Aan de orde is de eindstemming over het wetsvoorstel Regels betreffende zelfstandige bestuursorganen (Kaderwet zelfstandige bestuursorganen) (27426).

(Zie vergadering van 19 maart 2002.)

De voorzitter:

Ik stel voor, de door de regering op stuk nr. 65 voorgestelde wijzigingen aan te brengen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Te Veldhuis (VVD):

Voorzitter. Tijdens het debat over de kaderwet heeft de VVD-fractie verklaard niet tegen ZBO's als zodanig te zijn, zoals bleek bij de behandeling van voorstellen inzake de Kiesraad, de IBG of, recent nog, de NMa. Wij hebben echter ook aangegeven dat het vaak ontbreken van voldoende ministeriële verantwoordelijkheid voor besluiten van ZBO's een belangrijk staatsrechtelijk manco is. ZBO's bezitten als openbaar bestuur namelijk geen eigen democratisch mandaat van de burgers. Ook anderszins hebben burgers geen of weinig directe invloed op ZBO's. Bewindspersonen hebben bovendien vaak geen of weinig bevoegdheden en dus ook navenant weinig verantwoordelijkheden voor ZBO's. Op die manier kan ook de democratische controle van onze volksvertegenwoordiging op deze vorm van openbaar bestuur tekortschieten. Het gaat bovendien om liefst 75 mld euro per jaar aan publiek geld bij ZBO's.

Diverse amendementen hebben dit democratische en bestuurlijke gat gedeeltelijk opgevuld; dat is zeker waar. Per saldo maakt de kaderwet het echter nog steeds mogelijk dat openbaar bestuur op grote afstand staat van zowel de burgers als de controlerende volksvertegenwoordiging. Een bewindspersoon kan bovendien niet altijd op ministeriële verantwoordelijkheid voor ZBO's worden aangesproken. Soms kan een ZBO zelfs op geen enkele manier en door niemand voldoende publiekelijk ter verantwoording worden geroepen en bestaat er in die gevallen ook geen publieke sanctie. Dit past niet in onze visie op transparant en goed controleerbaar openbaar bestuur. Daarom stemt de VVD-fractie tegen de kaderwet in de vorm waarin die nu voorligt. Deze vertoont in onze ogen nog te veel lacunes en er blijven te veel kansen bestaan dat in het openbaar bestuur situaties ontstaan van "mijn naam is haas".

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor zodat het is aangenomen.

Naar boven