Aan de orde is het opmaken van voordrachten van drie kandidaten ter vervulling van een vacature in de Hoge Raad (26622, nrs. 2 en 3).

De voorzitter:

Ik stel voor, in afwijking van het Reglement van orde, niet schriftelijk te stemmen en, met toepassing van de regeling vastgelegd in Kamerstuk 24663, de voordracht conform het voorstel van de vaste commissie voor Justitie voor de vacature die op 15 september 1999 zal ontstaan als volgt vast te stellen:

  • 1. mr. A.J.A. van Dorst;

  • 2. mr. C.B. Bavinck;

  • 3. jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman.

Ik stel voor, de voordracht conform het voorstel van de vaste commissie voor Justitie voor de vacature die op 1 januari 2000 zal ontstaan als volgt vast te stellen:

  • 1. mr. C.B. Bavinck;

  • 2. jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman;

  • 3. mr. E.J. Numann.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven