8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor om haar motie op stuk 21502-08, nr. 355 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO voedselprijzen, met als eerste spreker het lid Thieme;

  • - het VAO geneesmiddelenbeleid, met als eerste spreker het lid Van Gerven;

  • - het VAO waterkwaliteit, met als eerste spreker het lid Jacobi;

  • - het VAO dierziekten en antibioticagebruik in de veehouderij, met als eerste spreker het lid Van Gerven.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten, die mede namens de PVV-fractie twee verzoeken heeft.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Vrijdagavond konden we de zegeningen van de liberalisering in de thuiszorg weer eens zien in EenVandaag: onderbetaling van personeel, verkeerde declaraties en fraude met zorggeld. Mede namens de PVV-fractie wil ik hierover een debat aanvragen met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Wij willen graag een brief ontvangen en dan bekijken of deze aanleiding geeft voor een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij zouden het debat graag willen verbreden naar andere thuiszorginstellingen waar misstanden aan de orde zijn. Te denken valt aan de ViVa! Zorggroep en aan diverse thuiszorginstellingen die onder verscherpt toezicht zijn geplaatst. Volgens ons is er structureel iets mis.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Voorzitter. Ik wil graag eerst een brief ontvangen en dan bekijken of een debat moet volgen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb de PvdA-fractie nog niet gehoord.

De voorzitter:

Dat hoeft ook niet per se; men heeft de mogelijkheid daartoe.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Voorzitter. Ik wil eerst de brief zien en naar aanleiding daarvan kijken wat voor soort debat wij daarover moeten voeren.

De voorzitter:

Dan hebt u steun voor het vragen van een brief, mevrouw Leijten. Na ommekomst van de brief zal bekeken worden of een debat nodig is.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb nog een reactie op wat mevrouw Voortman zei. De problemen bij de ViVa! Zorggroep zijn uitdrukkelijk problemen met de gemeentelijke thuiszorg. Hier gaat het over de AWBZ, die direct onder onze verantwoordelijkheid valt. Daarom graag een apart debat, maar ik wacht eerst de brief af. Ik hoop wel dat die brief nog voor het zomerreces komt.

De voorzitter:

Ik denk dat dat moet lukken voor het zomerreces. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef nogmaals het woord aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Er is grote paniek ontstaan bij 130.000 mensen in Nederland met een persoonsgebonden budget. Morgen wordt in de ministerraad mogelijk een besluit genomen over het pgb en staat het recht op zorg op het spel. Daarom wil ik voor vandaag een dertigledendebat aanvragen, inclusief stemmingen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt dit verzoek om een derdigledendebat en dan graag nog vandaag. Ik denk dat het goed is als de Kamer een krachtige boodschap kan meegeven voordat de ministerraad morgen vergadert.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook wij willen het kabinet een aantal duidelijke piketpalen meegeven en dus steunen wij dit verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De PvdD-fractie geeft steun aan het verzoek om een debat vandaag. Wel wil ik in overweging geven om morgenochtend te stemmen, in elk geval voor de ministerraad. Dit als aanvullende suggestie van mijn kant.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Het is niet mijn gewoonte om in deze fase in te stemmen met een verzoek om een dertigledendebat. Ik denk echter dat het toch belangrijk is, en daarin steun ik mevrouw Voortman, om een aantal piketpalen aan te geven. Ik steun dan ook het verzoek om een debat.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Steun van de fractie van de Partij van de Arbeid, ook wat betreft het tijdstip.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Wij vinden het een goede gewoonte om eerst een brief te vragen bij een spoeddebat of een dertigledendebat en dan te bekijken hoe wij het debat gaan voeren.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Eerst een brief en dan kijken hoe we het debat voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt de steun van 30 leden. Ik ga mij bezinnen op het moment om het debat te houden.

Mevrouw Leijten (SP):

Gezien de brede steun in de Kamer voor dit debat en gezien de maatschappelijke onrust en de serieuze plannen die voorliggen, doe ik een uitdrukkelijk beroep op u om het debat vandaag te houden. Mevrouw Ouwehand zei dat er wellicht morgenochtend kan worden gestemd, als het maar voor de ministerraad is.

De voorzitter:

Ik ga daarover niet in discussie. Het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet. De spreektijd is drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. We hebben net mondelinge vragen gesteld en daarbij bleek dat het kabinet kiest voor de tuinders en niet voor de volksgezondheid. Er komt elke keer weer nieuwe informatie naar buiten. Daarom verzoeken wij, samen met de Partij van de Arbeid, om een dertigledendebat over de EHEC-bacterie.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun van de fractie van de Partij voor de Dieren.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Geen steun. Het lijkt ons beter om gewoon elke week of twee weken, als het noodzakelijk is, een debat te hebben in commissieverband. Dat is eerder dan middels deze methode en dat is verstandiger.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ook geen steun van VVD-zijde. Wij hebben net van de minister gehoord dat alle hens aan dek zijn om te kijken waar de bron zit. Dat is het belangrijkste. Daarover kunnen we uren debatteren, maar daar schieten we niet zo veel mee op.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

In het belang van de volksgezondheid steunen wij toch het verzoek van GroenLinks.

De voorzitter:

Ik heb nog geen 30 leden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Jawel, de Partij van de Arbeid steunt mijn verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Arib stond te zwaaien.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Dit dertigledendebat is mede namens ons aangevraagd.

De voorzitter:

Dat heb ik dan niet goed gehoord, excuus. Dan hebt u voldoende steun, mevrouw Voortman, dus dan gaan we het op de lijst zetten. De spreektijd is drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Verhoeven.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik vraag om uitstel van het VAO leegstand kantoren en plattelandswoningen, omdat we nog wachten op enkele schriftelijke antwoorden van de bewindspersoon op vragen die de Kamer heeft ingediend. Het lijkt ons goed om tot die tijd nog geen moties in te dienen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dit is een belangrijk onderwerp. Er komen nu weer allerlei cijfers beschikbaar. Ik ben het eens met D66 dat we even de schriftelijke antwoorden moeten afwachten en dan het VAO zo snel mogelijk moeten laten doorgaan.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman steunt het verzoek om het VAO van de agenda af te voeren.

De heer Verhoeven (D66):

Ik wil het niet afvoeren. Daarover is de vorige keer ook wat verwarring geweest. Het gaat mij echt om uitstel en het verzoek om het VAO als die antwoorden er zijn, zo snel mogelijk in te plannen.

De voorzitter:

Het VAO wordt van de agenda voor deze week afgevoerd.

Het woord is aan mevrouw Kooiman.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik wil graag mede namens de Partij van de Arbeid een dertigledendebat aanvragen over het bericht dat er steeds meer comazuipende jongeren zijn en dat er nog steeds geen plan is om de alcoholpoli's over heel Nederland uit te rollen.

Mevrouw Straus (VVD):

De VVD-fractie vindt dit ook een heel belangrijk onderwerp, dus in die zin steunen wij het verzoek wel, maar binnenkort staat de behandeling van de nieuwe Drank- en Horecawet op de plenaire agenda. Dit is een van de doelstellingen uit die wet. Wellicht kunnen wij het daarbij meenemen. Waarschijnlijk is dat sneller dan wanneer het apart gepland moet worden.

De voorzitter:

Die behandeling staat over twee weken gepland, geef ik als aanvullende informatie.

Mevrouw Uitslag (CDA):

In aansluiting op mijn collega van de VVD, het is een heel belangrijk punt. Ik ben ook geschrokken van dit bericht, maar laten we daarover over twee weken een gedegen, goed debat voeren met elkaar.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ook de fractie van de ChristenUnie is zeer geschokt door deze grote toename: met 37% vergeleken bij 2009. Wat ons betreft komt er zo snel mogelijk een debat, maar ik kan mij voorstellen – dat zou een alternatief kunnen zijn – dat we hierover een spoed-AO houden, omdat de plenaire agenda goed vol zit. Het ligt eraan of wij daarvoor een meerderheid krijgen in de Kamer, maar ik steun het verzoek om een spoeddebat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ook de SGP-fractie wil graag snel spreken over deze heel zorgelijke berichten. Het maakt ons niet uit in welke vorm dat uiteindelijk gebeurt, als het snel kan bij behandeling van de Drank- en Horecawet of in een apart spoed-AO, zoals collega Voordewind voorstelt. Als er maar een mogelijkheid is om hier snel over te spreken.

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, u hebt de steun van 30 leden, maar er is voorgesteld om aan te sluiten bij behandeling van de Drank- en Horecawet over twee weken.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik voel eerder voor de suggestie van de heer Voordewind. Dit is een heel belangrijk thema. Ik wil er specifiek de aandacht voor vragen. Ik zal dus bekijken of er brede steun is voor een spoed-AO in de procedurevergadering.

De voorzitter:

Oké, ik zet u op de lijst. Als het anders loopt, dan hoor ik het van u. Spreektijden van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Cohen van de PvdA.

De heer Cohen (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de collega's Roemer, Sap en Pechtold verzoek ik om een hoofdlijnendebat met de minister-president. Het gaat over de stapeling van maatregelen die het kabinet aan het voorbereiden is en die desastreus kan uitpakken voor een aantal doelgroepen. Ik heb in het bijzonder ook het oog op jongeren die extra zorg nodig hebben. Ik heb het oog ook op chronisch zieken en gehandicapten. De maatregelen waarover het bijvoorbeeld gaat zijn die voor WSW, Wajong, passend onderwijs en, zoals wij gisteren hebben gehoord, de maatregelen die het kabinet blijkbaar aan het voorbereiden is op het gebied van het pgb. Mevrouw Leijten heeft net al gezegd dat het laatste nieuws tot grote paniek heeft geleid. Om die reden acht ik het van groot belang dat wij op korte termijn hierover een hoofdlijnendebat met de minister-president voeren.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. De fractie van de ChristenUnie maakt zich ook grote zorgen over de stapeling die nu langzaam maar zeker zichtbaar begint te worden. Wij steunen dit hoofdlijnendebat.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Wij steunen dit debat niet. Het lijkt ons niet verstandig om te praten over maatregelen die al dan niet in voorbereiding zijn en waarvan wij nog geen kennis dragen. Het moment dat de maatregelen er zijn, is het goede moment om met het kabinet erover van gedachten te wisselen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Steun voor het debat.

De voorzitter:

U hebt nog geen meerderheid voor het debat, mijnheer Cohen.

De heer Cohen (PvdA):

Als er geen meerderheid voor is, dan graag een dertigledendebat. Desalniettemin verzoek ik u om te bekijken of dat op zo kort mogelijke termijn gehouden kan worden, gegeven het belang dat er is. Misschien zijn de maatregelen voor een deel nog niet erg duidelijk, maar de contouren ervan zijn zichtbaar. Het lijkt ons van het grootst mogelijke belang, juist als het gaat over stapeling van de maatregelen die voor mensen in de doelgroepen desastreus kunnen uitpakken, om het debat daarover op korte termijn te voeren.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik vraag aan de coalitiepartijen waarom men niet een breder debat zou willen steunen. Dit is toch de coalitie die zoekt naar draagvlak voor beleidsmaatregelen? Juist voorafgaand aan concrete ideeën, terwijl er al zaken boven de markt hangen, nodig ik de drie partijen uit om te bekijken of wij over de inhoud kunnen discussiëren. Het noodgedwongen verengen tot een dertigledendebat is oké. Ik vraag de coalitiepartijen echter wat zij te verbergen hebben en waar de uitgestoken hand is om in de breedte een hoofdlijnendebat over de inhoud te voeren.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter. Ik val dit betoog van de heer Pechtold van harte bij. Ik vraag mij ook af hoe bijvoorbeeld het CDA hierover denkt. Dat heb ik nog niet gehoord. Ik heb gehoord dat de VVD het vooralsnog niet het steunen waard vindt. Er ligt een verzoek van een zo breed mogelijke minderheid van de Kamer om een debat op hoofdlijnen te voeren, juist omdat wij ons zorgen maken over de stapeling. Ik weet dat het CDA-congres die zorgen ook deelt op bepaalde punten. Ik zou graag horen hoe de collega's van het CDA hierover denken. Graag steun, zodat wij een volwaardig debat kunnen voeren.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Het lijkt mij goed om het debat daarover te voeren. Dat moet dan wel op het moment dat duidelijk is wat de maatregelen zijn en hoe die uiteindelijk uitpakken voor de inkomens waar de heer Cohen naar verwijst. Dat kan op het moment dat de plannen zijn gepresenteerd. Wij gaan het debat niet uit de weg, maar voeren het als het moment ervoor daar is.

De voorzitter:

Mijnheer Cohen, u hebt de steun van meer dan 30 leden. Ik zet het debat op de lijst. Ik heb gezien dat een heel groot aantal leden vóór dit debat is. Ik zal kijken wat ik kan doen. Ik vraag ook aan de partijen om gezamenlijk naar de lijst te kijken. Er zijn inmiddels wel heel veel dertigledendebatten aangevraagd. De spreektijd zal drie minuten per fractie bedragen.

De heer Cohen (PvdA):

Ja, het zijn er inderdaad een heleboel. Dat komt ook omdat het helaas niet mogelijk is om er volwaardige debatten over te voeren. Dat betreur ik zeer. Het gaat hier om buitengewoon belangrijke onderwerpen. Wij weten nog niet precies waar het over gaat, maar het gaat in elk geval over die stapeling en ook daar valt nu al veel over te zeggen. Ik kan mij ook voorstellen dat het nuttig kan zijn voor het kabinet om in de zomerperiode rekening te kunnen houden met wat er in de Kamer leeft.

De voorzitter:

Zeker. Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Paulus Jansen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Ik verzoek om een interpellatiedebat met de minister-president en de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het besluit dat de Duitse regering zondagnacht heeft genomen om binnen tien jaar volledig te stoppen met kernenergie.

De heer Van Vliet (PVV):

Geen steun voor dit verzoek. Wij hebben morgenavond nog een VAO over kernenergie, dat volgens mij niet volgens het kerstregime hoeft. Ik wil de heer Jansen de suggestie doen om daarin zijn vragen te stellen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik weet niet of er iets creatiefs mogelijk is met dat VAO, voorzitter. Misschien kunnen wij het wat verlengen zodat wij wat extra vragen kunnen stellen of dat het eraan kan worden geplakt. Het is acuut, wij willen het nu bespreken. Morgenavond is de minister er toch voor een VAO over kernenergie. Wellicht is dat een optie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Dat zou ook ons voorstel zijn. Er is een VAO geagendeerd. Als wij daar iets meer tijd voor kunnen inruimen, kunnen wij nog wat aanvullende vragen stellen en moties indienen. Dat is wellicht de meest efficiënte manier om het te doen.

De heer Leegte (VVD):

Geen steun voor een spoeddebat, want wij hebben al twee algemene overleggen over dit onderwerp gehad en morgen is een VAO geagendeerd. Als er dan echt iets moet, kan dat VAO eventueel worden verlengd. Wat ons betreft, zijn de ideeën wel besproken.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik denk dat het VAO goede mogelijkheden biedt, juist omdat wij die korte termijn beogen. Ik kan mij voorstellen dat de overwegingen en de vragen van de heer Jansen, die ik deel, heel goed in moties te verwoorden zijn.

De heer Samsom (PvdA):

Het viel mij op dat op de agenda maar een halfuurtje staat voor het VAO.

De voorzitter:

Dat is altijd zo.

De heer Samsom (PvdA):

Dat is een semikerstregime, misschien.

De voorzitter:

Welnee. Dan moet u de regeling beter bestuderen. Dit vind ik echt gewoon flauw. Er staat altijd een halfuur voor en met het kerstregime een kwartier.

De heer Samsom (PvdA):

Iets minder geprikkeld reageren, mag ook. Ik probeerde alleen iets meer ruimte te geven aan het debat. Het viel mij op dat de heer Jansen de minister-president erbij vroeg. Dan kunnen wij het dus niet zomaar bij het uitbreiden van het VAO laten. Dan moet er procedureel iets worden gewijzigd. Ik steun zijn verzoek. Ik begrijp waarom hij het heeft gedaan. Ik laat het aan de voorzitter over om iets creatiefs te verzinnen om ook de minister-president in vak-K te kunnen uitnodigen.

De voorzitter:

Dat stond niet in de profielschets, creatief zijn.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De D66-fractie zou uw creativiteit op dit punt zeer waarderen, voorzitter.

Mevrouw Verburg (CDA):

Het lijkt mij dat het VAO met iets meer ruimte, ook voor de beantwoording van de minister, voldoende soelaas biedt. De minister-president hoeft er niet bij te zijn. Het kabinet spreekt met één mond.

De voorzitter:

Volgens mij hebt u voldoende steun voor uw spoeddebat, mijnheer Jansen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Het was een verzoek om een interpellatie, voorzitter.

De voorzitter:

Oh nee. Iedereen wil een uitbreiding van het VAO. Dat is helemaal erg, wat ik nu zeg.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Misschien mag ik kort inhoudelijk reageren. Ik heb mijn verzoek heel erg kort gehouden, volgens de algemene regel. Ik wil graag de minister-president erbij hebben omdat in Duitsland energie, waaronder kernenergie, een chefsache blijkt te zijn. Dat is een argument om in dit geval ook de minister-president bij dit debat te vragen. Ik wil de voorstellers om dit bij het VAO te betrekken, erop wijzen – wellicht heeft de voorzitter daar een andere oplossing voor – dat een VAO slechts één termijn kent.

De voorzitter:

Dat klopt.

De heer Paulus Jansen (SP):

Dat betekent dat als de leden vragen stellen over dit onderwerp en daar een antwoord op komt, zij geen gelegenheid meer hebben om een motie in te dienen. Een interpellatie is naar mijn mening het meest compacte middel dat wij hebben. Dan kunnen van te voren schriftelijk vragen worden ingediend. Een interpellatie kan kort zijn. Naar mijn mening moet dat in een uur kunnen. Er is naar mijn mening ruimte op de agenda voor een interpellatie. Dat waren mijn praktische overwegingen. Ik houd mij uiteraard aanbevolen voor eventuele betere voorstellen.

De voorzitter:

Wij houden ons bij het voorstel van de heer Jansen. Hij deed het verzoek om een interpellatie. Ik ga gewoon na of daar steun voor is.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks wil graag een dertigledendebat of een verlenging van het VAO.

De voorzitter:

Nee, wij gaan nu helemaal terug naar het originele verzoek, namelijk dat voor een interpellatie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Geen steun voor een interpellatiedebat.

De heer Van Vliet (PVV):

Geen steun voor een interpellatie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ook onze voorkeur gaat uit naar een dertigledendebat. Maar als dit het is, steunen wij het verzoek om een interpellatiedebat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Voorkeur voor een dertigledendebat.

De heer Leegte (VVD):

Voorzitter. Mede namens de CDA-fractie geen steun.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de D66-fractie: een voorkeur voor een dertigledendebat, maar een interpellatiedebat kan ook, als het maar morgen plaatsvindt.

De voorzitter:

Het is echt iets heel anders. Ik had het idee dat mevrouw Van Veldhoven alleen een dertigledendebat steunde en niet een interpellatie, maar misschien ben ik abuis.

Mijnheer Jansen, u hebt met de steun van de heer Samsom voldoende steun voor een interpellatiedebat.

De heer Samsom (PvdA):

Het was een subtiele manier om de heer Jansen in overweging te geven om zijn verzoek te wijzigen, maar misschien was het iets te subtiel.

De heer Paulus Jansen (SP):

De reden dat ik een interpellatie voorstel, is dat naar mijn mening een interpellatie een compactere debatvorm is dan een dertigledendebat. Als er morgen ruimte zou zijn voor een dertigledendebat en een flink aantal collega's daaraan de voorkeur geeft, dan ben ik niet de moeilijkste, dan wil ik daar best aan meewerken. Ik kijk echter ook naar de agenda; dat was mijn overweging.

De voorzitter:

De voorzitter bepaalt in beide gevallen het moment en ook of de agenda het toelaat of niet. Ik ga het nu gewoon opnemen als een verzoek om interpellatie. Ik zal bekijken wat de mogelijkheden zijn. Er is immers steun voor een interpellatie.

De spreektijd is drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen vrijdagmiddag bereikte ons tijdens een openbaar symposium het bericht dat het ministerie van IM een brief aan de Kamer zou sturen met de mededeling dat de commissie-Meijdam, die gaat over de voortgang van de introductie van de ov-chipkaart, uitstel heeft aangevraagd voor het uitbrengen van haar advies. Dat zou vandaag worden uitgebracht. Pas in het najaar of laat in de zomer zal de commissie haar advies uitbrengen. Dat uitstel heeft grote consequenties voor miljoenen reizigers. Hierover moet duidelijkheid komen. Het heeft ook te maken met de politieke standpuntbepaling in deze Kamer. Daarom vragen wij de minister om die brief alsnog vandaag naar de Kamer te sturen, opdat wij hierover vanavond een debat met haar kunnen hebben. De financiële consequenties die dit zal hebben in allerlei concessiegebieden, waar reclamecampagnes gaan beginnen om de strippenkaart af te schaffen, zijn groot.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Ik wil de heer Monasch nadrukkelijk complimenteren, want gekker kun je het niet maken. Vanavond hebben wij, zoals de heer Monasch zelf al zegt, een afrondend debat met de minister. Over twee weken staat er een uitgebreid algemeen overleg over de ov-chipkaart op de agenda. En dan wil de heer Monasch ook nog vanavond een extra spoeddebat! Dat moeten wij dus niet doen. Mijnheer Monasch, als u een extra debat wilt, doet u dat dan over de weersvoorspellingen van Piet Paulusma.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij niet aan bij de woorden van de heer Aptroot, maar wel bij de uitkomst: wij steunen dit debat niet, want het wordt veel te veel van het goede en wij hebben al genoeg momenten gehad om hierover te spreken.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Dit onderwerp gaat de GroenLinksfractie zeer ter harte. Dat weet de heer Monasch ook. Volgens mij zijn er genoeg momenten, zeer binnenkort, om hierover te spreken. Dat gaat sneller dan een debat dat op de langetermijnagenda komt. Ik wil de heer Monasch best steunen, maar ik ben bang dat de minister straks zegt: er is een dertigledendebat aangevraagd, dus op een aantal thema's hoef ik nu niet in te gaan. Ik heb dat al een paar keer meegemaakt in andere debatten en dat risico wil ik niet lopen. Daarom steun ik het verzoek van de heer Monasch nu niet, want ik wil het snel aankaarten.

De voorzitter:

De heer Monasch vroeg om een gewoon debat.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Het onderwerp is belangrijk, maar het hoeft volgens mij niet met een debat zoals de heer Monasch dat nu aanvraagt. Wij kunnen dit gewoon in de commissie oppakken en daarvoor hebben wij de komende weken nog voldoende ruimte.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik wil voorstellen om het debat niet vanavond te houden, maar volgende week. Volgens mij is er op de agenda dan meer tijd om het debat te voeren. Tegelijkertijd wil ik voorstellen om de minister op de hoogte te stellen van het feit dat er in deze Kamer waarschijnlijk geen meerderheid meer is voor het afschaffen van de strippenkaart. De voorbereidingen tot het afschaffen van de strippenkaart moeten dan ook stopgezet worden. Mijn voorstel is dus om het debat niet vanavond, maar volgende week te houden.

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, u hebt geen steun van een Kamermeerderheid voor een debat.

De heer Monasch (PvdA):

De commissieactiviteiten waar de heer Aptroot naar verwijst en zijn weersverwachtingen zijn mij allemaal ruimschoots bekend. Als wij het vanavond niet doen, gaan er over twee weken berichten het land in, terwijl de reizigers de komende weken geïnformeerd worden dat de strippenkaart wordt afgeschaft. Er zullen grote reclamecampagnes aan besteed worden. Er worden verwachtingen gewekt. Die kunnen wel of niet waargemaakt worden op grond van het uitstel van het advies van de commissie-Meijdam. Daarom is het debat vanavond van belang. Ik vraag ook niet om een dertigledendebat. Dan zijn alle anderen erbij. Als we pas over twee of drie weken hierover praten, zijn de consequenties voor diegenen die dat willen.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Monasch. U hebt geen steun. We zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Jacobi.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Voor het VAO Natura 2000 morgenmiddag is in de vaste commissie voor ELI een brief toegezegd waarin het kabinet moet aangeven of de Europese Commissie correspondentie dan wel informatie heeft gevraagd aan Nederland over het Natura 2000-beleid, inclusief informatie over de vraag of er ook over de Hedwigepolder vragen zijn gesteld. Mijn verzoek is om deze brief voor 18.00 uur vandaag te sturen. Staatssecretaris Bleker heeft er namelijk een handje van om een brief pas een uur van tevoren te sturen. Als deze brief om 18.00 uur vandaag niet binnen is, stel ik voor dit VAO uit te stellen.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil graag één opmerking maken over het verzoek van mevrouw Jacobi. Ik vind dat de brief die staatssecretaris Bleker heeft toegezegd, er gewoon op tijd moet zijn. Het gebeurt heel vaak dat de Kamer besluit om dingen dan maar uit te stellen, maar toegezegd is toegezegd. Die opmerking zou ik graag mee willen sturen naar het kabinet in het stenogram. We moeten het kabinet niet belonen door AO's of VAO's uit te stellen als het de afspraken niet nakomt.

De voorzitter:

Dank u wel. Het stenogram wordt al doorgeleid, dus dit deel ook.

Het woord is aan de heer Van Bemmel.

De heer Van Bemmel (PVV):

Voorzitter. Hierbij wil ik mede namens het CDA, de VVD en de SGP uitstel vragen van de stemmingen onder punt 6 en punt 7 betreffende de wijziging van de Meststoffenwet.

De voorzitter:

Dat is een meerderheid, dus we zullen deze stemmingen afvoeren. Hebt u een argument voor uw verzoek?

De heer Van Bemmel (PVV):

Wij willen een aantal zaken nog wat grondiger bestuderen.

De voorzitter:

Het woord is mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Het kabinet bezuinigt niet alleen miljarden op zieken en gehandicapten, maar ook op het werk en inkomen van mensen met een arbeidsbeperking. Door de bezuinigingen bij de sociale werkvoorziening wil SOWECO nu 1300 van de 1900 banen in Almelo schrappen. Ik ben mij rot geschrokken. Ik wil hierover een dertigledendebat aanvragen met de staatssecretaris van SZW. Ik doe dit verzoek mede namens de fracties van de PvdA en GroenLinks.

De voorzitter:

Dan hebt u al 30 leden en kan ik het debat meteen op de lijst opnemen.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Er is om een dertigledendebat verzocht. Het is wederom zo dat we een debat gaan voeren dat in de gemeenteraad zou moeten plaatsvinden. Dat wil ik toch even opmerken. Wij hebben al drie of vier keer een debat gevoerd over een SW-bedrijf. Dit wordt dus het volgende.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut heeft de steun van twee partijen. Die maken dat het meer dan dertig leden zijn, dus ik zal het debat op de lijst zetten.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Als u mij toestaat om kort te reageren op de heer Azmani?

De voorzitter:

Als het moet.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik had verwacht dat de heer Azmani, maar ook de PVV ons verzoek juist zou steunen, omdat zij de partijen zijn die beweren dat de bezuinigingen niet ten koste gaan van de arbeidsplaatsen. Ik zal hier daarom keer op keer staan.

De voorzitter:

Dank u wel. Het debat komt op de lijst. Er zal een spreektijd gelden van 3 minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. In antwoord op mijn mondelinge vragen vandaag over de Hedwigepolder, gaf staatssecretaris Atsma geen enkele reden waarom het rapport nog niet naar de Kamer is gestuurd. Hij zei wel een brief te zullen sturen. Ik wil nu al een debat aanvragen over deze brief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Het lijkt mij goed als we hierover een plenair debat voeren. Nogmaals, de staatssecretaris heeft in een brief van 20 april geschreven dat de Kamer uiterlijk 1 juni zou worden geïnformeerd. Dat is morgen. Ik ga ervan uit dat we morgen keurig een brief in onze brievenbus hebben en dat we het debat zo snel mogelijk kunnen inplannen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Steun voor het verzoek.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. Ik kan mij niet voorstellen dat er geen debat gevoerd wordt over de Hedwigepolder, dus natuurlijk steun voor het verzoek.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie wil graag eerst de brief afwachten en dan bepalen of er een debat moet komen.

De voorzitter:

U hebt een meerderheid voor een debat, mevrouw Van Veldhoven, dus ik ga het opnemen op de lijst. Er zal een spreektijd gelden van vier minuten per fractie.

Dan gaan wij nu stemmen. Ik herinner eraan dat tijdens de regeling de stemmingen over de Meststoffenwet van de stemmingslijst zijn afgevoerd.

Naar boven