6 Vragenuur

Vragen van het lid Van Veldhoven aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht "Hedwigepolder blijft voorlopig droog staan".

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Dit kabinet begon met het motto: afspraak is afspraak, in ons eigen belang. De staatssecretaris riep vanmorgen nog op tot internationale afspraken over de waterstand in de Rijn. Zo verwachten de Belgen van ons de ontpoldering van de Hedwigepolder. Daarover zijn internationale afspraken gemaakt. Het kabinet stelt deze, wederom, ter discussie. Nou ja, discussie? Was het maar zo! Hadden wij maar discussie!

Op 12 april vroeg ik om de brief van de Europese Commissie over de Hedwigepolder en naar het onderzoek naar alternatieven. Wij kregen niets. Op 26 april heb ik het nog eens geprobeerd, in de commissie en ook tijdens het spoeddebat met de premier over het Zeeuwse Statenlid Robesin. U begrijpt het echter al: wij kregen niets, niet eens een reden. Nu moet ik in de krant lezen dat het onderzoek al weken op het ministerie ligt, terwijl het kabinet te beroerd was om ons zelfs maar de onderzoeksopdracht te sturen. De toekomst van de Hedwigepolder ligt gevoelig. Dat snapt iedereen. Zelfs de premier heeft, of had in ieder geval, warme belangstelling hiervoor. Juist dan is een debat met open vizier gewenst. Durft het kabinet dit open debat niet aan? Is het niet bereid om de Kamer te informeren, of stuurt het vandaag nog de volgende informatie naar de Kamer: het onderzoek van Deltares, de correspondentie met de Europese Commissie en een overzicht van de gesprekken met onze zuiderburen?

Staatssecretaris Atsma:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Van Veldhoven voor de gestelde vragen en voor de mogelijkheid om hierover duidelijkheid te geven. Althans, ik zal proberen duidelijkheid te geven, namens collega Bleker. Ik neem afstand van de suggestie dat het kabinet geen openheid zou willen geven; het tegendeel is waar. De suggestie van de geachte afgevaardigde, mevrouw Van Veldhoven, dat er al wekenlang een rapport van Deltares op tafel ligt, is niet waar. Vorige week is het rapport van Deltares binnengekomen. Zoals de staatssecretaris haar afgelopen vrijdag heeft bericht, krijgt zij een reactie op het rapport. De Kamer vraagt vaak, en terecht, een inhoudelijke kabinetsreactie op een rapport. In dit geval betreft het het rapport zelf en het standpunt over de aanpak van de Hedwigepolder. Dat is de normale gang van zaken. Ik denk dat mevrouw Van Veldhoven dit op korte termijn tegemoet kan zien. Zij mag dat ook van ons verwachten. Sterker nog, staatssecretaris Bleker heeft gezegd dat hij voor de zomer een en ander aan de Kamer zal doen toekomen.

Staatssecretaris Bleker heeft vorige week gesproken met de heer Peeters, zoals ook in het betreffende artikel stond. Dat is een vertrouwelijk gesprek geweest. Natuurlijk worden de Belgen door ons van dag tot dag geïnformeerd, zo zou ik bijna willen zeggen, over de ontwikkelingen met betrekking tot het onderwerp waarover mevrouw Van Veldhoven vragen heeft gesteld.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De staatssecretaris zegt: wij hebben aangekondigd dat er informatie komt. Ja, die aankondiging hadden wij allang. Natuurlijk was allang gezegd: u krijgt wel een keer informatie. Dat was echter niet de vraag van de Kamer. De vraag van de Kamer was: stuurt u ons die informatie nu? Die vraag is al op 12 april gesteld. Tussen 12 april en nu zijn bijna twee maanden verstreken. De staatssecretaris wist dus al twee maanden lang dat de Kamer die informatie niet "een keer", maar snel wilde hebben. Dat is namens de hele commissie gevraagd. Ik hoor nog steeds geen enkele goede reden waarom wij de informatie niet snel hebben gekregen en waarom wij de onderzoeksopdracht nog steeds niet hebben gekregen, terwijl de onderzoeksresultaten zelf – de staatssecretaris geeft het toe – inmiddels al een week op het departement liggen. Waarom hebben wij het onderzoek dan niet een week van tevoren gekregen, zoals wij gevraagd hebben?

Staatssecretaris Atsma:

Ik herhaal wat ik zojuist heb gezegd. Het is volstrekt gebruikelijk. De Kamer zou terecht aan de bel trekken als het rapport zonder een kabinetsstandpunt aan de Kamer zou zijn gezonden. Dat zou de vervolgvraag zijn geweest. Mevrouw Van Veldhoven weet dat als geen ander. Het kabinet is absoluut voornemens om het rapport aan de Kamer te doen toekomen, maar wel met een zorgvuldig opgestelde reactie. Daar heeft de Kamer recht op. Zij krijgt deze reactie ook. De staatssecretaris van EL&I heeft eerder toegezegd dat de Kamer binnen een halfjaar, dus voor de zomer, rond 1 juli, het definitieve standpunt over de Hedwigepolder zou ontvangen. Ik kan mij voorstellen dat alles in één pakket aan de Kamer wordt toegezonden. Ik vind dat dit kan en ook zeer gewenst is. Het is niet zo dat het rapport van Deltares al weken lang ten burele van het ministerie ligt. Met het toezenden van het rapport, de kabinetsreactie en de visie op de Hedwigepolder krijgt de Kamer uiteraard ook de onderzoeksopdracht die aan Deltares is opgelegd.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

U herhaalt wat u net hebt gezegd, maar u geeft dus geen extra informatie. Waarom hebben wij de informatie waar wij specifiek om vroegen, zelfs los van de kabinetsreactie, niet gekregen? Het was een specifieke vraag: stuur ons informatie, ook al hebt u nog geen kabinetsreactie. Nu wij het toch hebben over wat u wel stuurt en wat u toezegt, wil ik daar graag ook een duidelijk financieel plaatje bij; dan wil ik ook graag een reactie van de Europese Commissie op de alternatieven die u zult voorstellen. Ik wil ook graag een reactie van de Belgen daarop.

Staatssecretaris Atsma:

Het is volstrekt voor de hand liggend dat als het kabinet met een brief komt over de Hedwigepolder en de toekomst daarvan, de Kamer wordt geïnformeerd over de stand van zaken in het overleg met de Belgen, het commitment van de Belgen voor de gekozen aanpak, en hetgeen de Europese Commissie ervan vindt. Dat lijkt me volstrekt logisch, maar je moet het wel allemaal in de goede volgorde doen. Op dit moment zou ik het wel willen, maar ik kan het niet eens. Ik heb namelijk geen standpunt van de Europees Commissaris over de perikelen rond de Hedwigepolder die de Tweede Kamer, het parlement, in Nederland reeds geruime tijd bezighouden. "Geruime tijd" kan men beschouwen als een tijdsperiode van enkele jaren.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dan wil ik de toezegging van dat dit kabinet geen enkel onomkeerbaar besluit neemt, voordat hierover met de Kamer is gesproken.

Staatssecretaris Atsma:

Wij hebben eerder al afgesproken dat de Kamer over de besluitvorming over de Hedwigepolder wordt geïnformeerd. Uiteraard zal de Kamer een en ander moeten accorderen als er sprake is van concrete voorstellen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is bizar dat deze staatssecretaris het rapport niet wil vrijgeven. Wij zullen daar in de procedurevergadering zeker op terugkomen en om dat rapport vragen. Ik verwacht dat de Kamer geïnformeerd wordt. Mijn vraag luidt als volgt. Welk belang van de Zeeuwen dient deze staatssecretaris met zijn belofte, gelet op het geknoei en geklooi in de polder? GroenLinks is altijd vrij helder geweest: je moet je afspraken nakomen. Maar welke dienst bewijst de staatssecretaris de Zeeuwen? Eerst werd de PVV gepaaid, daarna de heer Koppejan en vervolgens de heer Robesin. Het wordt maar vooruitgeschoven en daarom vraag ik: welk belang dient de staatssecretaris?

Staatssecretaris Atsma:

Ik dien het algemeen belang; het belang van 16 miljoen Nederlanders wordt ermee gediend. Het is dus ook in het belang van alle Zeeuwen. Wij kunnen de discussie die in het kader van het regeerakkoord is gevoerd, opnieuw doen, maar dat lijkt mij niet verstandig. Als mevrouw Van Tongeren suggereert dat er geen enkel belang zou zijn, dan moet ik haar erop wijzen dat het onderwerp de afgelopen jaren wel degelijk heel veel heeft losgemaakt. Als wij op enigerlei wijze kunnen voorkomen dat goede landbouwgrond onder water wordt gezet, weet men wat het standpunt van het kabinet is. Dan willen wij proberen om dat te voorkomen en halen wij daarvoor alles uit de kast. Dat is het grote belang dat hierbij speelt. Ik werp verre van mij dat wij het Deltaresrapport niet zouden willen publiceren. Natuurlijk krijgt de Kamer dat rapport. Ik herhaal echter nogmaals dat, als de Kamer het rapport vandaag zou krijgen, zij morgen om een inhoudelijke reactie van het kabinet vraagt. Wij hebben echter gemeend dat het voor de zorgvuldigheid goed is dat de Kamer alles ineens krijgt, wetende dat binnen enkele weken het definitieve standpunt verschijnt.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik zal het volgende straks tijdens de regeling van werkzaamheden vragen, maar dan moet ik het nu ook alvast vragen. Namens de vaste commissie voor EL&I verzoek ik om de correspondentie tussen de Europese Commissie en het kabinet vrij te geven. Dat betreft informatie over het Natura 2000-beleid in Nederland. Ik zou de informatie over die kwestie heel graag vóór het VAO Natura 2000 van morgen ontvangen. Kan de staatssecretaris dat toezeggen?

Staatssecretaris Atsma:

Ik kan één ding toezeggen en één ding niet toezeggen. Ik kan toezeggen dat wij kunnen en willen verzoeken of de ambtelijke correspondentie tussen het ministerie en de ambtelijke organisatie van de Commissaris ook bij de Kamer terecht mag komen, kortom: of wij dat aan de Kamer mogen doorgeleiden. Ik kan dat echter niet op eigen initiatief toezeggen, want daarvoor moeten wij echt groen licht van de Commissaris hebben. Zo hebben wij het enkele maanden geleden ook gedaan in de discussie over het Kierbesluit, waar een aantal van de leden ook alles van weet. Ook daarbij hebben we de Commissaris gevraagd of het goed was dat de Kamer de desbetreffende informatie kreeg. Die vraag zullen wij in Brussel voorleggen. Zodra het antwoord daarop ja is, zal de Kamer de informatie onverwijld krijgen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik ga nog steeds uit van de brief van 20 april, waarin staatssecretaris Bleker schrijft dat hij de Kamer voor 1 juni informeert. Dat betekent dat we nog negen uur en een kwartier te gaan hebben. De staatssecretaris zei zojuist dat we alles moeten doen om te voorkomen dat er landbouwgrond onder water komt te staan. Wie niet wil ontpolderen, moet die Westerschelde niet uitdiepen. Ik wil dus graag dat in de brief aan de Kamer een overzicht wordt gegeven van de kosten die tot nu toe zijn gemaakt om de afspraken in het Scheldeverdrag niet na te komen. Ook wil ik inzicht hebben in hoeveel menskracht er op de ministeries is vrijgemaakt. Hoeveel ambtenaren houden zich hiermee bezig?

Staatssecretaris Atsma:

De toezegging van collega Bleker blijft recht overeind staan. De Kamer zal voor de zomer zijn geïnformeerd over de stand van zaken. Wellicht geeft dat op dat moment aanleiding tot verdere discussie met de Kamer.

Wat de kosten en de gepleegde inspanningen betreft, denk ik dat het geen probleem is om indicatief aan te geven welke stappen er zijn gezet om tot het standpunt te komen dat in de loop van de volgende maand aan de Kamer zal worden gestuurd.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Naar boven