Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend tijdens het debat over uitzending van militaire eenheden, te weten:

- de motie-Van Middelkoop c.s. over een regeling voor een formeel instemmingsrecht voor het parlement bij uitzending van militaire eenheden (23591, nr. 2).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP, de RPF, D66, de PvdA, GroenLinks, de SP, het CDA, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Ik stel voor, stuk 23591, nr. 1 voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Waarde collega's,

Deze Kamer trad half mei aan en vanaf half mei tot nu toe is ook bijna 50% van de leden voor het eerst aangetreden. Als men precies telt, met inachtneming van een paar uitgangspunten, dan komt men op het aantal van 73 uit. De Kamer heeft, ondanks de geweldige vernieuwing en doorstroming, een vliegende start gemaakt. Ik volsta met enkele feiten.

Bijna al onze nieuwe collega's, meer dan 60, hebben formeel hun maiden-speech gehouden. Het viel mij daarbij op dat menigeen het jammer vond, niet geïnterrumpeerd te mogen worden en dat anderen een grote hang en liefde voor de interruptiemicrofoon aan de dag hebben gelegd, aansluiting zoekend bij de gewoonte in deze Kamer.

Een ander feit: de behandeling van alle begrotingen kon worden afgerond voor het nu aanbrekende reces, terwijl de financiële wetsvoorstellen begin december tot besluitvorming in deze Kamer konden worden gebracht. Hiermee is de gewoonte die in het najaar van 1990 begon naar mijn gevoel definitief bevestigd: begrotingen en suppletore begrotingen op tijd afdoen en de financiële wetsvoorstellen zodanig behandelen, dat onze collega's aan de overzijde tussen Kerst en Oud en Nieuw niet bijeen hoeven te komen. Ik merk een groot en warm gevoelen hiervoor!

Gisteren verwees, toen nog onze collega, Buurmeijer naar het belang, het politieke debat hier te zoeken. Daarbij tekende hij aan dat het dan ook van belang is dat de leden elkaar kennen, goed kennen. Dat is een voorwaarde voor een politiek debat, zo nodig een scherp politiek debat. Dat lijkt mij juist. Collega Buurmeijer maakte in zijn brief in datzelfde kader gewag, zonder in melancholie te vervallen, van de oude zaal, gelijktijdig recht doende aan de grote kwaliteiten van de huidige zaal.

Maar misschien is er één punt. De vroegere koffiekamer en rookkamer aan het Binnenhof 1A – de rookkamer zouden wij tegenwoordig leeskamer noemen – nodigden uit tot sociale en ook politieke integratie. Op dit punt functioneren het huidige ledenrestaurant en de huidige koffiekamer naast deze zaal onvoldoende. Dit is reeds lang een punt van zorg bij het Presidium. Daarom heeft het Presidium vanochtend besloten om de huidige koffiekamer hiernaast opnieuw in te richten in combinatie met de ruimte van de vroegere Speakers Corner. Bij deze herinrichting streven wij ernaar, een situatie te creëren die veel overeenkomst heeft met de inrichting van de vroegere koffiekamer en rookkamer. In 1995 zal dit alles zijn beslag krijgen. Daarop vooruitlopend, willen wij de leden graag een voorproefje geven. Daarom zal er op 24 januari, de eerste dag na ons reces, niet alleen gelegenheid zijn voor zeer brede ontmoeting in de Statenhal, maar ook voor een afronding op een passende manier voor kamerleden en leden van het kabinet in de koffiekamer. Wij zullen op de 24ste januari bij leven en welzijn voor enkele minuten aantreden met 148 leden. Wij zullen het de komende weken dus moeten doen met ons honderdachtenveertigen.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Voorzitter! Ik wil u nog aan het volgende herinneren. Ten behoeve van de totstandkoming van dit gebouw heeft u indertijd onderhandeld met de desbetreffende wethouder van de gemeente Den Haag. Laatstgenoemde heeft toen bedongen dat de Speakers Corner een openbaar verblijf met terras zou zijn voor de burgers van deze stad, hetgeen ook contractueel is vastgelegd. Dus ik weet niet of wat u vanmorgen besloten heeft, inderdaad kan.

De voorzitter:

Ja, daarom is er overleg gevoerd in de afgelopen maanden, want ik zag de bui al hangen.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Er gaat een hoop niet goed in deze stad. Dat is duidelijk.

De voorzitter:

Waarde collega's, ik wens u allen een goed kerstreces en een gelukkig 1995. Ik hoop dat wij elkaar na het kerstreces hier weer gezond en wel zullen ontmoeten.

Sluiting 19.15 uur

Naar boven