Aan de orde zijn de stemmingen over zeven moties, ingediend tijdens het debat over wijziging van de Vreemdelingenwet, te weten:

- de gewijzigde motie-Verhagen/Rijpstra over een overbruggingsregeling voor invoering van de koppelingswet (19637, nr. 353);

- de motie-Halsema over niet haalbaar zijn van 1 juli a.s. als invoeringsdatum voor de koppelingswet en uitstel tot 1 januari 1999 (19637, nr. 347);

- de motie-Halsema over opnieuw beoordelen van aanvragen van witte illegalen (19637, nr. 348);

- de motie-De Wit over problemen bij invoering per 1 juli a.s. van de koppelingswet en uitstel tot 1 januari 1999 (19637, nr. 349);

- de motie-De Wit over witte illegalen (19637, nr. 350);

- de motie-Albayrak/Dittrich over uitstel met twee maanden van de invoering van de koppelingswet (19637, nr. 351);

- de motie-Dittrich/Albayrak over toekenning op humanitaire gronden van een verblijfsvergunning (19637, nr. 352).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Dittrich (D66):

Mevrouw de voorzitter! Ik wil graag een stemverklaring afgeven over twee moties. Het gaat om de motie-Verhagen/Rijpstra op stuk nr. 353 en de motie-Albayrak op stuk nr. 351.

Zowel minister Melkert als de staatssecretarissen Schmitz en Netelenbos hebben de fractie van D66 ervan overtuigd dat het onverstandig is de inwerkingtreding van de koppelingswet met twee maanden uit te stellen, gelet op de overbruggingsmogelijkheden die gecreëerd zijn door minister Melkert en de bezwaren die staatssecretaris Netelenbos zag bij het onderwijsveld. Dat betekent dat wij onze steun niet zullen geven aan de motie op stuk nr. 351, maar de motie op stuk nr. 353 wel zullen steunen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Verhagen/Rijpstra (19637, nr. 353).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, het CDA en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Halsema (19637, nr. 347).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Halsema (19637, nr. 348).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Wit (19637, nr. 349).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Wit (19637, nr. 350).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Albayrak/Dittrich (19637, nr. 351).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, het GPV Voorzitteren de RPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dittrich/Albayrak (19637, nr. 352).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven