Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35300-IX nr. 20 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35300-IX nr. 20 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2020
Allereerst worden de moties en toezeggingen behandeld die door middel van deze brief worden afgedaan. Daarnaast zijn eerder dit voorjaar veel moties en toezeggingen afgedaan door de grote trajecten die wij hadden lopen zoals bijvoorbeeld Bouwstenen1 en Commissie Ter Haar.2 De afgedane moties en toezeggingen voor de Tweede Kamer kunt u terugvinden in bijlage 1.
Vervolgens worden de lopende moties en toezeggingen behandeld met een toelichting. De lopende moties en toezeggingen voor de Tweede Kamer vindt u terug in bijlage 2. Uiteraard streven wij er naar de onderstaande planning voor de lopende moties en toezeggingen zo strikt mogelijk te volgen. Gezien de huidige situatie en de capaciteit die moet worden ingezet voor de maatregelen met betrekking tot COVID-19, kan het echter zo zijn dat het afdoen onverhoopt vertraging oploopt. Hierover zullen wij uw Kamer dan zo spoedig mogelijk informeren.
De moties en toezeggingen over het onderwerp Kinderopvangtoeslag, zijn meegezonden met de Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Uw Kamer heeft deze voortgangsrapportage 28 april jl. ontvangen (Kamerstuk 31 066, nr. 630).
Afgedane moties en toezeggingen
Verlenging van het BEPS-project
Tijdens het debat over de belastingplicht van multinationals op 13 juni 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 93, item 11) hebben de leden van Weyenberg (D66), Bruins (CU), Omtzigt (CDA) en Lodders (VVD), door middel van een door uw Kamer aangenomen motie, het kabinet gevraagd om in internationaal verband te pleiten voor verlenging van het mandaat van het «Inclusive Framework on BEPS» (IF) (Kamerstuk 31 369, nr. 20). In IF-verband werken meer dan 135 landen samen tegen belastingontwijking en -ontduiking. Het oorspronkelijke mandaat voor het IF eindigde op 31 december 2020. Inmiddels is de duur van het mandaat verlengd tot en met 31 december 2025.
De Nederlandse inzet bij de voorstellen in het kader van BEPS 2.0 van de OESO
Tijdens het algemeen overleg van de vaste commissie voor Financiën, op 27 juni 2019 (Kamerstuk 32 140, nr. 58), heeft onze ambtsvoorganger toegezegd om uw Kamer per brief te informeren over de discussies die in Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling- (OESO) en IF-verband worden gevoerd om tot een wereldwijde oplossing te komen voor de uitdagingen op belastinggebied die voortkomen uit de digitalisering van de economie. Onze ambtsvoorganger heeft aan deze toezegging uitvoering gegeven door middel van de brieven 10 oktober 20193 en 14 november 2019.4 Op 10 februari jl. zijn de vragen beantwoord die uw Kamer in het kader van de schriftelijke overleggen over deze brieven heeft gesteld.5 Zoals in deze brieven aangegeven, zullen wij uw Kamer blijven informeren over relevante ontwikkelingen op dit gebied en beschouwen wij deze toezegging als afgedaan.
Constructieve opstelling bij het uitwerken van OESO-voorstellen
Tijdens het voortgezet algemeen overleg van de vaste commissie voor Financiën op 17 april 2019 hebben de leden Snels (GL), Nijboer (PvdA) en Leijten (SP), door middel van een door uw Kamer aangenomen motie, het kabinet gevraagd om een constructieve houding van Nederland bij de discussies in Europees en OESO-verband over minimumbelastingen voor grote multinationale ondernemingen (Kamerstuk 25 087, nr. 234). Op dit moment worden in OESO-/IF-verband discussies gevoerd over internationale afspraken om een minimumniveau van winstbelasting bij multinationals te waarborgen. Zoals beschreven in de brief van onze ambtsvoorganger van 14 november 20196, stelt Nederland zich bij deze discussies constructief op.
Meldingsplicht DAC 6
Bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies verzocht het lid Snels (GL) in zijn motie (Kamerstuk 35 302, nr. 46) er bij de Europese Commissie (EC) op aan te dringen te onderzoeken of een omzeiling van de meldingsplicht kan plaatsvinden door gebruik te maken van een intermediair die doelbewust alleen in kennis wordt gesteld van een klein deel van een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie, zodat de melding waartoe hij overgaat op dat kleine deel van de constructie ziet en de constructie, voor het overige gedeelte, buiten beeld blijft. Het kabinet heeft de zorgen, die in de motie zijn geuit, integraal voorgelegd aan de EC. Per brief van 16 december 2019 (bijlage 3)7 stelt de EC de zorgen van de Tweede Kamer in overweging genomen te hebben en van mening te zijn dat geen risico bestaat op omzeiling van de meldingsplicht op de manier zoals geschetst. In haar brief heeft de EC haar standpunt gemotiveerd. De motivering van de Europese Commissie komt overeen met de redenering die hieromtrent van regeringszijde in de parlementaire stukken is opgenomen.8 Wij beschouwen de motie, gelet op het voorgaande, hiermee als afgedaan.
Het maken van een doorsnede van de gemiddelde aanpassingen in segmenten
Bij de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van het Pakket Belastingplan 2020 (Handelingen II 2019/20, nr. 22, item 12 en Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8) is toegezegd om te kijken of wij een doorsnede kunnen maken van de gemiddelde aanpassingen in de bpm voor verschillende segmenten. Daarbij heeft onze ambtsvoorganger gesteld dat wanneer uit deze berekening naar voren zou komen dat de gemeten segmenten A en B voor de bpm hoger waren dan in het jaar daarvoor de verklaring is dat onder de oude prijsmethode voor de bpm de betreffende segmenten te gunstig zijn beprijsd.9 In de Nota naar aanleiding van het Verslag Overige Fiscale Maatregelen 2020, is hierover het volgende gezegd: «Voor individuele automodellen leidt de omzetting van de bpm-tabel dus vrijwel altijd tot een ander bpm-bedrag. De tabel is omgezet met budgettaire neutraliteit op macroniveau als uitgangspunt. Daarnaast is de omzetting ook binnen de verschillende CO2-schijven, op macroniveau, budgettair neutraal.»10 Dit is niet exact hetzelfde als een indeling in segmenten, maar grosso modo komt het wel op hetzelfde neer. Binnen de segmenten kunnen en zullen op microniveau verschillen optreden in vergelijking met macroniveau-uitkomsten. Dit komt omdat op macroniveau gekeken wordt naar effecten op de economische systemen als één geheel en op microniveau gekeken wordt naar de individuele keuze die burger en bedrijf maakt. De omzetting op basis van segmenten is een soortgelijk macroniveaumethode en daarvan kunnen we stellen, op basis van onze huidige berekeningen, dat op macroniveau budgettaire neutraliteit behaald wordt. Op basis van bovenstaande beschouwen wij deze toezegging als afgedaan.
Eed belastingadviseurs en maatschappelijk betamelijk handelen
Naar aanleiding van het debat over het verslag van de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies hebben de Minister voor Rechtsbescherming en onze ambtsvoorganger toegezegd met de verschillende beroepsgroepen het gesprek aan te gaan over nut en noodzaak van een eed voor belastingadviseurs en (zelf)regulering, en over wat – in het bijzonder in het licht van de onthullingen van de Panama Papers – maatschappelijk betamelijk handelen voor de betreffende beroepsgroep inhoudt.11 December 2019 en januari van dit jaar hebben gesprekken plaatsgevonden met de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB), de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Van de uitkomsten daarvan informeren wij mede namens de Minister voor Rechtsbescherming uw Kamer hierbij.
Uit de gesprekken komt het volgende naar voren. Bij de NOB bestaat geen wens om het beroep van belastingadviseur wettelijk te reguleren en de NOB ziet er overigens ook geen aanleiding toe. De NOB kent namelijk al een eed voor belastingadviseurs in de vorm van de eis dat een lid niet handelt in strijd met de eer en waardigheid van het beroep.12 De NOB kent tuchtrecht in twee instanties.13 Langs die weg kan een cliënt maar ook een inspecteur erover klagen dat een lid in strijd met die eer en waardigheid heeft gehandeld. Dat kan ertoe leiden dat een lid wordt geroyeerd. Een klachtbehandelend college wordt voorgezeten door een lid van de rechterlijke macht. Het tuchtrecht is volgens de NOB daarmee een effectief middel om ervoor te zorgen dat leden de eer en waardigheid van het beroep serieus nemen. De overige beroepsgroepen (advocaten, notarissen en accountants) kennen al wettelijke regulering en zien geen reden voor meer wettelijke regulering.
Wat betreft de vraag over wat maatschappelijke betamelijk handelen voor de betreffende beroepsgroep inhoudt, geven de beroepsgroepen aan dat deze discussie al bestond vóór de Panama Papers. De Panama Papers hebben bij de NOB wel geleid tot een daadwerkelijke aanscherping van het Reglement Beroepsuitoefening. Bij de andere beroepsgroepen hebben de Panama Papers niet tot aanpassing van reglementen geleid omdat zij zich minder dan de NOB met belastingadvisering bezighouden. De Panama Papers hebben echter ook bij hen de lopende discussie wel aangewakkerd.
De Panama Papers hebben eraan bijgedragen dat in de beroepsopleiding van de verschillende beroepsorganisaties meer aandacht is gekomen voor ethiek. Meer concreet kennen de verschillende beroepsorganisaties sinds enige tijd ook een zogeheten dilemma-app, waarin aan de leden regelmatig een moreel dilemma wordt voorgelegd. De beroepsorganisaties vinden het een goede ontwikkeling als in het universitaire curriculum meer aandacht zou komen voor ethiek. Het BFT is, mede naar aanleiding van de Panama Papers, in 2018 gestart met een thematisch onderzoek bij belastingadviseurs en juridische adviseurs betreffende het verstrekken van (internationaal) belastingadvies, juridisch advies bij oprichting van vennootschappen of rechtspersonen en asset protection. Dat onderzoek loopt nog. Het BFT onderkent vanuit zijn toezichthoudende rol overigens dat de beroepsgroepen met ethische dilemma’s worden geconfronteerd en probeert zich bij vragen vanuit de praktijk daarom constructief op te stellen, overigens zonder daarbij adviserend op te treden.
Met deze gesprekken en de voorliggende brief hebben de Minister voor Rechtsbescherming en wij invulling gegeven aan de toezegging. De beroepsgroepen zijn dus op hun eigen wijze met het onderwerp actief en de NOB ziet geen noodzaak voor een eed nu de NOB de facto al een eed heeft. Dat betekent overigens niet dat de gedachtenvorming over de aangesneden onderwerpen ophoudt. Zo stellen wij ons voor dat dit onderwerp van gesprek is in het kader van de dialoog over een tax governance code.14
Onderzoek naar de praktische rechtsbescherming van burgers en kleine ondernemers in belasting- dan wel toeslagzaken.
Tijdens het debat over de belastingplicht van multinationals op 21 maart 2019 heeft het Kamerlid Omtzigt (CDA) door middel van een door uw Kamer aangenomen motie, het kabinet gevraagd om een extern onderzoek te starten naar de mogelijkheden tot verbetering van de praktische rechtsbescherming van de burger in belasting- dan wel toeslagzaken (Kamerstuk 31 066, nr. 468). Vanwege de focus op de toeslagenaffaire is eerst invulling gegeven aan het deel van de motie dat ziet op de toeslagzaken door deze onderzoeksvraag te beleggen bij de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen (AUT). Ook voor het onderzoek naar de praktische rechtsbescherming in belastingzaken is nu een adviescommissie aangesteld. Het doel van deze commissie is om vanuit het burgerperspectief de praktische rechtsbescherming van burgers en kleine ondernemers in belastingzaken in kaart te brengen. Aan hen is gevraagd om aanbevelingen te doen omtrent de verbetering hiervan, waarbij gevraagd is om de klachten en bezwaren uit de maatschappij te analyseren en in gesprek te gaan met bijvoorbeeld medewerkers van de Belastingdienst, burgers en kleine ondernemers en klokkenluiders. De commissie bestaat uit drie onafhankelijke experts, is met terugwerkende kracht ingesteld per 22 april 2020 en zal dit jaar nog haar eindrapport uitbrengen. Het formele instellingsbesluit is op 20 mei 2020 door de ministerraad goedgekeurd. Samen met het rapport van AUT ontstaat er een breed beeld over de huidige praktische rechtsbescherming en mogelijkheden tot verbetering.
Pensioen in eigen beheer
Tijdens de behandeling van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen is toegezegd om uw Kamer jaarlijks over het daadwerkelijke gebruik van deze regeling te informeren.15 In het jaar 2019 hebben in totaal 18.227 directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) gebruikgemaakt van de fiscale faciliteiten die geboden zijn bij het uitfaseren van het pensioen in eigen beheer. Van deze groep hebben 16.542 dga’s gekozen voor omzetting in een oudedagsverplichting en 1.685 dga’s voor afkoop. Met de afkoop door deze dga’s gaat een opbrengst van loonheffing ter grootte van circa € 95 miljoen gepaard. Deze cijfers zijn ontleend aan de door de Belastingdienst ontvangen informatieformulieren van de dga’s. Daarin moet onder meer de fiscale waarde van de pensioenaanspraak per 31 december 2015, de grondslag voor de korting, alsmede de fiscale waarde van deze aanspraak op het moment van afkoop worden aangegeven. Op basis van deze gegevens is de opbrengst loonheffingen benaderd. Het gaat bij deze benaderde opbrengst om een eenmalige kasopbrengst over het jaar 2019. Deze opbrengst is lager dan het voor 2019 verwachte bedrag aan loonheffing van € 0,5 miljard. Net zoals over 2017, toen de realisatie hoger was dan geraamd, en over 2018, toen de realisatie lager was dan geraamd, heeft dit verschil geen effect op het inkomstenkader. Over de gehele periode 2017 tot en met 2019 was de opbrengst aan loonheffing geraamd op € 3,397 miljard. De nu benaderde opbrengst aan loonheffing in die periode was circa € 3,494 miljard en daarmee € 97 miljoen hoger dan geraamd. Het jaar 2019 was het laatste jaar waarin afkoop of omzetting van een pensioen in eigen beheer fiscaal gefaciliteerd mogelijk was. Met de huidige informatie zijn wij de door onze ambtsvoorganger gedane toezegging volledig nagekomen.
Fiscale behandeling van e-sigaretten
In navolging van een toezegging aan uw Kamer tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2020 is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geïnformeerd dat de fiscale behandeling van e-sigaretten aan de orde is gekomen bij de behandeling van het pakket Belastingplan 2020.
Tijdens de plenaire behandeling van het pakket Belastingplan 2020 is verder aan uw Kamer toegezegd dat de fiscale behandeling van e-sigaretten wordt opgebracht in Europees verband. Tevens is toegezegd om de fiscale behandeling van e-sigaretten te bezien mede in relatie tot het onderzoek dat in opdracht van het Ministerie van VWS wordt uitgevoerd naar de schadelijkheid van e-sigaretten.
Het Ministerie van VWS heeft uw Kamer op 11 mei 2020 geïnformeerd over het door het Trimbos-instituut uitgevoerde onderzoek (Kamerstuk 32 793, nr. 479). Het advies van Trimbos is dat de Nederlandse volksgezondheid het meest gebaat is bij ontmoediging van het gebruik van e-sigaretten en het beperken van het gebruik hiervan tot de groep rokers die het echt niet lukt om te stoppen met bewezen effectieve hulpmiddelen.
Ook in Europees verband zijn producten als e-sigaretten in beeld. In februari van dit jaar heeft de Europese Commissie de evaluatie van de Richtlijn 2011/64/EU betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten naar buiten gebracht. Uit de evaluatie is onder meer naar voren gekomen dat er onvoldoende rekening is gehouden met nieuwe producten en hoe met deze producten om te gaan. Uit de evaluatie blijkt dat een herziening van de richtlijn nodig is. Bij die herziening moeten nieuwe producten als e-sigaretten meegenomen worden. Een Europees geharmoniseerde aanpak draagt bij aan de ontmoediging van dergelijke producten. De Nederlandse inzet bij het verdere herzieningstraject zal dan ook gericht zijn op opname van de e-sigaretten onder de richtlijn met als doel accijnsheffing op e-sigaretten.
Stand van zaken lopende moties en toezeggingen
Gevolgen van de flexibilisering van de arbeidsmarkt voor overheidsfinanciën16
Naar aanleiding van het debat over de voorjaarsnota 2019 (Handelingen II 2018/2019, nr. 101, item 14) heeft uw Kamer onze ambstvoorganger verzocht een analyse op te stellen over de gevolgen van flexibilisering op de arbeidsmarkt voor de overheidsfinanciën. Uw Kamer vroeg daarbij in het bijzonder aandacht voor de werking van automatische stabilisatoren. Er is overlegd met het Centraal Plan Bureau (CPB) om te inventariseren hoe en op welke termijn een dergelijke analyse vorm kan krijgen. Allereerst wordt uw Kamer voor het zomerreces een brief gestuurd waarin de relevante mechanismen en effecten kwalitatief worden uiteengezet. Verder worden met het CPB de mogelijkheden verkend van een kwantitatieve analyse. Indien dit haalbaar is, wordt u hierover in het najaar geïnformeerd.
Eén machtigingscode voor belastingaangifte en toeslagen17
Uw Kamer heeft de regering verzocht te onderzoeken of het mogelijk is dat er nog maar één machtigingscode nodig is voor zowel de aangifte als de toeslagen en of dit al voor het belastingseizoen 2020 ingevoerd kan worden. Het is mogelijk om te realiseren dat er nog maar één machtigingscode nodig is om een helper te machtigen voor zowel het doen van de belastingaangifte als het aanvragen en wijzigen van toeslagen. De implementatie daarvan wordt ter hand worden genomen in afstemming met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zodat op termijn helpers, die zich met Digid of eHerkenning authentiseren, via één machtigingscode kunnen worden gemachtigd voor het doen van de belastingaangifte en het aanvragen of wijzigen van toeslagen. De daartoe benodigde technische aanpassingen worden voorbereid. Invoering voor belastingseizoen 2020 is niet haalbaar gebleken. We verwachten u in de moties en toezeggingenbrief voorjaar 2021 te kunnen informeren over de verwachte implementatiedatum.
Interactiestrategie
Tijdens het debat van 6 december 201818 heeft onze ambtsvoorganger toegezegd om te rapporteren over de voortgang van de interactiestrategie die in juli 2018 naar uw Kamer is gestuurd. De interactiestrategie is een deeluitwerking van de Uitvoerings- en Toezichtstrategie van de Belastingdienst en ziet op een ontwikkelpad naar verbetering van de interactie met burgers, ondernemers en hun intermediairs. De interactiestrategie is het uitgangspunt voor de doorontwikkeling van interactie binnen de dienst. In het jaarplan 2020 is ingegaan op de stand van zaken en de voornemens op het gebied van interactie en dienstverlening voor 2020. In de voortgangsrapportages zal worden gerapporteerd over de voortgang hiervan. Verder is een extern onderzoek gestart naar de verbetering van de dienstverlening en interactie bij de Belastingdienst, Toeslagen en Douane. In juni van dit jaar informeren wij uw Kamer nader over de opzet en het verloop van het onderzoek.
De gedragslijn voor strafbare feiten begaan door ambtenaren19
In deze motie wordt het kabinet verzocht de gedragslijn voor strafbare feiten begaan door ambtenaren te eerbiedigen en de Kamer jaarlijks te informeren over hoeveel zaken besproken zijn en welke uitkomst de gemelde zaken hebben gekend. In 2019 zijn zes zaken met het OM besproken. Bij vijf van deze zaken is besloten geen strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Ook zijn in deze vijf zaken geen disciplinaire straffen opgelegd. Een zaak loopt nog.
Vervolgingskosten
Zoals toegezegd in de brief aan uw Kamer van 2 maart jl.20 informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de ten onrechte niet verlaagde vervolgingskosten. Voor het herstel van de niet-verlaagde vervolgingskosten is een aantal trajecten ingezet, zoals in voornoemde brief al is aangegeven. Wel heeft de COVID-19 crisis invloed op de voortgang van deze trajecten.
Er wordt een nieuwe query en een steekproef gemaakt, waarmee vastgesteld kan worden of alle posten die in aanmerking komen voor kostenverlaging, ook daadwerkelijk in beeld zijn. De uitkomsten van de query en de steekproef geven meer duidelijkheid over de fout in de systemen waardoor deze fouten konden ontstaan. Zoals aangegeven in de brief van 2 maart jl. is er meer controle nodig op het behandelen van de lijsten waarop kostenverlagingen worden vermeld, maar is ook gebleken dat de lijsten niet altijd compleet zijn als gevolg van een fout in de systemen. Zolang dit onderzoek naar deze fout niet is afgerond, kunnen er nieuwe gevallen ontstaan. De verwachting was dat half maart kon worden gestart met de query. De maatregelen met betrekking tot COVID-19 leiden ertoe dat de query nog niet kan worden gedraaid. Er is namelijk veel capaciteit nodig voor de uitvoering van de versoepelde regeling voor uitstel van betaling. Ook kunnen de systemen dit onderzoek niet aan tegelijk met de maatregelen in het kader van de ondersteuning van ondernemers in de COVID-19 crisis. Het is gezien de onzekere omstandigheden niet duidelijk wanneer de query en steekproef kunnen worden afgerond.
Daarnaast is in voornoemde brief van 2 maart jl. aangegeven dat een externe partij zal worden gezocht om te toetsen of de uit te voeren analyses en herstelacties juist en volledig zijn. Inmiddels is geïnventariseerd welke expertise noodzakelijk is voor deze werkzaamheden en is het offertetraject ingezet.
Er wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om fouten in de toekomst (geautomatiseerd) te voorkomen. Zo wordt er bezien hoe de reeds beschikbare lijsten met te verlagen vervolgingskosten geautomatiseerd verwerkt kunnen worden. Nadat de steekproef is afgerond, is duidelijk op welke wijze de bestaande lijsten verder moeten worden aangevuld. Vervolgens wordt bezien of en op welke wijze de herstelwerkzaamheden geautomatiseerd kunnen plaatsvinden. Zodra de analyse van de verschillende gevallen heeft plaatsgevonden, kan worden gestart met de daadwerkelijke herstelwerkzaamheden.
Over ontwikkelingen op dit dossier is ook contact geweest met de Nationale ombudsman. Zodra de ontwikkelingen met betrekking tot COVID-19 dit toestaan, zullen herstelwerkzaamheden uiteraard weer worden hervat. In de moties- en toezeggingenbrief wordt de Kamer op de hoogte gebracht over de voortgang.
Nederlandse/Noorse vrachtwagenchauffeurs en Rijnvarenden.21
Vrachtwagenchauffeurs
De gemandateerde behandelaars van deze dossiers hebben eind november 2019 overeenstemming bereikt met de bevoegde autoriteiten van Noorwegen om in lijn met het belastingverdrag tussen Nederland en Noorwegen een oplossing aan deze vrachtwagenchauffeurs te kunnen bieden zowel voor het verleden als voor de toekomst. De gemaakte afspraken ter voorkoming van dubbele belasting zijn inmiddels uitgewerkt en voorgelegd aan de vrachtwagenchauffeurs.
Daarnaast hebben de vrachtwagenchauffeurs richtlijnen meegekregen over hoe de dubbele belastingheffing in de toekomst aan de voorkant kan worden voorkomen door gebruik te maken van de nationale procedures in Nederland en Noorwegen. Hiermee is de motie afgedaan voor zover deze betrekking heeft op de vrachtwagenchauffeurs.
Rijnvarenden
In de brief van 17 december 2019 jl.22 zijn mijn voorganger en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ingegaan op de problematiek van de in Nederland wonende Rijnvarenden die onder het Nederlandse socialezekerheidsstelsel vallen, voor wie ten onrechte premies zijn ingehouden ten behoeve van Luxemburg en die problemen ervaren bij het terugvorderen van de onverschuldigd in Luxemburg betaalde premies. In bovengenoemde brief wordt zowel ingegaan op maatregelen die toekomstgericht kunnen worden genomen om problemen te voorkomen als op oplossingsrichtingen voor bestaande problemen. Onderdeel van de maatregelen is een overleg met de Luxemburgse autoriteiten om een beter beeld te krijgen van de eventuele mogelijkheden tot premierestitutie of tot premieverrekening in individuele gevallen. Tijdens het algemeen overleg van 5 maart jl.23 heeft de Minister van SZW uw Kamer gemeld dat bilaterale besprekingen in Luxemburg gepland waren voor 21 april. Door de recent aangescherpte maatregelen om het coronavirus onder controle te krijgen, is dat bezoek niet langer een optie en zetten de Minister van SZW en wij nu in op schriftelijk en telefonisch overleg. Verder zijn op verzoek van uw Kamer per 16 maart maatregelen genomen om tot nader bericht bij deze groep tijdelijk geen invorderingsmaatregelen te treffen. Uw Kamer is met de brief van 31 maart jl.24 over deze invorderingspauze geïnformeerd. Zoals toegezegd in de hiervoor genoemde brieven houden de Minister van SZW en wij uw Kamer van de verdere stappen en ontwikkelingen op de hoogte. Uw Kamer ontvangt in ieder geval vóór het zomerreces een bericht over de voortgang.
Administratieve lastenontwikkeling MKB ten gevolge van documentatieverplichting ATAD2
Zoals tijdens de parlementaire behandeling van de Wet Implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (ATAD2)25 is aangegeven en naar aanleiding van de aangenomen motie Lodders (VVD) c.s.26, zal in de Prinsjesdag fiscale moties & toezeggingenbrief van 2021 worden teruggekomen op de gevolgen van deze wet voor de administratieve lastenontwikkeling voor het midden- en kleinbedrijf (mkb).
Implementatie ATAD1
Bij de behandeling van het wetsvoorstel ATAD1 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd om aan de EC te vragen om een overzicht te geven van de wijze waarop EU-lidstaten ATAD1 in zijn algemeenheid (dus ten aanzien van de earningsstrippingmaatregel, de Controlled Foreign Company (CFC)-maatregel, de General Anti-Abuse Rule (GAAR) en de exitheffingen) hebben geïmplementeerd. De EC stond hier niet onwelwillend tegenover, maar heeft tot op heden een dergelijk overzicht nog niet gegeven. Ook bij de behandeling van het wetsvoorstel ATAD2 is hier door enkele leden van uw Kamer naar gevraagd.
Verder heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd een uiteenzetting te verstrekken over de wijze waarop EU-lidstaten omgaan met opties binnen de EU-arbitragerichtlijn (Wet fiscale arbitrage). De arbitragerichtlijn biedt voor de nationale invulling slechts een tweetal keuzemogelijkheden. Deze keuzemogelijkheden zien op de mogelijkheid voor een lidstaat om toegang tot de arbitragecommissie te weigeren (of de procedure schorsen) in het geval van opgelegde (of op te leggen) sancties in verband met gecorrigeerde inkomsten of gecorrigeerd vermogen bij (het vermoeden van) belastingfraude, opzettelijk verzuim en grove nalatigheid en op de mogelijkheid om toegang tot de arbitragecommissie te weigeren indien een geschilpunt geen betrekking heeft op dubbele belasting.
Het verzoek ligt op dit moment bij de EC, maar indien daar op enig moment geen vervolg aan wordt gegeven kan worden bezien of – met het oog op de voortgang – uw Kamer op een andere wijze de gevraagde informatie kan worden aangeleverd. In dat kader kan er worden gedacht om op basis van een aantal geselecteerde landen een overzicht te geven van de wijze waarop EU-lidstaten de hiervoor genoemde richtlijnen hebben geïmplementeerd.
Elektrische voertuigen voor doelgroepenvervoer op de Milieulijst en monitoring
Tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan 2020 heeft het Kamerlid Van Weyenberg (D66) het kabinet verzocht om de Kamer op de hoogte te stellen als elektrische voertuigen voor doelgroepenvervoer – taxi's, waaronder de rolstoeltaxibusjes – definitief zijn opgenomen op de Milieulijst 2020. Dit is gebeurd door middel van de op 17 december 2019 gepubliceerde Milieulijst 2020.27
Daarnaast hebben de Kamerleden Van Weyenberg (D66) en Omtzigt (CDA) gevraagd om de werking van de milieu-investeringsaftrek voor dit type vervoer te monitoren en hierbij aan te geven of er knelpunten ontstaan bij langere ritten met rolstoeltaxibusjes. Het aanbod van elektrische voertuigen voor doelgroepenvervoer zal worden gemonitord en tevens zal worden bezien of de milieu-investeringsaftrek voldoende stimulans biedt. De elektrische voertuigen voor doelgroepenvervoer zijn sinds 1 januari 2020 opgenomen op de Milieulijst. Het is zinvol om de werking van de milieu-investeringsaftrek over een geheel jaar te bezien. Om die reden wordt hier volgend jaar op teruggekomen bij uw Kamer.
Onderzoek laadpalen
Tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2020, op 13 november 2019, heeft onze ambtsvoorganger toegezegd om onderzoek te doen naar de verlenging van het verlaagde tarief in de energiebelasting voor laadpalen. Dit onderzoek is afgerond en bijgevoegd bij deze brief als bijlage 428.
Meten van bpm-opbrengsten
Bij de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van het Pakket Belastingplan 2020 is toegezegd om de gedragsreacties als gevolg van de omzetting van de NEDC-CO2-uitstoot naar de WLTP-CO2-uitstoot als grondslag van de bpm te onderzoeken. Voor dit onderzoek zal gekeken worden naar de maanden voor en na de omzetting per 1 juli 2020. Wij verwachten de resultaten van dit onderzoek aan het einde van dit jaar met uw Kamer te kunnen delen.
Elektronische publicaties voor de btw
Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2020 op 13 november 2019 is toegezegd aan uw Kamer om te bekijken of de ACM of een ander bureau een rol kan spelen in het opstellen van een toptienlijst. Tevens is toegezegd om te bekijken of een prijsvergelijking van eind 2019 ten opzichte van 2020 in kaart kan worden gebracht.
Er is contact gezocht met de ACM. Net als de andere benaderde partijen, beschikken zij niet over de juiste marktinformatie voor het opstellen van de gevraagde toptienlijst. Vervolgens is contact gezocht met het CBS. Deze organisatie beschikt wel over informatie, maar alleen op macroniveau. We hebben het CBS gevraagd voor de periode voorafgaande aan de btw-verlaging tot en met een aantal maanden daarna een prijsindexreeks voor het aggregaat van e-books en elektronische kranten samen te stellen. Wij zullen uw Kamer rond de zomer informeren over de resultaten van dit onderzoek.
Verder is tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2020 door het lid Van Weyenberg (D66), door middel van een door uw Kamer aangenomen motie29, het kabinet verzocht om te monitoren of de gekozen vormgeving van de wetgeving voldoende ruimte biedt voor de toepassing van het lagere btw-tarief voor de toegang tot innovatieve vormen van elektronische uitgaven. Ons voornemen is uw Kamer rond Prinsjesdag nader te informeren of er signalen zijn uit de praktijk dat de wetgeving onvoldoende ruimte zou bieden aan innovatieve vormen van elektronische uitgaven.
E-commerce
Tijdens het AO Belastingdienst van 4 maart 2020 (Kamerstuk 31 066, nr. 622) is aan het Kamerlid Omtzigt toegezegd dat de Kamer binnen een maand geïnformeerd zal worden over de implementatie van de richtlijn e-commerce.
In 2017 en 2019 zijn door de Raad EU btw-richtlijnen vastgesteld over elektronische handel: het BTW e-commercepakket. Met dit pakket wordt de btw-heffing bij grensoverschrijdende leveringen van goederen en diensten aan particulieren en niet-ondernemers in de EU gemoderniseerd. Tevens wordt hiermee een gelijk speelveld gecreëerd voor alle verkopers binnen en buiten de Unie. Het BTW e-commercepakket moet per 1 januari 2021 in de lidstaten zijn geïmplementeerd. De Europese Commissie heeft echter in verband met de COVID-19 crisis zeer recent voorgesteld de inwerkingtreding met 6 maanden uit te stellen. De lidstaten moeten unaniem instemmen met dit uitstel. Op dit moment vinden hier onderhandelingen over plaats. Wij streven ernaar om het wetsvoorstel voor de zomer naar uw Kamer te sturen.
De Belastingdienst heeft aangegeven dat een volledige invoering per 1 januari 2021 niet mogelijk is. Daarvoor is de omvang van de wijzigingen per definitie veel te groot en te complex. Dat wordt versterkt door de status van de bestaande ICT-voorzieningen. De Belastingdienst is – zoals gemeld in mijn brief aan uw Kamer van 27 februari jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 607) – gestart met het onderzoek naar mogelijkheden om de mogelijke schade voor het bedrijfsleven te beperken met tijdelijke voorzieningen. De Europese Commissie is ook bij dit onderzoek betrokken. Eén van de tussentijdse bevindingen is dat nu al duidelijk is dat de Douane per 1 januari 2021 een nieuw aangiftesysteem voor de invoer van goederen uit dit e-commercepakket gereed zal hebben. Voor de zomer is het onderzoek afgerond. Wij zullen uw Kamer daarna zo spoedig mogelijk informeren.
Wij willen u hierbij melden dat de Belastingdienst inmiddels is begonnen met de opbouw voor de start van de implementatie van het structurele systeem. Dit is hoe dan ook nodig. Wanneer er tijdelijke voorzieningen komen, moeten deze hoe dan ook weer worden vervangen door structurele. Daarom zijn vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek, voor de Belastingdienst de benodigde middelen vrijgemaakt en wordt er prioriteit aan dit dossier gegeven. Er wordt door de Belastingdienst wel een voorbehoud gemaakt voor externe omstandigheden zoals nu nog niet voorziene andere wetgevingstrajecten, de ontwikkeling van de ICT-arbeidsmarkt, etc.
Energiebelasting bij batterijopslag
In reactie op deze motie30 heeft onze ambtsvoorganger op 5 juli 2019 in een brief aan uw Kamer aangekondigd dat zal worden onderzocht of een oplossingsrichting denkbaar is waarbij economisch dubbele heffing bij batterijopslag kan worden weggenomen op een manier die uitvoerbaar is voor alle betrokkenen en tevens handhaafbaar is voor de Belastingdienst 31. Daarbij is aangegeven dat de focus ligt op batterijopslag met een zelfstandige grootverbruikersaansluiting. Verder is geschetst dat het onderzoek zal meelopen in de evaluatie van de energiebelasting die in 2020 zal plaatsvinden en is het streven uitgesproken om een aanpassing van de energiebelasting met ingang van 2021 in werking te laten treden. De evaluatie van de energiebelasting heeft vertraging opgelopen door de intensieve werkzaamheden bij de uitwerking van het Klimaatakkoord in de tweede helft van 2019 en de gevolgen van de COVID-19 crisis begin 2020. Er zijn vooruitlopend op de evaluatie begin dit jaar al wel substantiële stappen gezet richting de uitwerking van een oplossing in overleg met de branche. Uit die overleggen kwamen echter ook nieuwe aspecten en verzoeken naar voren die nader moeten worden bekeken. Daarnaast is de aankondiging van de Europese Commissie dit najaar om begin 2021 te komen met een voorstel voor de aanpassing van de Europese Richtlijn Energiebelastingen een relevante ontwikkeling voor de uitwerking van de motie. Uit mededelingen van de Europese Commissie blijkt dat de kans groot is dat in die aanpassing ook nieuwe regels zullen worden voorgesteld voor de heffing van energiebelastingen bij energieopslag. Het heeft de voorkeur om te weten welke richting deze voorstellen opgaan alvorens we nationaal een oplossingsrichting kiezen. Met deze verschillende ontwikkelingen is het opnemen van een bestendig wetsvoorstel in het Belastingplan 2021 met inwerkingtreding per 2021 niet haalbaar gebleken. Evenwel wordt actief ingezet voor het uitwerken van een oplossing ter uitvoering van deze motie in overleg met de branche. Dit onderwerp zal een belangrijk onderdeel vormen van de evaluatie van de energiebelasting die binnenkort van start zal gaan.
Forfaits
De Algemene Rekenkamer (ARK) heeft afgelopen zomer onderzoek gedaan naar de bijdrage en uitvoerbaarheid van in totaal 48 forfaits in het Nederlandse belastingstelsel32. De ARK merkte in het onderzoek op dat (een deel van) de forfaits door het kabinet niet op actuele juistheid worden gemonitord en dat een aantal forfaits sinds introductie van de wet nooit zijn gewijzigd. Dit terwijl de variabelen waarop de forfaits zijn gestoeld volgens de ARK wel grote wijzigingen hebben ondergaan, waardoor de forfaits mogelijk (deels) niet meer actueel zijn.
In de bestuurlijke reactie op dit onderzoek heeft onze ambtsvoorganger toegezegd om te onderzoeken welke door de ARK genoemde forfaits mogelijk voor actualisatie in aanmerking komen en de Kamer hierover te informeren. De toegezegde inventarisatie is bedoeld om in kaart te brengen in hoeverre bepaalde forfaits afwijken van de werkelijke waarde, welke mogelijkheden er zijn om deze forfaits te actualiseren en wat daar de voor- en nadelen daarvan zijn in termen van eerlijkheid en doelmatigheid. Alleen het forfait voor het vaststellen van het vaste rendement in box 3 is uitgesloten van het onderzoek, omdat hiervoor een afzonderlijk traject gaande is.
Inmiddels is de eerste fase van het onderzoek afgerond. Daarbij is in beeld gebracht welke forfaits potentieel actualisatie behoeven. Voor de forfaits die potentieel actualisatie behoeven worden momenteel mogelijke beleidsopties in kaart gebracht. In het najaar informeren wij uw Kamer welke beleidsopties daarbij overwogen kunnen worden. Zie onderstaand in tabel 1 een overzicht van de forfaits die potentieel actualisatie behoeven en daarnaast in tabel 2 een overzicht van de forfaits waarvoor geen aanvullend onderzoek naar actualisatiemogelijkheden wordt gedaan.
Forfait |
Wet |
---|---|
Waardering van periodieke uitkering afhankelijk van één leven |
SW 1956 |
Waardering periodieke uitkering in geld voor een bepaalde periode, eventueel levensafhankelijk |
SW 1956 |
Waardering verhuurde woning |
SW 1956 |
Waardering van wat onder last van vruchtgebruik of beperkte rechten wordt verkregen |
SW 1956 |
Aftrek latente belastingschulden fiscale en stille reserves |
SW 1956 |
Aftrek latente belastingschulden aanmerkelijkbelangaandelen |
SW 1956 |
Aftrek latente belastingschulden stamrecht |
SW 1956 |
Waardering erfpachtcanon |
SW 1956 |
Waardebepaling bij verkrijging van een recht |
WBR |
Bepaling afschrijving voor gebruikte personenauto’s, motorrijtuigen en bestelauto’s |
Wet BPM 1992 |
Teruggaaf bij uitvoer van personenauto’s, motorrijtuigen en bestelauto’s |
Wet BPM 1992 |
Eigenwoningforfait |
Wet IB 2001 |
Tijdelijke verhuur eigen woning |
Wet IB 2001 |
Weekenduitgaven gehandicapten |
Wet IB 2001 |
Uitgaven extra kleding of beddengoed |
Wet IB 2001 |
Reisaftrek |
Wet IB 2001 |
Waardering verhuurde en verpachte woningen |
Wet IB 2001 |
Waardering verhuurde en verpachte woningen bij een ongebruikelijke prijs |
Wet IB 2001 |
Waardering genotsrechten |
Wet IB 2001 |
Waardering woning die niet als afzonderlijke zaak vervreemd kan worden |
Wet IB 2001 |
Waardering woning bij erfpacht |
Wet IB 2001 |
Waardering tijdelijke periodieke uitkeringen niet van het leven afhankelijk |
Wet IB 2001 |
Waardering periodieke uitkeringen van het leven afhankelijk |
Wet IB 2001 |
Verhuiskosten ondernemer |
Wet IB 2001 |
Regeling kostenvergoedingsbeschikking artiesten, beroepssporters en buitenlandse gezelschappen |
Wet LB 1964 |
Eindheffing voor privégebruik bestelauto door werknemers |
Wet LB 1964 |
Reiskostenvergoeding (hoofdregel) |
Wet LB 1964 |
Vergoeding rechten op onroerende zaken |
Wet OB 1968 |
Forfait |
Wet |
---|---|
Actualisatie afhankelijk van ander forfait/regeling: |
|
Waardering van periodieke uitkering afhankelijk van meer dan één leven |
SW 1956 |
Waardering woongenot |
Wet IB 2001 |
Bijtelling privégebruik bedrijfswoning |
Wet IB 2001 |
Reiskosten ziekenbezoek |
Wet IB 2001 |
Giften in vorm afzien van reiskostenvergoedingen door vrijwilliger |
Wet IB 2001 |
Forfaitair voordeel uit vrijgestelde beleggingsinstellingen en uit buitenlandse beleggingslichamen indien sprake is van een aanmerkelijk belang |
Wet IB 2001 |
Gunstregeling: |
|
Waarde woning bij staking onderneming door overlijden |
Wet IB 2001 |
Keuzeregime winst uit zeescheepvaart (tonnageregeling) |
Wet IB 2001 & Wet Vpb 1969 |
Is actueel en/of wordt periodiek geactualiseerd: |
|
Dieetkosten |
Wet IB 2001 |
Verkrijgingsprijs voor de bepaling van de omvang van het vervreemdingsvoordeel bij geconserveerd inkomen |
Wet IB 2001 |
Autokostenforfait |
Wet IB 2001 & Wet LB 1964 |
Extraterritoriale kosten buitenlandse werknemers (30%-regeling voor uitgezonden werknemers) |
Wet LB 1964 |
Extraterritoriale kosten buitenlandse deskundigen (30%-regeling voor ingekomen werknemers) |
Wet LB 1964 |
Waardering van voorzieningen die geheel of gedeeltelijk gebruikt of verbruikt worden op de werkplek (waarde van een door de werkgever op de werkplek verstrekte maaltijd en de waarde van huisvesting en inwoning op de werkplek) |
Wet LB 1964 |
Brutering en verrekening buitenlandse vennootschapsbelasting bij deelnemingen |
Wet Vpb 1969 |
Brutering en verrekening buitenlandse vennootschapsbelasting bij vaste inrichtingen |
Wet Vpb 1969 |
Rekenregel zonder te actualiseren parameters: |
|
Waardering periodieke uitkering in geld tot een onzeker jaarlijks bedrag of in natura |
SW 1956 |
Waardering geldvordering bij een wettelijke verdeling (betreft zowel onderbedelingsvordering als overbedelingsschuld) |
SW 1956 |
Waardering aanspraak ziektekostenregeling |
Wet LB 1964 |
Sprake van dubbeling met potentieel te actualiseren forfaits: |
|
Waardering genotsrechten en periodieke uitkeringen |
Wet IB 2001 |
Doenvermogentoets
In de brief van 20 februari 202033 is uw Kamer beloofd u nader te informeren over de wijze waarop een doenvermogentoets onderdeel wordt van de fiscale wet- en regelgeving, beginnend met het Pakket Belastingplan 2021 (BP21).
Doenvermogen is een relatief nieuw begrip waarvan de (structurele) implementatie nog vorm moet krijgen. Wel wordt bijvoorbeeld in de Uitvoeringstoets consequent gekeken naar de impact van maatregelen op de interactie tussen Belastingdienst en burgers. Duidelijk is verder dat het weinig toegevoegde waarde heeft om pas aan het eind van een wetstraject te beoordelen of het voor een burger doenbaar is. Die vraag moet vanaf het begin integraal onderdeel zijn van het proces.
Voor het BP2021 wordt gestart met het rekening houden met het doenvermogen van de burgers bij bepaalde maatregelen op het gebied van Toeslagen.
Bij deze maatregelen voor Toeslagen zal in overleg met partners worden bezien of ze doenbaar zijn en/of welke mitigerende maatregelen nodig zijn om ze doenbaar te maken. Ook wordt er nagedacht over diverse manieren om burgers hierbij te betrekken, bijvoorbeeld via burgerpanels of via belangenorganisaties en gedragsexperts die in kunnen schatten of een bepaald wetsvoornemen doenbaar is. Op deze manier wordt een eerste stap gezet om rekening te houden met doenvermogen en dit te implementeren in fiscale beleidsvorming.
Varianten waarbij het toeslagenstelsel verdwijnt
In de brief van 27 februari jl.34 aan uw Kamer over de aanpak van de problemen bij de Belastingdienst, Douane en Toeslagen is gewezen op het belang dat in de lopende uitvoering van de toeslagenregelingen geen nieuwe problemen ontstaan. Daarnaast moeten achterstanden worden weggewerkt en is het belangrijk om ook fundamenteler naar het stelsel van toeslagen te kijken. Ook de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen vraagt hier aandacht voor. Voor dit laatste aspect worden in het IBO Toeslagen verschillende opties geschetst. Op 30 april jl. ontving uw Kamer een reactie van het kabinet op de aanbevelingen in het IBO Toeslagen, samen met het tweede deelrapport van het IBO.35 Het kabinet deelt de urgentie die door zowel de IBO-werkgroep als door de Tweede Kamer in de motie Bruins en Van Weyenberg is uitgesproken over herziening van het toeslagenstelsel.36 Het kabinet erkent daarbij de boodschap van het IBO: een alternatief komt met een prijs. In de brief kondigt het kabinet een aantal kortetermijnmaatregelen aan. Ook schetst de brief richtinggevende acties voor het komende jaar om te komen tot een nader uitgewerkt eindbeeld en een routekaart op weg naar het nieuwe stelsel.
Zeer Vermogende Personen
In 2016 is besloten om zeer vermogende personen onder het handhavingsconcept van individuele en integrale klantbehandeling te brengen, zodat gewerkt kan worden vanuit een gestructureerd beeld over de financiële positie van deze zeer vermogende personen. De opbouw van de extra capaciteit voor de behandeling van deze groep vindt gefaseerd plaats tot 79 fte in 2024. In 2019 is een forse stap naar 42 fte gezet en zijn er inmiddels ruim 300 dossiers onder de individuele klantbehandeling gebracht. Het aantal dossiers dat door het team ZVP wordt behandeld, neemt toe naarmate de capaciteit beschikbaar komt. Met een uiteindelijke omvang van 79 fte kunnen naar verwachting de 1.500 families met de grootste vermogens onder de individuele klantbehandeling worden gebracht. In een «familie»-dossier worden alle natuurlijke personen en rechtspersonen opgenomen, die juridisch en economisch met elkaar verweven zijn. Het gaat dan veelal om tientallen individuele belastingplichtigen per dossier.
De groep zeer vermogende personen is ten opzichte van 2016 in aantal en omvang vermogen echter gegroeid. Hierbij spelen economische ontwikkelingen een grote rol. De Belastingdienst blijft zich gegeven de beschikbare capaciteit bij de individuele klantbehandeling van zeer vermogende personen richten op de grootste vermogens, waarbij de grootste belangen en de grootste risico’s als eerste worden opgepakt. Het gaat dan om complexe en veelal internationale problematiek zoals de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling, de fiscale afhandeling van nalatenschappen en schenkingen, en woon- en vestigingsplaatsbepaling. Het doel is daarmee om de compliance bij deze groep, met veelal fiscaal ingewikkelde situaties, te vergroten.
Voor andere belastingplichtigen met grote vermogens geldt een risicogerichte aanpak in het kader van het reguliere toezicht en bij deze risicogerichte aanpak worden verbeteringen doorgevoerd opgedaan door leerervaringen bij de individuele behandeling van deze 1500 dossiers.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen
Vergaderjaar |
Kamer |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats kamerstuk |
Afgedaan, vindplaats kamerstuk |
---|---|---|---|---|
2018–2019 |
TK |
Motie van het lid Lodders c.s. over cultuur als vierde pijler in het jaarplan 2020. |
Kamerstuk 31 066, nr. 508. Aangenomen 4 juli 2019 |
Kamerstuk 31 066, nr. 539, p. 2 |
2019–2020 |
TK |
Motie van de leden Lodders en Van Weyenberg over het doorbreken van de gesloten bestuurscultuur bij de Belastingdienst «Verzoekt de regering, in het eerste kwartaal voorstellen te doen waarbij externen meekijken met de Belastingdienst om zo de gesloten bestuurs-cultuur te doorbreken.» |
Kamerstuk 31 066, nr. 560. Aangenomen 4 december 2019 |
Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 7 |
2019–2020 |
TK |
Motie van de leden Van Haga en Baudet over de bureaucratie rond uitstel van belastingen tot een minimum beperken. |
Kamerstuk 25 295, nr. 165 Aangenomen 25 maart 2020 |
Kamerstuk 35 420, nr. 7 & Stcrt. 2020, nr. 26066 |
2019–2020 |
TK |
Gewijzigde motie nr. 170 van lid Krol. |
Kamerstuk 25 295, nr. 198 Aangenomen 26 maart 2020 |
Afgedaan. Belastingplichtigen zijn via diverse media geattendeerd op de mogelijkheid tot het vragen van uitstel. Het vragen van uitstel is verder vereenvoudigd, onder andere door automatisch uitstel te verlenen aan bepaalde doelgroepen. |
2015/2016 |
TK |
Neppérus verzoekt de regering de opbrengst van de nieuwe dieseltoeslag in de mrb in te boeken en terug te sluizen door verdere generieke verlaging van de motorrijtuigenbelasting bij het Belastingplan 2017. |
Kamerstuk 34 391, nr. 24, Aangenomen 12 april 2016. |
Het kabinet heeft ervoor gekozen om de opbrengst van de fijnstofstoeslag in te zetten ter dekking van het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 348). Hiermee beschouwt het kabinet deze motie als afgedaan. |
2015/2016 |
TK |
Schouten en Groot verzoeken de regering een opkoopregeling uit te werken voor oude dieselbestelauto's die te maken krijgen met de mrb-toeslag en de opbrengsten van de toeslag te bestemmen voor de financiering van de regeling en indien de opkoopregeling niet tijdig tot stand komt, de opbrengst van de mrb-toeslag terug te sluizen in een lagere mrb. |
Kamerstuk 34 391, nr. 29, Aangenomen 12 april 2016. |
Het kabinet heeft ervoor gekozen om de opbrengst van de fijnstofstoeslag in te zetten ter dekking van het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 348). Hiermee beschouwt het kabinet deze motie als afgedaan. |
2015/2016 |
TK |
Schouten en Groot verzoeken de regering de verdragen met landen op een zwarte lijst te heroverwegen, zodra de zwarte lijst is vastgesteld door de EU. |
Kamerstuk 25 087, nr. 122, Aangenomen 28 juni 2016. |
Met de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid van 29 mei 2020 wordt deze motie afgedaan. |
2017/2018 |
TK |
Motie Stoffer cs: verzoekt de regering, opties te schetsen voor de langere termijn om de pijnpunten in de marginale druk, bijvoorbeeld voor eenverdieners, weg te nemen en hierover binnen een jaar te rapporteren aan de Kamer. |
Kamerstuk 34 785, nr. 86, aangenomen 29 mei 2018 |
Afgerond, zie Kamerstuk 35 302, nr. 8 |
2018/2019 |
TK |
Motie van de leden Leijten en Lodders over letselschadevergoedingen. |
Kamerstuk 35 026, nr. 55 |
Kamerstuk 35 026, nrs. 71, 72 en 73 en Kamerstuk 35 026, nr. 75 |
2018/2019 |
TK |
Motie-Lodders/Van Weyenberg over verduurzaming niet ontmoedigen door hogere lokale lasten. |
Kamerstuk 35 029, nr. 20, Aangenomen 15 november 2018 |
Deze moties is overgedragen aan mijn collega's van BZK. Hierbij wordt de motie van de lijst gehaald voor het Ministerie van Financiën. |
2018/2019 |
TK |
Motie-Lodders over evalueren en monitoren van de effecten van ATAD 1. |
Kamerstuk 35 030, nr. 18, Aangenomen 15 november 2018 |
Dit is afgedaan in de volgende stukken: Kamerstuk 25 087, nr. 255 en brief over monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking d.d. 29 mei 2020 |
2018/2019 |
TK |
Motie-Leijten/Van Weyenberg over een vervolgonderzoek naar geldstromen en belastingconstructies. |
Kamerstuk 35 030, nr. 19, Aangenomen 15 november 2018 |
Dit is afgedaan in de volgende stukken: Kamerstuk 25 087, nr. 255 en brief over monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking d.d. 29 mei 2020 |
2019/2020 |
TK |
Motie van het lid Omtzigt c.s. over adviesaanvraag aan de WRR en het CPB over de optimale belastingmix. |
Kamerstuk 31 369, nr. 17, Aangenomen 18 juni 2019 |
Zie onderzoek Nederlandse belastingmix, zie Kamerstuk 32 140, D |
2019/2020 |
TK |
Motie van het lid Van Weyenberg c.s. over een overzicht van aftrekposten en belastingregelingen. – Staatssecretaris Snel zeg toe aan Kamer tijdens Debat belastingafdracht multinationals 13 juni 2019, meer kwantitatief inzicht te geven in «grondslagversmallers», aftrekposten, vrijstellingen. De Staatssecretaris geeft daarbij aan dat dat tussenstanden gegeven kunnen worden, maar voor meer zeggende gegevens meer moeten koersen richting begin 2020. |
Kamerstuk 31 369, nr. 21, Aangenomen 18 juni 2019 & Staatssecretaris Snel tijdens Debat belastingafdracht multinationals, 13 juni 2019; Handelingen II 2018/19, nr. 93, item 11, blz. 16 |
Kamerstuk 31 066, nr. 623 |
2019/2020 |
TK |
Motie van het lid van Weyenberg c.s. dat verzoekt om het taxivervoer te vergroenen met de afschaffing van de bpm-teruggaafregeling, monitoren gevolgen voor zorg- en doelgroepenverkeer in samenwerking met VWS en dergelijke parten (gemeenten en aanbieders zorg- en doelgroepenverkeer), Kamer informeren tijdens behandeling van BP 2020 |
Kamerstuk 35 029, nr. 22, Aangenomen 15 november 2018 |
Beantwoording Kamervragen: Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3441) In het Belastingplan 2019 is vastgesteld dat de BPM-teruggaaf voor personenauto's die bestemd zijn voor taxivervoer of openbaar vervoer komt te vervallen zie: https://www.eerstekamer.nl/9370000/1/j9vvkfvj6b325az/vkupa1jggrzd/f=y.pdf ARTIKEL IV De Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 wordt met ingang van 1 januari 2020 als volgt gewijzigd: Artikel 16 vervalt |
2019/2020 |
TK |
Motie van de leden Lodders en Van Weyenberg over onderzoek naar de empirische effecten van verstoringen in het globaal evenwicht. |
Kamerstuk 35 302, nr. 43, Aangenomen 14 november 2019 |
Zie onderzoek Belasten van (inkomen uit) aanmerkelijk belang, zie Kamerstuk 32 140, D |
2018/2019 |
TK |
Motie Omtzigt/Bruins over een studietoelage uit een fonds van de werkgever – Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019). |
Kamerstuk 35 026, nr. 49, aangenomen 15 november 2018 |
Kamerstuk 35 300 IX, nr. 4 |
2019/2020 |
TK |
Motie van het lid Omtzigt c.s. over de ambitie dat Nederland niet meer voorkomt in de top vijf van doorstroomlanden. |
Kamerstuk 35 302, nr. 50, Aangenomen 14 november 2019 |
Dit is afgedaan in de volgende stukken: Kamerstuk 25 087, nr. 255 en brief over monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking d.d. 29 mei 2020 |
2019/2020 |
TK |
Motie van het lid Van Weyenberg c.s. over het monitoren van de budgettaire opbrengsten van de bronbelasting op rente en royalty's. |
Kamerstuk 35 302, nr. 54, Aangenomen 14 november 2019 |
Dit is afgedaan in de volgende stukken: Kamerstuk 25 087, nr. 255 en brief over monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking d.d. 29 mei 2020 |
2019/2020 |
TK |
Motie van de leden Van Weyenberg en Alkaya over mogelijkheden voor hogere belastingen op vermogens boven de 1 miljoen euro. |
Kamerstuk 35 302, nr. 55, Aangenomen 14 november 2019 |
Zie onderzoek Belasten van vermogen, zie Kamerstuk 32 140, D |
2019/2020 |
TK |
Motie van het lid Van Haga over onderzoeken of voor het jaar 2020 de werkkostenregeling verhoogd kan worden. |
Kamerstuk 25 295, nr. 239, aangenomen 8 april 2020 |
Kamerstuk 35 420, nr. 26 |
2019/2020 |
TK |
Motie van de leden Van Haga en Baudet over directe verrekening van het geschatte verlies met de winst in 2019. |
Kamerstuk 35 430, nr. 26, aangenomen 16 april 2020 |
Kamerstuk 35 420, nr. 26 |
2019–2020 |
TK |
Motie van de leden Van Haga en Baudet over verruimen van de verliesverrekening van de Vpb. |
Kamerstuk 35 430, nr. 25, aangenomen 16 april 2020 |
Afgedaan, zie: Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2883. |
2018/2019 |
TK |
Motie-Leijten/Laçin over de teruggaveregeling van bpm voor taxivoertuigen. |
Kamerstuk 35 029, nr. 21, Aangenomen 15 november 2018 |
Bij de Wet fiscale vergroeningsmaatregelen 2019 is vastgesteld dat de BPM-teruggaaf voor personenauto's die bestemd zijn voor taxivervoer of openbaar vervoer komt te vervallen. De maatregel is met ingang van 1 januari 2020 in werking getreden. Stb. 2018, nr. 506. |
2018–2019 |
TK |
Motie-Snels c.s. over een constructieve opstelling bij het uitwerken van OESO-voorstellen. |
Kamerstuk 25 087, nr. 234, Aangenomen 23 april 2019 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Van Weyenberg c.s. over pleiten voor verlenging van het BEPS-project. |
Kamerstuk 31 369, nr. 20, Aangenomen 18 juni 2019 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Snels over een onderzoek van de Europese Commissie naar het omzeilen van de meldingsplicht. |
Kamerstuk 35 302, nr. 46, aangenomen 14 november 2019 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2018–2019 |
TK |
Motie van het lid Omtzigt over verbetering van de praktische rechtsbescherming bij belastingzaken. |
Kamerstuk 31 066, 468. Aangenomen 21 maart 2019 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
Vergaderjaar |
Kamer |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats kamerstuk |
Afgedaan, vindplaats kamerstuk |
---|---|---|---|---|
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer tijdens het vragenuur van 22 januari 2019, om te onderzoeken of de Douane bij de screening van medewerkers verdere stappen kan zetten. |
Staatssecretaris Snel tijdens het vragenuur van 22 januari 2019. Handelingen II 2018/19, nr. 43, item 3. |
Kamerstuk 31 934 nr. 23 |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel heeft toegezegd aan de Kamer in de brief van 26 april 2018, om ook op een meer systematische wijze vast te kunnen stellen dat de sturing en de bijbehorende organisatie- en cultuurverandering zich goed ontwikkelt. De Staatssecretaris zal de ADR vragen om onderzoek uit te voeren naar de mate waarin de sturing zich verbetert. |
Staatssecretaris Snel in de brief van 26 april 2018. Kamerstuk 31 066, nr. 403. |
Kamerstuk 31 066, nr. 500 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt in het Algemeen Overleg van 5 september 2019, dat hij de Kamer voor het eind van het jaar zal informeren over hoe de Belastingdienst de richtlijnen van de Raad van Europa over klokkenluiders heeft geïmplementeerd. (zie ook Motie). |
Staatssecretaris Snel tijdens het Algemeen Overleg van 5 september 2019. Kamerstuk 31 066, nr. 520. |
Kamerstuk 31 066, nr. 534 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de leden Snels en Van Weyenberg in het Algemeen Overleg van 17 juli 2019, dat hij de Kamer bij de volgende voortgangsrapportage over de Belastingdienst zal informeren over de invulling van het externe onderzoek naar de opvolging van de aanbevelingen van de commissie onderzoek Belastingdienst – commissie Joustra-Borstlap – over met name de cultuur bij de Belastingdienst. – Van Weyenberg: Het was een breder dan die Commissie. De Staatssecretaris bevestigt dit. |
Staatssecretaris Snel tijdens het Algemeen Overleg van 17 juli 2019. Kamerstuk 31 066, nr. 513. |
Kamerstuk 31 066, nr. 523 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel heeft eerdere toezegging herbevestigd. De brief over afhandeling van letselschade komt na de zomer. |
Staatssecretaris Snel tijdens het Algemeen Overleg van 17 juli 2019. Kamerstuk 31 066, nr. 513. |
Kamerstuk 35 026, nrs. 71, 72 en 73 en Kamerstuk 35 026, nr. 75 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel heeft toegezegd om aan te sluiten bij het traject Maatwerk in dienstverlening (ABD Topconsult). |
Staatssecretaris Snel in een brief aan de Kamer van 11 juni 2019. Kamerstuk 31 066, nr. 490. |
Kamerstuk 31 066, nr. 538 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Leijten tijdens het Algemeen Overleg van 29 oktober 2019, dat hij een lijst verstrekt aan de Kamer welke onderzoeken bij de Belastingdienst momenteel worden uitgevoerd door welke organisatie. |
Staatssecretaris Snel tijdens het Algemeen Overleg van 29 oktober 2019. Kamerstuk 31 066, nr. 532. |
Kamerstuk 31 066, nr. 566 |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt toe aan de leden Van Weyenberg en Azarkan tijdens het debat van 21 januari 2019, dat er gevraagd wordt om contact op te nemen met de AP om inzicht te delen over tijdpad van publicatie en daarover de Kamer te informeren. |
Minister Hoekstra tijdens het debat van 21 januari 2019. Handelingen II 2019/20, nr. 43, item 26, blz. 39 |
Kamerstuk 31 066, nr. 594 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer tijdens het debat van 4 december 2019, dat de Staatssecretaris een cultuurscan door externen laat doen. |
Staatssecretaris Snel tijdens het debat van 4 december 2019. Handelingen II 2019/20, nr. 32, item 6, p. 29. |
Kamerstuk 31 066, nr. 607. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt de Kamer toe in de brief van 31 oktober 2019, om de invoering van de roettax per 1 januari 2020 te realiseren. |
Staatssecretaris Snel in de brief van 31 oktober 2018. Kamerstuk 31 066, nr. 438. |
|
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer tijdens het debat van 21 maart 2019, om in gesprek te gaan met de Nationale ombudsman. |
Staatssecretaris Snel tijdens het debat van 21 maart 2019. Handelingen II 2018/19, nr. 65, item 9. |
Afgedaan. |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens het debat van 21 januari 2019, dat de Kamer wordt geïnformeerd over stand van zaken omtrent de lijst met 22 knelpunten. |
Minister Hoekstra tijdens het debat van 21 januari 2019. Handelingen II 2019/20, nr. 43, item 26. |
Kamerstuk 31 066, nr. 594 |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt toe aan de Kamer tijdens het debat van 21 januari 2019, dat de Minister-President als formateur een brief zal schrijven over hoe de taakverdeling van de twee Staatssecretarissen zal worden ingevuld. |
Minister Hoekstra tijdens het debat van 21 januari 2019. Handelingen II 2019/20, nr. 43, item 26, blz. 45 |
Kamerstuk 35 300 IX, nr. 15 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt lid van Rooijen toe in de brief aan de Kamer van 1 oktober 2018, terug te komen op de ICT-doorlichting waar om is verzocht. |
Staatssecretaris Snel in een brief aan de Kamer van 1 oktober 2018. Kamerstukken 31 066 en 25 087, nr. 433, blz. 1 |
Kamerstuk 31 066, nr. 589 |
2019–2020 |
TK |
De Minister voor Rechtsbescherming zegt toe tijdens het AO over toepassing van de witte loonbelastingtabel op SBF-uitkeringen, 5 februari 2020, de Kamer te informeren over de eventuele precedentwerking die uit zou gaan van een eventuele tegemoetkoming, waarbij ingegaan wordt op de omvang van de doelgroep en de fiscale gevolgen die een eventuele aanpassing ook in de toekomst zal hebben. |
Minister Dekker tijdens het Algemeen Overleg van 5 februari 2020, over de toepassing van de witte loonbelastingtabel op Substantieel Bezwarende Functies uitkeringen (SBF-uitkeringen), Kamerstukken 31 066 en 24 587, nr. 618, blz. 17 |
Kamerstuk 31 066, nr. 620 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan het lid Bruins toe dat hij de Kamer schriftelijk zal informeren over de antwoorden op vragen over het gebruik van e-herkenning bij het kunnen verlagen van een onterecht te hoog vastgestelde voorlopige aanslag. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 622, blz. 74 |
Afgedaan in de Kamerbrief «Beantwoording vraag lid Bruins inzake eHerkenning» van 14 april 2020. Kamerstuk 31 066, nr. 619 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt de kamer toe volledig onafhankelijke raadspersonen aan te stellen. |
Staatssecretaris Snel tijdens debat over de CAF 11-zaak over ten onrechte ingevorderde kinderopvangtoeslagen op 4 december 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 32, item 6, blz. 30. |
Het instellingsbesluit voor de personeelsraadspersonen is 10 april jl. In de Staatscourant gepubliceerd. (Strt. 2020, nr. 21177) |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt lid Omzigt toe binnen enkele weken terug te komen op de motie van de heer Omtzigt over rechtsbescherming |
Minister Hoekstra tijdens debat Plannen voor de reorganisatie van de Belastingdienst, 21 januari 2020, Handelingen II, 2019/20, nr. 43, item 26. p. 41 |
Afgedaan in de Kamerbrief «Onderzoek naar de verbetering van praktische rechtsbescherming» Kamerstuk 31 066, nr. 600 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief heeft tijdens het mondelinge vragenuurtje toegezegd aan lid Omtzigt voor het AO per brief antwoord te geven op de vraag waarom de polisadministratie niet gebruikt wordt om inkomen van burgers te raadplegen om te voorkomen dat voorlopige teruggaven worden stopgezet. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens plenair debat van 18 februari 2020;Handelingen II 2019/20, nr. 55, item 5, blz. 2 |
In de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» is aan de toezegging is tegemoetgekomen in bijlage 7. Kamerstuk 31 066, nr. 607. Hierin is aangegeven dat de mogelijkheden hiertoe onderzocht worden. Uw Kamer wordt op de hoogte gebracht van de uitkomsten. |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra heeft, tijdens het Vragenuur in de Tweede Kamer van 14 januari 2020, aangekondigd een second opinion te vragen aan een onafhankelijke buitenstaander over de verplichting aangifte te doen van ambtsmisdrijven |
Minister Hoekstra tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer op 14 januari 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 40, item 4, p. 1–2. |
In de Kamerbrief «Voortgang second opinion ambtsmisdrijven» van 20 maart 2020 (Kamerstuk 31 066, nr. 615) is de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken en de opdracht voor een second opinion over de verplichting om aangifte te doen van ambtsmisdrijven. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen zeggen toe dat de Kamer op korte termijn het instellingsbesluit personeelsraadspersonen ontvangt. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris van Huffelen in brief van 27 februari 2020; Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 7 |
Het instellingsbesluit voor de personeelsraadspersonen is op 10 april 2020 gepubliceerd in de Staatscourant. (Strt. 2020, nr. 21177) |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan het lid Lodders toe dat hij de Kamer schriftelijk zal informeren over de antwoorden op de door haar gestelde vragen over ANBI’s. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst 4 maart 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 55 |
Kamerstuk 31 066, nr. 634 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer dat als een betrokkene bezwaar indiende tegen de te hoge dwangbevelkosten werden de kosten uiteraard alsnog verminderd als daartoe aanleiding bestond. Er zijn inmiddels beheersmaatregelen getroffen om het proces te verbeteren, maar tot op heden is het proces nog niet op orde. Op de wijze waarop de Staatssecretaris het verleden wil herstellen, wordt de Kamer binnenkort geïnformeerd. |
Staatssecretaris Snel in brief van 29 november 2019, Kamerstuk 31 066, nr. 549, p. 6 |
Kamerstuk 31 066, nr. 603 |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en van Huffelen zeggen toe de Kamer binnen een week nader te informeren over verlaging vervolgingskosten. |
Staatssecretarissen Vijlbrief en van Huffelen in brief van 27 februari 2020; Kamerstuk 31 066, 607, p.13. |
Kamerstuk 31 066, nr. 603, p. 13 |
2018–2019 |
EK/TK |
Staatssecretaris Snel zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Sent (PvdA) en Köhler (SP) tijdens plenaire behandeling Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking, 11 december 2018, toe een afschrift te zenden van de rapportage aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de ontwikkelingen bij de woningcorporaties ten aanzien van de verhuurderheffing, de vennootschapsbelasting en de beperking van de renteaftrek (ATAD1). (T02688) |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking, 11 december 2018; Handelingen I 2018/19, nr. 11, item 14, blz. 1 |
Kamerstuk 35 241, J |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Snels tijdens het WGO van 6 november 2017 om bij de dividendbelasting de vraag mee te nemen wanneer er gekeken zal worden naar het verdragsbeleid. |
Staatssecretaris Snel tijdens het WGO over het wetsvoorstel inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling op 6 november 2017. Kamerstuk 34 788, nr. 11, blz. 34 |
Met de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid van 29 mei 2020 wordt deze toezegging afgedaan. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens het Plenair debat over problemen bij het innen van belastingen van 21 juni 2018, om in het kader van het verbeterplan fiscaal stelsel om een aantal experts uit te nodigen om structureel en fundamenteel na te denken over de toekomst van het belastingstelsel en de Belastingdienst. Ook toegezegd om een update over de wijze waarop dit onderzoek gedaan gaat worden in het najaar 2018 te geven. |
Staatssecretaris Snel tijdens plenair debat over problemen bij het innen van de belastingen 21 juni 2018; Handelingen II 2017/18, nr. 97, item 7, blz. 18 |
Ingevuld met publicatie Bouwstenen, zie Kamerstuk 32 140, D |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamerleden Snels, Omtzigt en Stoffer tijdens de behandeling van Belastingplan 2019, 14 november 2018, te kijken naar bouwstenen voor vereenvoudiging van het stelsel. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Belastingplan 2019, 14 november 2018; Handelingen II 2018/19, nr. 23, item 10, blz. 7 |
Ingevuld met publicatie Bouwstenen, zie Kamerstukken I 2019/20, 32 140, D |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer in brief Herziening Belastingstelsel 17 april 2019, Onderzoek naar het belasten van huurinkomsten. Wordt meegenomen in bouwstenen verbetering belastingstelsel, maar ook kijken welke mogelijkheden er bestaan binnen de bestaande wet- en regelgeving, om in ieder geval toezicht en handhaving op dergelijke structuren te verbeteren. |
Staatssecretaris Snel in brief Herziening Belastingstelsel, 17 april 2019; Kamerstuk 32 140, B, blz. 9 |
Zie onderzoek Belasten van vermogen, zie Kamerstuk 32 140, D |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens behandeling belastingplan 2019, 14 november 2018, bij de mogelijke integratie van de dividendbelasting en de bronbelasting op dividenden (moment nog niet bekend) wordt bekeken of heffing van bronbelasting op uitdelingen van winst door non-houdstercoöperaties aan leden gevestigd in een laagbelastende jurisdictie wenselijk is. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Belastingplan 2019, 14 november 2018; Handelingen II 2018/19, nr. 22, item 10, blz. 32 |
Dit is afgedaan in de volgende stukken: Kamerstuk 25 087, nr. 255 en brief over monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking d.d. 29 mei 2020 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer tijdens plenaire behandeling van Pakket Belastingplan 2019, 14 november 2018, de uitkomsten van het onderzoek naar marginale druk met de Kamer te delen voor het zomerreces. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 14 november 2018; Handelingen II 2018/29, nr. 23, item 10, blz. 9 |
Kamerstuk 35 302 nr. 8. Brief «Onderzoek marginale druk» naar de Kamer verzonden. (de tabellen zijn met het belastingplan als bijlage opgenomen) |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens behandeling Pakket Belastingplan 2019, 14 november 2019, jaarlijks aan te geven hoeveel woningcorporaties aan vennootschapsbelasting en verhuurderheffing betalen |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 14 november 2018; Handelingen II 2018/19, nr. 23, item 10, blz. 30 |
Kamerstuk 29 453, nr. 493 |
2018–2019 |
TK |
Tijdens de behandeling Belastingplan 2019, 14 november 2018, zegt Staatssecretaris Snel toe aan Kamerlid Omtzigt de opstellers van het Handboek Loonheffingen nadrukkelijk zal vragen om de informatie nog verder te verduidelijken, zodat de mogelijkheden niet alleen helder zijn voor de inspecteur maar ook voor de werkgever. Het gaat om opties die werkgevers hebben voor vergoeding van scholingskosten van kinderen van werknemers te verduidelijken. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 14 november 2018; Handelingen II 2018/19, nr. 23, item 10, blz. 45 |
Kamerstuk 35 300 IX, nr. 4, blz. 3 |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Lodders tijdens het WGO Belastingplan 2019, 9 november 2018, om onderzoek te gaan doen naar alternatieve uitvoerders (van de wet) in het kader van vereenvoudiging van het belastingstelsel. |
Staatssecretaris Snel tijdens WGO Belastingplan 2019, 9 november 2018; Kamerstuk 35 026, nr. 62, p.25 |
Kamerstuk 31 066, nr. 590 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de commissie van Financiën tijdens het debat over de belastingplicht van multinationals, 13 juni 2019, een brief, vóór het AO Fiscale Beleidsagenda 2019 van 27 juni, een brief naar de Kamer met daarin de personele invulling van de externe begeleidingsgroep, een verslag van de eerste bijeenkomst en een uitgebreide onderzoeksopzet, te sturen. |
Staatssecretaris Snel tijdens debat over de belastingplicht van multinationals, 13 juni 2019; Handelingen II 2018/19, nr. 93, item 11, blz. 15 |
Kamerstuk 32 140, nrs. 52 en 54 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Nijboer tijdens het debat belastingafdracht multinationals, 13 juni 2019, dat de bedrijfsopvolgingsregeling ook in het bouwstenentraject tegen het licht gehouden wordt. |
Staatssecretaris Snel tijdens debat belastingafdracht multinational, 13 juni 2019; Handelingen II 2018/19, nr. 93, item 11, blz. 18 |
Zie onderzoek Belasten van (inkomen uit) aanmerkelijk belang, zie Kamerstuk 32 140, D |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerleden Lodders en Nijboer tijdens het Algemeen Overleg op 19 juni 2019, een brief over afhandeling letselschade (motie-Lodders/Leijten) nog in de zomer te sturen aan de Kamer. |
Staatssecretaris Snel tijdens Algemeen Overleg, 19 juni 2019; Kamerstuk 31 066, nr. 513, blz. 45 |
Kamerstuk 35 026, nrs. 71, 72 en 73 en Kamerstuk 35 026, nr. 75 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Bruins tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen, 3 oktober 2019, dat in Bouwstenen ook gekeken wordt naar belasten van vermogen (box 2 en box 3), toenemende vermogensongelijkheid, belasting op arbeid naar eigen belasting op huis, toeslagen verlagen in ruil voor hogere uitkeringen en/of hoger WML, verbetering positie lage inkomens en verlenging dakopbouw arbeidskorting. |
Staatssecretaris Snel tijdens Algemene Financiële Beschouwingen 3 oktober 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 9, item 9, blz. 11 |
Komt in verschillende onderzoeken terug, zie Kamerstuk 32 140, D |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Sneller tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen, 3 oktober 2019, om te bestuderen hoe de heffingskortingen en toeslagen inwerken op het belastingstelsel, zeker daar waar je extremen hebt. |
Staatssecretaris Snel tijdens Algemene Financiële Beschouwingen 3 oktober 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 9, item 9, blz. 12–13 |
Komt in verschillende onderzoeken terug, zie Kamerstuk 32 140, D |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Lodders tijdens behandeling Pakket Belastingplan 2020 dat advies wordt ingewonnen, dat een soort validatie kan geven aan de raming die is gemaakt m.b.t. box 3. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8, blz. 31 |
Kamerstuk 32 140, nr. 69 |
2019–2020 |
TK |
Tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 14 november 2019, zegt de Staatssecretaris Snel toe aan Kamerlid Omtzigt m.b.t. de uitvoeringstoets beslagvrije voet nogmaals zal doorgeven aan Staatssecretaris Van Ark. Er is al contact geweest met mevrouw Van Ark of in ieder geval met haar ambtenaren: De uitvoeringstoets zal op korte termijn openbaar gemaakt worden. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 14 november 2019; Kamerstukken II 2019/2020, 35 302, nr. 68, blz. 29 |
Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 134 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens WGO pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, dat box 2 en een generieke CO2-heffing in de bouwstenen terugkomen. |
Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 40–41 |
Zie onderzoek, het Belasten van (inkomen uit) aanmerkelijk belang en Vergroening en grondslagerosie, zie Kamerstuk 32 140, D |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens het Wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, om schriftelijk antwoord te sturen naar de Kamer over belastingdruk box 2/3 m.b.t. de woningmarkt met de nadruk op fiscale neutraliteit. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 62–63 |
Zie onderzoek Belasten van vermogen, zie Kamerstuk 32 140, D |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerleden Van Weyenberg en Leijten tijdens het Wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, steun te geven aan de wens om de stromen naar laagbelaste jurisdicties te monitoren. Onduidelijk is nog of de DNB-cijfers hiervoor gebruikt kunnen worden. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 110–111 |
Dit is afgedaan in de volgende stukken: Kamerstukken II 2019/20, 25 087, nr. 255 en brief over monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking d.d. 29 mei 2020 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerleden Snels en Nijboer tijdens een wetgevingsoverleg over Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2020): Meteen na het kerstreces een wetgevingsoverzicht naar de Tweede Kamer sturen. |
Staatssecretaris Snel tijdens wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35302, nr. nr. 68, blz. 139 |
Kamerstuk 35 300 IX, nr. 13 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Lodders tijdens het Wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, er bij de EC op aandringen om eerder en met een completer overzicht te krijgen van wat er al bestaat en wat op basis van de implementatie van de richtlijnen in andere landen. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 137 |
Dit is afgedaan in de volgende stukken: Kamerstuk 25 087, nr. 255 en brief over monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking d.d. 29 mei 2020 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, open te staan voor suggesties op dit punt in Wet bronbelasting 2021. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 143 |
Kamerstuk 35 300 IX, nr. 13 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Raan tijdens de behandeling van het Pakket Belastingplan 2020. Samen met mijn collega's van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken willen wij actief bijdragen aan de uitwerking van dit voorstel m.b.t. de carbon border adjustment. We willen graag meedoen en vooroplopen in de uitwerking ervan. |
Staatssecretaris Snel behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8, blz. 7 |
Momenteel wordt door het kabinet nagedacht over het doel en de mogelijke vormgeving en structuur van een CBAM. De Europese Commissie is voornemens in 2021 een voorstel te doen voor een CBAM. Het kabinet vindt dat de Europese Commissie bij de vormgeving van een CBAM stapsgewijs te werk moet gaan waarbij grondig onderzoek naar WTO-conformiteit, een systeem voor koolstofboekhouding, administratieve lasten en uitvoerbaarheid van belang is. Ook moet rekening worden gehouden met de geopolitieke context en de impact die een dergelijk mechanisme kan hebben op specifieke sectoren. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Azarkan tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan op 14 november 2018 er naar te streven, het wetsvoorstel dat strekt tot introductie van een bronbelasting op rente- en royalty-betalingen naar laagbelaste jurisdicties, uiterlijk op Prinsjesdag 2019 in te dienen. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 14 november 2018; Handelingen II 2018/19, nr. 23, item 10, blz. 32 |
Kamerstuk 35 000 IX, nr. 19, blz. 19 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe, tijdens de behandeling van het Pakket Belastingplan 2020, aan Kamerlid Omtzigt dit najaar onderzoek te doen naar de verhouding tussen de Belastingdienst en de burger. De suggesties hiervoor presenteren in een brief aan de Kamer. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8, blz. 24 |
Kamerstuk 31 066, nr. 468 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, met de voorjaarnota de Kamer te informeren over de compensatie van de draf- en rensport. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 25 |
Kamerstuk 24 557, nr. 169 |
2019–2020 |
TK |
Toezegging van Staatssecretaris Snel aan Kamerlid Lodders de Rekenkamer een onderzoek te laten doen om dat risicoarme rendement te valideren over de periode voor 2017. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019; Handelingen II 2019/2020, nr. 23, item 8, blz. 31 |
Kamerstuk 32 140, nr. 69 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt aan Kamerlid Omtzigt toe tijdens de behandeling pakket Belastingplan 2019 dat hij wil laten onderzoeken of de inkeerregeling voor meer situaties dan nu het geval is, kan worden uitgesloten. Tegelijkertijd dat de mensen die te goeder trouw een verbetering kenbaar kunnen maken zonder meteen beboet te worden. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 14 november 2018; Handelingen II 2018/19, nr. 23, item 10, blz. 45 |
Kamerstuk 35 000 IX, nr. 19, blz. 13 |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt toe aan Kamerleden Slootweg en Van Dijck, tijdens AO Ecofin, 16 januari 2020, de Kamer schriftelijk te informeren over de waarschuwing van de EC aan Nederland ten aanzien van grensoverschrijdende pensioenen. |
Minister Hoekstra tijdens AO Ecofin, 16 januari 2020; Kamerstuk 21 501-07, nr. 1657, blz. 39 |
Kamerstuk 21 501-07, nr. 1648 |
2018–2019 |
TK |
Minister Hoekstra tijdens het vragenuur: Vragen Van Weyenberg, 5 februari 2019, zegt toe aan de Kamer, met een kleine slag om de arm, netjes en prudent onderzoek te doen, hierover te rapporteren aan de Kamer en indien er reden is tot actie, dit misschien op te nemen in Belastingplan 2020. |
Minister Hoekstra tijdens het vragenuur, 4 februari 2019; Handelingen II 2018/19, nr. 49, item 4, blz. 1 |
Kamerstuk 35 000 IX, nr. 19, blz. 15 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Lodders tijdens een Algemeen Overleg op 27 juni 2019, op de constatering dat start-ups minder hard groeien en of hij een beeld heeft bij de oorzaak hiervan, deze vraag door te leiden naar de collega van EZK. Zodat dit kan worden meegenomen in een volgende brief of debat. |
Staatssecretaris Snel tijdens een Algemeen Overleg, 27 juni 2019; Kamerstuk 32 140, nr. 58, blz. 42 |
Dit is doorgegeven aan EZK. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens het algemeen overleg van de vaste commissie voor Financiën op 27 juni 2019, om zijn collega van EZK er aan te herinneren dat er snel een reactie aan de Kamer moet komen met betrekking tot de ambtenaar van de NFIA die in een belastingcomité bij de AmCham zat. |
Staatssecretaris Snel tijdens een Algemeen Overleg, 27 juni 2019; Kamerstuk 32 140, nr. 58, blz. 57 |
Dit is doorgegeven aan EZK. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer, tijdens AO Herziening Belastingstelsel, 27 juni 2019 dat hij het voorstel om de hoogte van het vennootschapsbelastingtarief te koppelen aan de loonontwikkeling en de daarmee opgedane ervaring in andere landen, zoals Zuid-Korea, mee zal geven aan de commissie belastingheffing multinationals en de commissie die onderzoek doet naar de toekomst van de vennootschapsbelasting in het kader van bouwstenen voor een beter belastingstelsel, en de Kamer in de rapportages over deze onderzoeken over dit voorstel te informeren. |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Herziening Belastingherziening, 27 juni 2019; Kamerstuk 32 140, nr. 58, blz. 39 |
Dit idee is meegegeven aan de commissie belastingheffing multinationals. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, dat hij de Kamer nader zal informeren over de praktische kanten van rechtsbescherming als de Belastingdienst een fout heeft gemaakt die negatieve gevolgen heeft voor een belastingplichtige. |
Staatssecretaris Vijlbrief AO Belastingdienst, 4 maart 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 622, blz. 44 |
Wij geven dit mee aan de adviescommissie praktische rechtsbescherming in belastingzaken. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan Kamer tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, dat hij de Kamer binnen drie weken zal informeren over de kabinetsreactie op de deskundigen die advies hebben gegeven over de juridische houdbaarheid van box 3. |
Staatssecretaris Vijlbrief AO Belastingdienst, 4 maart 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 622, blz. 74 |
Kamerstuk 32 140, nr. 69 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan Kamer tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, dat hij de Kamer zal informeren voor het meireces over zijn nadere plannen met betrekking tot box 3. |
Staatssecretaris Vijlbrief AO Belastingdienst, 4 maart 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 622, blz. 74 |
In de Kamerbrief van 24 april 2020 over box 3 is aangegeven dat de Kamer niet meer voor het meireces maar voor het zomerreces zal worden geïnformeerd. Zie ook: Kamerstuk 32 140, nr. 69 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, dat hij de Kamer tijdig (voor 1 juni) zal informeren over de onderzoeken t.a.v. de omzetting van NEDC naar WLTP. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens het AO Belastingdienst, 4 maart 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 622, blz. 56 |
Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2779 |
2018–2019 |
EK/TK |
Staatssecretaris Snel zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Sent (Pvda) en Köhler (SP) tijdens plenaire behandeling Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking, 11 december 2018, toe een afschrift te zenden van de rapportage aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de ontwikkelingen bij de woningcorporaties ten aanzien van de verhuurderheffing, de vennootschapsbelasting en de beperking van de renteaftrek (ATAD1). (T02688) |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking, 11 december 2018; Handelingen I 2018/19, nr. 11, item 14, blz. 1 |
Kamerstuk 35 241, J |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris van Huffelen zeggen toe aan de Kamer in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen», in maart de ambtelijke «bouwstenen voor een beter belastingstelsel» aan de Kamer aan te bieden. |
De Staatssecretarissen van Financiën in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen», 27 februari 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 607, blz. 3 |
Met kleine vertraging ingevuld met publicatie, zie Kamerstuk 32 140, D |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris van Huffelen zeggen toe aan de Kamer in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen», de Kamer 9 maart nader te informeren over verlaging vervolgingskosten. |
De Staatssecretarissen van Financiën in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen», 27 februari 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 607, blz. 13 |
Kamerstuk 31 066, nr. 603 |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerleden Leijten en Omtzigt tijdens een wetgevingsoverleg, inzake Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling, op 6 november 2017, te monitoren hoe het aantal coöperaties en het aantal houdstercoöperaties zich ontwikkelt. |
Staatssecretaris Snel tijdens wetgevingsoverleg inzake Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling, 6 november 2017; Kamerstuk 34 788, nr. 11, blz. 30 |
Kamerstuk 35 000 IX, nr. 19 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan het Kamerlid Omtzigt tijdens het Algemeen Overleg «Raad voor Economische en Financiële Zaken», 5 juni 2019, een verduidelijking in een vervolgbrief te sturen over kwalificatie van pensioenenfondsen in het kader van de btw. |
Staatssecretaris Snel tijdens AO «Raad voor Economische en Financiële Zaken, 5 juni 2019; Kamerstuk 21 501-07, nr. 1617, blz. 34 |
Kamerstuk 35 300 IX, nr. 4 |
2019–2020 |
TK/EK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamer tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019, deel 2 IBO naar de Kamer te sturen met daarbij meteen de kabinetsreactie. Dit wordt volgend jaar (2020) aangeboden aan uw Kamer. T02776 --> Toezending integrale kabinetsappreciatie interdepartementaal beleidsonderzoek Toeslagen (35.010) |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8, blz. 32 |
Kamerstuk 31 066, nr. 624 |
2019–2020 |
TK |
Minister-President Rutte zegt toe aan Kamerlid Klaver tijdens het debat Algemene Politieke beschouwingen, 19 september 2019, het SCP te betrekken bij IBO Toeslagen. |
Minister-President Rutte tijdens debat Algemene Politieke Beschouwingen, 19 september 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 3 item 6, blz. 8 |
Het IBO Toeslagen is inmiddels afgerond en aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 31 066, nr. 624). Conform de eerdere toezegging is het SCP uitgenodigd voor nadere betrokkenheid bij de totstandkoming van het IBO. Overigens gaat het SCP over haar eigen planning en heeft het daarbinnen geen ruimte gezien op dit verzoek in te gaan. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer tijdens de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel vliegbelasting, 11 maart 2020, een brief over annuleringen naar de Kamer te verzenden waarin de vraag beantwoord wordt of een passagier die zijn reis annuleert naast de ticketprijs ook de doorberekende vliegbelasting terug krijgt. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens behandeling Wetsvoorstel Vliegbelasting, 11 maart 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 62, item 10, blz. 45 |
Zie Kamerstuk 35 205, nr. 31. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan Kamerlid Snels, tijdens de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel vliegbelasting, 11 maart 2020, een beschouwing op te stellen over hoe vliegbelasting er in andere landen uitziet (incl. veel vliegers en onderscheid tussen business en economy class) en gaat hierbij ook in op hoe btw op treintickets in andere landen zijn belast. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens behandeling Wetsvoorstel Vliegbelasting, 11 maart 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 62, item 10, blz. 45 |
Zie Kamerstuk 35 205, nr. 31. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer, tijdens de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel vliegbelasting, 11 maart 2020, de Kamer te informeren over in hoeverre privéjets onder de belasting komen te vallen en of gewaarborgd is dat luchthavens de belasting doorbelasten aan degene die de privéjet exploiteert (en die dan wederom aan de passagier doorbelast). |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens behandeling Wetsvoorstel Vliegbelasting, 11 maart 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 62, item 10, blz. 46 |
Zie Kamerstuk 35 205, nr. 31. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer, tijdens de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel vliegbelasting, 11 maart 2020, te kijken in hoeverre Nederland in VN-verband kan bekijken of een internationale vliegbelasting mogelijk is. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens behandeling Wetsvoorstel Vliegbelasting, 11 maart 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 62, item 10, blz. 46 |
Zie Kamerstuk 35 205, nr. 31. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer, tijdens de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel vliegbelasting, 11 maart 2020, te pleiten in EU-verband voor een Europese vliegbelasting en daarnaast te onderzoeken in hoeverre het wenselijk/mogelijk is om samen met andere koplopers (EU-lidstaten) een accijns op kerosine (op vluchten tussen deze landen) te heffen. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens behandeling Wetsvoorstel Vliegbelasting, 11 maart 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 62, item 10, blz. 47 |
Zie Kamerstuk 35 205, nr. 31. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan het lid Van Weyenberg toe dat hij de Kamer nader zal informeren over onder meer de toegang tot informatie van functionarissen gegevensbescherming. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Handelingen II 2019/20, 31 066, nr. 622, p. 74 |
Wij hebben u hierover geïnformeerd bij brief van 28 april 2020 (Kamerbrief Fraude Signalerings Voorziening); Kamerstuk 31 066, nr. 634 |
2017–2018 |
EK/TK |
Staatssecretaris Wiebes zegt tijdens het WGO 7 november 2016 aan de Tweede Kamer toe deze jaarlijks te informeren over het gebruik op de regeling voor het uitfaseren van het pensioen in eigen beheer. Staatssecretaris Wiebes herhaalt de toezegging tegenover de Eerste Kamer in de nota naar aanleiding van het verslag Belastingplan 2017 op 9 december 2016. Staatssecretaris Snel herhaalt de toezegging van zijn voorganger in de fiscale moties en toezeggingenbrief aan de Eerste Kamer. Over de jaren 2018 en 2019 wordt de Kamer na afloop van het kalenderjaar tegen het einde van het eerste kwartaal geïnformeerd. |
Staatssecretaris Wiebes tijdens het WGO op 7 november 2016. Kamerstuk 34 552, nr. 70, blz. 93. Staatssecretaris Wiebes in Nota naar aanleiding van Verslag Belastingplan 2017 9 december 2016; Kamerstuk 34 552, G, blz. 37–38. Staatssecretaris Snel in fiscale moties en toezeggingenbrief aan de Eerste Kamer 5 april 2018; Kamerstuk 34 785, H, blz. 2 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2017–2018 |
TK |
Minister voor Rechtsbescherming Dekker zegt toe aan Kamerlid Snels tijdens het debat over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructie, 5 september 2018, om samen met Staatssecretaris Snel en met de Nederlandse Orde voor Belastingadviseurs te bespreken wat een Code Belastingadviseurs en een eed van belastingadviseurs zouden kunnen bijdragen aan een debat in de sector over het eigen handelen en de eigen cultuur. Het bureau Bureau Financieel Toezicht zal daarbij worden betrokken. De Kamer zal worden geïnformeerd over de uitkomsten. |
Minister Dekker (Rechtsbescherming) tijdens debat over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies, 5 september 2018; Handelingen II 2017/18, nr. 105, item 8, blz. 17 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer tijdens het AO Herziening Belastingstelsel, 27 juni 2019, de Kamer t.z.t. per brief informeren over de Nederlandse inzet bij de voorstellen in het kader van BEPS 2.0 van de OESO |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Herziening Belastingstelsel, 27 juni 2019; Kamerstuk 32 140, nr. 58, blz. 35 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerleden Van Weyenberg en Nijboer tijdens het Wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, dat voor de plenaire behandeling van het belastingplan aan Staatssecretaris Blokhuis wordt overgebracht het onderwerp van de fiscale behandeling van de e-sigaret zoals besproken tijdens dit wetgevingsoverleg. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 50 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staassecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Stoffer tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019, de bpm-opbrengsten meten. Ook gaan effecten in het wagenpark gemeten worden. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 8 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Stoffer tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019, te kijken of een berekening gemaakt kan worden o.b.v. segmenten met de nieuwe meetmethode. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 10–11 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Nijboer tijdens het Wetgevingsoverleg Belastingplan 2020, 4 november 2019, om verbruiksbelasting op E-sigaretten een keer op te brengen in de EU. |
Staatssecretaris Snel tijdens het Wetgevingsoverleg Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 49 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019, om te kijken naar fiscale behandeling van e-sigaretten na afronding van het onderzoek dat de Staatssecretaris van VWS doet. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019; Handelingen II, nr. 23, item 8, blz. 24 |
Afgedaan in de moties en toezeggingenbrieven. |
Vergaderjaar |
Kamer |
Omschrijving van de motie |
Vindplaats kamerstuk |
Stand van zaken Rijksbegroting |
---|---|---|---|---|
2016–2017 |
TK |
Motie van het lid Mei Li Vos over na de transitie stapsgewijs de handhaving aanvangen. |
Kamerstuk 34 036, nr. 34. Aangenomen 4 oktober 2016 |
In behandeling. Zie daarnaast Kamerbrief d.d. 24 juni 2019 (Kamerstukken 31 066 en 29 544, nr. 515) en Kamerbrief d.d. 4 februari 2020 (Kamerstukken 31 066 en 29 544, nr. 595) waar wordt ingegaan op toezicht en handhaving op de kwalificatie van arbeidsrelaties voor de loonheffingen. |
2018–2019 |
TK |
Motie van het lid Omtzigt over opsporen van wanbetalers met een buitenlands kenteken. |
Kamerstuk 35 027, nr. 11. Aangenomen 15 november 2018 |
In behandeling. |
2018–2019 |
TK |
Motie van het lid Leijten over eerbiedigen van de gedragslijn voor strafbare feiten begaan door ambtenaren. |
Kamerstuk 31 066, 449. Aangenomen 20 december 2018 |
Doorlopend. De Belastingdienst respecteert de gedragslijn. In de periodieke motie- en toezeggingenbrief wordt gerapporteerd over het aantal gevallen dat besproken is in het overleg tussen OM, FIOD en Belastingdienst en in hoeveel gevallen dit heeft geleid tot aangifte. |
2018–2019 |
TK |
Gewijzigde motie van de leden Omtzigt c.s. over de richtlijnen voor de bescherming van klokkenluiders volledig implementeren (ter vervanging van 31066–504) |
Kamerstuk 31 066, nr. 509. Aangenomen 4 juli 2019 |
Naar aanleiding van deze motie is op 31 oktober 2019 aan de Kamer toegezegd de aanbevelingen van de Raad van Europa voor de bescherming van klokkenluiders te implementeren bij de Belastingdienst (Kamerstuk 31 066, nr. 534). De Minister van Financiën refereerde hieraan in zijn brief van 11 januari jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 588). Bij brief van 24 januari 2020 zijn de antwoorden verstuurd op de door uw Kamer gestelde vragen in het Schriftelijk overleg van 11 december naar aanleiding van de eerdere Toezegging (Kamerstuk 31 066, nr. 597). Over nieuwe ontwikkelingen op dit dossier zal uw Kamer worden geïnformeerd. |
2019–2020 |
TK |
Gewijzigde motie van de leden Omtzigt en Bruins (t.v.v. 250110–21) |
Kamerstuk 35 010, nr. 24. Aangenomen 12 september 2019 |
In de brief van 14 mei 2020 (Voortgang herstelactie kindgebonden budget) is Uw Kamer over de stand van zaken van deze motie geïnformeerd. |
2019–2020 |
TK |
Motie Omtzigt c.s. over misstanden melden bij een onafhankelijke instantie, tijdens plenaire vergadering 10 december 2019 |
Kamerstuk 31 066, nr. 552. Aangenomen 4 december 2019 |
In brief van 11 januari 2020 [Kamerstuk 31 066, nr. 588] wordt vermeld dat uitvoering wordt gegeven aan de motie Omtzigt door middel van het benoemen van twee personeelsraadspersonen. De personeelsraadspersonen worden benoemd in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen». Kamerstuk 31 066, nr. 607. Rapportage is voorzien in 2021. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Leijten c.s. over een grote stem voor degenen die het werk uitvoeren. |
Kamerstuk 31 066, nr. 580. Aangenomen 28 januari 2020 |
De ontvlechting van de Belastingdienst wordt stapsgewijs opgepakt. De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de plannen en de voortgang. In de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» van 27 februari 2020 is ook aandacht besteed aan het betrekken van de organisatie. Kamerstuk 31 066, nr. 607. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Stoffer c.s. over de lessen uit voorgaande jaren expliciet meenemen. |
Kamerstuk 31 066, nr. 583. Aangenomen 28 januari 2020 |
De ontvlechting van de Belastingdienst wordt stapsgewijs opgepakt. De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de plannen en de voortgang. De Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» van 27 februari 2020 is ook aandacht wordt besteed aan de informatievoorziening aan de Kamer. Kamerstuk 31 066, nr. 607. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Bruins c.s. over een haalbaarheidstoets op de voorgenomen ontvlechting. |
Kamerstuk 31 066, nr. 584. Aangenomen 28 januari 2020 |
De ontvlechting van de Belastingdienst wordt stapsgewijs opgepakt. De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de plannen en de voortgang. In de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» van 27 februari 2020 is ook aandacht wordt besteed aan de haalbaarheid en de risicoanalyse. Kamerstuk 31 066, nr. 607 |
2018–2019 |
TK |
Motie van het lid Slootweg over één machtigingscode voor belastingaangifte en toeslagen |
Kamerstuk 35 210, nr. 4. Aangenomen 3 juli 2019 |
In behandeling. Over de stand van zaken wordt u in de fiscale moties en toezeggingenbrief voorjaar 2020 geïnformeerd. |
2015–2016 |
TK |
Van Vliet verzoekt de regering bij de volgende evaluatie van de bankenbelasting, de economische effecten zo veel mogelijk mee te nemen en de Kamer dan daarover te rapporteren. |
Kamerstuk 32 545, nr. 49, Aangenomen 19 april 2016. |
Dit wordt behandeld bij de volgende evaluatie van de bankenbelasting in 2021. |
2016–2017 |
TK |
Leijten verzoekt de regering zich in te spannen voor bindende afspraken tussen het VK en de EU om belastingontwijking te voorkomen. |
Kamerstuk 21 501-20, nr. 1224, Aangenomen 20 april 2017. |
Dit vormt een onderdeel van EU-inzet m.b.t. onderhandelingen met het VK. |
2017–2018 |
TK |
Snels verzoekt de regering nauwlettend te monitoren of er alsnog onvoorziene of onwenselijke consequenties voor specifieke groepen mensen optreden n.a.v. de uitfasering van Hillen en verzoekt bij constatering de Kamer daarover te rapporteren. |
Kamerstuk 34 819, nr. 17, Aangenomen 23 november 2017. |
In behandeling. De maatregel is met ingang van 1 januari 2019 in werking getreden en de regeling Hillen is nu voor 6,66% uitgefaseerd. Op dit moment hebben wij nog geen signalen dat sprake zou zijn van onvoorziene of onwenselijke consequenties voor specifieke groepen mensen. |
2019–2020 |
TK |
Gewijzigde motie van de leden Dik-Faber en Ronnes over het differentiëren van de overdrachtsbelasting (t.v.v. 32847–497); nu nr. 504. Integrale visie op de woningmarkt. |
Kamerstuk 32 847, nr. 504, Aangenomen 19 maart 2019 |
Het kabinet onderzoekt in het kader van de motie Dik-Faber/Ronnes of een differentiatie van de overdrachtsbelasting voor starters en beleggers op een doelmatige, doeltreffende en uitvoerbare wijze mogelijk is. Het onderzoek wordt in het eerste kwartaal van 2020 afgerond. Daarna volgt een kabinetsreactie. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Stoffer over de regeling voor groene beleggingen in box 3 toepassen op investeringen in alternatieve financieringsvormen. |
Kamerstuk 35 300, nr. 66, Aangenomen 8 oktober 2019 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Lodders over onderzoek naar modernisering van de reiskostenvergoeding. |
Kamerstuk 35 302, nr. 44, Aangenomen 14 november 2019 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Motie van de leden Omtzigt en Lodders over de implementatie van meetmethoden en de bpm. |
Kamerstuk 35 302, nr. 48, Aangenomen 14 november 2019 |
Motie is in behandeling. Zie ook: Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2779. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Bruins c.s. over de effectiviteit van de CO2-reducerende stimuleringsmaatregelen voor elektrische auto's. |
Kamerstuk 35 302, nr. 56, Aangenomen 14 november 2019 |
De motie Bruins ««monitoring effectiviteit stimulering EV»« wordt uitgevoerd in kader trendrapportage Eigen Verbruik. Er zal over worden gerapporteerd in kaderbrief ««hand aan de kraan»« systematiek. Deze wordt in juni naar de Kamer gestuurd. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Ronnes c.s. over het bedrag dat corporaties betalen vanwege ATAD. |
Kamerstuk 32 847, nr. 568, Aangenomen 1 oktober 2019 |
Uitkomsten worden voor zomer 2020 verwacht |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Lodders c.s. over de eerste verbeteringen en alternatieven doorvoeren in het komende Belastingplan. |
Kamerstuk 31 066, nr. 582, Aangenomen 28 januari 2020 |
Zoals ik heb aangekondigd in mijn brief van 27 februari jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 607) wordt in lijn met de motie Lodders c.s. wetgeving voorbereid om verbeteringen en alternatieven door te voeren op weg naar een beter en menselijker systeem. Daarvoor is de voorbereiding van een aantal wettelijke maatregelen gestart. Zie: Kamerstuk 31 066, nr. 613 |
2019–2020 |
TK |
Gewijzigde motie van de leden Leijten en Lodders over niet afwijken van de aangenomen motie over besluitvorming op belastingheffing bij unanimiteit (t.v.v. 21501-07-1652). |
Kamerstuk 21 501-02, nr. 1920, Aangenomen 8 november 2018 & Kamerstuk 21 501-07, nr. 1653, Aangenomen 20 februari 2020 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Lodders c.s. over het voorkomen van dubbeling tussen een Europese en een nationale heffing. |
Kamerstuk 35 205, nr. 23, aangenomen 1 april 2020 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Lodders c.s. over monitoren van de effecten van de vliegtaks op regionale vliegvelden. |
Kamerstuk 35 205, nr. 24, aangenomen 1 april 2020 |
Het wetsvoorstel voorziet al in een evaluatie 2 jaar na inwerkingtreding (amendement Lodders), de gevraagde monitoring in de tussenliggende periode zal na inwerkingtreding plaatsvinden. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Stoffer c.s. over stimuleren van internationaal treinverkeer. |
Kamerstuk 35 205, nr. 26, aangenomen 1 april 2020 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Gewijzigde motie van het lid Lodders c.s. over een oplossing voor de problematiek van de Nederlandse/Noorse vrachtwagenchauffeurs en Rijnvarenden (t.v.v. 35110–10). |
Kamerstuk 35 110, nr. 13, Aangenomen 4 juli 2019 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Lodders c.s. over het monitoren van administratieve last voor mkb'ers door ATAD 2. |
Kamerstuk 35 302, nr. 45, Aangenomen 14 november 2019 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Motie van de leden Van Weyenberg en Middendorp over het lage btw-tarief voor toegang tot innovatieve vormen van nieuwsvoorziening. |
Kamerstuk 35 302, nr. 53, Aangenomen 14 november 2019 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Motie van de leden Bruins en Van Weyenberg over varianten waarbij het toeslagenstelsel verdwijnt. |
Kamerstuk 31 066, nr. 558, Aangenomen 10 december 2019 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2018–2019 |
TK |
Motie van het lid Van Der Lee c.s. over voorkomen van dubbele energiebelasting |
Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 27, aangenomen 13 november 2018 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Motie van het lid Van den Berge c.s. over door de crisis heen helpen van creatieve makers in de culturele sector |
Kamerstuk 35 441, nr. 8, aangenomen 7 mei 2020 |
In behandeling. |
Vergaderjaar |
Kamer |
Omschrijving van de toezegging |
Vindplaats kamerstuk |
Stand van zaken Rijksbegroting |
---|---|---|---|---|
2016–2017 |
TK |
Staatssecretaris Wiebes zegt de kamer toe om jaarlijks een notitie toe te voegen aan de Halfjaarsrapportage Belastingdienst met een aanvulling op de aantallen APA’s en ATR’s. Er wordt per type ruling een voorbeeld of model gegeven zodat de Kamer kan zien hoe het in elkaar zit. |
Staatssecretaris Wiebes tijdens debat over belastingafspraken met multinationals, 1 juni 2017, Handelingen II 2016/17, item 82, nr. 8, p. 21 |
In behandeling, in de Voortgangsrapportages wordt gerapporteerd over de rulingpraktijk. |
2016–2017 |
TK |
De Staatssecretaris heeft toegezegd een brief te sturen met de eindafrekening van de vertrekregeling en de diverse mogelijke arrangementen, inclusief de wijze waarop de overschrijding van de regeling betaald wordt. |
Staatssecretaris Wiebes tijdens AO Belastingdienst, 13 oktober 2016, Kamerstuk 31 066, nr. 313, blz. 35–36 |
In behandeling. Rapportage aan de Kamer is voorzien in april 2021. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de kamer in de moties- en toezeggingenbrief in het voorjaar van 2020 nader te informeren over de ontwikkeling van het aantal coöperaties. |
Staatssecretaris Snel tijdens het WGO Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling, 6 november 2017, Kamerstuk 34 788, nr. 12, p. 1 |
In behandeling. |
2016–2017 |
EK/ TK |
Staatssecretaris Wiebes zegt de Tweede en Eerste Kamer toe van informatie voorzien over «country-by-country reporting» – hoeveel landenrapporten de Belastingdienst heeft ontvangen van belastingplichtigen, hoeveel landenrapporten zijn ontvangen van andere landen via de uitwisseling en een kwalitatieve beschrijving van de ervaringen alsmede inzicht in veel voorkomende vervolgacties. |
Staatssecretaris Wiebes in brief over Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten, 14 april 2017, Kamerstuk 34 651, nr. 14 & Kamerstuk 34 651, C, p. 2 |
Doorlopend. Hierover zal uw Kamer in de volgende fiscale moties en toezeggingenbrief worden geïnformeerd. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel toegezegd dat een keer per jaar gerapporteerd zal worden aan de Kamer over het programma bij de Belastingdienst met het doel om de technische achterstanden, de zogenaamde technische schuld, inzichtelijk te maken en op te lossen. |
Staatssecretaris Snel in brief Belastingdienst, 26 april 2018, Kamerstuk 31 066, nr. 403, p. 12 |
Uw Kamer wordt elke vier maanden geïnformeerd over de status van de MIV in de viermaandelijkse voortgangsrapportages. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe om medio 2019 te rapporteren over de voortgang inzake de Interactiestrategie. |
Staatssecretaris Snel tijdens het AO Belastingdienst, 6 december 2018, Kamerstuk 31 066, nr. 451, p. 39. |
Voor voortgang zie fiscale moties en toezeggingenbrief voorjaar 2020. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt de Kamer toe in de reguliere rapportages op de hoogte houden over de voortgang van het pseudonimiseren. |
Staatssecretaris Snel in brief beantwoorden SO over Autoriteit Persoonsgegevens, 7 februari 2019, Kamerstuk 32 761, nr. 131. p. 11. |
In behandeling. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe dat er tegen het einde van dit jaar (2019) voor drie ketens een concreet uitgewerkt plan ligt dat een samenhangende aanpak laat zien om de uitdagingen van deze ketens het hoofd te bieden. Wanneer deze aanpak succesvol blijkt te zijn, zal deze daarna ook worden toegepast bij de andere probleemketens. |
Staatssecretaris Snel in voortgangsbrief ICT-portfolioproces, 28 mei 2019, Kamerstuk 31 066, nr. 486. p. 6 |
De Belastingdienst werkt op dit moment aan ketenplannen voor de ketens Loonheffingen, Omzetbelastingen en Gegevens. Deze zullen worden meegenomen in de integrale aanpak IV voor de Belastingdienst die voor de zomer 2020 aan de Kamer wordt verzonden. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt aan het lid Lodders toe dat in het jaarverslag van het APA/ATR-team aandacht besteed zal worden aan de bijdrage van de rulingpraktijk aan het vestigingsklimaat. |
Staatssecretaris Snel tijdens het AO Internationaal fiscaal (verdrags)beleid, 4 juni 2019, Kamerstuk 25 087, nr. 244. p. 44. |
In behandeling, Het jaarverslag wordt gevoegd bij de Voortgangsrapportage Belastingdienst. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt aan de leden Van Weyenberg, Snels en Leijten toe dat de commissie-Bouwman/Van der Geld na twee jaar zal evalueren of met het publiceren van geanonimiseerde samenvattingen van rulings met een internationaal karakter de beoogde transparantie over de rulingpraktijk wordt bereikt, en zal die evaluatie aan de Kamer doen toekomen. |
Staatssecretaris Snel tijdens het AO Internationaal fiscaal (verdrags)beleid, 4 juni 2019, Kamerstuk 25 087, nr. 244. p. 44. |
In behandeling, evaluatie vindt plaats na 2 jaar, in 2021. De commissie die jaarlijks onderzoek doet zal naar samenvattingen kijken. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe om externe vakinhoudelijke experts vragen om onderzoek te doen naar juridische kwaliteit van de opgelegde aanslagen. |
Staatssecretaris Snel in brief ADR-onderzoek naar het uitnodigingsbeleid bij erfbelasting, 20 september 2019, Kamerstuk 31 066 nr. 527, blz. 1 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt lid Omtzigt toe dat hij het voorstel om de ADR onderzoek te laten doen naar de erf- en schenkbelasting inclusief een assurancerapport zal doorgeleiden en dat Minister Hoekstra de Kamer daarover zal informeren. |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Belastingdienst op 29 februari 2019. Kamerstuk 31 066, nr. 532, blz. 38. |
In behandeling, zodra het onderzoek en het rapport zijn afgerond, wordt de Kamer geïnformeerd. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretaris zegt toe dat de cultuurverandering ook inhoudt dat als er signalen zijn en er om informatie gevraagd wordt vanuit de Kamer, daar naar de toekomst toe direct op wordt geanticipeerd. |
Staatssecretaris Snel tijdens debat over de CAF 11-zaak over ten onrechte ingevorderde kinderopvangtoeslagen op 4 december 2019. Handelingen II 2019/20, nr. 32, item 6, blz. 35. |
De Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» van 27 februari 2020 beschrijft dat binnen de uitvoering ruimte moet zijn om knelpunten te benoemen en waar mogelijk zelf aan te pakken. Voor het tijdig signaleren en adequaat oppakken hiervan is veel aandacht in het cultuurprogramma. |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt toe aan de kamer een haalbaarheidstoets te doen op de ontvlechting en de onderbouwing en risico’s van de splitsing te onderzoeken en dit te delen met de Kamer. |
Minister Hoekstra tijdens debat over de gepresenteerde plannen voor de reorganisatie van de Belastingdienst op 21 januari 2020, Handelingen II 2019/20, nr. 43, item 26, p. 43 |
De ontvlechting van de Belastingdienst wordt stapsgewijs opgepakt. De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de plannen en de voortgang. In de In de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» van 27 februari 2020 is ook aandacht besteed aan de haalbaarheid. |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt toe aan de kamer om de nieuwe Staatssecretarissen en de ambtelijke top mee te nemen in de keuzes die gemaakt worden rondom de ontvlechting van de Belastingdienst, maar ook in samenspraak met mensen in de organisatie, en hier de Kamer over te informeren. |
Minister Hoekstra tijdens debat over de gepresenteerde plannen voor de reorganisatie van de Belastingdienst op 21 januari 2020, Handelingen II 2019/20, nr. 43, item 26, p. 30 |
De ontvlechting van de Belastingdienst wordt stapsgewijs opgepakt. De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de plannen en de voortgang, waaronder in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» van 27 februari 2020. In deze brief is ook aandacht besteed aan het betrekken van de organisatie. |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt toe aan de kamer om met een plan van aanpak met risicoanalyse te komen voor de ontvlechting van de Belastingdienst, maar dit doet hij wel trapsgewijs: niet alles zal tegelijk of direct doorgevoerd kunnen worden, en de Kamer te informeren over welke afslagen wanneer genomen worden. |
Minister Hoekstra tijdens debat over de gepresenteerde plannen voor de reorganisatie van de Belastingdienst op 21 januari 2020, Handelingen II 2019/20, nr. 43, item 26, p. 50 |
De ontvlechting van de Belastingdienst wordt stapsgewijs opgepakt. De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de plannen en de voortgang, waaronder in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» van 27 februari 2020. In deze brief is ook aandacht besteed aan het plan van aanpak en de risicoanalyse. |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt toe stukken te delen over de ontvlechting wanneer deze voorhanden zijn. |
Minister Hoekstra tijdens debat over de gepresenteerde plannen voor de reorganisatie van de Belastingdienst op 21 januari 2020, Handelingen II 2019/20, nr. 43, item 26, p. 50 |
De ontvlechting van de Belastingdienst wordt stapsgewijs opgepakt. De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de plannen en de voortgang, waaronder in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» van 27 februari 2020. In deze brief is ook aandacht besteed aan de informatievoorziening aan de Kamer. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen zeggen toe voor de zomer een plan van aanpak voor de ontvlechting aan de Kamer aan te bieden. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris Van Huffelen in Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» op 27 februari 2020, Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 3 |
In behandeling. Planning is om de Kamer voor het zomerreces te informeren. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen zeggen toe voor de zomer een verbeterplan op te leveren voor de ICT-vernieuwing en verbetering. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris Van Huffelen in Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» op 27 februari 2020, Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 4 |
In behandeling. Planning is om de Kamer voor het zomerreces te informeren. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen zeggen toe voor de zomer de Kamer te informeren over de vervolgaanpak van het externe cultuuronderzoek. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris Van Huffelen in Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» op 27 februari 2020, Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 8 |
In behandeling. Planning is om de Kamer voor het zomerreces te informeren. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen zeggen toe voor de zomer de Kamer te informeren over de integrale aanpak IV voor de Belastingdienst waarin de zeer bruikbare aanbevelingen van EY, KPMG en BIT worden verwerkt. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris Van Huffelen in Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» op 27 februari 2020, Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 10 |
In behandeling. Planning is om de Kamer voor het zomerreces te informeren. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen zeggen toe voor de zomer de Kamer te informeren over denkbare en werkbare alternatieven om de btw-richtlijnen over elektronische handel tijdig te kunnen realiseren. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris Van Huffelen in Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» op 27 februari 2020, Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 11 |
In behandeling. Planning is om de Kamer voor het zomerreces te informeren. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en van Huffelen zeggen toe om de prestaties van de organisaties meetbaar te maken door middel van herziene indicatoren, die worden opgenomen in de begroting van het Ministerie van Financiën. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris Van Huffelen in Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» op 27 februari 2020, Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 12 |
In behandeling. De herziene indicatoren worden opgenomen in de begroting van het Ministerie van Financiën. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen zeggen toe voor de zomer de Kamer te informeren over de achtergrond, omvang en eventuele gevolgen van de problematiek omtrent schulden die zijn verjaard. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris Van Huffelen in Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» op 27 februari 2020, Kamerstuk 30 166, nr. 607, p. 13 |
In behandeling, planning is om de Kamer voor het zomerreces te informeren. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe dat hij de Kamer uiterlijk 24 april een brief zal sturen over de Fraude Signalering Voorziening (FSV), waarin hij onder meer in zal gaan op de ontstaansgeschiedenis van het systeem, de wetten die (ook voor de invoering van de AVG) werden overtreden, waar de informatie is gebleven die uit de FSV is verwijderd, hoe belastingplichtigen die op de «zwarte lijst» stonden worden geïnformeerd, de toegang tot de FSV, de impact die het voor belastingplichtigen had om op de «zwarte lijst» te staan en een tijdlijn vanaf januari vorig jaar, waarin specifieke aandacht zal zijn voor de week waarin journalisten reeds de beschikking hadden over de gegevensbeschermingseffectbeoordeling. Tevens zal hij in deze brief ingaan op de uitkomsten van de actieve doorlichting naar het bestaan van andere lijsten/systemen die door de Belastingdienst worden gebruikt. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 73 |
In behandeling. In de brief van 28 april jl. (Fraude Signalering Voorziening (FSV) – Stappen op weg naar een signaleringsvoorzieningen fraudebestrijding bij de Belastingdienst die voldoet aan wet- en regelgeving) (Kamerstuk 31 066, nr. 632) hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken. Daarnaast is uw Kamer 26 mei jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 650) geïnformeerd over de voortgang op dit dossier en het externe onderzoek. Uiteraard informeren wij u ook over de uitkomsten van het onderzoek en hoe de Belastingdienst dat zal verwerken in zijn toezicht. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan het lid Van Weyenberg toe dat hij de Kamer nader zal informeren over de boetes die belastingplichtigen krijgen die per ongeluk kleine vergissingen hebben gemaakt. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 73–74 |
In behandeling, de toegezegde brief, over boetes die belastingplichtigen krijgen die per ongeluk kleine vergissingen hebben gemaakt, wordt naar verwachting begin juni 2020 aar uw Kamer gezonden. In deze brief wordt ook ingegaan op de vraag die over dit onderwerp is gesteld in het AO Belastingdienst van 25 september jl. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan het lid Omtzigt toe dat hij de Kamer nader zal informeren over de praktische kanten van rechtsbescherming als de Belastingdienst een fout heeft gemaakt die negatieve gevolgen heeft voor een belastingplichtige. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 74 |
In behandeling, de toegezegde brief over de praktische kanten van rechtsbescherming als de Belastingdienst een fout heeft gemaakt die negatieve gevolgen heeft voor een belastingplichtige, zal in juni naar uw Kamer worden gestuurd. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan het lid Nijboer dat hij de Kamer in het Jaarplan 2021 van de Belastingdienst zal informeren over de afname van het aantal controles door de Belastingdienst. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 74 |
In behandeling. Planning is om de Kamer in het Jaarplan 2021 van de Belastingdienst te informeren. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan de leden Lodders en Stoffer toe dat hij de Kamer zal informeren over de mogelijkheden om zowel in digitale als in fysieke vorm te communiceren met de Belastingdienst. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 74 |
In behandeling. Om te komen tot het doorvoeren van een fundamentele transformatie van de dienstverlening en interactie bij de Belastingdienst, Toeslagen en Douane hebben we een extern onderzoek uitgezet. In juni van dit jaar informeer ik uw Kamer nader over de opzet en het verloop van het onderzoek. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan het lid Van Otterloo toe dat hij de Kamer naar aanleiding van de voorjaarsbesluitvorming nader zal informeren over extra middelen die nodig zijn voor bezwaarafhandeling met specifieke aandacht voor bezwaarafhandeling box 3. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 74 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt mede naar aanleiding van het lid Leijten toe dat hij de Kamer nader zal informeren over mogelijkheden aangaande externe toetsing op de Belastingdienst. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 74 |
In behandeling. Wij zijn de mogelijkheden voor extern toezicht aan het onderzoeken en zullen uw Kamer uiterlijk aankomende zomer nader informeren over de vraag of en zo ja hoe dit externe toezicht vormgegeven kan worden. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe na overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken de Kamer een brief te sturen over e-herkenning, waarin hij in zal gaan op de kosten van het doen van aangifte, het ontbreken van een wettelijke basis ten aanzien van het verplichte gebruik van e-herkenning, een vergelijking met omringende landen en welke alternatieve scenario’s er zijn. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 74 |
De brief over de kosten van eHerkenning en het onderzoek dat is gedaan naar Europese implementatie van authenticatiemiddelen zijn door de Staatssecretaris van BZK, mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, wordt in juni naar uw Kamer gezonden. Een brief over de wettelijke basis ten aanzien van het verplichte gebruik van eHerkenning is 24 april jl. naar uw Kamer gezonden. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe dat hij de Kamer een Update jaarplan Belastingdienst zal sturen. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 75 |
In behandeling, de update op het jaarplan kan uw Kamer in juni 2020 verwachten. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretarissen van Huffelen en Vijlbrief zeggen aan het lid Snels toe dat zij de Kamer nader zal informeren over de uitwerking van de pijler cultuur bij de Belastingdienst ten aanzien van rechtsbescherming. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris van Huffelen tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 73 |
In behandeling, de Kamer wordt voor het zomerreces geïnformeerd over de vervolgaanpak van het externe cultuuronderzoek, waarin deze toezegging wordt meegenomen. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris van Huffelen zegt aan het lid Lodders toe dat zij de Kamer nader zal informeren naar aanleiding van vragen over de screening douaniers. |
Staatssecretaris van Huffelen tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 20202, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 75 |
In behandeling, de toegezegde brief zal naar verwachting, in juni 2020 naar uw Kamer worden gezonden. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer tijdens het AO Belasting- en socialezekerheidspositie van de grensarbeider, 5 maart 2020, aan de Belastingdienst een beoordeling te vragen of bepaalde Duitse socialezekerheidsstelsels (zoals de Beamtenversorgung, de Soldatenversorgung, Alterssicherung der Landwirte en de berufständische Versorgungseinrichtungen) te beoordelen naar Nederlandse maatstaven. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belasting- en socialezekerheidspositie van de grensarbeider, 5 maart 2020, Kamerstuk 26 834, nr. 48, blz. 10–11 |
In behandeling; eind mei wordt de uitkomst van de beoordeling verwacht. Daarna zullen wij de Kamer informeren. |
2019–2020 |
TK |
Minister Hoekstra zegt de Kamer toe de situatie omtrent belastingaangifte en specifiek de mensen die daarbij van hulp afhankelijk zijn te blijven monitoren en de Kamer op de hoogte te houden. |
Minister Hoekstra tijdens debat over de actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus, 18 maart 2020, Handelingen II 2019/20, item 64, nr. 2 |
In behandeling, loopt mee in reguliere monitoring. Belastingplichtige die zich hebben aangemeld voor de HUBA hebben standaard uitstel gekregen. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretaris zegt toe aan de Kamer in het verslag SO van 5 februari 2020 het voorgenomen kader te doen toekomen zodra dit gereed is en instemming van de medezeggenschap verkregen is. |
Staatssecretaris in het verslag SO van 5 februari 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 597, p. 6 |
In behandeling. De medezeggenschap heeft in april 2020 ingestemd met het kader. |
2019–2020 |
TK |
De Staatssecretaris Vijlbrief zegt in bijlage 7 van de brief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» Kamerstukk 31 066, nr. 607 toe, de kamer op de hoogte te stellen van de vraag in hoeverre de polisadministratie bij het vaststellen van de voorlopige aanslag (VA) kan worden betrokken. |
Staatssecretaris Vijlbrief in bijlage 7 van de brief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen», 27 februari 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 607 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris van Huffelen over de transformatie van de dienstverlening en interactie bij de Belastingdienst is een extern onderzoek uitgezet. |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris van Huffelen in Kamerbrief Belastingdienst van 4 maart» van datum 28 april 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 634, blz. 2 |
In behandeling, in juni van dit jaar informeer ik uw Kamer nader over de opzet en het verloop van het onderzoek. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe de Kamer te informeren over het onderzoek waarborgen behandeling fraudesignalen en het onderzoek informatiestromen en fraudemeldpunten |
In behandeling. |
|
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt aan het lid Snels toe dat zij in de reeds aangekondigde Kamerbrief over het onjuist informeren van de Nationale ombudsman met betrekking tot vervolgingskosten dieper in zal gaan op de oorzaken van het onjuist informeren. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 73 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe dat periodiek zowel de Nationale ombudsman als de Tweede Kamer (via de moties- en toezeggingenbrief) geïnformeerd worden over het plan van aanpak, de correctie van de ten onrechte niet verlaagde kosten (zowel met betrekking tot de periode 2014–2018 als de periode daarna) en de voortgang met betrekking tot het oplossen van het probleem. |
Staatssecretaris Vijlbrief in brief «Reactie op verzoek commissie over onjuiste informatieverstrekking door de Belastingdienst aan de Nationale ombudsman», 2 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 603, blz. 3 |
Voor voortgang zie fiscale moties en toezeggingenbrief voorjaar 2020. |
2013–2014 |
TK |
Staatssecretaris Weekers zegt toe aan Kamerlid Nijboer tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in het voorjaar 2014 of wanneer meer inzicht bestaat in de gemeentelijke maatwerkvoorziening Wmo, dat de fiscale regeling voor chronisch zieken en gehandicapten verder zal worden vereenvoudigd en in samenspraak met VWS tegen het licht worden gehouden. |
Staatssecretaris Weekers tijdens de Algemene financiële beschouwingen op 17 oktober 2013. Handelingen II 2013/14, nr. 15, item 7, blz. 2. De Staatssecretaris heeft de toezegging herhaald tijdens het WGO Belastingplan op 4 november 2013. Kamerstuk 33 752, nr. 78, blz. 8 |
In behandeling. |
2016–2017 |
TK |
Staatssecretaris Wiebes zegt toe aan Kamerlid Schouten tijdens het WGO van 7 november 2016 een brief te sturen over het begrip vermogen en betalingscapaciteit. De regeling waarin dit wordt uitgelegd zal als concept aan de Kamer worden voorgelegd. |
Staatssecretaris Wiebes tijdens het WGO op 7 november 2016. Kamerstuk 34 552, nr. 70, blz. 110 |
In behandeling. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen 9 november 2017 om samen met de Minister van SZW aan de slag te gaan met de vervanging van de wet DBA. |
Staatssecretaris Snel tijdens de AFB op 9 november 2017. Handelingen II 2017/18, nr. 20, item 16, blz. 83 |
In behandeling. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Snels tijdens debat «Voortzetting van de behandeling van: Het wetsvoorstel Wijziging van de Wet Inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld» op 22 november 2017, om bij een volgende evaluatie van de eigenwoningregeling ook de werking van de wet afschaffen wet Hillen mee te nemen. |
Staatssecretaris Snel tijdens de behandeling van het Belastingplan 2018 in de Tweede Kamer op 22 november 2017. Handelingen II 2017/18, nr. 25, item 9, blz. 8 |
In behandeling. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg, tijdens het AO Belastingontwijking 29 maart 2018, om updates te geven over de stand van zaken m.b.t Public CbCR, genoemd wordt om dit te doen tijdens AO Ecofin. |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Belastingontwijking 29 maart 2018; Handelingen II 2017/18, nr. 67, item 8, blz. 24 |
Deze toezegging ziet op een doorlopend proces en wordt veelal behandeld bij de Ecofin. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg, tijdens AO Belastingontwijking van 29 maart 2018, te blijven pleiten voor meer transparantie in de EU-Gedragscodegroep. «Overigens heb ik volgens mij in een vorig AO Ecofin-Raad al gezegd dat wij groot voorstander zijn van volle transparantie rond die EU-Gedragscodegroep. Wij blijven daar ook voor pleiten en hebben dat nu al een aantal keren op de agenda gezet. Dat zullen wij blijven doen." |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Belastingontwijking 29 maart 2018; Handelingen II 2017/18, nr. 67, item 8, blz. 24/25 |
Deze toezegging ziet op een doorlopend proces en wordt veelal behandeld bij de Ecofin. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens het AO Belastingontwijking van 29 maart 2018 dat wanneer veranderingen optreden een update van het overzicht zwarte lijst gedeeld wordt met de Kamer. |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Belastingontwijking 29 maart 2018; Handelingen II 2017/18, nr. 67, item 8, blz. 24/25 |
Deze toezegging ziet op een doorlopend proces en wordt veelal behandeld bij de Ecofin. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens het debat «Belastingdruk voor een-verdieners» van 24 mei 2018, een symposium op te zetten om te spreken over de modellen en de economische keuzes, en samen met het CPB, de WRR en wellicht een aantal oud-politici en hoogleraren een discussiepaper te schrijven. |
Staatssecretaris Snel tijdens debat Belastingdruk voor een-verdieners 24 mei 2018; Handelingen II 2017/18, nr. 85, item 7, blz. 15 |
Het symposium is in overleg met Kamerlid Omtzigt verplaatst naar een later moment omdat destijds weinig animo was voor het symposium om economische modellen bij het CPB te bespreken. Kortom: Symposium moet nog op enig moment georganiseerd worden. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019 per brief, 12 november 2018, om in contact te zullen treden met de Nationale ombudsman om te bezien of het nodig en mogelijk is iets te doen voor mensen die (mede) als gevolg van de bbz-problematiek in de wettelijke schuldsanering voor natuurlijke personen (WSNP) zijn beland en de Tweede Kamer over de uitkomsten schriftelijk te informeren. |
Staatssecretaris per brief m.b.t. behandeling Belastingplan 2019, 12 november 2018; Kamerstukken 35 026 en 35 030, nr. 38, blz. 3 |
Tot 31-12-2019 kan een aanvraag ingediend worden voor compensatieregeling. Daarnaast zijn informatielijnen uitgezet via gemeenten, VNO-NCW, belastingdienst toeslagen, K.v.K en MKB-Nederland. In samenwerking met SZW kijken hoe de aandacht van de potentiële doelgroep te trekken. Uit gesprekken met de Nationale ombudsman blijkt dat er geen bewijs is dat mensen in de WSNP beland zijn. Graag verwijs ik u ook naar de brief: Kamerstukken II 2018/19, 35 000 IX, nr. 25 |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de leden van Groenlinks in Nota naar aanleiding van het Verslag Wet bedrijfsleven 2019, 5 november 2018, te onderzoeken of een gerichte aanpassing van het fbi-regime voor vastgoed-fbi’s mogelijk en uitvoerbaar is. |
Staatssecretaris Snel in Nota naar aanleiding van het Verslag Wet bedrijfsleven 2019, 5 november 2018; Kamerstukken II 2018/19, 35 028, nr. 21, blz. 45 |
Loopt mee in onderzoek fbi's en vbi's gepland voor 2021. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 14 november 2018, dat de vrijstelling voor Denksport blijft gelden hangende het onderzoek. In het eerste kwartaal 2019 na gesprekken met de sector zal de kamer nader worden geïnformeerd. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 14 november 2018; Handelingen II 2018/19, nr. 23, item 10, blz. 17–18 |
Het onderzoek is in een afrondende fase. U zult zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd over de afgedane toezegging. |
2017–2018 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens debat Behandeling van het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage, 5 juni 2019, te bekijken d.m.v. een evaluatie hoe de wet in de praktijk uitpakt. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling van het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage, 5 juni 2019; Handelingen II 2018/19, nr. 89, item 3, blz. 14 |
Deze gedane toezegging wordt in een later stadium relevant. Naar verwachting komt een update in 2021. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Leijten tijdens behandeling van het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage, 5 juni 2019, een periodieke analyse te maken om meer inzicht te krijgen in de werking van de wet en hoe dit vorm te geven. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling van het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage, 5 juni 2019; Handelingen II 2018/19, nr. 89, item 3, blz. 9 |
Deze gedane toezegging wordt in een later stadium relevant. Naar verwachting komt een update in 2021. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerleden Leijten en Snels tijdens behandeling van het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage, 5 juni 2019, te kijken naar de kosten die volgen uit arbitrage en hoe deze wellicht te verhalen. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling van het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage, 5 juni 2019; Handelingen II 2018/19, nr. 89, item 3, blz. 10 |
Deze gedane toezegging wordt in een later stadium relevant. Naar verwachting komt een update in 2021. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Snels tijdens behandeling van het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage, 5 juni 2019, te bekijken hoe andere lidstaten de omzetting hebben toegepast voor het implementeren van deze wetgeving wanneer hierover informatie over beschikbaar is. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling van het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage, 5 juni 2019; Handelingen II 2018/19, nr. 89, item 3, blz. 7 |
Deze gedane toezegging wordt in een later stadium relevant. Naar verwachting komt een update in 2021. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Stoffer tijdens een AO over de Herziening Belastingstelsel, 27 juni 2019, in 2020 de hele energiebelasting integraal te evalueren Smart Charging gaat hierin meegewogen worden. |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Herziening Belastingstelsel, 27 juni 2019; Kamerstuk 32 140, nr. 58, blz. 57 |
Smart Charging wordt voor de gehele energiebelasting integraal geëvalueerd. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe in de beantwoorden van vragen van het lid Lodders over het bericht"Expat Americans given one-year reprieve on US repatriation tax», 29 juni 2018, om problematiek via verschillende kanalen te blijven bespreken en de Kamer hiervan op de hoogte te houden. |
Staatssecretaris Snel in antwoord op Kamervragen over het bericht"Expat Americans given one-year reprieve on US repatriation tax», 29 juni 2018; Aanhangsel Handelingen II, 2017/18, nr. 2609, blz. 3 |
Over de stand van zaken is de Tweede Kamer geïnformeerd in de beantwoording van Kamervragen: Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 361 en Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2158 |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Wiebes zegt toe in beantwoording van Schriftelijke Overleg fiscale moties en toezeggingenbrief aan de Tweede Kamer, 14 april 2018, om uw Kamer elk jaar te informeren over de rendementspercentages voor box 3 voor het komende belastingjaar. |
Staatssecretaris Wiebes in beantwoording van Schriftelijk Overleg fiscale moties en toezeggingenbrief aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 34 550 IX, nr. 5), 14 april 2017; Kamerstuk 34 550 IX, nr. 22, blz. 26. |
Met Prinsjesdag komen de rendementspercentages voor 2021. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamerleden tijdens het AO Raad voor Economisch en Financiële Zaken, 4 september 2019, de Kamer meteen te betrekken bij nieuwe ontwikkelingen rondom Europese voorstellen aangaande energiebelastingen. |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Raad voor Economische en Financiële Zaken, 4 september 2019; Kamerstuk 21 501-07, nr. 1625, p. 27 |
Er zijn nog geen nieuwe ontwikkelingen. Wanneer deze er zijn dan wordt een nieuw voorstel gedaan. |
2019–2020 |
TK |
Minister-President Rutte zegt toe aan Kamerlid Dijkhoff tijdens debat Algemene Politieke Beschouwingen, 18 september 2019, te kijken naar een fiscale maatregel om loongroei bij bedrijven te stimuleren. |
Minister-President Rutte tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, 19 september; Handelingen II 2019/20, nr. 3, item 3, blz. 29 |
Het rapport van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals is met uw Kamer gedeeld. In de zomer volgt een kabinetsreactie hierop. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg, tijdens AO Belastingdienst 25 september 2019, dat een brief naar de Kamer gaat met daarin een uitweiding over de strikte wetgeving rondom verzuimboetes waarbij een uitzondering maken niet mogelijk is. |
Staatssecretaris Snel tijdens AO Belastingdienst 25 september 2019; Kamerstuk 31 066 nr. 532 blz. 59 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019: voor de plenaire behandeling een lijst kunnen te leveren van de tien meest verkochte abonnementen van elektronische en de tien meest verkochte schoolboeken. En antwoord op de vraag hoe het zit met de btw bij periodieke betalingen. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 44–45 |
De lijst is opgevraagd. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens het Wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, om voor de zomer samen met de Minister van Infrastructuur en Waterschappen een tussenrapportage te maken m.b.t. rekeningrijden. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 90 |
Het onderzoek loopt. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens het Wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, een inschatting te maken van de samenloop tussen ATAD 2 en bilaterale verdragen. Omtzigt: «...over een jaar of zo een terugrapportage krijgen." |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 137–139 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris zegt toe aan Kamerlid Snels tijden het Wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november, een milieubelasting voor de grote scheepvaart te voorstellen om op de Ecofin agenda te zetten. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 97 |
Dit onderwerp wordt geclusterd met soortgelijke onderwerpen als deze opkomen op de Ecofin agenda. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer in Nota naar aanleiding van het Verslag «Overige fiscale maatregelen», 22 oktober 2019, in voortzetting van toezegging van voormalig Staatssecretaris Wiebes, de Kamer te informeren wanneer bepaalde berichten of groepen personen onder de keuzeregeling worden gebracht (blz. 23–24).Op blz. 26 geven we aan dat we ons aan die toezegging houden in reactie op de vraag van het CDA om expliciete bevestiging van de eerder gedane toezegging. |
Staatssecretaris Snel in Nota naar aanleiding van het Verslag «Overige fiscale maatregelen», 22 oktober 2018; Kamerstuk 35 303 nr. 6, blz. 23–24, 26 |
Op z'n vroegst relevant 1-7-2021, wanneer de keuzeregeling in werking treedt. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer in Nota naar aanleiding van het Verslag «Overige fiscale maatregelen», 22 oktober 2019, burgers die geen keuze maken voor contact via post of elektronisch een standaardwaarde toegekend krijgen (papier of digitaal). De burger wordt tijdig geïnformeerd over de standaardwaarde. De invulling van de standaardwaarde wordt in een ministeriële regeling vastgesteld. |
Staatssecretaris Snel in Nota naar aanleiding van het Verslag «Overige fiscale maatregelen», 22 oktober 2018; Kamerstuk 35 303 nr. 6, blz. 25–26 |
In behandeling. |
2018–2019 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 13 november 2019, te kijken of nog meer bekendheid kan worden gegeven aan de compensatie van de leenbijstand. Ook wordt bekeken of de regeling langer open kan blijven of kan een campagne in een ultieme poging om toch nog mensen te vinden die er tot nu toe niet waren. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 27 |
De verwachting is om met Prinsjesdag deze toezegging af te kunnen doen. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer tijdens behandeling van pakket Belastingplan 2019, 13 november 2019, na ontvangst van het advies van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen zo snel mogelijk een kabinetsreactie op te stellen en naar de Kamer te sturen. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 32 |
Hier wordt breed binnen MINFIN aan gewerkt. |
2019–2020 |
TK |
Staatsecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer tijdens het AO Ecofin, 12 februari 2020, «Met collega's in Europa af te spreken of de criteria van de Europese fiscale zwarte lijst duidelijker kunnen worden opgesteld.» |
Staatssecretaris Vijlbrief, tijdens AO Ecofin 12 februari 2020; Kamerstuk 21 501-07, nr. 1682, blz. 23 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer tijdens het AO Belasting- en socialezekerheidspositie van de grensarbeider, 5 maart 2020, om met Belgische ambtsgenoot De Croo te kijken of er snel onderhandelingen over een nieuw belastingverdrag op korte termijn hervat kunnen worden en hierover wordt de Kamer geïnformeerd. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belasting- en socialezekerheidspositie van de grensarbeider, 5 maart 2020, Kamerstuk 26 834, nr. 48, blz. 9 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer tijdens het AO Belasting- en socialezekerheidspositie van de grensarbeider, 5 maart 2020, met een zo volledig mogelijk overzicht van situaties van discoördinatie tussen belastingheffing en premieheffing te komen in relatie tot België en Duitsland. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belasting- en socialezekerheidspositie van de grensarbeider, 5 maart 2020, Kamerstuk 26 834, nr. 48, blz. 10 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer tijdens het AO Belasting- en socialezekerheidspositie van de grensarbeider, 5 maart 2020, onderzoek te doen naar de mogelijkheden in relatie tot België en Duitsland voor een drempelregeling voor thuiswerkdagen van grensarbeiders en dit ook aan te kaarten bij de OESO. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belasting- en socialezekerheidspositie van de grensarbeider, 5 maart 2020, Kamerstuk 26 834, nr. 48, blz. 12 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer in de «brief forfaitaire rendementen box 3», 3 maart 2020, de Kamer te informeren over het aantal gevallen die door de correctie onder de teruggaafgrens van 15 euro komen te vallen en op basis daarvan bekeken wordt of teruggave hiervan operationeel uitvoerbaar is op een proportionele wijze. |
Staatssecretaris Vijlbrief in «brief forfaitaire rendementen box 3», 3 maart 2020; Kamerstuk 35 302, nr. 75, blz. 3 |
Het onderzoek naar het aantal gevallen loopt nog. Over de resultaten zal in de volgende fiscale moties en toezeggingenbrief worden gerapporteerd. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief en Staatssecretaris van Huffelen zeggen toe aan de Kamer in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen», op Prinsjesdag de Kamer te informeren over alternatieve methoden om de betalingskorting voor de vennootschapsbelasting per 2021 af te schaffen. |
De Staatssecretarissen van Financiën in de Kamerbrief «Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen», 27 februari 2020; Kamerstuk 31 066, nr. 607, blz. 11 |
Het kabinet neemt dit mee in de Augustusbesluitvorming en terugkomen in de miljoenennota. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer tijdens de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel vliegbelasting, 11 maart 2020, een onderzoek naar weglekeffecten vracht (Schiphol en MAA) te doen en dit voor Prinsjesdag te delen met de Kamer. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens behandeling Wetsvoorstel Vliegbelasting, 11 maart 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 62, item 10, blz. 31–32 |
In behandeling. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer, tijdens de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel vliegbelasting, 11 maart 2020, de vracht te monitoren tot aan een evaluatie (die na 2 jaar is toegezegd in het amendement), inclusief een tussenrapportage na 1 jaar naar de Kamer te verzenden. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens behandeling Wetsvoorstel Vliegbelasting, 11 maart 2020; Handelingen II 2019/20, nr. 62, item 10, blz. 47 |
Deze toezegging kan behandeld worden zodra de vliegbelasting in werking is getreden. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan de Kamer in brief «beantwoording vragen schriftelijke overleg pijler 2», 10 februari 2020, om de Kamers een update te sturen voorafgaand aan de volgende plenaire vergadering van het Inclusive Framework op 1-2 juli. |
Staatssecretaris Vijlbrief in brief «beantwoording vragen schriftelijk overleg pijler 2», 10 februari 2020; Kamerstuk 32 140, nr. 66, blz. 14 |
De plenaire vergadering van het Inclusive Framework in Berlijn is in verband met de coronacrisis uitgesteld tot oktober. Voorafgaand aan de vergadering in oktober zal een brief naar de Kamers worden verzonden. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens het Wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019, om de emissievrije voertuigen binnen het doelgroepenvervoer te blijven monitoren om te kijken of het goed gaat. |
Staatssecretaris Snel tijdens het wetgevingsoverleg pakket Belastingplan 2020, 4 november 2019; Kamerstuk 35 302, nr. 68, blz. 79 |
De evaluatie vindt plaats in 2021 door I&W. |
2019–2020 |
TK |
Staatsssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens behandeling pakket Belastingplan 2020, 13 november 2019, onderzoek te doen naar de verlenging van het verlaagde tarief in de energiebelasting voor de laadpalen. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 15 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Van Weyenberg tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 13 november 2019, dat contact gezocht is met Ministerie I&W over de milieu-investeringsaftrek. I&W is bezig met het opstellen van de Milieulijst 2020 in de MIA en daaraan het doelgroepenvervoer toevoegen. Daarnaast de toezegging dat dit gemonitord wordt. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 16 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 13 november 2019, mee te nemen in het monitoringsverzoek van Kamerlid Van Weyenberg, of er knelpunten ontstaan bij de wat langere ritten? |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 17 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Lodders tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 13 november 2019, dat signalen uit de praktijk om zoveel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over de vraag hoe en wanneer het beste aan deze documentatieplicht kan worden voldaan, wordt gemonitord. Dit kan op zijn vroegst met Belastingplan 2022 gedaan. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 18 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens behandeling pakket Belastingplan 2019, 13 november 2019, de ACM te benaderen en te vragen de prijsontwikkeling van krantenabonnementen en schoolboeken te onderzoeken i.c.m. de prijsontwikkeling btw-verlaging op de elektronische tegenhangers van boeken en tijdschriften. |
Staatssecretaris Snel tijdens behandeling Pakket Belastingplan, 13 november 2019; Handelingen II 2019/20, nr. 23, item 8 blz. 24 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Snel zegt toe aan de Kamer in de brief «Beantwoording Schriftelijk overleg over het door de Algemene Rekenkamer toegezonden Rapport «Forfaits in het belastingstelsel», 5 december 2019, de Kamer te informeren in het eerste kwartaal 2020 over welke forfaits in aanmerking komen voor actualisatie. |
Staatssecretaris Snel in Kamerbrief «Beantwoording Schriftelijk Overleg over het door de Algemene Rekenkamer toegezonden rapport «Forfaits in het belastingstelsel», 5 december 2019; Kamerstuk |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
2019–2020 |
TK |
Staatssecretaris Vijlbrief zegt toe aan Kamerlid Omtzigt tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, dat hij de Kamer binnen een maand zal informeren over de implementatie van de richtlijn e-commerce. |
Staatssecretaris Vijlbrief tijdens AO Belastingdienst, 4 maart 2020, Kamerstuk 31 066, nr. 622, p. 74 |
Zie de moties en toezeggingenbrieven. |
Zie Handelingen II 2018/2019, nr. 105, item 8, Kamerstuk 35 000 IX, nr. 19, p. 18 en Kamerstuk 35 300 IX, nr. 4, p. 14.
Artikel 1 van het Reglement Beroepsuitoefening (Code of Conduct), te vinden via: https://www.nob.net/system/files/content/article/uploads/Reglement%20Tuchtzaken.pdf.
Zie het Reglement Tuchtzaken, te vinden via: https://www.nob.net/system/files/content/article/uploads/Reglement%20Tuchtzaken.pdf.
Eerste indiening motie 5 juni 2019. Motie is aangepast op 4 juli 2019, zie Kamerstuk 35 110, nr. 13.
Regeling van de Minister voor Milieu en Wonen, van 17 december 2019, nr. IENW/BSK-2019/252702, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (vaststelling Milieulijst 2020). (Stcrt. 2019, nr. 69053).
Forfaits in het belastingstelsel. Den Haag: Algemene Rekenkamer (2019), Kamerstuk 32 140, nr. 53.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35300-IX-20.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.