3 Vragenuur

Vragen van het lid Çörüz aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht "Helft managers Wallen was crimineel".

De heer Çörüz (CDA):

Voorzitter. De helft van de bedrijven op de Amsterdamse wallen heeft een of meer leidinggevenden met een crimineel verleden, zo blijkt uit het eindrapport van de projectgroep Emergo. Deze projectgroep heeft onderzoek gedaan naar witwassen, drugshandel en mensenhandel en heeft de raamprostitutie, de coffeeshops en de hotelsector doorgelicht. Het gaat hier over zaken van vrouwenhandel, frauduleuze coffeeshops en illegale hotels tot wietteelt, belastingontduiking en witwasoperaties. Criminelen bezitten prostitutiepanden of zijn crimineel bezig door drugs in andermans pand op te slaan of crimineel geld via banken weg te sluizen. De conclusies uit het onderzoek hebben mij geschokt. De CDA-fractie vindt dat er zo snel mogelijk moet worden opgetreden, vandaar de volgende vragen.

Het rapport geeft aan dat ondanks de inspanningen de georganiseerde criminaliteit de wallen nog altijd stevig in haar greep houdt. Hoe kan het dat er ondanks de inspanningen geen verbeteringen te zien zijn? Wat heeft de minister tot op heden gedaan om de criminaliteit te verminderen? Wat is de minister van plan aan de huidige situatie te doen?

Minister Opstelten:

Voorzitter. Dank aan de heer Çörüz voor de door hem gestelde vragen. De concrete feiten zijn bekend. Ze zijn schokkend. Hoe is het zo gekomen? Ik denk dat wij allemaal weten dat sinds het onderzoek en het rapport van wijlen Maarten van Traa in Amsterdam het Van Traateam is opgericht. Toenmalig burgemeester Job Cohen komt de eer toe dat hij naar mijn voorgangers is gegaan met het verzoek "help mij". Dat was in 2007. Hieruit is Emergo voortgekomen; ik heb het rapport bij me. Het is succesvol gebleken, dat zeg ik met nadruk.

De partijen die de handen ineen hebben geslagen, namelijk gemeente, fiscus, politie, Openbaar Ministerie, FIOD et cetera, hebben informatie boven tafel gekregen, met als resultaat de vaststelling van de verwevenheid van onder- en bovenwereld en van de feiten die de heer Çörüz noemt. Men heeft concrete resultaten geboekt; daar gaat het om. Wij hebben een en ander te lang laten lopen, maar er is geduld en consistentie nodig. Diezelfde aanpak heb ik nu ook in Noord-Brabant aangekondigd. De Kamer heeft hierover van mij een rapportage gekregen.

Wat heb ik inmiddels gedaan? Ik heb hieraan prioriteit gegeven. Ik heb al gezegd dat wij Emergo ook gaan toepassen in Noord-Brabant; wij gaan dit in het hele land uitrollen. De aanpak van de grote georganiseerde criminaliteit heeft prioriteit. Politie, Openbaar Ministerie en gemeentebesturen zijn het daarmee eens. Ik heb de Kamer hierover geïnformeerd. Wij zijn de posities en de sterkte aan het realloceren. Dat betekent extra investeren; dat is belangrijk. Verder willen wij over het hele land Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC's).

Wat nu verder te doen? Gewoon keihard doorgaan.

De heer Çörüz (CDA):

Dat laatste spreekt mij aan, maar er moeten wel twee tandjes bij. Het is natuurlijk heel goed dat er informatie boven water komt, zoals de minister zegt. Die integrale aanpak spreekt mij ook aan, maar de conclusies van het rapport zijn toch wel schokkend; daar kunnen wij niet omheen.

Ik wil een vervolgvraag stellen. De onderzoekers kaarten diverse opties aan om de strijd tegen criminaliteit effectiever te maken. Zo zou de gehele coffeeshopbranche moeten worden doorgelicht, zou er meer onderzoek nodig zijn naar de raamprostitutie en zouden er pseudoklanten en anonieme controleurs moeten worden ingezet in de raamprostitutie. Wat vindt de minister van deze maatregelen? Is hij bereid om met deze opties aan de slag te gaan?

Minister Opstelten:

Wat het tandje extra betreft: ik heb aangegeven dat wij dat doen, dat is het kabinetsbeleid.

Wat het tweede punt betreft: ik zal de Kamer spoedig het rapport over Emergo toesturen met mijn reactie op de aanbevelingen. De drie aanbevelingen die de heer Çörüz noemt, krijgen van mij een positieve benadering. Wij moeten echter niet de situatie hebben dat ik als minister zeg wat ik van de aanbevelingen vindt, terwijl het gemeentebestuur of de burgemeester dat vindt en de politie weer dit. De kracht van de laatste vier jaar is nu juist geweest dat er eendrachtig is opgetreden. De Kamer krijgt van mij het rapport plus de reacties op de aanbevelingen van alle partijen, en wel heel snel.

Naar boven