Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met verbetering van de aansluiting van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en het hoger algemeen voortgezet onderwijs op het hoger onderwijs (profielen voortgezet onderwijs) (25168), en over:

- de motie-Van der Vlies c.s. over een vrijstellingsmogelijkheid in het Eindexamenbesluit (25168, nr. 18);

- de motie-Van de Camp over 80 uur ten gunste van geschiedenis-maatschappijleer (25168, nr. 19).

(Zie vergadering van 28 mei 1997.)

De aanhef van artikel I en de onderdelen A t/m C worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp (stuk nr. 16, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 16 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen E t/m P worden zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m VI worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel A van artikel VII wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp/Rabbae (stuk nr. 20, IA).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 20 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m H worden zonder stemming aangenomen.

Artikel VII wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen VIIA en VIII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Wij hebben de afgelopen weken intensief met de staatssecretaris over dit wetsvoorstel overleg gevoerd. Met name de positie van het vak maatschappijleer in het voortgezet onderwijs was daarvan een essentieel onderdeel, alsmede de invoeringsdatum en het benodigde geld. Helaas zijn de amendementen van de CDA-fractie terzake afgewezen. Toch hebben de aard en de inhoud van het wetsvoorstel en de grote herziening van het onderwijs die nu op het spel staat, de instemming van de CDA-fractie. Het lijkt ons verstandig om, ondanks het feit dat de amendementen zijn afgewezen, voor het wetsvoorstel te stemmen. Dat heeft niets te maken met inconsistentie of politieke zwakheid, maar alles met de maat van het oppositie voeren.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Ik zie dat de heer Ritzen mevrouw Netelenbos met een kus gelukwenst. De vorige week mocht dat op de tribune niet, maar toen zat hier een andere voorzitter.

In stemming komt de motie-Van der Vlies c.s. (25168, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP, de RPF, het CDA en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van de Camp (25168, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven