Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend tijdens het debat over Kosovo, te weten:

- de motie-Van Bommel over beëindiging van de bombardementen (22181,19637 , nr. 264);

- de motie-M.B. Vos over afzien van verdere bombardementen op Servische media (22181,19637 , nr. 265).

(Zie vergadering van 28 april 1999.)

De voorzitter:

De motie-Van Bommel (22181, 19637, nr. 264) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat meer dan een maand bombarderen van Joegoslavië door de NAVO geen doorbraak heeft opgeleverd op het diplomatieke of politieke vlak;

overwegende, dat de NAVO-acties niet hebben kunnen verhinderen dat zich in Kosovo een humanitaire ramp heeft voltrokken en nog steeds voltrekt;

overwegende, dat de steun voor Milosevic in Joegoslavië alleen maar is toegenomen;

overwegende, dat de spanningen in de regio alleen maar zijn vergroot;

verzoekt de regering zich binnen de NAVO in te zetten voor stopzetting van de bombardementen, zodat er een nieuwe situatie ontstaat waarin de diplomatieke en politieke inspanningen meer kans van slagen krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 268 (22181, 19637).

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bommel (22181, 19637, nr. 268).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP alsmede de leden Van Gent, Karimi en Apostolou voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de overige aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-M.B. Vos (22181, 19637, nr. 265).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven