Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

de Raming der voor de Tweede Kamer in 1998 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (25278);

de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer (PPO-voorstellen) (23686),

en van:

- de motie-Sipkes c.s. over de taxiregeling voor Kamerpersoneel (25278, nr. 12);

- de motie-Sipkes/Rouvoet over het gebruik van groene stroom (25278, nr. 13);

- de motie-Poppe over de samenstelling van het Presidium (25278, nr. 14);

- de motie-Remkes c.s. over efficiencyverbetering van ondersteunende functies (25278, nr. 15);

- de motie-Rouvoet c.s. over werving en selectie van Kamerpersoneel (25278, nr. 16);

- de gewijzigde motie-Rouvoet over de terugbelfaciliteit in het kader van de mobiele werkplek (25278, nr. 19);

- de motie-Rouvoet over een Nederlandse benaming voor het Call Center (25278, nr. 18).

(Zie vergadering van 22 mei 1997.)

De voorzitter:

Mevrouw Sipkes heeft om heropening van de beraadslaging verzocht.

Ik stel voor, aan dat verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Het kan heel kort. Ik heb van het Presidium antwoord gekregen op mijn vragen over de ecostroom, de zogenaamde groene stroom, en de kosten terzake. Het Presidium heeft aangegeven dat een en ander voor deze Raming erg moeilijk te realiseren is, maar dat het bereid is het in de volgende Raming op te nemen. Ik ben blij met die uitspraak. In de motie van collega Rouvoet en mij wordt gesproken over een "zo kort mogelijke termijn". Het is duidelijk dat men geen ijzer met handen kan breken. Ik ga ervan uit dat het Presidium een Kameruitspraak in dezen als een steun in de rug beschouwt bij de onderhandelingen die gevoerd moeten worden met de minister van Binnenlandse Zaken. Uiteraard hoop ik dat, als deze motie wordt aangenomen, het Presidium dit aan de minister zal overbrengen. Mocht hij mogelijkheden zien om zulks alsnog dit jaar te realiseren, dan is het natuurlijk meegenomen; anders op zo kort mogelijke termijn, dat wil zeggen in de volgende begroting. Kan het Presidium hiermee uit de voeten, ook richting het departement van Binnenlandse Zaken?

De heer Koekkoek (CDA):

Mijnheer de voorzitter! De CDA-fractie zou met betrekking tot de groene stroom graag van het Presidium de toezegging krijgen dat het er zich sterk voor zal maken dat de regering de Kamer de mogelijkheid biedt daartoe over te gaan. Als het Presidium dit toezegt, heeft de CDA-fractie geen behoefte aan de motie-Sipkes/Rouvoet.

Verder wil ik een korte toelichting geven op de amendementen-Mateman/Remkes op de stukken nrs. 15 en 16. In de voorgestelde regeling is de mogelijkheid voorzien dat de Kamer bedragen spaart en in latere jaren daarvan gebruikmaakt. In het vierde lid van artikel 7 staat dat bevoorschotting desgevraagd plaatsvindt indien zulks naar het oordeel van het Presidium wenselijk is. Het amendement op stuk nr. 15 strekt ertoe om de bevoorschotting te laten plaatsvinden als de daarmee te verrichten uitgaven voldoen aan de eisen, zoals neergelegd in de artikelen 1 en 2 van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer. De bevoegdheid die het Presidium op grond van de voorgestelde bepaling heeft, vinden wij te ruim. Wij denken ook dat het niet de bedoeling is. Het is immers de bedoeling dat de gelden worden besteed overeenkomstig het doel van de regeling.

Voorzitter! Het amendement op stuk nr. 16 spreekt voor zichzelf. Het beoogt te bewerkstelligen dat de accountantsdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken ook de controle op de uitvoering van deze regeling verricht.

De heer Bukman:

Mijnheer de voorzitter! Er zijn twee punten aan de orde gesteld. Op het eerste zal ik reageren, op het andere mevrouw Doelman.

Uit de reactie van het Presidium is duidelijk geworden, lijkt mij, dat een verhoging van de stroomrekening van 40% niet meer hoort bij de reële mogelijkheden om de Raming voor 1998 aan te passen. Wij zullen het onderwerp naar aanleiding van de Raming voor 1999 opnieuw ter discussie stellen. Ik wilde dat op een open manier doen, niet met een soort preoccupatie van het Presidium dat wij alles in het werk stellen om dat te realiseren. Er blijft een afweging nodig tussen de extra kosten hiervan en andere kosten die wij hebben. De rekening komt bij het Nederlandse volk te liggen. Wij willen een open discussie voor de volgende Raming. Wij blijven derhalve bij ons oordeel over de motie.

Mevrouw Doelman-Pel:

Voorzitter! Controle door de accountant van BiZa is op het ogenblik al gebruikelijk. Het lijkt mij goed dat dit bij amendement wordt vastgelegd. Wij weten dan zeker door wie wij worden gecontroleerd. Er zijn geen argumenten aan te voeren waarom dat niet zo zou moeten.

Ik begrijp dat in het amendement over de bevoorschotting min of meer de toelichting die ik de vorige keer over de voorstellen van de PPO-werkgroep heb gegeven wordt vastgelegd. Ik heb toen gezegd dat toetsing niet nodig is bij uitgaven die in overeenstemming zijn met de artikelen 1 en 2. De vorige keer heb ik het voorbeeld gegeven van degene die net bevoorschot is en meteen al gebruik probeert te maken van de reserves. Ook al gebeurt dat in het kader van de artikelen 1 en 2, er is dan toch wel eens een andere toets nodig. Die toets wordt niet helemaal weggehaald. Daarom denk ik dat wij best kunnen leven met het amendement.

De (algemene) beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het eind van de vergadering, vanavond dus, te stemmen over de Raming, het reglement dat wordt voorgesteld door de werkgroep PPO en de amendementen en moties.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Bukman

Naar boven