33 752 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2014)

33 753 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2014)

33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting- en invorderingsrente (Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente)

B1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2013

De wetsvoorstellen Belastingplan 2014, Overige fiscale maatregelen 2014, Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit en Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente zijn op 19 november 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. Zoals gebruikelijk ontvangt u bijgaand in chronologische volgorde een overzicht van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2014.

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Bijlage wijzigingen pakket Belastingplan 2014

Belastingplan 2014 (33 752)

Het wetsvoorstel Belastingplan 2014 bevat verschillende maatregelen die betrekking hebben op het budgettaire en koopkrachtbeeld van het komende jaar. Dit betreft allereerst de fiscale maatregelen uit het regeerakkoord2 met een voorziene inwerkingtreding op 1 januari 2014, uiteraard met inbegrip van de maatregelen die voortvloeien uit de motie Zijlstra/Samsom.3 Tevens zijn in dit pakket Belastingplan 2014 de fiscale maatregelen opgenomen die volgen uit het zogenoemde aanvullend pakket met een voorziene inwerkingtreding op 1 januari 2014.

Over dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer gezonden.4 Voorts zijn nog verschillende brieven gestuurd die voor de voorbereiding van de behandeling in uw Kamer ook van belang kunnen zijn:

  • Tegelijkertijd met de toezending van het pakket Belastingplan 2014 op 17 september 2013 is een aantal brieven naar de Tweede Kamer gezonden die alle betrekking hebben op onderwerpen die in het pakket aan de orde komen.

    • Een brief met daarbij de evaluatierapporten van de Energie-investeringsatrek (EIA) en van de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil).5

    • Een brief over de mogelijke maatregelen tegen het gebruik van auto’s met een buitenlands kenteken, die feitelijk ter beschikking staan aan een Nederlands ingezetene maar waarvoor geen motorrijtuigenbelasting wordt betaald.6

    • Een brief met een grenseffectenrapportage inzake alcohol en tabak.7

    • Een brief over de ontwikkeling van de autoverkopen in de eerste maanden van 2013.8

  • Bij de nota naar aanleiding van het verslag is een notitie gevoegd van TNO over de ontwikkeling in de import en export van oldtimers in de jaren 2012 en 2013.9

  • Op 25 oktober 2013 heeft de Tweede Kamer een brief ontvangen met de antwoorden die in het kader van een schriftelijk overleg waren gesteld over de zogenoemde proeve van de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2014.10

  • Bij voornoemde brief van 25 oktober 2013 is als bijlage de tekst meegezonden van het Besluit tegemoetkoming specifieke zorgkosten.11

  • Op 31 oktober 2013 heeft de Tweede Kamer een brief ontvangen met schriftelijke antwoorden op een deel van de tijdens het wetgevingsoverleg van 28 oktober 2013 gestelde vragen.12

  • Op 8 november 2013 is in een brief aan de Tweede Kamer op een aantal onderwerpen van het wetgevingsoverleg van 4 november 2013 schriftelijk teruggekomen.13

  • Op 18 november 2013 heeft de Tweede Kamer in een brief – naast het oordeel over de tot dan toe ingediende amendementen en moties – nog nadere informatie ontvangen over onderwerpen die tijdens het plenaire debat aan de orde zijn gesteld.14

  • Op 19 november 2013 heeft de Tweede Kamer een brief ontvangen met enige aanvullende informatie over de afschaffing van de btw integratieheffing en tevens het oordeel van een op die dag nog ingediend amendement.15

Deze brieven zien ten dele ook op de andere wetsvoorstellen die deel uitmaken van het pakket Belastingplan 2014.

Er zijn vijf nota's van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2014 ingediend. Hierna worden de inhoudelijke wijzigingen in het wetsvoorstel als gevolg van deze nota's van wijziging toegelicht.

In de eerste nota van wijziging16 zijn, naast enkele technische wijzigingen, wijzigingen aangebracht in de stimulering van (semi-)elektrische auto’s in de directe belastingen. Daarnaast is daarin een bepaling opgenomen die ziet op een gedeeltelijke teruggaaf van de premies Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof).

  • Op basis van de beschreven marktontwikkeling van (semi-)elektrische auto’s worden met ingang van 1 januari 2014 maatregelen getroffen om te komen tot een meer evenwichtige vorm van stimulering van het terugdringen van de CO2-uitstoot op basis van innovatieve technologie. Daarbij wordt een eind gemaakt aan de huidige vergaande stapeling van stimuleringsmaatregelen. Concreet wordt de bijtelling van een nulemissie-auto per 1 januari 2014 tijdelijk verlaagd van 7% naar 4% en wordt de kleinschaligheidsinvesteringaftrek (KIA) voor personenauto’s afgeschaft.

  • In verband met een voorgenomen lastenverlichting voor werkgevers nog over het jaar 2013 wordt aan de werkgevers een gedeeltelijke teruggaaf van de basispremie Aof verstrekt ter compensatie voor de inhaalpremie bij de sectorfondsen.

In de tweede nota van wijziging17 wordt, naast enkele andere voornamelijk technische wijzigingen, in hoofdzaak uitwerking gegeven aan het merendeel van de fiscale maatregelen die zijn opgenomen in de Begrotingsafspraken 2014 zoals die door het kabinet zijn gemaakt met de fracties van D66, ChristenUnie, SGP, en de coalitiefracties, en zoals die zijn neergelegd in de brief van de Minister van Financiën van 11 oktober 2013.18 Deze nota van wijziging is voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Naar aanleiding van het advies van de Afdeling is een nader rapport opgesteld.19

De belangrijkste maatregelen worden hierna kort beschreven.

  • In het wetsvoorstel tot afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten (Kamerstukken 33 726), wordt onder andere voorzien in de afschaffing van de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en in de afschaffing van de tegemoetkoming voor specifieke zorgkosten. Deze fiscale regeling voor chronisch zieken en gehandicapten en de tegemoetkoming voor specifieke zorgkosten worden in versoberde vorm gecontinueerd; de daartoe strekkende wijziging is opgenomen in het Belastingplan 2014.

  • Het box 2-tarief wordt voor het kalenderjaar 2014 tijdelijk met 3%-punt verlaagd van 25% naar 22%.

  • De regeling die erin voorziet dat renovatie en herstel van woningen tijdelijk onder het verlaagde btw-tarief wordt gebracht, wordt verlengd tot 1 januari 2015.

  • De in het oorspronkelijke wetsvoorstel voorziene afbouw van de algemene heffingskorting in de vierde schijf van de inkomstenbelasting in de jaren 2015 en later, wordt teruggedraaid (de vierde schijf begint bij een inkomen van € 56.531, cijfers 2014).

  • Het tarief van de eerste schijf van de loon- en inkomstenbelasting wordt in 2014 met 0,75%-punt verlaagd. In het jaar 2015 wordt deze verlaging weer teruggedraaid.

  • De leidingwaterbelasting wordt verhoogd (verdubbeld) en de bovengrens van 300 m3 vervalt. Hierdoor zal ook over het waterverbruik boven de 300 m3 leidingwaterbelasting verschuldigd zijn.20

  • De belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM) wordt verhoogd door enerzijds de introductie van een extra schijf voor auto’s met een CO2-uitstoot van 1 g/km tot en met 82 g/km met een tarief van € 6 per g/km in combinatie met een vaste voet van € 175, en anderzijds een verlaging van het tarief in de (tot dan toe) eerste schijf tot € 69.

  • De per 1 januari 2012 afgeschafte afvalstoffenbelasting wordt heringevoerd per 1 oktober 2014 (zie echter de hierna beschreven wijziging van de invoeringsdatum in de derde nota van wijziging).21

  • De werkbonus voor werkenden van 61 tot 64 jaar wordt vanaf 1 januari 2015 voor nieuwe gevallen afgeschaft. Voor bestaande gevallen blijft de werkbonus bestaan, maar deze wordt niet meer aangepast aan de inflatie. Vanaf 2018 is de werkbonus volledig afgeschaft.

  • De regeling herleving van de hypotheekrenteaftrek na tijdelijke verhuur (geïntroduceerd in 2010) en de tijdelijke verlenging van de termijn van de verhuisregelingen (geïntroduceerd in 2011) worden verlengd tot en met 31 december 2014.

  • Voor de toepassing van de zogenoemde 80%-regeling in het overgangsrecht voor de stamrechtvrijstelling komen – kort gezegd – slechts in aanmerking de aanspraken die voldoen aan de voorwaarde dat het ter financiering van de aanspraak verschuldigde bedrag voor 15 november 2013 is overgemaakt.

In de derde nota van wijziging22 wordt, naast enkele andere voornamelijk technische wijzigingen, uitwerking gegeven aan de afspraak uit de Begrotingsafspraken 2014 om de arbeidsmarkt voor jongeren te versterken met een premiekorting. Daarnaast vindt de herinvoering van de afvalstoffenbelasting plaats met ingang van 1 april 2014 in plaats van 1 oktober 2014. Het tarief wordt gewijzigd in € 17 per 1.000 kg.

In de vierde nota van wijziging23 wordt, naast een enkele technische wijziging, invulling gegeven aan een pakket van maatregelen om de meeropbrengst van het nieuwe fiscale stelsel van Caribisch Nederland van USD 2 miljoen via lastenverlichting terug te sluizen. Het pakket bestaat uit maatregelen in de vastgoedbelasting.

In de vijfde nota van wijziging24 wordt, naast een enkele technische wijziging, de vormgeving van de verhoging van de leidingwaterbelasting vastgelegd. Dit betreft de invoering van een degressief tarief met vijf schijven. Het tarief van 33 cent per m3 zoals in eerste instantie voorzien, is alleen van toepassing op het verbruik in de eerste schijf tot € 300 m3. De inwerkingtreding is getrapt. Per 1 januari 2014 alleen de eerste schijf, en per 1 juli 2014 treedt het degressieve schijventarief in werking met dien verstande dat die structuur in 2014 alleen betrekking heeft op de hoeveelheden die in de periode 1 juli 2014 tot en met 31 december 2014 worden verbruikt. Om de voor 2014 beoogde opbrengst te realiseren worden in die periode de hoeveelheidsgrenzen in de tweede tot en met vijfde schijf gehalveerd en de tarieven verdubbeld. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de uiteindelijk voorziene degressieve tariefstructuur van toepassing.

Bij de stemmingen over het wetsvoorstel Belastingplan 2014 in de Tweede Kamer op 19 november 2013 zijn de volgende amendementen aangenomen:

  • Stuk nr. 23 (Van Ojik). Dit amendement heeft betrekking op de fiscale stimulering van lokaal duurzaam opgewekte energie. Als de in die stimuleringsregeling voorziene belastingkorting vervalt of wordt verminderd, wordt aan coöperaties die al van de regeling gebruik maken investeringszekerheid geboden. Daarbij wordt uitgegaan van een periode van tien jaar vanaf het moment dat de coöperatie door de Belastingdienst is aangewezen en dat de leden van de coöperatie in aanmerking komen voor het verlaagd tarief.

  • Stuk nr. 33 (Omtzigt). Met dit amendement wordt het mogelijk gemaakt dat bij ministeriële regeling afzonderlijke categorieën van gevaarlijke afvalstoffen worden vastgesteld en dat voor deze categorieën een verlaagd tarief wordt gehanteerd, dan wel dat deze categorieën afval worden vrijgesteld.

  • Stuk nr. 58 (Schouten). Met dit amendement wordt geregeld dat schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012 ook in aanmerking kunnen komen voor de tijdelijke verruimde eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling van maximaal € 100.000.

Voorts is een motie aangenomen (stuk nr. 56 – Van Ojik). In deze motie wordt de regering verzocht de Tweede Kamer uiterlijk in 2013 te informeren (1) in welk geval een bedrijf de verplichting heeft om uiterlijk dertien maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening openbaar te maken via het handelsregister bij de Kamer van Koophandel, (2) hoeveel bedrijven de afgelopen vijf jaar ten onrechte verzuimd hebben te voldoen aan deze verplichting en (3) wat het kabinet gaat doen om het toezicht op deze verplichting te verbeteren.

Overige fiscale maatregelen 2014 (33 753)

Het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2014 bevat voorstellen voor fiscale maatregelen die geen of nauwelijks gevolgen hebben voor het budgettaire en koopkrachtbeeld voor 2014, maar waarvoor inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2014 wel wenselijk is.

Over dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer gezonden.25 Bij deze nota is als bijlage meegezonden het conceptbesluit tot wijziging van het uitvoeringsbesluit internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen.26

Er zijn vier nota's van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2014 ingediend. Hierna worden de inhoudelijke wijzigingen in deze nota's van wijziging toegelicht.

In de eerste nota van wijziging27 worden de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB) en de Successiewet 1956 (SW 1956) gewijzigd. In beide wetten wordt een nieuwe delegatiegrondslag opgenomen. De SW 1956 wordt uitgebreid met de mogelijkheid om het niet nakomen van bepaalde informatieverplichtingen bij algemene maatregel van bestuur aan te merken als een overtreding. In de WIB wordt de mogelijkheid gecreëerd om regels te stellen inzake het uit eigen beweging verstrekken van gegevens en inlichtingen door bepaalde belastingplichtigen. In deze nota van wijziging wordt voorts een wijziging van de Algemene douanewet voorgesteld omwille van de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur regels te kunnen stellen ter verzekering van een juiste toepassing van het Communautair douanewetboek en de daarop gebaseerde toepassingverordening. Deze nota van wijziging bevat voorts een wijziging in de inwerkingtredingsbepaling en een wijziging van technische aard.

De tweede nota van wijziging28 bevat een aantal wijzigingen van technische aard. Tevens wordt een wijziging aangebracht naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie.29

In de derde nota van wijziging30 wordt een aantal wijzigingen van voornamelijk redactionele en technische aard aangebracht.

In de vierde nota van wijziging31 is met betrekking tot de integriteitsbepaling voor algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) opgenomen dat de onherroepelijke veroordeling die ten grondslag ligt aan het weigeren of ontnemen van de ANBI-status moet zijn gedaan door een Nederlandse rechter.

Er is een amendement aangenomen onder stuk nr. 13 (Groot). Ingevolge dit amendement vervalt in de integriteitsbepaling voor ANBI’s de passage over «haatzaaien en geweld» en de in het onderhavige wetsvoorstel opgenomen uitbreiding hiervan tot «het in gevaar brengen van mensen en goederen». In plaats hiervan wordt een ruimere weigerings- of ontnemingsgrond van de ANBI-status opgenomen, maar worden wel enige fiscale proportionaliteitstoetsen ingebouwd.

Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit (33 754)

In de brief van 10 mei 201332 heeft het kabinet aangegeven welke maatregelen het voornemens is te nemen bij de aanpak van fraude met toeslagen. In het wetsvoorstel Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit worden deze aangekondigde maatregelen uitgewerkt. Het wetsvoorstel omvat voorts een aantal andere maatregelen op het gebied van handhaving en invordering. De hiervoor genoemde maatregelen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën:

  • maatregelen op het gebied van de verbetering van het toezicht en de handhaving door de Belastingdienst/Toeslagen,

  • maatregelen die liggen op het terrein van het boete- en strafrecht,

  • maatregelen die zien op het versterken van de invorderingspositie.

Over dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer gezonden.33 Daarnaast is er naar aanleiding van de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer van 9 oktober 2013 een brief aan de Tweede Kamer verzonden over de wenselijkheid om het onderhavige wetsvoorstel gelijktijdig met de overige wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2014 te behandelen.34

Er zijn drie nota's van wijziging op het wetsvoorstel Wet aanpak fraude en fiscaliteit ingediend. Hierna worden de inhoudelijke wijzigingen in deze nota's van wijziging toegelicht.

In de eerste nota van wijziging35 is slechts een technische verbetering opgenomen.

De tweede nota van wijziging36 regelt:

  • De bevoegdheid van de inspecteur om het opleggen van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting achterwege te laten in het geval de belastingplichtige in de afgelopen vijf jaar een bestuurlijke vergrijpboete op basis van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) of de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) opgelegd heeft gekregen, dan wel voor een soortgelijk vergrijp strafrechtelijk veroordeeld is.

  • Tevens wordt de bestaande praktijk gecodificeerd om geen voorlopige aanslag op te leggen of bijvoorbeeld een opgelegde voorlopige aanslag aan te vullen door een nadere voorlopige aanslag op te leggen indien de belastingplichtige niet of niet tijdig aangifte doet.

  • Daarnaast worden in deze nota van wijziging de maximumbedragen verhoogd van de bestuurlijke boete die kan worden opgelegd aan de niet-gecertificeerde uitlener die niet voldoet aan de verplichting om, nadat het nieuwe depotstelsel in werking is getreden, een depot aan te houden bij de ontvanger en van de bestuurlijke boete die kan worden opgelegd aan de inlener die dan niet aan de verplichting voldoet om 35% van de factuur op het depot te storten.

  • Tot slot wordt het aantal gevallen uitgebreid waarin de Belastingdienst/Toeslagen het verlenen van een voorschot op de tegemoetkoming achterwege kan laten dan wel een voorschot vast kan stellen tot een ander bedrag.

In de derde nota van wijziging37 is verduidelijkt dat de strafbaarstelling voor het opzettelijk niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de in de belastingwet gestelde termijn betalen van de belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen, niet geldt voor de goedwillende belastingplichtige die al dan niet tijdelijk in betalingsproblemen verkeert en tijdig uitstel van betaling vraagt.

Er is een amendement aangenomen onder stuk nr. 13 (Neppérus). Ingevolge dit amendement wordt voor de toeslagensfeer het overtredersbegrip voor de bestuurlijke boete uitgebreid met de doen pleger, de uitlokker en de medeplichtige (het voorgestelde artikel 41bis van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir)).

Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente (33 755)

In het regeerakkoord is met betrekking tot de belasting- en invorderingsrente door de coalitiepartijen overeengekomen om voor de belastingrente voor alle middelen behalve de vennootschapsbelasting en voor de invorderingsrente de wettelijke rente voor niet-handelstransacties te blijven hanteren, maar daarbij een ondergrens van 4% in te voeren. Het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting wordt gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties, met dien verstande dat hierbij een ondergrens van 8% wordt ingevoerd. In dit wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan deze maatregelen.

Over dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer gezonden.38


X Noot
1

De letter B heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 33 752.

X Noot
2

Bruggen slaan, regeerakkoord VVD–PvdA, 29 oktober 2012, Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr. 15, bijlage B.

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr. 32.

X Noot
4

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 11.

X Noot
5

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 5 met bijlagen.

X Noot
6

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 6.

X Noot
7

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 7 met bijlagen.

X Noot
8

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 8.

X Noot
9

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 11, bijlage.

X Noot
10

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 15.

X Noot
11

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 15, bijlage.

X Noot
12

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 16.

X Noot
13

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 21.

X Noot
14

Brief van 18 november 2013, kenmerk AFP 2013–783.

X Noot
15

Brief van 19 november 2013, kenmerk AFP 2013–796.

X Noot
16

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 9.

X Noot
17

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 13.

X Noot
18

Kamerstukken II 2013/14, 33 750, nr. 19.

X Noot
19

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 14.

X Noot
20

Bij de vijfde nota van wijziging wordt de verhoging van de leidingwaterbelasting anders vorm gegeven.

X Noot
21

Bij de vierde nota van wijziging wordt de invoeringsdatum, onder aanpassing van het tarief, verschoven naar 1 april 2014.

X Noot
22

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 17.

X Noot
23

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 22.

X Noot
24

Kamerstukken II 2013/14, 33 752, nr. 60.

X Noot
25

Kamerstukken II 2013/14, 33 753, nr. 7.

X Noot
26

Kamerstukken II 2013/14, 33 753, bijlage bij nr. 7.

X Noot
27

Kamerstukken II 2013/14, 33 753, nr. 5.

X Noot
28

Kamerstukken II 2013/14, 33 753, nr. 8.

X Noot
29

HvJ, 10 oktober 2013, nr. C-622/11 (Pactor Vastgoed B.V.).

X Noot
30

Kamerstukken II 2013/14, 33 753, nr. 9.

X Noot
31

Kamerstukken II 2013/14, 33 753, nr. 10.

X Noot
32

Kamerstukken II 2012/13, 17 050, nr. 435.

X Noot
33

Kamerstukken II 2013/14, 33 754, nr. 7.

X Noot
34

Kamerstukken II 2013/14, 33 754, nr. 6.

X Noot
35

Kamerstukken II 2013/14, 33 754, nr. 8.

X Noot
36

Kamerstukken II 2013/14, 33 754, nr. 9.

X Noot
37

Kamerstukken II 2013/14, 33 754, nr. 14.

X Noot
38

Kamerstukken II 2013/14, 33 755, nr. 6.

Naar boven