Wijziging diverse subsidie-gerelateerde regelingen en besluiten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

29 maart 2011

Nr. IENM/BSK-2011/35584

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 10:3, eerste lid, 10:4, eerste lid, en 10:9, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 2, onderdelen c en d, 3 en 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat, artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid Verkeer en Waterstaat en artikel 2 van de Subsidieregeling milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer 2002;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij het Besluit mandaat en machtiging Agentschap NL voor uitvoering subsidieregelingen en -programma’s Verkeer en Waterstaat wordt als volgt gewijzigd:

1. In Onderdeel A. – scheepvaart vervalt:

  • Tijdelijke subsidieregeling VoortVarend Besparen.

2. In Onderdeel B. – spoor en weg vervallen:

  • Programma Transportbesparing;

  • Regeling personenvervoer van deur tot deur en op maat, voor zover betrekking op het Programma MobiliteitsManagement 2006;

  • Subsidieregeling CO2-reductie verkeer en vervoer, voor zover betrekking op het Subsidieprogramma Het Nieuwe Rijden 2005;

  • Subsidieregeling Prototype ETCS;

  • Tijdelijke subsidieregeling ombouw ETCS.

3. In Onderdeel D. – overig vervalt:

  • Tijdelijke Stimuleringsregeling verwerking baggerspecie.

ARTIKEL II

Paragraaf 6 van de bijlage bij het besluit van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 17 september 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/852 sector WAT, houdende vaststelling Subsidieprogramma Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water (Stcrt. 2009, 14153) komt te luiden:

§ 6. Aanwijzing uitvoeringsinstantie

Als uitvoeringsinstantie als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel l, van de kaderregeling wordt aangewezen Agentschap NL.

Toelichting

Op 1 januari 2010 is Dienst Uitvoering, een onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en de opvolger van het agentschap SenterNovem, opgevolgd door Agentschap NL.

ARTIKEL III

In de artikelen 1, onderdeel f, 9, eerste lid, onderdelen c en d, en tweede lid, en 11, eerste lid, van de Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten kaderrichtlijn water wordt ‘SenterNovem’ vervangen door: Agentschap NL.

ARTIKEL IV

De Tijdelijke subsidieregeling Inland AIS-apparaten binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt ‘aan een binnenvaartonderneming’ te vervallen.

2 In het tweede lid wordt ‘door een natuurlijk persoon die eigenaar is van het betreffende binnenschip’ vervangen door: door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon welke eigenaar is van het betreffende binnenschip.

B

In artikel 3, tweede lid, komt ‘van de Europese Unie’ te vervallen.

C

In artikel 6, derde lid, wordt ‘het derde lid’ vervangen door: het tweede lid.

ARTIKEL V

De volgende regelingen en besluiten worden ingetrokken, met dien verstande dat bestaande aanspraken en verplichtingen bij, op grond of in het kader van de regelingen en besluiten in stand blijven, en deze regelingen en besluiten van toepassing blijven op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend of vastgesteld:

  • Faciliteit Nederlandse Zeescheepvaart 1988;

  • Faciliteit Nederlandse Zeescheepvaart 1989;

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 25 maart 1999, nr. DGG/J-99000082, houdende vaststelling van de Stimuleringsregeling gecombineerd goederenvervoer 1999 (Stcrt. 1999, 70);

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 november 1990, nr. DGV/WJZ/VO25424, houdende de vaststelling financiële vergoedingen vervoerplannen (Stcrt. 1990, 241);

  • Regeling budgetten Wet stimulering zeescheepvaart 1994;

  • Regeling structuurplan Wet stimulering zeescheepvaart;

  • Regeling controleprotocol Wet stimulering zeescheepvaart;

  • Regeling openstelling Wet stimulering zeescheepvaart 1994;

  • Regeling openstelling Wet stimulering zeescheepvaart 1995;

  • Regeling budgetten Wet stimulering zeescheepvaart 1995;

  • Regeling haveninterne projecten;

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 10 april 1998, nr. DGG/J-98003112, houdende vaststelling van de regeling Gecombineerd goederenvervoer 1998 (Stcrt. 1998, 72);

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 maart 1999, nr. CDJZ/WVW/1999-432, houdende de vaststelling van het programma Ketenmobiliteit 1999 (Stcrt. 1999, 73);

  • Regeling Haveninterne Projecten II;

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 11 april 2000, nr. CDJZ/WVW/2000-156, houdende de vaststelling van het programma Ketenmobiliteit 2000 (Stcrt. 2000, 74);

  • Regeling vaststelling programma Ketenmobiliteit 2001;

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 januari 2002, nr. HDJZ/ABR/2002-138, houdende vaststelling van het Programma Transportbesparing (3e aanvraagperiode) (Stcrt. 2002, 21);

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 4 februari 2003, nr. HDJZ/S&W/2003-178, houdende vaststelling van het Programma Transportbesparing (4e aanvraagperiode) (Stcrt. 2003, 27);

  • Besluit programma MobiliteitsManagement 2003;

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 januari 2004, nr. HDJZ/S&W/2004-111, houdende vaststelling van het Programma Transportbesparing (5e aanvraagperiode) (Stcrt. 2004, 17);

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 23 februari 2004, nr. HDJZ/AWW/2004-327, houdende intrekking van diverse besluiten op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in verband met het feit dat zij hun betekenis hebben verloren (Stcrt. 2004, 42);

  • Besluit programma MobiliteitsManagement 2004;

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 september 2004, nr. HDJZ/SCH/2004-2273, omtrent de intrekking van de Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart (Stcrt. 2004, 186);

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 11 februari 2005, nr. HDJZ/S&W/2005-302, houdende vaststelling van het Programma Transportbesparing (6e aanvraagperiode) (Stcrt. 2005, 32);

  • Besluit programma MobiliteitsManagement 2005 (Stcrt. 2005, 97);

  • Subsidieregeling Prototype ETCS;

  • Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 11 april 2006, nr. HDJZ/S&W/2006-396, houdende vaststelling van het Programma Transportbesparing (7e aanvraagperiode) (Stcrt. 2006, 76);

  • Besluit programma MobiliteitsManagement 2006.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2011 met uitzondering van artikel IV, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 2 december 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling bevat een aantal technische wijzigingen van het Besluit mandaat en machtiging Agentschap NL voor uitvoering subsidieregelingen en -programma’s Verkeer en Waterstaat, het Besluit van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 17 september 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/852 sector WAT, houdende vaststelling Subsidieprogramma Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water, de Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten kaderrichtlijn water en de Tijdelijke subsidieregeling Inland AIS-apparaten binnenvaart. Daarnaast worden diverse uitgewerkte subsidieregelingen en -programma’s ingetrokken.

Deze wijziging brengt geen administratieve lasten of andere bedrijfseffecten met zich mee en is derhalve niet aan Actal voorgelegd.

Artikelsgewijs

Artikel I

Middels deze wijziging wordt de bijlage bij het Besluit mandaat en machtiging Agentschap NL voor uitvoering subsidieregelingen en -programma’s Verkeer en Waterstaat geactualiseerd. De subsidieregelingen en -programma’s waarvan de werkzaamheden zijn afgerond worden van de bijlage afgevoerd.

Artikel II en III

Per 1 januari 2010 zijn SenterNovem en Dienst Uitvoering, de voormalige agentschappen van het Ministerie van Economische Zaken, opgegaan in het nieuwe Agentschap NL. Hierdoor is het nodig om diverse verwijzingen naar deze diensten aan deze nieuwe situatie aan te passen. Dit geschiedt middels deze regeling.

Artikel IV

De wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling Inland AIS-apparaten binnenvaart, was nodig nu bij nader inzien de doelgroep te beperkt geformuleerd was (onderdeel A). De wijziging in onderdeel B hangt samen met het feit dat het gebruik van AIS-apparaten tot doel heeft de veiligheid op de (Nederlandse) wateren te vergroten, en dat dit doel bij nader inzien het best verwezenlijkt kan worden door deze subsidie niet te beperken tot schepen die geregistreerd staan in een (andere) lidstaat van de Europese Unie. Met onderdeel C wordt een omissie hersteld.

Artikel V

Door middel van dit artikel worden diverse regelingen en besluiten ingetrokken die reeds uitgewerkt zijn. Bestaande aanspraken en verplichtingen bij, op grond of in het kader van de regelingen en besluiten blijven in stand. Daarnaast blijven de regelingen en besluiten van toepassing op reeds verleende subsidies, ook wanneer deze nog niet zijn vastgesteld.

Artikel VI

Deze regeling treedt grotendeels in werking met ingang van 1 juli 2011. Artikel IV treedt echter direct in werking werkt terug tot en met de datum van inwerkingtreding van de Tijdelijke subsidieregeling Inland AIS-apparaten binnenvaart. Hiermee wordt bewerkstelligd dat reeds gedane aanvragen alsnog beoordeeld kunnen worden in het licht van de gewenste ruimere voorwaarden. Aangezien het een voor aanvragers begunstigende verruiming betreft kan terugwerkende kracht hier doorgang vinden. Voorts vindt de afwijking van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten op dit onderdeel zijn rechtvaardiging in het feit dat inwerkingtreding bij het eerstvolgende vaste verandermoment (1 juli 2011) mogelijk leidt tot nadelige financiële gevolgen voor de subsidieaanvragers.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven