Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 18, 19 en 20 mei:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer) (25910);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten (26138);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 24 november 1997 te Brussel totstandgekomen Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds (Trb. 1998, 136) (26142);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Interimwet ammoniak en veehouderij (verlenging; einde legalisering) (26370);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een regeling voor de vervanging van verloren gegane aandeelbewijzen alsmede intrekking van de Effectenvernieuwingswet (26133);

  • - het Jaarverslag Nationale Ombudsman 1998 (26445);

met maximumspreektijden van 10 minuten voor de fracties van PvdA, VVD en CDA, van 7 minuten voor de fracties van D66 en GroenLinks en van 5 minuten voor de overige fracties.

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 1, 2 en 3 juni:

  • - het voorstel van wet van de leden Rehwinkel, De Graaf en Oedayraj Singh Varma houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verande ring van de Grondwet, strekkende tot opneming van de mogelijkheid actief en passief kiesrecht voor provinciale staten te verlenen aan ingezetenen die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten (24803);

  • - het voorstel van wet van de leden Dittrich, Swildens-Rozendaal en O.P.G. Vos tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering (strafbaarstelling van belaging) (25768);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs opdat op grond van die wet bekostigde instellingen en andere instellingen die een niet uit de rijksbijdrage bekostigde opleiding educatie verzorgen, het recht kunnen verkrijgen aan de met goed gevolg afgelegde examens of onderdelen van examens van die opleiding een wettelijk geregeld diploma of certificaat te verbinden (erkenning diploma's niet uit rijksbijdrage gefinancierde educatie) (26374);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet en de Tabakswet (implementatie wijziging richtlijn "Televisie zonder grenzen") (26256);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Drank- en Horecawet (25969);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de financiering van gemeentelijke toeslagen als bedoeld in artikel 33 van de Algemene bijstandswet (25761);

  • - het wetsvoorstel Verruiming van de mogelijkheid om het griffierecht in burgerlijke zaken gedeeltelijk in debet te doen stellen (26109);

  • - de brief van de minister en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken inzake de Staat en de Europese Unie (26200-V, nr. 72);

met maximumspreektijden van 10 minuten voor de fracties van PvdA, VVD en het CDA, van 7 minuten voor de fracties van D66 en GroenLinks en van 5 minuten voor de overige fracties.

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 8 en 9 juni:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van een Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en daarmee verband houdende wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdhulpverlening alsmede enige andere wetten (Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen) (26016).

Ik stel voor, de vergadering van woensdag 26 mei om 14.00 uur te laten beginnen.

Ik deel aan de Kamer mede, dat de Tijdelijke commissie besluitvorming uitzendingen tot haar ondervoorzitter heeft gekozen de heer Rehwinkel.

Ik stel voor, de stukken 21062, nr. 75, 22112, nrs. 110 en 113, 24655, nr. 7, 25403, nr. 35, 25945, 26200-XI, nrs. 57 en 58, 26200-XV, nr. 60, 26200-XVI, nrs. 60 en 61, en 26451 voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 26413, 26414, 26424 (R1634), 26432, 26438, 26441, 26449 (R1635), 26453 (R1636) en 26458 de termijnen zijn verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd.

Aangezien voor de stukken 26457 en 26482 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel op verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor, de wens uit te spreken nadere inlichtingen te ontvangen over de oprichting van de stichting Rijksacademie voor beeldende kunsten (26475).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Gisteren heeft de Kamer met minister Pronk gesproken over de Milieuraad, met name over het klimaatbeleid. Ik zou het verslag van dit algemeen overleg graag vanmiddag op de plenaire agenda willen zetten.

De voorzitter:

Ik was hiervan in kennis gesteld. De minister van VROM zit al klaar.

Ik stel voor, met het debat over dat verslag meteen na de regeling van werkzaamheden te beginnen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter! Gisteren heeft een algemeen overleg plaatsgevonden met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers. Ik vraag u het verslag van dat algemeen overleg heden op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.

De voorzitter:

Ook daarin hebben wij voorzien omdat het ons was meegedeeld. Wij zullen dit als derde verslag van een algemeen overleg behandelen. Daartussenin zit het verslag van een algemeen overleg over het kunstvakonderwijs.

Ik stel dan ook voor, aan het verzoek van de heer De Wit te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhagen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Hedenochtend konden wij in een landelijk ochtendblad lezen dat premier Kok tijdens de kabinetsformatie verleden jaar de heer Bolkestein toegezegd zou hebben, zich te zullen inspannen voor diens lidmaatschap van de nieuwe Europese Commissie. In verband hiermee zou de fractie van het CDA graag een brief van de minister-president willen ontvangen, waarin hij nader ingaat op de mogelijke toezeggingen. De CDA-fractie wil daarbij met name weten of er tijdens de besprekingen rond de formatie van dit kabinet of sinds de totstandkoming van het huidige kabinet formeel of informeel over een mogelijke kandidatuur van de heer Bolkestein als eurocommissaris is gesproken. Voorts zouden wij willen weten of door de minister-president verwachtingen zijn gewekt...

De voorzitter:

Voorzover ik niet al streng genoeg ben geweest tijdens de regeling van werkzaamheden in de afgelopen maanden, ben ik het vandaag in ieder geval extra. Ik geloof niet dat wij nu veel over de inhoud willen weten. Het is iedereen duidelijk wat u vraagt.

De heer Verhagen (CDA):

Ik zou in ieder geval een reactie van de minister-president willen hebben op de vraag hoe een eventuele formele of informele afspraak over een kandidatuur zich verhoudt tot het antwoord van de minister-president tijdens het debat hier over het ontslag van de Europese Commissie, waarin...

De voorzitter:

Punt. Wat daar gezegd is, kunnen wij allemaal nalezen. Als u de datum van het overleg aangeeft, is dat voldoende.

De heer Verhagen (CDA):

Het is een plenair debat geweest op 17 maart jl., waarin de heer De Hoop Scheffer...

De voorzitter:

U dwingt mij nu u het woord te ontnemen. Het is ons allen heel duidelijk wat u bedoelt. Ik heb zelfs de neiging om zonder dat ik andere leden het woord geef, u te steunen in uw verzoek en stel dan ook voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering onmiddellijk door te geleiden naar het kabinet, zodat u heel erg snel, misschien nog vandaag, een antwoord krijgt.

De heer Verhagen (CDA):

Prima. Dank u wel.

De voorzitter:

Fijn.

De heer Van Middelkoop (GPV):

Ik wil mij graag bij deze mondeling geuite schriftelijke vragen van de heer Verhagen aansluiten.

De voorzitter:

Ik hoop dat iedereen dat goed heeft gehoord. Ik zie dat de heer Dijkstal zich er ook bij aansluit.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Schimmel.

Mevrouw Schimmel (D66):

Voorzitter! Vanochtend heeft er een algemeen overleg plaatsgevonden over allerlei emancipatieonderwerpen. Ik verzoek u het verslag van dit algemeen overleg op de agenda te plaatsen. Onze voorkeur is dat het nog vandaag wordt behandeld.

De voorzitter:

Ook daarover hebben wij enig voorwerk kunnen doen. Ik stel voor, dit verslag na het verslag van het algemeen overleg over asbestslachtoffers aan de orde te stellen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik ondersteun graag het verzoek van mevrouw Schimmel.

De voorzitter:

Bij dezen vind ik het voldoende ondersteuning. Dan is het geagendeerd.

Mevrouw Schimmel (D66):

Dank u.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bijleveld.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Voorzitter! Op dit moment is een algemeen overleg met staatssecretaris Hoogervorst aan de gang over de uitbetalingsdatum van de AOW- en ANW-uitkeringen. Nu kan ik u hierover nog geen zekerheid geven, maar mijn fractie sluit niet uit dat ook het verslag van dit overleg op de agenda moet worden gezet. Omdat wij nu met de regeling van werkzaamheden bezig zijn, vraag ik u hiermee rekening te houden.

De voorzitter:

Wij zijn allemaal in stille afwachting. Na het verslag van het AO over emancipatie, waarover wij zojuist spraken, zal eerst de heropening van de beraadslaging over het verslag van het AO over het CBS aan de orde komen. Graag hoor ik voor kwart over drie vandaag of het verslag van het AO over de uitbetalingsdatum van de AOW op de agenda moet worden gezet.

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter! Gisterenavond heb ik in het interpellatiedebat met minister Borst over de positie van ex-dwangar- beiders een motie ingediend. Ik deel aan de Kamer mede, dat ik deze motie intrek.

De voorzitter:

Aangezien de motie-De Wit (26499, nr. 1) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Naar boven