Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend bij de behandeling van de wetsvoorstellen inzake de wijziging van de Kieswet, te weten:

- de motie-Nijpels-Hezemans over zendtijd voor politieke partijen (25221,25227 , nr. 10);

- de motie-Te Veldhuis/Mateman over Tweede-Kamerverkiezingen op 22 april 1998 (25221,25227 , nr. 11).

(Zie vergadering van 27 mei 1997.)

In stemming komt de motie-Nijpels-Hezemans (25221, 25227, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de groep-Nijpels voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Voorzitter! De fractie van GroenLinks vindt 6 mei, de datum waarop het volgend jaar de verkiezingen gehouden worden, een ongelukkige datum. De staatssecretaris heeft echter, gehoord de discussie in de Kamer, toegezegd om advies te vragen aan de Kiesraad en met een structurele oplossing te komen. Wij kiezen voor een structurele oplossing in plaats van een ad-hocoplossing en daarom zullen wij tegen de motie van de collega's Te Veldhuis en Mateman stemmen.

In stemming komt de motie-Te Veldhuis/Mateman (25221, 25227, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de groep-Nijpels en de CD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven