V&W-Intrekkingsregeling 2004

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende intrekking van diverse regelingen op het terrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in verband met het feit dat deze hun betekenis hebben verloren (V&W-intrekkingsregeling 2004)

23 februari 2004

HDJZ/AWW/2004-327

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 2, eerste, tweede, vierde en zesde lid, artikel 4, tweede lid, artikel 7 en artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal;

Gelet op artikel 5.10, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

Gelet op artikel 8, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;

Gelet op artikel 22 van het Besluit Infrastructuurfonds;

Gelet op artikel 3, derde en vierde lid, van het besluit van 16 september 1965, tot vaststelling van bewijs van verzekering van niet-kentekenplichtige motorrijtuigen en regelen met betrekking tot het bewijs van vrijstelling (Stb. 414), de artikelen 83, vierde lid, 84, eerste en tweede lid, 86, zesde lid, 100, derde lid, 101, tweede lid, 102, derde lid, 107, tweede lid, onderdeel a, 111, vierde lid, 113, vierde lid, en 147 van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede op de artikelen 33, eerste lid, onderdeel d, 55, tweede lid onderdeel c, 59, eerste lid; onderdeel d, 160 onderdeel b, en 197, derde lid, onderdeel b, van het Reglement rijbewijzen;

Gelet op artikel 5a van de Waterstaatswet 1900 en de artikelen 3 en 5 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges en artikel 2b, derde lid, van de Wet verontreiniging oppevlaktewateren;

Besluit:

§ 1

Intrekking van regelingen

Artikel I

Goederenvervoer

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 24 oktober 1997, nr. G/J-97008799, houdende het verlenen van subsidie voor gecombineerd goederenvervoer voor het jaar 1997 (Stcrt. 238);

b. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 februari 1978, nr. A-1/V21957, houdende het besluit ex artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal(Stcrt. 41);

c. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 december 1965, nr. A-2/033168, tot Vaststelling modellen voor het formulier ten behoeve van de verstrekking van gegevens ingevolge het Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal(Stcrt. 243); en

d. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 december 1965, nr. A-2/033222, tot aanwijzing ambtenaren Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal (Stcrt. 243).

Artikel II

Luchtvaart

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Regeling tijdelijke sluiting luchtruim Maasvlakte;

b. Regeling tijdelijke sluiting luchtruim Maasvlakte 2;

c. Regeling tijdelijke sluiting luchtruim Eindhoven 7; en

d. Regeling tijdelijke sluiting luchtruim Olst-Wijhe en Deventer.

Artikel III

Scheepvaart

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Tijdelijke subsidieregeling samenwerkingsverbanden binnenvaart;

b. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 april 1988, nr. S/J 30.689/88, houdende vaststelling van het internationaal certificaat van voorkoming voor het vervoer van schadelijke vloeistoffen in bulk (Stcrt. 101);

c. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 februari 1988, nr. S/J 30.182/88, houdende vaststelling van het internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging door olie (Stcrt. 39);

d. Bedrijfsbeëindigingsregeling Binnenvaart;

e. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 september 1992, nr. S/M-10.565/92, tot wijziging van de Investeringspremieregeling zeescheepvaart 1991/1992 (Stcrt. 179);

f. Investeringspremieregeling zeescheepvaart 1990;

g. Investeringspremieregeling zeescheepvaart 1991/1992; en

h. Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993.

Artikel IV

Spoor

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Schadecompensatieregeling Willemsspoortunnel; en

b. Overgangsregeling bijdrage landelijk railnet.

Artikel V

Verkeer

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 juni 1986, nr. WBJ/V/24495, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1987 (Stcrt. 126);

b. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 juni 1988, nr. WJZ/V/823456, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1989 (Stcrt. 127);

c. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 5 juni 1989, nr. WJZ/V922506, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1990 (Stcrt. 119);

d. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 juli 1990, nr. WJZ/V021748, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1991 (Stcrt. 156);

e. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 23 augustus 1991, nr. DGV/WJZ/V124620, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1992 (Stcrt. 170);

f. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 28 augustus 1992, nr. WJZ/V220510, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1993 (Stcrt. 176);

g. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 26 oktober 1993, nr. DGV/WJZ/V322354, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1994 (Stcrt. 225);

h. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 augustus 1994, nr. DGV/WJZ/V423459, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1995 (Stcrt. 161);

i. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 augustus 1998, nr. WJZ/V523511, tot vaststelling van de kleur en aanduidingen van verzekeringsplaten bromfietsen 1996 (Stcrt. 162);

j. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 januari 2001, nr. CDJZ/WBI/2001-62, tot wijziging van de Regeling eisen pasfoto’s (Stcrt. 24);

k. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 september 1996, nr. HW/R225483, tot wijziging van de regeling wijze van keuren, regeling permanente eisen, Erkenningsregeling APK en LPG-erkenningsregeling (Stcrt. 200); en

l. Regeling vrijstelling eisen Voertuigreglement en RVV 1990.

Artikel VI

Water

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 juli 1997, nr. HKW/RW97/7233, tot vaststelling van de vergoeding voorzitter en overige leden Staatscommissie voor de waterstaatswetgeving (Stcrt. 146);

b. Schadecompensatieregeling inzake het verleggen van kabels en leidingen in Rijkswaterstaatswerken; en

c. Regeling meldingen Wvo glastuinbouw.

§ 2

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel VII

Overgangsbepaling

1. Voor zover er ter zake nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze overeenkomstig de regelingen, bedoeld in de artikelen I tot en met VI, plaats.

2. Bestaande aanspraken en verplichtingen bij, op grond of in het kader van de regelingen, bedoeld in de artikelen I tot en met VI, blijven in stand.

Artikel VIII

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel IX

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: V&W-intrekkingsregeling 2004.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Het kabinet heeft zich in het hoofdlijnenakkoord ‘Meedoen, meer werk, minder regels’ (Kamerstukken II 2002/2003, 28 637, nr. 19) onder meer ten doel gesteld minder nieuwe regels te stellen en de dienstverlening aan het publiek te verbeteren. Tevens is een interdepartementaal project ‘Doorlichting van ministeriële regelingen’ van start gegaan (Kamerstukken II 2002/2003, 28 755, nr. 1), dat beoogt te komen tot aanbevelingen voor het opschonen of samenvoegen van regelgeving. Een en ander is uitgewerkt in het Actieprogramma Andere Overheid (Kamerstukken II 2003/2004, 29 3762, nr. 1).

Binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn naar aanleiding hiervan de al langer lopende initiatieven op dit terrein, mede in relatie tot de voornemens ten aanzien van de reductie van administratieve lasten, samengebracht in een programma getiteld ‘Beter Geregeld!’. Doel van dit programma is o.a. om de regelgeving van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat systematisch door te lichten aan de hand van de criteria die zijn te ontlenen aan het hiervoor genoemde kabinetsbeleid. Momenteel wordt de opzet en inhoud van dit programma nader uitgewerkt. Zodra een meer compleet beeld van het programma is te geven, zal de Tweede Kamer daarover worden geïnformeerd.

Vooruitlopend daarop is als eerste concrete resultaat van dit programma – voor zover het betreft in te trekken regelgeving – een inventarisatie gemaakt van ministeriële regelingen en besluiten die, veelal door het verstrijken van de tijd, hun materiële betekenis hebben verloren. Deze regelingen zijn echter nooit ingetrokken. Dergelijke regelingen vervuilen de in gebruik zijnde wetgevingsbestanden en komen de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van de geldende regelgeving voor bedrijven en burgers en voor de overheid zelf niet ten goede. In dit verband kan gedacht kan worden aan de vaststelling van tarieven voor een bepaald jaar, de vaststelling van niet meer in gebruik zijnde formulieren, een gedateerde erkennings- of subsidieregeling of formeel nog zelfstandig geldend, maar niet meer relevant overgangsrecht in een wijzigingsregeling. Het is wenselijk dergelijke regelingen in te trekken.

De onderhavige regeling heeft betrekking op de in te trekken ministeriële regelingen. Daarnaast zal een besluit worden vastgesteld waarmee diverse gedateerde en achterhaalde besluiten worden ingetrokken. Het betreft onder andere diverse beschikkingen tot benoemingen van examencommissies, tot instelling van projectgroepen en commissies en tot mandaatverlening.

In totaal worden 33 regelingen en 30 besluiten ingetrokken.

Bijzondere vermelding verdient nog de intrekking van de recente Regeling vrijstelling eisen Voertuigreglement en RVV 1990 (zie artikel V, onderdeel l), die niet wordt ingetrokken omdat deze is verouderd is, maar omdat na vaststelling van deze regeling is gebleken dat het mogelijk en ook praktischer is de daarin vastgelegde vrijstellingen in ontheffingen vast te leggen.

In artikel VII is tenslotte een overgangsbepaling opgenomen om te garanderen dat nog lopende procedures conform het tot dusverre geldende recht kunnen worden afgewikkeld.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven