7 Toekomst van het Koninkrijk

Aan de orde is de voortzetting van het debat over de toekomst van het Koninkrijk in brede zin,

en over:

  • - de motie-Quik-Schuijt c.s. over het beperken van de gezondheidsschade als gevolg van de aanwezigheid van de Islaraffinaderij (33400-IV, letter W).

(Zie vergadering van 11 juni 2013.)

De voorzitter:

Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wederom welkom in de Eerste Kamer. Het is een derde termijn van de Kamer.

De beraadslaging wordt heropend.

Mevrouw Quik-Schuijt (SP):

Voorzitter. Ik wil de motie die ik de vorige week heb ingediend, in gewijzigde vorm aan de Kamer voorleggen.

Motie

De voorzitter: De motie-Quik-Schuijt c.s. (33400-IV, letter W) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

gezien de voortdurende onrust over de gezondheidsschade voor inwoners van Curaçao ten gevolge van de milieuvervuiling door de Islaraffinaderij;

overwegende dat handhaving van de milieunormen de verantwoordelijkheid is van de regering van Curaçao;

overwegende dat de middelen om de milieunormen te handhaven inmiddels aanwezig zijn op Curaçao;

gelet op artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk;

verzoekt de regering om, indien de regering van Curaçao Nederland vraagt om ondersteuning bij het handhaven van de milieunormen, dan wel bij het afsluiten van een nieuw contract voor de raffinaderij, deze ondersteuning te bieden en daarbij zoveel mogelijk de vorige eigenaar en de huidige gebruiker te betrekken;

verzoekt de regering voorts, de Kamer op de hoogte te houden van de voortgang van dit overleg,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter X, was letter W (33400-IV).

Ik geef de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het woord voor een reactie op de gewijzigde motie-Quik-Schuijt.

Minister Plasterk:

Voorzitter. Over de vorige versie van de motie heb ik al gezegd dat ik het oordeel aan de Kamer liet en dat ik het dictum ter harte zou nemen dat ik vanuit de regering binnen de mogelijkheden zou doen wat ik kan om de kwestie te verhelpen. Dat standpunt geldt ook nu. In de nieuwe versie staat in de overwegingen dat de middelen om de normen te handhaven inmiddels aanwezig zijn op Curaçao. Dat zou je op verschillende manieren kunnen duiden. Ik lees dit niet zo dat per se de financiële middelen aanwezig zijn om dit af te wikkelen. Ik zie dat eenieder dat ook in lichaamstaal bevestigt. Dat gezegd zijnde, laat ik het oordeel over de motie graag aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hebben de leden allemaal voldoende kunnen kennisnemen van de gewijzigde tekst, zodat wij nu meteen kunnen stemmen? Ik constateer dat dit het geval is.

Naar boven