4 Renovatie Binnenhof

Aan de orde is het VAO Renovatie Binnenhof (AO d.d. 23/05).

De voorzitter:

We gaan naar een VAO over de renovatie van het Binnenhof. Ik heet de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom en geef mevrouw Diks namens GroenLinks het woord.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Het AO en de gesprekken hieraan voorafgaand zijn natuurlijk allemaal door mijn oud-collega Rik Grashoff gevoerd. Ik heb dit onderwerp van hem overgenomen, en met veel plezier, moet ik zeggen.

Er zijn voorstellen gedaan voor verschillende moties. Ik zal er zo dadelijk ook een aantal voorlezen. De heer Middendorp dient er ook een in die ik met veel plezier ondersteun.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de renovatie van het Binnenhof een aangewezen moment is om het complex en de gebouwen in de omgeving te verduurzamen;

overwegende dat er praktische en boekhoudkundige belemmeringen zijn die het maximale rendement in de weg kunnen staan;

overwegende dat gebouwen in de directe omgeving van het Binnenhof mee zouden kunnen profiteren van een duurzame exploitatie van het Binnenhof;

verzoekt de regering om te onderzoeken welke mogelijke duurzaamheidsmaatregelen genomen kunnen worden waarbij ook de directe omgeving van het Binnenhof kan meeparticiperen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Diks. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 36 (34293).

Mevrouw Diks (GroenLinks):

En de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het centrum van Den Haag veel overheidsgebouwen staan;

overwegende dat het van groot belang is om de gebouwde omgeving zo snel als mogelijk te verduurzamen en in Den Haag een grote stap gezet kan worden als overheidsgebouwen worden verduurzaamd;

overwegende dat de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland bezig zijn met plannen om van het gas af te gaan en samenwerking met de rijksoverheid hierbij van groot belang is;

verzoekt de regering om de inspanningen en plannen van de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland om van het gas af te gaan en de gebouwde omgeving in het centrum van Den Haag te verduurzamen maximaal te ondersteunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Diks. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 37 (34293).

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. We hebben hier een prettig debat over gevoerd met de staatssecretaris, maar wat ons betreft zijn nog niet alle puntje op de i gezet. Dus ik heb een aantal moties. Dat zal de staatssecretaris vast niet verbazen. Het zijn er drie. De eerste gaat over het Binnenhof aardgasvrij.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende de versnelde afbouw van de gaswinning in Groningen;

constaterende dat heel Nederland aardgasvrij wordt;

overwegende de voorbeeldfunctie van het parlement;

constaterende dat de vorige renovatie van het Binnenhof in 1992 plaatsvond;

overwegende dat beslissende stappen op het gebied van duurzaamheid daarom nu moeten worden gezet;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat het Binnenhof na de renovatie aardgasvrij is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 38 (34293).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het belang van verduurzaming van de gebouwde omgeving, inclusief het Binnenhof;

verzoekt de regering om de Kamer tijdig te informeren en te betrekken bij verduurzamingskeuzes die zich voordoen tijdens de renovatie van het Binnenhof,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 39 (34293).

De heer Wassenberg (PvdD):

En de laatste motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er onvoldoende budget voor verduurzaming van het Binnenhof is begroot;

spreekt uit dat verduurzaming van het Binnenhof geen luxe is, maar noodzaak;

verzoekt de regering om te zoeken naar extra budget voor verdere verduurzaming,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 40 (34293).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Middendorp namens de VVD.

De heer Middendorp (VVD):

Dank, voorzitter. De verbouwing van het Binnenhof moet sober, doelmatig en met de hoogst mogelijke transparantie gebeuren. Het gaat om veel geld en we liggen onder een vergrootglas van de samenleving, want het gaat om ons. Het project mag niet misgaan; dat is ook belangrijk voor de democratie. Het moet dus een succes worden en het helpt dus niet als we in dit huis proberen met verhalen over de dikte van het behang of de exclusiviteit van de koffie, het project te kapen. De verbouwing moet zo open mogelijk gebeuren. Daar zijn we het over eens. Het is dan ook goed dat de Bouwbegeleidingscommissie haar verslagen openbaar gaat maken. Ik wil de volgende moties indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er jaarlijks een voortgangsrapportage over de verbouwing van het Binnenhofcomplex zal worden uitgebracht;

overwegende dat het hier een majeure en omvangrijke operatie betreft waarvoor 475 miljoen euro (prijspeil 2015) is gereserveerd die in vijfenhalf jaar afgerond moet zijn;

verzoekt de regering de Kamer twee keer per jaar te informeren door middel van een rapportage met betrekking tot de stand van zaken van de verbouwing van het Binnenhofcomplex;

verzoekt de regering tevens een eventuele overschrijding in budget en tijd gedurende de planning- en uitvoeringsfase die van substantiële invloed is op dit project direct aan de Kamer te melden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Middendorp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 41 (34293).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Bouwbegeleidingscommissie vanuit de Kamer betrokken is bij de verbouwing van het Binnenhofcomplex en dat deze commissie in beslotenheid vergadert;

constaterende dat vragen zijn gesteld over deze beslotenheid en dat de Bouwbegeleidingscommissie ook documenten bespreekt van het Rijksvastgoedbedrijf;

van mening dat transparantie over de verbouwing van het Binnenhofcomplex waar mogelijk moet worden nagestreefd;

verzoekt de regering aan te geven welke documenten van het Rijksvastgoedbedrijf die in de Bouwbegeleidingscommissie besproken worden deels openbaar kunnen worden gemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Middendorp en Diks. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 42 (34293).

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van Eijs namens D66.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ook wij hadden tijdens het algemeen overleg punten over duurzaamheid. Daarom zal het ook niet verbazen dat we twee moties over dat onderwerp hebben.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel verduurzamingsmaatregelen, zoals zonnepanelen, zich ruim terugverdienen binnen de levensduur van het Binnenhof;

overwegende dat de staatssecretaris in het AO Renovatie Binnenhof heeft aangegeven dat de begrotingssystematiek ervoor zou kunnen zorgen dat verduurzamingsmaatregelen niet haalbaar zijn;

verzoekt de regering in kaart te brengen welke begrotings- en/of andere financiële regels de verduurzaming van rijksvastgoed bemoeilijken en of dit anders zou zijn bij een baten- en lastenstelsel;

verzoekt de regering tevens specifiek voor het Binnenhof vóór eind 2018 aan te geven wat de meerkosten en opbrengsten zijn van mogelijke verduurzamingsmaatregelen en zich maximaal in te spannen om het Binnenhof te verduurzamen, bij voorkeur binnen de bestaande begrotingsregels,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Eijs en Van der Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 43 (34293).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Binnenhof aangesloten is op een warmtenet;

constaterende dat dit warmtenet gevoed wordt met warmte uit een gascentrale;

verzoekt de regering in overleg te gaan met de aanbieder van warmte met als inzet het zo snel mogelijk afbouwen van de afhankelijkheid van het warmtenet van aardgas en dit contractueel vast te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Eijs en Van der Graaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 44 (34293).

Dan ga ik naar mevrouw Beckerman namens de SP-fractie.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Als Tweede Kamer besluiten we tot heel veel dingen die mensen in heel Nederland moeten doen. We roepen op tot verduurzaming en tot van het gas af aan. We vinden het belangrijk dat er emancipatie is. Dan vind ik dat we ook een voorbeeldfunctie hebben en bij onszelf moeten beginnen. Daarom heb ik van harte de motie van de heer Wassenberg meeondertekend om het Binnenhof geheel aardgasvrij te maken en heb ik van harte het voorstel van de heer Kops, dat nu door de VVD wordt gepresenteerd maar dat eigenlijk van de heer Kops was, meeondertekend om alle stukken openbaar te maken. Voor mij blijft er nog één belangrijk punt over. Dat is kinderopvang.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vrouwen na 100 jaar kiesrecht in de Tweede Kamer nog steeds ondervertegenwoordigd zijn;

overwegende dat veel jonge ouders moeite hebben gezin en het werk als Tweede Kamerlid te combineren;

overwegende dat kinderopvang en het zelf (borst)voeding kunnen geven binnen het gebouw van de Tweede Kamer het makkelijker kunnen maken het Kamerwerk en het ouderschap te combineren;

constaterende dat er discussie is ontstaan over kinderopvang binnen de tijdelijke huisvesting;

constaterende dat de Tweede Kamer een voorbeeldfunctie heeft;

spreekt uit dat er zowel in de tijdelijke huisvesting als na renovatie op het Binnenhof goede kinderopvang moet worden gerealiseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 45 (34293).

De heer Ronnes (CDA):

Ik ben het met mevrouw Beckerman eens dat er een goede voorziening moet zijn, maar bedoelt zij nu dat dat in het gebouw moet worden gerealiseerd, in beide gevallen?

Mevrouw Beckerman (SP):

Volgend jaar vieren we 100 jaar algemeen kiesrecht, waardoor alle arbeiders en alle vrouwen ook mochten stemmen. Dat is 100 jaar geleden. We zien nu dat in onze democratie steeds minder mensen gaan stemmen en ook dat de Kamer nog steeds geen goede afspiegeling is van de bevolking. Ik vind daarom dat het heel belangrijk is dat werk en ouderschap gecombineerd moet kunnen worden. We hebben de afgelopen maand een aantal collega's gezien die hun Kamerzetel hebben opgegeven om bij hun kinderen te kunnen zijn. Dat moeten ze zeker doen als ze dat willen, maar ik vind het jammer als we mensen echt de kans ontnemen. En ja, met een stemmingsbel is het erg lastig om zelf te voeden. Daarom pleit ik ervoor om dit binnen de Kamer te realiseren. Ik wil u erop wijzen dat bijvoorbeeld de beelden van een Australische parlementariër die in het parlement haar kind de borst gaf de wereld over gingen, dat het gemeld werd door RTL en NOS en dat dat voor heel veel mensen een inspiratie was. Voor mij hoeft dat niet hier, maar ik vind wel dat we die ouders echt de kans moeten geven om dit te doen binnen het gebouw.

De voorzitter:

Maar beperk het tot de motie. Geen uitgebreid debat over emancipatie; dat is natuurlijk hartstikke belangrijk, maar het gaat over die motie. Tot slot.

De heer Ronnes (CDA):

Ik probeer die motie goed te begrijpen. Volgens mij zijn er ook wettelijke randvoorwaarden waaraan we moeten voldoen. Dat moeten we ook zeker als werkgever doen, denk ik. Maar ik probeer het toch even duidelijk te krijgen in die motie. Als het nu zo is dat in het belang van het kind de voorziening van betere kwaliteit is, meer buitenruimte heeft en net langs de tijdelijke huisvesting is, of in ieder geval in de buurt, op een afstand die in de praktijk mogelijk is, en dat die voor het kind beter is, bent u dan toch voor de keuze om een minder goede oplossing te kiezen die misschien wel dichterbij is maar voor het kind minder goed?

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, tot slot.

Mevrouw Beckerman (SP):

Heel kort. Volgens mij is het binnen de tijdelijke huisvesting mogelijk. Het is nu natuurlijk lastig, want de stukken zijn natuurlijk niet openbaar, daar stemmen we volgende week over. Het is mogelijk binnen de tijdelijke huisvesting en ik vind dat we dat dan ook moeten doen, juist omdat we als Tweede Kamer een voorbeeldfunctie hebben en zeker de combinatie zelf voeden en stemmingsbellen erg ingewikkeld is. Dus als voorbeeld, want we vragen dit van heel Nederland. Laten we dat dan ook zelf doen, want voor de democratie is het van belang dat iedereen parlementariër zou moeten kunnen zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman. Ik kijk of de staatssecretaris gelijk kan reageren. O nee, natuurlijk niet, mijnheer Kops, u heeft gewoon het woord! Ik heb ook het algemeen overleg hierover gevolgd en ik zag hoe actief u daarin was en ik kan u niet zomaar overslaan. De heer Kops namens de PVV.

De heer Kops (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst het volgende. Ik ben heel blij dat ook de VVD blijkbaar tot inkeer is gekomen. Mijnheer Middendorp staat hier een beetje uit de hoogte te doen dat het een goed idee is om de BBC-verslagen openbaar te maken, maar in het AO zei hij wel degelijk wat anders. Toen vond hij het allemaal niet nodig. Dat is hypocriet, maar toch goed dat hij tot inkeer is gekomen.

Ik heb één motie en die spreekt voor zich.

De voorzitter:

De heer Middendorp wil even reageren op uw opmerking. De heer Middendorp, dat zeg ik toch goed?

De heer Middendorp (VVD):

Ja, dat zegt u goed, voorzitter. Ik hoorde dat het voorstel dat ik net gedaan heb het voorstel is dat de heer Kops — zonder "n" dus — eerder heeft gedaan, maar daar is geen sprake van, want wij zeggen nog steeds dat alles wat niet openbaar kan worden gemaakt, bijvoorbeeld vanwege de nationale veiligheid, niet openbaar moet worden gemaakt. En verder ben ik het niet helemaal eens met de heer Kops over wat zijn inbreng was bij het AO, want die ging over de exclusiviteit van koffie en het behang. Het ging over allemaal dingen die eigenlijk helemaal niet direct te maken hadden met het grote project waar we hier als Kamer voor staan. Ik wil in mijn voorstel juist de focus leggen op hoe we dit project op een goede manier tot een succes gaan maken.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter, ik heb eigenlijk geen idee waar de heer Middendorp het over heeft.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Middendorp (VVD):

Dat merk ik, ook al in het AO.

De voorzitter:

Zo. Gaat u verder.

De heer Kops (PVV):

In het AO pleitte ik inderdaad voor openbaarmaking van de stukken van de Bouwbegeleidingscommissie, zodat we er openlijk over kunnen debatteren. De heer Middendorp zei in het AO dat dat helemaal niet nodig was. Dus dan kunt u hier wel een beetje ingewikkeld gaan staan doen, een beetje uit de hoogte, maar u wilde niet openbaar maken. En dan hier, in deze plenaire zaal, een beetje mooie sier gaan maken? Schei toch uit.

Voorzitter. Zoals gezegd heb ik één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de renovatie van het Binnenhof een megalomaan prestigeproject is dat, met een budget van maar liefst 0,5 miljard, veel verder gaat dan noodzakelijk onderhoud;

constaterende dat de tijdelijke huisvesting, waar de Tweede Kamer tijdens de renovatie voor slechts vijfenhalf jaar zal vergaderen, super-de-luxe zal worden ingericht;

overwegende dat er van de door de regering beloofde "soberheid" niets terechtkomt, terwijl Nederlanders steeds meer de broekriem moeten aanhalen;

van mening dat dit onacceptabel is;

verzoekt de regering een streep te zetten door de huidige renovatieplannen en een goedkoper, minder vergaand, sober alternatief op te stellen — zonder overbodige luxe, onzinnige klimaat-/duurzaamheidsmaatregelen en andere geldverspilling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 46 (34293).

De heer Kops (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik of de staatssecretaris direct kan reageren. Dat is het geval. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Knops:

Dank u wel, voorzitter. Ik zal meteen beginnen met de moties te becommentariëren. Allereerst de motie van mevrouw Diks op stuk nr. 36, die de regering verzoekt om te onderzoeken welke mogelijke duurzaamheidsmaatregelen genomen kunnen worden, waarbij ook de directe omgeving van het Binnenhof kan meeparticiperen. Dat is exact wat op dit moment al gebeurt. De gemeente Den Haag, zojuist al genoemd, de provincie Zuid-Holland maar ook het Rijk trekken samen aan het project EnergieRijk Den Haag. In het debat heb ik ook betoogd dat als je de schaalgrootte aanpast en vergroot, je meer kansrijke en kosteneffectieve maatregelen kunt doorvoeren. Ik zie dat dus als ondersteuning van beleid, maar dat mag ik niet meer zeggen. Ik zou dus zeggen: oordeel Kamer. Daarbij teken ik wel aan dat het budget dat wij hebben geraamd en beschikbaar hebben gesteld voor de verbouwing van het Binnenhof natuurlijk rechtovereind staat.

De motie op stuk nr. 37, ook van mevrouw Diks, verzoekt de regering om de inspanningen en plannen van de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland om van het gas af te gaan en de gebouwde omgeving in het centrum van Den Haag maximaal te ondersteunen. We doen zelfs meer dan dat. We ondersteunen niet maximaal, we zijn een van de trekkers van dit project. In die zin is de motie een beetje overbodig, maar ik vind haar wel sympathiek en zou haar in die zin willen ondersteunen. Ik neem de motie over.

De voorzitter:

Dan kijk ik of er bezwaar is tegen het overnemen van de motie op stuk nr. 37 van mevrouw Diks. Dat is niet het geval.

De motie-Diks (34293, nr. 37) is overgenomen.

Staatssecretaris Knops:

Dan de motie van de heer Wassenberg en mevrouw Beckerman op stuk nr. 38, waarin de regering wordt verzocht er zorg voor te dragen dat het Binnenhof na de renovatie aardgasvrij is. Ik heb in het debat aangegeven dat de 970 kuub die we nu nog verstoken, teruggaat naar nul. Dat is dus een majeure besparing voor het Binnenhof, maar ik kan niet het warmtenet in een keer ontkoppelen en daarmee stoppen. Ik neem aan dat de heer Wassenberg dan ook bedoelt dat dat tot het verleden behoort. Als dat zo is, dan moet ik de motie ontraden.

Met de motie op stuk nr. 39 van de heer Wassenberg wordt de regering verzocht de Kamer tijdig te informeren over en te betrekken bij de verduurzamingskeuzes die zich voordoen tijdens de renovatie van het Binnenhof. Ik heb in het debat al toegezegd dat ik bij het gereedkomen van het voorontwerp van de renovatie inzicht geef in de afwegingen met betrekking tot duurzaamheid. Dat zal uiterlijk eind van dit jaar zijn. Ik zal de Kamer daar dan ook over informeren. Ik weet dat de Kamer veel waarde hecht aan dit onderwerp, dus als zich daar belangrijke zaken voordoen, zal ik de Kamer daar ook over informeren. Ik kan deze motie dus "oordeel Kamer" geven.

Dan de motie van de heer Wassenberg op stuk nr. 40. Daarin wordt de regering verzocht om te zoeken naar extra budget ...

De voorzitter:

U kunt de vorige motie natuurlijk ook overnemen. Als niemand, inclusief de heer Wassenberg, daar bezwaar tegen heeft, is dat ook een mogelijkheid.

Staatssecretaris Knops:

Dan neem ik hem over.

De voorzitter:

Ik zie dat niemand er bezwaar tegen heeft.

De motie-Wassenberg (34293, nr. 39) is overgenomen.

Staatssecretaris Knops:

Dan de motie op stuk nr. 40, waarin de regering verzocht wordt om te zoeken naar extra budget voor verdere verduurzaming. Daarvan heb ik al eerder aangegeven dat het budget leidend is. Dat is het kader. Wat we doen, is realistische maatregelen nemen die kosteneffectief zijn, die in de verhouding investering-energiewinst rendabel zijn. Alles wat extra gewenst wordt, bijvoorbeeld om het Binnenhof aardgasvrij te krijgen, vraagt op dit moment om gigantische investeringen. Dat kan ik dus niet toezeggen; dat extra budget is er nu ook niet. Als de heer Wassenberg van mening is dat dat budget er wel zou moeten komen, dan heeft hij uiteraard het recht van amendement. Ik moet deze motie ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 41 van de heer Middendorp. Daarin staan twee verzoeken. In het eerste verzoek wordt de regering gevraagd om de Kamer twee keer per jaar door middelen van een rapportage te informeren over de stand van zaken. Dat heb ik in het debat al heel ruimhartig toegezegd. Ik ben iemand die, als hij dingen toezegt, die ook gestand doet. Dit is dus in lijn met wat ik in reactie op de heer Middendorp in het debat al heb aangegeven.

Het tweede verzoek aan de regering is om eventuele substantiële overschrijdingen in budget en tijd gedurende de planning- en uitvoeringsfase direct te melden. Ook dat heb ik toegezegd. Ik ben graag bereid om dit te doen. Ik kan deze motie dus oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Als u het twee keer ruimhartig heeft toegezegd ... Ik wil me er inhoudelijk niet mee bemoeien, maar ik kijk naar de heer Middendorp.

De heer Middendorp (VVD):

Ik heb hier geleerd dat je moet kijken wat een toezegging inhoudt. Ik denk dat het goed is om de motie gewoon in stemming te brengen. Ik heb alles nog een keer nagelezen. Het is goed om te horen dat de staatssecretaris het allemaal gaat doen.

De voorzitter:

We hebben heel weinig moties ... Ik wil alleen meegeven dat het ontzettend belangrijk is om te kijken ... Als er een toezegging is ... Maar goed, het is uw goed recht om de motie in stemming te laten brengen. Laat ik het zo zeggen.

De heer Middendorp (VVD):

Graag.

De voorzitter:

Oké.

Staatssecretaris Knops:

Waarbij ik dan toch een aantekening wil maken. Als ik in het debat een toezegging doe en als die klip-en-klaar is, dan is dat wat mij betreft net zo hard is als een motie. Maar goed, daar gaat de Kamer zelf over.

Dan de motie op stuk nr. 42 van de heer Middendorp en mevrouw Diks. Zij verzoeken de regering om aan te geven welke documenten van het Rijksvastgoedbedrijf die in de Bouwbegeleidingscommissie besproken worden, deels openbaar kunnen worden gemaakt. Kijk, hier heb ik toch wel wat moeite mee. Dit is echt een zaak van de Kamer. Die Bouwbegeleidingscommissie is ingericht om op inhoudelijk en detailniveau zaken te bespreken. Ik begrijp dat er in de Kamer een hele discussie is over de vraag of dat allemaal openbaar moet worden, maar in die commissie worden gewoon zaken besproken die niet openbaar kunnen zijn. Het is aan de Kamer om te bepalen welk deel van die beraadslagingen openbaar zou moeten worden en welk niet. Het is overigens ook zo dat het Presidium met een openbare besluitenlijst en ook de Tweede Kamer in alle openbaarheid de besluiten neemt die uiteindelijk worden voorgelegd. Ik zie het spannende er niet van dat er allemaal achterkamertjes zouden zijn. Ik snap de zenuwachtigheid hieromheen niet.

In het debat heb ik twee redenen aangegeven waarom zaken niet naar buiten mogen komen. Dat gaat over onze veiligheid, ook die van de PVV, zou ik zeggen, en dat gaat over commercieel-vertrouwelijke informatie. Het kan ons ten nadele zijn als we die naar buiten brengen. Dan zijn de budgetten niet meer toereikend en dan moet er meer geld bij.

Mij wordt nu verzocht om in dat proces van de Tweede Kamer zelf te gaan lakken en te gaan zeggen wat er wel en niet naar buiten kan. Ik houd vast aan hetgeen ik in het debat heb gezegd. Het is aan de Kamer zelf om te bepalen hoe zij hiermee omgaat. Voor mij zijn er twee principes belangrijk: die veiligheid en die commerciële vertrouwelijkheid. Het overige is echt aan de Kamer zelf. Dat kunt u niet aan de regering vragen; ik wil me daar in het kader van de scheiding der machten ook niet in mengen. Ik moet deze motie ontraden.

De heer Middendorp (VVD):

Misschien één opmerking: de Kamer gaat er natuurlijk niet over welke stukken de Bouwbegeleidingscommissie naar buiten brengt. Ik weet dus niet helemaal hoe wij dat als Kamer zouden kunnen beslissen. Wat betreft de oplossing sta ik zij aan zij met de heer Kops, die hier daarnet een beetje uit de hoogte over deed; maar goed. Ik sta zij aan zij met de heer Kops én met de staatssecretaris, de heer Knops met "n". De veiligheid gaat voor, en wat commercieel vertrouwelijk is, kan je ook niet openbaar maken, maar we moeten wel vaststellen wat de Bouwbegeleidingscommissie naar buiten gaat brengen. Het is heel goed nieuws, denk ik, dat de Bouwbegeleidingscommissie heeft besloten om gespreksverslagen openbaar te maken. Maar dan zal de Bouwbegeleidingscommissie nog steeds stukken van de Rijksvastgoeddienst ontvangen waarover zij zelf geen beslissing kan nemen. De Bouwbegeleidingscommissie moet in mijn ogen — daar ziet deze motie op — richting krijgen van de Rijksvastgoeddienst over welke rapporten die zij krijgt voor haar besprekingen, zij openbaar zou kunnen maken. Dat kunnen we niet bij de 150 Kamerleden neerleggen.

De voorzitter:

Helder. De staatssecretaris.

Staatssecretaris Knops:

Zo helder is het niet wat mij betreft, want de Bouwbegeleidingscommissie is echt een zaak van de Tweede Kamer. U vraagt nu aan de regering om zich daarmee te bemoeien. Dat ga ik niet doen. Ik heb de principes neergelegd. Ik zou de heer Middendorp willen vragen om nog eens terug te gaan naar de uitgangspunten waarvoor de Bouwbegeleidingscommissie ooit in het leven is geroepen. Ik heb de indruk dat in de hang naar openbaarheid — openbaarheid is overigens iets waar ik ook voor ben — de Bouwbegeleidingscommissie langzaam een soort openbare commissie wordt, waardoor haar belangrijke functie, namelijk dat de gebruikers daar hun wensen kunnen inbrengen zonder dat dat meteen politiek wordt, geweld wordt aangedaan. Dat is niet iets waar ik over ga. Ik heb er wel een mening over, die ik hier desgevraagd ook geef. Maar daar past niet bij dat ik met één been in de Bouwbegeleidingscommissie ga zitten en met een lakstift teksten ga wegwitten. Dat vind ik echt geen rol die u van mij kunt vragen. Dus ontraden.

De voorzitter:

Ja. Dan de volgende motie.

Staatssecretaris Knops:

Dat is de motie op stuk nr. 43 van mevrouw Van Eijs samen met mevrouw Van der Graaf. Daarin worden twee verzoeken gedaan. Het eerste is in kaart te brengen welke begrotings- en financiële regels de verduurzaming van rijksvastgoed bemoeilijken. Zou dit anders zijn bij een baten-lastenstelsel? Het tweede is vóór eind 2018 specifiek aan te geven wat de meerkosten en opbrengsten zijn van verduurzamingsmaatregelen. Over het eerste punt heb ik tijdens het debat al iets gezegd. De financiële kaders gelden gewoon op dit moment. We kunnen nu niet doen alsof we volgend jaar een ander stelsel zouden hebben, met alles wat dat dan zou betekenen. Ik heb wel aangegeven dat het op een aantal vlakken, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheidsinvesteringen, mogelijk is dat we aanlopen tegen de randen van het huidige stelsel. Waar dat het geval is, wil ik dat feitelijk vaststellen. U krijgt dat dan gewoon van mij te horen, wat overigens niet wil zeggen dat we daarmee dat stelsel kunnen aanpassen. Dat is iets wat onder de verantwoordelijkheid van de minister van Financiën bestaat.

Tegenover het tweede verzoek, dat gaat over de meerkosten en opbrengsten van verduurzamingsmaatregelen, sta ik op zichzelf sympathiek, mits ik één bijvoeglijk naamwoord zou mogen invoegen, namelijk "kansrijke" voor "verduurzamingsmaatregelen". U kunt zich voorstellen dat er een groslijst te bedenken is van allerlei minder en meer realistische verduurzamingsmaatregelen. Dan zou ik me willen beperken tot de kansrijke. Als mevrouw Van Eijs daarmee kan instemmen en de motie zo zou willen aanpassen, kan ik het oordeel over de motie aan de Kamer overlaten.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Het lijkt me inderdaad logisch dat we kijken naar de meest kansrijke verduurzamingsmaatregelen. Ik vraag u niet om kernfusie te onderzoeken, bijvoorbeeld. Misschien stond het er niet zo, maar dat was wel de bedoeling van de motie. Wat betreft het eerste punt: ik verwacht niet dat u het begrotingsstelsel gaat wijzigen, maar het zou fijn zijn als de staatssecretaris de motie zo zou interpreteren dat hij zijn best doet om te kijken dat we in ieder geval de investeringen die verstandig en heel logisch zijn, en waarvan iedereen zegt "thuis zou ik ze ook doen, want die verdienen zich gewoon terug", niet gefrustreerd laten raken door begrotingsregels.

Staatssecretaris Knops:

Dat zeg ik toe. Ik zeg toe dat we daarnaar kijken en dat ik motiveer in het voorontwerp wat u nog bereikt en waarover we nog zullen spreken eind dit jaar.

De voorzitter:

Dus oordeel Kamer?

Staatssecretaris Knops:

Ik laat het oordeel aan de Kamer, ja.

In de negende motie, van mevrouw Van Eijs en mevrouw Van der Graaf, verzoekt de Kamer de regering om in overleg te gaan met de aanbieder van warmte, Eneco, met als inzet het zo snel mogelijk afbouwen van de afhankelijkheid van het warmtenet van aardgas en dit contractueel vast te leggen. We zijn al in het kader van EnergieRijk Den Haag met Eneco, de provincie Zuid-Holland en de gemeente in gesprek. Het deel van het verzoek waarin wordt verzocht om alles contractueel vast te leggen, gaat mij nog wat ver omdat ik op dit moment nog niet in die fase ben. We zijn wel in gesprek om te kijken hoe we samen die slag kunnen maken. Ook hier geldt: schaalgrootte kan een voordeel zijn, maar dat is niet een kwestie van een knop omdraaien en het is morgen geregeld. Dat gesprek en overleg zeg ik van harte toe. Als ik de motie zo mag lezen dat u mij de ruimte geeft om daarbinnen te kijken welke mogelijkheden er zijn, dan kan ik daaraan "oordeel Kamer" geven.

In de tiende motie, van mevrouw Beckerman, staat "spreekt uit". Dat is dus eigenlijk een oproep aan de Kamer. Ik weet niet of daarover een oordeel van mij gevraagd wordt.

De voorzitter:

U mag uw mening geven.

Staatssecretaris Knops:

Dat stel ik zeer op prijs, voorzitter. Ik heb in het debat aangegeven dat de voorziening van kinderopvang uiteraard van groot belang is, maar dat ik mij niet wil vastleggen op of dat in of in de nabijheid van het gebouw moet zijn. Ik begrijp dat er op dit moment goede gesprekken worden gevoerd — waarover ik niets mag zeggen omdat dat onderdeel is van de Bouwbegeleidingscommissie en het Rijksvastgoedbedrijf — om ervoor te zorgen dat er een goede voorziening komt. Het woordje "in" in de uitspraak is klein, maar maakt wel het verschil tussen of ik deze motie sympathiek kan bejegenen of moet ontraden. Als u mijn oordeel vraagt, moet ik de motie op dat punt ontraden.

Mevrouw Beckerman (SP):

Volgens mij geeft het niveau hier in de Kamer — ik zal niet zeggen op welk moment — aan dat we kinderopvang wel degelijk hard nodig hebben af en toe. Ik zou u toch willen vragen: zou u dan in ieder geval willen toezeggen om een ultieme poging te doen om het alsnog binnen de tijdelijke huisvesting te realiseren?

Staatssecretaris Knops:

Wat ik heb gezegd, en daar blijf ik bij, is dat net zoals in andere delen van Nederland ... De Tweede Kamer heeft een voorbeeldfunctie, het Binnenhof heeft een voorbeeldfunctie, maar we hoeven het niet beter te doen dan andere groepen. Het gaat erom dat er een voorziening beschikbaar is. U vraagt nu om in het gebouw van de tijdelijke huisvesting een voorziening te realiseren en dat kan ik gewoon niet toezeggen. We zijn in goed overleg, maar u vraagt op dat punt te veel. Ik moet dat dus helaas ontraden.

Mevrouw Beckerman (SP):

Sorry voorzitter, maar die opmerking "we moeten het niet beter willen doen dan de rest van Nederland" schiet me toch wel een klein beetje in het verkeerde keelgat. We moeten het wél beter willen doen, omdat we ook een voorbeeldfunctie hebben. We moeten het wél beter doen, omdat heel veel mensen zich niet meer herkennen in de democratie en hier veel te weinig vrouwen en jonge ouders zijn. We moeten het echt wel beter gaan doen en ik denk dat dit niet alles kan oplossen maar er wel een beetje aan kan bijdragen. Bovendien heeft de rest van Nederland minder last van bijvoorbeeld stemmingsbellen waardoor je in één keer op je werkplek moet zijn. We moeten het dus wél beter doen.

Staatssecretaris Knops:

Ik ben erg voor gelijkwaardigheid op dit vlak. Er zijn heel veel mensen buiten deze Kamer die elke dag keihard werken en onder moeilijke omstandigheden werk moeten doen. Mensen die ook worden opgeroepen voor allerlei zaken en ook niet in het gebouw waarin zij werken een kinderopvangvoorziening hebben. Ik begrijp dit punt dus werkelijk niet. Voorbeeldfunctie, prima, maar ik denk dat het ook heel goed is om te kijken naar wat wel en niet kan. Die tijdelijke huisvesting heeft beperkingen. We doen ons best om een voorziening te creëren. Daartoe zijn we overigens ook verplicht, maar dat willen we ook. Het is inderdaad van belang, en dat punt onderschrijf ik, dat het voor iedereen mogelijk is om ook dit werk te doen. Of het in of in de nabijheid van het gebouw is, weet ik op dit moment echter nog niet.

De voorzitter:

De laatste motie, van de heer Kops.

Staatssecretaris Knops:

Ja. Die verzoekt de regering een streep te zetten door de huidige renovatieplannen en een goedkoper, minder vergaand, sober alternatief op te stellen zonder overbodige luxe, onzinnige klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen en andere geldverspilling. Deze motie moet ik uiteraard ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. Ik dank de staatssecretaris en de Kamerleden en schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Tellegen

Naar boven