Noot 1 (zie blz. 5947)

Interpellatievragen van het lid Rabbae (GroenLinks) overde OV-Studentenkaart. (Ingezonden 28 mei 1997)

1

Hoeveel kost de huidige OV-Studentenkaart en voor welk bedrag leveren de studenten hier een bijdrage aan?

2

Deelt u de mening, dat de bezuinigingen op de studiefinanciering een verdere beperking van de openbaar-vervoer-voorzieningen opleveren en een nieuwe aanslag op de inkomenspositie?

3

Wat is precies de uitkomst van de gesprekken, zowel tijdens het overleg bij u thuis met de drie coalitie-woordvoerders (het weekend van 17 mei) als afgelopen maandag met de drie coalitie-woordvoerders en de ministers van Financiën en Verkeer en Waterstaat?

4

Wat is, in het licht van de bovengenoemde gesprekken, uw mening over de voorstellen van de drie coalitiepartners, zoals geuit in de media? Welke invloed hebben deze voorstellen op de uitkomst van de onderhandelingen?

5

Hebben zowel de minister van Financiën als de minister van Verkeer en Waterstaat laten weten er niet over te piekeren om financiële steun te geven aan de totstandkoming van een voor beide partijen (de openbaar-vervoerbedrijven en uzelf) bevredigend resultaat? Op welke manier denkt u, in dit geval, de onderhandelingen vruchtbaar te kunnen afronden?

6

Is het eerder door u gedane voorstel, namelijk een verplichte week- of weekendkaart voor thuis, respectievelijk uitwonenden, van de baan? Wat is nu uw voorstel? Wat zijn de financiële gevolgen hiervan voor de studenten?

Naar boven