Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. nota-overleg met stenografisch verslag op:

maandag 24 juni:

  • - van 18.30 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Financiën over wetsvoorstel 24696 (Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1996).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik bepaal nader, dat het nota-overleg van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over verkeersveiligheid (24722) van 17 juni wordt verplaatst naar maandag 23 september van 11.15 uur tot 18.30 uur.

Voorts bepaal ik nader, dat het nota-overleg van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over de HSL (22026) van 21 oktober wordt verplaatst naar maandag 4 november van 11.15 uur tot 23.00 uur.

Het woord is aan de heer Dittrich.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter! Er is een beleidsplan van de reclassering uitgekomen, waarin staat dat een bepaalde groep cliënten niet meer behandeld wordt, namelijk die mensen die ongemotiveerd zijn. Ik wil graag een brief van de regering, een kabinetsstandpunt over dit beleidsplan, zodat wij het op korte termijn in de Kamer kunnen bespreken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! Op 2 april heb ik tijdens de regeling van werkzaamheden naar aanleiding van de behandeling van de drugsnota, aan de regering gevraagd verslag te doen van het beraad tussen de regering en de korpsbeheerders over de uitvoering van de drugsnota. Dat verslag heeft ons nog niet bereikt. Ik herhaal bij dezen mijn verzoek.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Middel.

De heer Middel (PvdA):

Voorzitter! De afgelopen weken discussieerden in alle provincies de staten over de toekomst van de regionale publieke televisie, in het bijzonder over de toekomstige financiering ervan. Intussen lijkt op landelijk niveau overeenstemming tussen de regionale omroepen en de NOS uit te blijven. Er dreigt zelfs een patstelling te ontstaan, die wellicht door het kabinet doorbroken kan worden. Alleen is de vraag wat het kabinet doet. Om een antwoord op deze prangende vraag te krijgen, vraag ik mede namens mijn collega Klein Molekamp van de fractie van de VVD een brief aan de regering, waarin ons wordt meegedeeld wat er naar de opvatting van de regering op korte termijn dient te gebeuren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Valk.

De heer Valk (PvdA):

Voorzitter! Afgelopen weekend hebben verkiezingen in Albanië plaatsgevonden. Volgens waarnemers hebben zich op grote schaal onregelmatigheden voorgedaan, variërend van stembusfraude tot intimidatie. Daarvoor, tijdens de campagne, was er al sprake van uitsluiting van tientallen kandidaten van oppositiepartijen en manipulatie door media. Inmiddels hebben alle oppositiepartijen zich teruggetrokken van de verkiezingen, waaruit je kunt concluderen dat Albanië de facto dreigt af te koersen op een eenpartijstaat.

Bij mijn fractie bestaat er twijfel over de rechtmatigheid van deze verkiezingen. Wij vragen dan ook om een brief van de minister van Buitenlandse Zaken over het verloop van de verkiezingen, de ervaringen van de Nederlandse waarnemers bij de verkiezingen en de acties die hij in het kader van de Europese Unie en de Raad van Europa wil ondernemen tegenover Albanië. Wat ons betreft gaat dat verder dan alleen het uitspreken van zorg over de ontwikkelingen in dat land. Met het oog op de tweede ronde van de verkiezingen in het komend weekend, zouden wij het op prijs stellen wanneer die brief deze week de Kamer zou kunnen bereiken.

De heer Gabor (CDA):

Voorzitter! De fractie van het CDA ondersteunt graag dit verzoek.

Mevrouw Roethof (D66):

Voorzitter! Wij kunnen ons daarbij aansluiten.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van den Doel.

De heer Van den Doel (VVD):

Voorzitter! In de maand april heeft de Kaderwet dienstplicht een aantal weken op het schema van de Kamer gestaan. Op een gegeven moment is dit wetsvoorstel van het schema afgehaald, maar er ligt wel een brief van de minister van Defensie van 29 januari, waarin staat dat hij erop vertrouwt "dat het bij de Kamer aanhangige wetsvoorstel Kaderwet Dienstplicht (Kamerstuk 24245) voor het zomerreces in werking kan treden." Mijn verzoek is dan ook om, gezien die wens, het wetsvoorstel alsnog op de agenda van de Kamer te plaatsen.

Mevrouw De Koning (D66):

Voorzitter! Wij zullen graag dit verzoek mee ondersteunen.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek van de heer Van den Doel te besluiten. Ik zal nadere voorstellen doen voor de spreektijden, die uiteraard beperkt zullen zijn, lettend op het grote aantal onderwerpen waarvan ik vermoed dat ze, zoals gebruikelijk, een wat uitvoeriger behandeling zullen krijgen voor de aanvang van het zomerreces.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van der Burg.

Mevrouw Van der Burg (PvdA):

Voorzitter! Afgelopen donderdag heeft er een algemeen overleg plaatsgevonden ter voorbereiding van de Habitat-II-conferentie. In dat overleg is de vertegenwoordiging van jongeren in de delegatie aan de orde gesteld. De afronding kon toen niet plaatsvinden en ik vraag u, voorzitter, om zo spoedig mogelijk het verslag van het AO op de agenda van de Kamer te plaatsen, bij voorkeur deze week, opdat dit nog zijn invloed kan hebben op de habitatconferentie die volgende week begint.

De voorzitter:

Wanneer volgende week?

Mevrouw Van der Burg (PvdA):

Eigenlijk begint die conferentie het weekend al.

De voorzitter:

Dat dacht ik al.

Mevrouw Assen (CDA):

Voorzitter! Ik wil het verzoek van mevrouw Van der Burg ondersteunen.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek van mevrouw Van der Burg te beslissen.

Ik stelde zojuist mijn vraag, omdat dit betekent dat er een twee-minutendebat zal plaatsvinden om een motie in te dienen, waarover ook deze week gestemd moet worden omdat in het weekend die conferentie aanvangt. Ik stel dan ook voor, dit punt te agenderen aan het eind van de middag vlak voor de dinerpauze of aan het begin van de avond na de dinerpauze, zodat wij morgenmiddag na de lunchpauze kunnen stemmen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Leers.

De heer Leers (CDA):

Voorzitter! Gisteren is door VNO/NCW een plan gepresenteerd met als doel het fileprobleem op te lossen door de overheidsinvesteringen in de transportsector in de komende jaren fors te laten stijgen.

Bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat in het afgelopen jaar heeft het CDA al een plan ingediend onder de titel "Van twee keer twee naar twee keer drie", dat sterk overeenkomt met de oproep van VNO/NCW en dat de bedoeling heeft om de infrastructuur speerpunt te maken van het beleid. De minister wees dat plan toen van de hand. Op deze houding van het kabinet is nu harde kritiek gekomen van de voorzitter van VNO/NCW, de heer Rinnooy Kan, toch geen onbekende in paars, die het kabinet verwijt gefaald te hebben.

Voorzitter! Dit vereist op zijn minst een weerwoord. Namens de fractie van het CDA wil ik de minister van Verkeer en Waterstaat vragen de Kamer een brief te sturen met daarin haar opvattingen over het totaalplan, met een streep onder het woord totaal, van VNO/NCW. Gelet op het feit dat wij op korte termijn met de minister spreken over de toekomstwaarde van het SVV en ook op het feit dat de plenaire behandeling van de Voorjaarsnota op korte termijn is voorzien, wil ik de minister verzoeken de door ons gevraagde brief op korte termijn naar de Kamer te sturen zodat wij die brief bij de genoemde besprekingen kunnen betrekken.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Voorzitter! De VVD-fractie sluit zich graag bij het verzoek van de heer Leers aan.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Marijnissen.

De heer Marijnissen (SP):

Mijnheer de voorzitter! Op 22 mei heeft een aantal kamerleden, onder wie ikzelf, een brief gevraagd aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie in verband met een interview met de chef-staf, de heer Van den Breemen, in een Indonesisch weekblad. De beantwoording is inmiddels binnen, maar ik kan niet anders zeggen dan dat ik die buitengewoon onder de maat vind. Datgene wat door kamerleden te berde is gebracht bij dat verzoek, wordt soms maar half maar meestal in het geheel niet beantwoord. Ik verzoek het kabinet dan ook om een aanvullende brief, waarin de informatie waarom de Kamer heeft verzocht ook daadwerkelijk aan de Kamer wordt verstrekt. Ik zal niet alle vragen die toen te berde zijn gebracht, herhalen. Ik wil het kabinet wel aanraden om nog eens goed naar de eerder gestelde vragen te kijken. Als de Kamer om informatie vraagt, heeft zij ook recht op die informatie.

De voorzitter:

Maar bij zeer toegespitste vragen kunt u ook van een ander instrument gebruikmaken.

De heer Marijnissen (SP):

Dat is volkomen juist. Maar ik vind het ook juist dat de Kamer de informatie krijgt waarom zij vraagt.

De voorzitter:

U gaat voorbij aan mijn punt. Op het moment dat u een ander instrument gebruikt, krijgt u per vraag een antwoord. In een brief wordt vaak een algemene beschouwing gegeven, die soms wel en soms niet toereikend is. Daarop wilde ik slechts attenderen. Ik wil geen discussie met u uitlokken, mijnheer Marijnissen. Ik wilde er slechts op wijzen dat er voor toegespitste vragen ook andere instrumenten zijn. Het instrument van het vragen om een brief kan beter niet in de plaats komen van het instrument van het stellen van schriftelijke vragen. Dan zeg ik het dus nog scherper. Maar dat had u natuurlijk allang door!

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Mijnheer de voorzitter! Er staan loodsen vol met illegaal opgeslagen afval in Nederland. Er is sprake van dat deze afvalstoffen met importvergunningen van VROM ons land zijn binnengekomen met de bedoeling om het ook weer uit te voeren of te verwerken. Dat laatste blijkt niet het geval te zijn. Daarom verzoek ik de minister van VROM om een brief over deze gang van zaken, met daarin antwoorden op de volgende vragen.

Is het juist dat de afvalstoffen binnen zijn gekomen met een importvergunning? Hoeveel importvergunningen zijn er in 1994 en 1995 afgegeven? En hoe is de controle van VROM precies op de naleving van de voorwaarden die zijn gesteld aan dit soort importvergunningen?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven