9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor om hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Verhoeven/Bergkamp (33400-VIII, nr. 45), de aangehouden motie-Voordewind/Ypma (33400-XVI, nr. 95) en over de brief van het Presidium over inhandenstelling van rapporten van de Algemene Rekenkamer (33128, nr. 2).

Ook stel ik voor om te stemmen over het wetsvoorstel Partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enkele andere wetten (33185), het wetsvoorstel Wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om wetstechnische gebreken te herstellen (33336) en het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES (33356).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van het lid De Graaf stel ik voor, zijn motie op stuk 33184, nr. 15 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van vandaag:

  • - het VAO LSP (voorheen epd), naar aanleiding van een AO van 20 december, met als eerste spreker het lid Leijten van de SP.

Tevens stel ik voor, toe te voegen aan de agenda na het reces:

  • - het VAO Luchtvaart, naar aanleiding van een AO van 19 december, met als eerste spreker het lid Graus van de PVV;

  • - het VAO Justitiële Jeugdinrichtingen, naar aanleiding van een AO van 19 december, met als eerste spreker het lid Helder van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. In de provincie Noord-Holland hebben wij een explosief mengsel waarbij het lont nog niet weggehaald is. De GroenLinks-fractie zou graag een debat willen waarin aan de orde komt welke documenten wel en niet meegenomen zijn bij het onderzoeksrapport Schoon Schip, wat nu precies de positie van de heer Meijdam in dit geheel is en wat de meest gewenste samenstelling is voor de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.

De heer Van Gerven (SP):

In Noord-Holland is inderdaad sprake van een bijzonder explosief mengsel. Ik steun dus het verzoek om een debat. Daaraan voorafgaand zou ik een brief willen hebben van de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister-president. Het gaat om de belangenverstrengeling die weer aan de orde is met betrekking tot de heer M. Ook gaat het om de vraag of hij van onbesproken gedrag is, wat het standpunt van de minister was toen wij het hadden over de positie van de heer M. als voorzitter voor de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Tevens ontvang ik graag een reactie op het feit dat de heer M. in verband wordt gebracht met een mogelijke schadeclaim van 267 miljoen euro, op te brengen door Muiden, de provincie of de landelijke overheid.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

De PvdA-fractie is voor een brief van de regering hieromtrent. Zij wil geen debat.

De heer Houwers (VVD):

Ook de VVD-fractie heeft op dit moment geen behoefte aan een debat. Wij denken dat een brief ruim voldoende is. Wij zouden het bovendien niet prettig vinden als er eindeloos gediscussieerd wordt over een persoon die hier niet bij is en die in het onderzoeksrapport Schoon Schip is vrijgepleit. Het lijkt mij goed om dit even te memoreren.

De heer Schouw (D66):

Wij willen geen debat, maar wel een brief met daarin de relatie tussen deze affaire en de Operatie Schoon Schip. Ik verzoek de regering tevens om de minister van Veiligheid en Justitie bij het opstellen van de brief te betrekken, aangezien deze zaak strafrechtelijke elementen in zich heeft.

De heer De Graaf (PVV):

Ook wij geven geen steun aan een debat, maar wel aan een brief.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij geven wel steun voor een brief, maar niet voor een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt geen steun voor een debat, maar wel voor een brief.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

In dat geval ontvangen wij eerst graag een brief waarin wordt uiteengezet hoe het allemaal zit en wat wel en niet is meegenomen is in de Operatie Schoon Schip. Wij kunnen daarna bepalen bij welk volgend debat wij dit kunnen betrekken.

De voorzitter:

Ik stel voor om dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef nogmaals het woord aan mevrouw Van Tongeren, namens de heer Klaver.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil graag rappelleren ...

De voorzitter:

Het gaat om schriftelijke vragen aan de staatssecretaris, ingediend door de heer Klaver, over het bericht "Banken actief in belastingparadijzen", ingezonden op 5 november 2012.

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank voor uw hulp op de laatste dag voor het reces!

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Eijsink, in haar rol als voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Voorzitter. Ik doe graag een vooraankondiging voor een AO ontplooiing Patriot-systemen Turkije, dat aan het eind van de middag zal plaatsvinden. De tijd zal nog bekendgemaakt worden.

De voorzitter:

Ik zal dit toevoegen aan de lijst voor vanavond. Ik wijs de leden er nu al op dat zij het nader gewijzigde schema voor vanavond goed in de gaten moeten houden, omdat het AO mogelijk nog niet afgelopen is als het laatste VAO hier is afgelopen. In dat geval zal ik de plenaire vergadering schorsen totdat de commissie in de gelegenheid is om een VAO te houden.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

De commissie waardeert dit zeer. Dank u wel.

De voorzitter:

Ik denk dat dit in het belang van het gehele parlement is.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Na sluiting van het debat over de begroting Buitenlandse Zaken ontvingen wij een tweede nota van wijziging op die begroting, samen met het advies van de Raad van State op de eerste nota van wijziging. Dat advies is vernietigend. Nu deze nota van wijziging is ingediend, is de situatie ontstaan dat bepaalde begrotingsonderdelen zijn geschrapt uit de begrotingsstaten van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar dat tegelijkertijd voor dezelfde onderdelen niet is voorzien in een nieuwe begrotingsautorisatie. Wij zouden daarmee een minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zonder enig budget hebben. Dat is misschien rechtgezet met een tweede nota van wijziging, maar om alle zorgvuldigheid te betrachten, ontvang ik graag een brief van de minister van Financiën inzake het oordeel van de Raad van State over de tweede nota van wijziging bij de begroting Buitenlandse Zaken. In verband daarmee verzoek ik tevens de stemming over de amendementen op de begroting Buitenlandse Zaken uit te stellen tot de eindstemming van vanavond, zodat wij even rustig die brief kunnen afwachten.

De voorzitter:

Ik vind het jammer dat u niet besloten hebt om dit punt vanmorgen te betrekken bij het debat over de najaarsnota. Toen was de minister in huis. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Dit betekent dat de stemmingen over de begroting Buitenlandse Zaken worden doorgeschoven naar vanavond. Wel zullen wij vanmiddag kunnen stemmen over de bij de begroting Buitenlandse Zaken ingediende moties.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Gisteren heeft het kabinet sociaal overleg gevoerd en daarin is een aantal afspraken gemaakt over maatregelen om de werkloosheid onder jongeren, ouderen en in de bouwsector tegen te gaan. Op zich juichen wij het toe dat er in die sfeer stapjes zijn gezet, maar het wekt wel enige verbazing dat er 100 miljoen is gevonden om die afspraak te bekostigen, terwijl er vanavond een aantal amendementen van de oppositie voorligt, die zijn ontraden en die voor een deel op hetzelfde toezien, namelijk het creëren van banen en werkgelegenheid in de bouwsector. Dan doel ik in het bijzonder op het amendement dat erop ziet energiebesparing in woningen te stimuleren. Dat levert banen op en zorgt voor een 50 miljoen euro lagere energierekening bij huishoudens. Dat komt overigens vanmiddag nog aan de orde in het debat over de begroting van Wonen. Kan de Kamer voorafgaand aan de behandeling een brief krijgen van de minister van Wonen en de minister van Financiën waarin wordt uiteengezet waarom het volgens hen niet mogelijk is om een incidentele dekking van 50 miljoen te halen uit de dekkingsposten die door onze fractie zijn aangereikt? Ik doe dat verzoek mede namens mevrouw Schouten van de ChristenUnie, de heer Koolmees van D66, de heer Klaver van GroenLinks en de heer Merkies van de SP.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Vliet.

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Op de agenda voor de regeling van werkzaamheden stond aanvankelijk een verzoek van de heer Van Ojik van GroenLinks om bij het debat dat wij dadelijk met de staatssecretaris van Financiën gaan voeren, ook de brief van premier Rutte over de kwestie-Verdaas te betrekken. Mijn fractie zou graag alsnog dat verzoek herhalen. Wij willen wel degelijk ook met de premier van gedachten wisselen over die brief die hij heeft gestuurd. Ik doe dat verzoek ook ter voorkoming van een ander, nieuw debat, anders blijven we maar doorgaan. Daarom verzoek ik om de spreektijd ietsjes op te rekken tot vijf minuten.

De voorzitter:

U doet twee verzoeken. Ik ga ze per stuk behandelen. Het eerste verzoek is om de nadere brief die gisteren is gevraagd bij de regeling van werkzaamheden over de positie en de situatie rondom voormalig staatssecretaris Verdaas, toe te voegen aan de agenda van het debat dat zo dadelijk plaatsheeft over de belastingkantoren. Daarvoor is een meerderheidsbesluit nodig. Ik vraag de Kamer dus om zich daarover uit te spreken. Als zij dat niet doet, wordt de agenda niet uitgebreid.

De heer Slob (ChristenUnie):

Het is een heel kort briefje. Ik zal er zelf geen gebruik van maken, maar als iemand daar zijn drie minuten voor wil gebruiken, dan is dat wat mij betreft akkoord.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Pechtold (D66):

Zeker als dat kan voorkomen dat het later weer op de agenda komt, heb ik dat punt er nu liever bij behandeld. Ik pleit wel voor zorgvuldigheid, dus dan heb ik een of twee minuten extra spreektijd nodig bovenop die drie minuten. Anders kan ik het niet zorgvuldig behandelen.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik heb het verzoek inderdaad van de regeling laten halen, omdat ik zelf na raadpleging van het dossier geen behoefte had aan het stellen van nadere vragen. Maar uiteraard ga ik mij zeker niet verzetten tegen collega's die die behoefte wel hebben.

De heer Van Gerven (SP):

De SP vindt dat collega Van Vliet die ruimte moet hebben en steunt het verzoek.

De heer Van Dam (PvdA):

Mijn fractie heeft daar niet zoveel behoefte aan. Ik vraag de heer Van Vliet of hij, net als de heer Van Ojik, het dossier heeft geraadpleegd en of hij op basis daarvan nu tot dat verzoek komt. Bij mijn weten is dat niet zo.

De heer Krol (50PLUS):

Ik wil het verzoek niet in de weg staan, maar ik zal er geen gebruik van maken.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Wij zijn geen nieuwe dingen tegengekomen, maar wij zullen dat verzoek niet blokkeren. Ietsje meer spreektijd kan ik mij ook voorstellen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Ik hoor dat het verzoek wordt gesteund. Ik stel voor, de spreektijd van drie minuten uit te breiden naar vier minuten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik dank het kabinet, met name staatssecretaris Weekers, voor de beantwoording van de vragen die gisteren door de Kamer zijn gesteld. Een aantal vragen zijn nog niet beantwoord. Er hoeft nu niet nog eens een extra beantwoording te komen, maar ik zou wel graag bij de start van het debat horen hoe het kabinet met de openstaande vragen omgaat.

De voorzitter:

Ik snap uw verzoek, maar eigenlijk vraagt u nu of ik met de premier of met de heer Weekers – die vragen gingen allemaal over hem – in contact wil treden om te vragen of hij vooraf een verklaring aflegt.

De heer Pechtold (D66):

Wij hebben een brief gevraagd en vervolgens hebben wij een stuk of twintig vragen ingediend. De staatssecretaris heeft gekozen voor een beantwoording in de vorm van een brief zonder verwijzing naar de vragen. Als je de vragen ernaast houdt, zie je dat een aantal nog niet is beantwoord. Ik snap de keuze en ik snap ook dat het vanwege de tijdsdruk zo gegaan is, maar ik wil toch weten hoe de openstaande vragen, voor mijn part in de beantwoording, worden meegenomen. Dat hoeft niet vooraf te gebeuren, maar het is heel makkelijk te doen.

De voorzitter:

Dat kan ik even van tevoren kortsluiten. Ik laat het u voorafgaand aan het debat weten.

De vergadering wordt van 14.23 uur tot 14.30 uur geschorst.

Naar boven