Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Kieswet, houdende verlaging van de voorkeurdrempel (25221).

(Zie vergadering van 27 mei 1997.)

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rehwinkel (stuk nr. 6, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 6 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen B t/m D worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-De Graaf (stuk nr. 8) tot toevoeging van de onderdelen E en F.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van fractie van de SGP tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar boven