20 Civiele kamer Hoge Raad

Aan de orde is het opmaken van een voordracht van drie kandidaten ter vervulling van een vacature voor een raadsheer in de civiele kamer van de Hoge Raad der Nederlanden (32673, nrs. 1 en 2).

Devoorzitter:

Er is gevraagd om schriftelijke stemming over de naam die als tweede op de voordracht voor een raadsheer in de civiele kamer van de Hoge Raad wordt geplaatst.

Kan de Kamer instemmen met het voorstel van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten aanzien van de nummer één op de voordracht? Dat is het geval. Aldus besloten.

Ik vraag de bodes nu de blauwe briefjes uit te delen. U wordt geacht op het stembriefje één naam te schrijven. De aanbevelingslijst van de Hoge Raad is rondgedeeld. Uw stem is alleen geldig indien u uw stem uitbrengt op één op deze lijst voorkomende persoon. Tevens vestig ik uw aandacht op de brief van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie waarin een voordracht aan de Kamer wordt voorgesteld (32673, nr. 2).

Ik verzoek de griffier, de namen van de leden voor te lezen die de presentielijst hebben getekend.

Wij gaan nu over tot de opmaak van de tweede naam op de voordracht voor een raadsheer in de civiele kamer van de Hoge Raad.

Ik geef het woord aan de griffier.

(De leden brengen hun stem uit.)

Bij de stemming voor de tweede naam, waarbij 118 geldige stemmen zijn uitgebracht, terwijl 142 leden de presentielijst hebben getekend, verkrijgen de heer mr. G. Snijders 1 stem, de heer mr. Th. Groeneveld 2 stemmen en de heer mr. Y. Buruma 115 stemmen.

Devoorzitter:

Aangezien de heer mr. Y. Buruma de volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen heeft behaald, zal hij als tweede kandidaat op de voordracht worden geplaatst.

Kan de Kamer instemmen met de voordracht van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten aanzien van de nummer drie? Dat is het geval. Aldus besloten.

De heerWilders (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Blijkbaar worden volgens de regels – die kan ik niet veranderen – blanco stemmen gezien als ongeldige stemmen. Ik hoop dat u mij niet euvel duidt dat ik wil aangeven – veel mensen snappen het anders misschien niet – dat mijn fractie blanco heeft gestemd omdat zij een van de kandidaten niet wil. Die stemmen worden dan als ongeldig gezien. Hierbij geef ik aan dat wij in ieder geval de heer Buruma niet in de Hoge Raad willen.

Devoorzitter:

De essentie van een schriftelijke stemming over personen is nu juist dat die niet worden genoemd. U hebt hiermee dus een heel goede traditie in dit huis doorbroken.

De heerPechtold (D66):

Los van uw opmerking, voeren wij hier nu al heel lang dit circus van papiertjes op omdat de PVV-fractie dit punt kennelijk duidelijk wil maken. Dat heeft zij ook naar buiten gedaan. Als je die procedure wilt volgen, moet je het vervolgens niet meer hebben over personen – deze stemming is niet voor niets op papier – en accepteer je de mening van de meerderheid. Ik vind dit erg vervelend en wil het graag laten leiden tot een reflectie bij het Presidium: hoe moeten wij hiermee in de toekomst omgaan?

Devoorzitter:

Zeker.

Naar boven