Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 31 januari en 1 en 2 februari:

  • - het wetsvoorstel Regelen met betrekking tot de vervaardiging, het in de handel brengen en de in-, uit- en doorvoer van bepaalde chemicaliën ter voorkoming van misbruik (Wet voorkoming misbruik chemicaliën) (23779);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf (23577).

Aangezien voor de stukken gedrukt onder nummers 23908 (R1519), nr. 2, 23951, 23973 (R1526), 23975, 23976, 23979 (R1527), 23986 en 23991 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd.

Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 19326, nr. 97, 23977, 23994 en 23995 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, de stukken 19326, nrs. 94, 95 en 96 voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, een groot aantal stukken van de lijst van werkzaamheden af te voeren. De nummers zullen in de Handelingen, na de ingekomen stukken, worden vermeld.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Zoals ik voor de schorsing heb aangekondigd, is nu aan de orde de brief van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer van heden inzake het voorstel tot een verzoek aan de Algemene Rekenkamer tot het doen van een onderzoek naar de financiële gevolgen van het wetsvoorstel Balansverkorting (23817). De brief van de commissie is rondgedeeld.

Ik stel voor, overeenkomstig het voorstel van de commissie te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het Presidium heeft hedenochtend besloten, de Stuurgroep automatisering en documentatie, STAD genaamd, op te heffen en deze te vervangen door een Strategisch overleg informatievoorziening (STOI), bestaande uit maximaal zeven leden. Aan de fracties zal worden gevraagd om de leden voor te dragen. Ik zal na het reces de samenstelling bekendmaken.

Aan het einde van deze regeling zal ik informatie verschaffen over de orde van deze dag.

Het woord is aan de heer Van Middelkoop.

De heer Van Middelkoop (GPV):

Voorzitter! De vaste commissies voor Defensie en voor Buitenlandse Zaken hebben vanmiddag algemeen overleg gevoerd over notitie 23591 over de betrokkenheid van het parlement bij de uitzending van militaire eenheden. Ik vraag u, naar aanleiding van dat overleg vanmiddag een kort twee-minutendebat te agenderen.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek van de heer Van Middelkoop te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Schimmel.

Mevrouw Schimmel (D66):

Voorzitter! Ik heb gisteren bij de regeling van werkzaamheden gevraagd of de staatssecretaris ons een brief kan sturen, waarin melding wordt gemaakt van de resultaten van een overleg dat hij heeft gevoerd met de Federatie van bedrijfsverenigingen en de Gemeenschappelijke medische dienst over de nieuwe keuringspraktijk. Dat overleg was erop gericht om een oplossing te vinden voor de schrijnende gevallen uit de nieuwe praktijk. De brief is binnengekomen op het gewenste tijdstip. Aangezien de brief onduidelijkheden bevat, verzoek ik om ruimte op de agenda te creëren om de brief te bespreken.

De voorzitter:

Hierover wil ik het volgende opmerken. Wij zijn bezig met de afronding van onze agenda. Ik weet niet of het verstandig is om zo'n brief nu toe te voegen. Ik geef in overweging om vanmiddag een algemeen overleg te voeren met de minister, die hier hoe dan ook moet zijn. Ik vind het wat bezwaarlijk om dit onderwerp af te doen in een debat met twee of drie minuten spreektijd per fractie. Ik geef klemmend in overweging om de onduidelijkheden in de commissie op te heffen. Daarna kan altijd een beoordeling plaatsvinden met consequenties voor vandaag of voor de agenda na het kerstreces. Het maakt niet uit of wij het hier doen of in de commissie, want de minister moet in alle gevallen hier zijn. Ik denk dat dit het beste is, want dan kan er rustig over gesproken worden.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik wil nog even iets zeggen over de orde van deze middag. Wij gaan nu verder met de afronding van het debat over de collegegelden. Daarna zal er gestemd worden over de motie ter zake van de visumverlening aan de heer Princen. Daarna zal er een tweetal twee-minutendebatjes plaatsen. De ene is gisteren door de heer Van der Heijden aangevraagd en de andere zojuist door de heer Van Middelkoop. Dan zal er een korte schorsing zijn, omdat ik begrepen heb dat er behoefte is aan fractieberaad. Vervolgens zijn er stemmingen en daarna zouden wij op kerstreces kunnen gaan. Zo zal het ongeveer gaan.

Naar boven