Besluit intrekking Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart

Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat omtrent de intrekking van de Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart

22 september 2004

Nr. HDJZ/SCH/2004-2273

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel 1

1. De Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart wordt ingetrokken.

2. De Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart blijft van toepassing op de behandeling van aanvragen die betrekking hebben op het jaar 2004 en zijn ingediend overeenkomstig die regeling.

3. Andere aanvragen dan die, bedoeld in het tweede lid, worden niet in behandeling genomen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

De onderhavige beleidsregel strekt tot intrekking van de beleidsregel Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart. In het kader van de bezuinigingen op het terrein van Verkeer en Waterstaat, die voortvloeiden uit het Strategisch Akkoord van het Kabinet Balkenende I, is besloten een aantal subsidieregelingen, waaronder de Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart, af te bouwen. Aanvankelijk bestond het voornemen, met ingang van 2004 de subsidie te halveren en de regeling te beëindigen met ingang van 2005. Het voornemen hiertoe is aan de drie organisaties voor schipperszorg medio september 2002 per brief meegedeeld. Nadat die organisaties in december 2002 de mogelijkheid is geboden hun zienswijze hierover aan de minister kenbaar te maken, is in juli 2003 besloten de subsidieregeling per 1 januari 2005 te beëindigen, doch af te zien van halvering van de subsidie in 2004.

Uit het voorgaande vloeit voort, dat subsidie-aanvragen die betrekking hebben op het jaar 2004 nog zullen worden afgewikkeld met toepassing van de bepalingen van de Subsidieregeling schipperszorg binnenvaart. Dit geldt uiteraard alleen wanneer zij ook overeenkomstig de bepalingen van die regeling zijn ingediend.

De afwikkeling van deze aanvragen gaat dus door, ook voor zover dit bepaalde handelingen vereist die op grond van de regeling eerst in 2005 moeten plaatsvinden, zoals de verantwoording over de bestedingen en de vaststelling van de subsidie.

Dit overgangsrecht is neergelegd in het tweede lid van artikel 1.

Aanvragen die betrekking hebben op 2005 kunnen uiteraard niet meer in behandeling worden genomen, aangezien de regeling ophoudt te bestaan. Dergelijke aanvragen zouden, op grond van de regeling, voor 1 oktober 2004 moeten worden ingediend. Om hierover iedere onduidelijkheid te voorkomen is het derde lid van artikel 1 opgenomen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven