zich de zeer breed gesteunde motie van mevrouw Kalsbeek en anderen, ingediend bij de behandeling van de WIW in juni 1997? Daarin verzocht de Kamer de minister uitdrukkelijk om zulke maatregelen te nemen dat eenieder die per 1 januari 1998 onder de WIW zou vallen, ten minste een gelijkblijvend netto besteedbaar inkomen zou houden. Hoe verhoudt deze uitspraak van de Kamer zich tot de nu gerezen problemen met onder meer de huursubsidie en de concrete verlaging van het netto besteedbaar inkomen van deze groep? Is de minister bereid om deze problematiek zo spoedig mogelijk in gunstige zin voor de gedupeerden op te lossen?

Dan heb ik nog drie vragen aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Is de staatssecretaris het met de fractie van GroenLinks eens dat in de systematiek van de Huursubsidiewet blijkbaar geen rekening wordt gehouden met deze groep ex-banenpoolers? Is hij het met ons eens dat de grootte van de inkomensschalen in de Huursubsidiewet wellicht aan een herziening toe is, gezien de enorme terugval in de hoogte van de huursubsidie bij slechts een geringe inkomensstijging? Is de staatssecretaris bereid de hardheidsclausule uit te breiden tot deze specifieke groep ex-banenpoolers met de netto-brutoproblematiek? Is hij bereid om het besteedbaar inkomen van deze groep via de huursubsidie op peil te houden per 1 juli a.s.? Aan beide bewindslieden vraag ik in het kader van de ontkokering de handen ineen te slaan om deze problematiek op te lossen.

De voorzitter:

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Volkshuisvesting hebben samen vijf minuten spreektijd.

Minister De Vries:

Voorzitter! Mevrouw Van Gent heeft een juiste schets gegeven van de achterliggende problematiek, dus ik hoef daar niet zoveel meer over te zeggen. Indertijd lag het belastbaar inkomen voor deze groep werknemers door de Wet bevordering arbeidsaanpassing, de wet-Vermeend/Moor, lager dan voor werknemers met een vergelijkbaar netto-inkomen. Op nettoniveau was er geen probleem. Het lag wat anders met het belastbaar inkomen. Die wet is weggevallen. Er zijn allerlei andere maatregelen genomen, ook indachtig de motie-Kalsbeek-Jasperse, om ervoor te zorgen dat het nettoniveau wat dit betreft hetzelfde zou blijven. Langzamerhand bevindt men zich echter in de situatie waarin alle collega's, ook zij die in de WIW zitten en allen die hetzelfde inkomen hebben, zich al jaren bevinden. Het relatieve voordeel dat men had bij de huursubsidie door een lager belastbaar inkomen, zij het dat dit netto hetzelfde was, valt weg. Het lijkt mij buitengewoon bezwaarlijk om daar iets aan te doen. Hier is namelijk geen sprake van gedupeerden in de zin van mensen die een nadeel wordt toegebracht, alhoewel men dat misschien zelf wel op die manier ervaart – ik heb daar begrip voor – maar van het wegnemen van een voordeel dat men gedurende een tijd heeft genoten ten opzichte van mensen die hetzelfde inkomen hadden. Het is overigens een voorbijgaand probleem. Als dit probleem zich vorig jaar had voorgedaan, dan zou de groep nog ongeveer 21.000 personen hebben geteld. Mevrouw Van Gent noemt nu een getal van ongeveer 7000 personen. Het gaat heel snel, ook omdat er allerlei loopbaanverbeteringen plaatsvinden. Er doet zich in wezen echter geen ander verschil voor dan dat mensen die inkomensafhankelijke subsidies krijgen en meer inkomen gaan krijgen, voor een deel die inkomensafhankelijke subsidie kwijtraken.

Staatssecretaris Remkes:

Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Van Gent vroeg of de systematiek van de Huursubsidiewet wel voldoende rekening houdt met deze groep banenpoolers. Het is mij veel te kort door de bocht om, als er een incidenteel probleem ontstaat, te zeggen dat de systematiek van de Huursubsidiewet niet deugt. Die systematiek is gebaseerd op het belastbaar inkomen. Ik zou dat vooralsnog zo willen houden. Als ik terugkijk naar het ontstaan van deze problemen, is een van de oorzaken van de huidige problematiek dat er destijds van die regel is afgeweken. Twee keer dezelfde fout maken, lijkt mij ongewenst.

Verder vroeg mevrouw Van Gent of ik het ermee eens ben dat gekomen moet worden tot een herziening van de Huursubsidiewet. Ik zou dat graag willen bekijken in het kader van de nota wonen, waarbij in de breedte zal worden ingegaan op de Huursubsidiewet. Dat zal ook het geval zijn bij de evaluatie van de Huursubsidiewet. Op dit moment is de hele problematiek van de armoedeval aan de orde in de interdepartementale werkgroep harmonisatie inkomensafhankelijke regelingen, zoals die onlangs door het kabinet is ingesteld.

Ten slotte vroeg mevrouw Van Gent of er gebruik gemaakt kan worden van de hardheidsclausule. Ik heb daar in feite al antwoord op gegeven. De hardheidsclausule is bedoeld voor uitzonderlijke gevallen met een tijdelijke verhoging van het belastbaar inkomen en is nadrukkelijk niet bedoeld voor dit soort gevallen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter! De minister gaf aan dat een voordeel in het verleden nu wordt opgeheven. Dat betekent voor die 7000 mensen, waar ik het over had, per 1 juli van dit jaar een enorm nadeel. Het lijkt mij dat een verkeerde interpretatie wordt gegeven van de motie, die ik eerste termijn al aanhaalde en waarin door mevrouw Kalsbeek is gezegd – dat werd breed ondersteund door de Kamer – dat voor die WIW'ers het netto besteedbaar inkomen gelijk moet blijven en dat zij niet de dupe mogen worden van de nieuwe regelgeving waardoor zij gaan van banenpool naar WIW. Ik vind toch dat dat op dit moment gebeurt. Met name die groep van 7000 gaat door die netto-brutosystematiek enorm in besteedbaar inkomen achteruit. Dat betekent voor deze groep heel concreet dat zij in de armoedeval terechtkomen. Ook dat moeten wij breder trekken, want dat geldt voor de hele groep WIW'ers. Ik wil de minister toch vragen om voor deze 7000 mensen, die zwaar gedupeerd worden door deze maatregel, dit jaar een voorziening te treffen. Wellicht kan hij daar straks op ingaan.

De staatssecretaris zegt dat hij bereid is om over een herziening van de tabellen te praten als het gaat om de huursubsidie. Het mag duidelijk zijn dat wij dan de insteek kiezen dat bij zeer geringe inkomensstijging er ook maar een zeer geringe korting op de huursubsidie mag plaatsvinden, omdat daar ook weer geldt dat mensen met een netto besteedbaar inkomen op de laagste niveaus er niet op achteruit mogen gaan. Als de staatssecretaris mij dat ook nog kan toezeggen, denk ik dat wij het samen eens zijn over de aanpassing of de herziening van die tabellen huursubsidie.

Minister De Vries:

Mevrouw de voorzitter! Ik moet bekennen dat de motie-Kalsbeek-Jasperse mij niet letterlijk voor de geest staat. De doelstelling die indertijd in die motie is neergelegd, namelijk dat er bij de overgang van de ene regeling naar de andere in netto besteedbaar inkomen geen verschuiving zou mogen plaatsvinden, is volgens mij echter met zeer veel zorg uitgevoerd.

Mevrouw Van Gent zegt opnieuw dat deze groep zeer wordt gedupeerd. Ik moet herhalen dat dit een groep was die relatief voordeel heeft gehad ten opzichte van al die anderen die in precies dezelfde inkomensomstandigheden verkeren, waaronder de WIW'ers. Dat zijn er in totaal zo'n 36.000. Ik heb er alle begrip voor dat men nu zegt dat men nu minder krijgt dan men had, maar het is moeilijk uit te leggen aan al die anderen dat een groep die relatief voordeel heeft gehad en dat nu langzamerhand kwijtraakt, geholpen zou moeten worden, omdat dat de gedupeerden zouden zijn.

Staatssecretaris Remkes:

Mevrouw de voorzitter! Bij de discussies waar ik naar verwezen heb, kan natuurlijk naar alles gekeken worden. Dat is overigens nog iets anders dan een toezegging dat het ook daadwerkelijk zal gebeuren.

Naar boven