10de vergadering

Dinsdag 28 november 2006

13.30 uur

Voorzitter: Timmerman-Buck

Tegenwoordig zijn 71 leden, te weten:

Van de Beeten, Van den Berg, Bierman-Beukema toe Water, Biermans, Broekers-Knol, Van den Broek-Laman Trip, Van Dalen-Schiphorst, Dees, Doek, Dölle, Van Driel, Dupuis, Eigeman, Engels, Essers, Franken, Van Gennip, De Graaf, Hamel, Hessing, Van Heukelum, Hoekzema, Ten Hoeve, Holdijk, Jurgens, Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije, Ketting, Klink, Kox, Van der Lans, Van Leeuwen, Leijnse, Lemstra, Van der Linden, Linthorst, Luijten, Maas-de Brouwer, Meindertsma, Meulenbelt, Middel, Van Middelkoop, Minderman, Nap-Borger, Noten, Van den Oosten, Platvoet, Pruiksma, Putters, Van Raak, Rabbinge, Rosenthal, Russell, Schouw, Schuurman, Schuyer, Slagter-Roukema, Swenker, Sylvester, Tan, Terpstra, Van Thijn, Thissen, Timmerman-Buck, Vedder-Wubben, Wagemakers, Walsma, Werner, Westerveld, Witteman, Woldring en De Wolff,

en mevrouw Van der Hoeven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, en de heer Van Hoof, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

alsmede het Tweede Kamerlid Noorman-den Uyl.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Pastoor, wegens persoonlijke omstandigheden;

Bemelmans-Videc, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De lijst van besluiten is opgenomen aan het einde van deze editie.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden te gaan staan voor de herdenking van de heer Rijnders.

Op 97-jarige leeftijd is op 7 november jongstleden oud-CHU-senator Dirk Rijnders overleden. Hij was lid van deze Kamer van 1969 tot en met 1977.

Dirk Rijnders, zoon van een hervormde predikant en van een moeder uit een geslacht van theologen, heeft een lange en intensieve bestuurlijke carrière doorlopen. Hij begon in 1928 in de gemeente Hillegersberg, waar hij verschillende functies heeft bekleed. In het begin van de oorlogsjaren was hij kort burgemeester en gemeentesecretaris van Oude Tonge, tot hij in 1941 werd ontslagen op last van de Duitse bezetter. Op verzoek van de Nederlandse regering in Londen werd hij burgemeester van Woubrugge. Deze gemeente werd een schuilplaats voor onderduikers; in eigen gezin werd een joodse stiefdochter opgenomen. Zijn volgende burgemeesterspost was Middelharnis en Sommelsdijk, welke gemeente in 1953 zwaar werd getroffen door de watersnoodramp. Hij had de opdracht het herstel te funderen en zette zich daarvoor ten volle in. Daarop volgde zijn laatste gemeente Nieuwer-Amstel, het huidige Amstelveen, dat tijdens zijn ambtsperiodes daar van 10.000 naar 55.000 inwoners groeide, met als een van de grote uitdagingen om werkgelegenheid tot stand te brengen. In Nieuwer-Amstel was hij werkzaam van 1955 tot 1971.

In dat laatste jaar realiseerde hij zijn voornemen, een uitstap naar het bedrijfsleven te maken. Tot 1974 was hij directeur, later president-directeur, van Holding Polyzathe BV, een ontwikkelingsmaatschappij van Pakhoed-Nederhorst Holding. Hij werd vervolgens – en dit gedurende drie jaar – directeur van het Coördinatiebureau Noordelijk Deel Randstad, waar hij zich opnieuw toelegde op de realisering van woningbouw.

In zijn lange werkzame leven vervulde Rijnders naast zijn hoofdfuncties een groot aantal nevenfuncties. Hij was onder meer voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Brandweerbond, lid van het presidium van de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening (de huidige VROM-raad) en voorzitter van de Federatie Diaconieën Nederlands Hervormde Kerk. Eind jaren zestig trad hij op als adviseur van de Surinaamse regering om een organisatie op te zetten voor de volkshuisvesting daar.Voorzitter

Dirk Rijnders was al ruim 30 jaar lid van de CHU toen hij namens die partij in 1960 politiek actief werd. Van 1960 tot 1969 was hij lid van provinciale staten van Noord-Holland en aansluitend acht jaar lid van de Eerste Kamer, waar met name zijn deskundigheid op het gebied van ruimtelijke ordening en woningbouw tot zijn recht kwam. Naar eigen zeggen was hij meer bestuurder dan politicus. Toen het CDA tot stand kwam, trad hij onmiddellijk toe. Van hem zijn de woorden: "Als je toch in één hemel komt, waarom zou je dan op aarde niet samenwerken?"

Hij was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau en ereburger van de gemeente Amstelveen. Hij stond bekend als een hardwerkende, doelgerichte man, humaan en toegerust met een open geest. Hij bleef tot het eind een buitengewoon snelle denker en iemand die indringend formuleerde. De Eerste Kamer herdenkt hem in dankbaarheid. Moge dit steun zijn voor zijn familie bij het verwerken van haar verdriet.

Ik verzoek u om een moment van stilte.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat voorgenomen beslissingen omtrent enkele ter instemming aangeboden JBZ-besluiten tijdens deze vergadering in de zaal ter inzage worden gelegd, conform voorstel van de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad. De details omtrent dit besluit en het advies van de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad worden als bijlage bij deze Handelingen opgenomen. Als aan het einde van de vergadering geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer heeft besloten conform dit advies.

(De bijlage is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

Naar boven