Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend bij de behandeling van de Najaarsnota, respectievelijk tijdens het debat over de collegegelden hoger onderwijs, te weten:

- de motie-Rabbae over het Fonds economische structuurversterking (24000, nr. 3);

- de motie-Lansink c.s. over het heroverwegen van de voorgestelde verhoging van de collegegelden (23900-VIII, nr. 60).

(Zie vergaderingen van 15 december 1994 en heden.)

In stemming komt de motie-Rabbae (24000, nr. 3).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Lansink c.s. (23900-VIII, nr. 60).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de Unie 55+, de CD, de SGP, het GPV, de RPF, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik stel voor, stuk 23900-VIII, nr. 57 voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven