Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 94, item 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 94, item 9 |
Leefstijlpreventie
Aan de orde is het tweeminutendebat Leefstijlpreventie (CD d.d. 24/04).
De voorzitter:
Dan gaan we over naar het volgende tweeminutendebat. Dat is het tweeminutendebat Leefstijlpreventie. Dat doen we met dezelfde staatssecretaris. Als eerste spreker heb ik staan de heer Krul van het CDA. Het woord is aan hem.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. In een fatsoenlijk land beschermen we onze jonge kinderen tegen de invloeden van de voedselindustrie, die miljarden euro's pompt in marketing op ongezonde producten. Die marketing is inmiddels zo geraffineerd dat een kinderbrein zich daar eigenlijk niet tegen kan verzetten. Een overheid dient dan haar verantwoordelijkheid te nemen en dit aan banden te leggen. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voedselmarketing gericht op kinderen voor meer dan 80% bestaat uit reclames voor ongezonde producten;
overwegende dat uit onderzoek blijkt dat kinderen extra vatbaar zijn voor marketing en dat kinderen die blootgesteld worden aan voedselmarketing vaker ongezonde keuzes maken;
overwegende dat uit onderzoek blijkt dat er een directe link bestaat tussen kindermarketing voor ongezond voedsel en obesitas bij kinderen, terwijl een gezonde leefstijl op jonge leeftijd latere ziektes voorkomt;
van mening dat de overheid meer moet doen om kinderen en ouders te helpen gezonde keuzes te maken en te beschermen tegen reclame voor ongezonde producten;
constaterende dat de regering werkt aan een wetsvoorstel om marketing voor ongezond voedsel gericht op kinderen tegen te gaan;
verzoekt de regering om in dit wetsvoorstel een zo uitgebreid mogelijk verbod op kindermarketing voor ongezond voedsel op te nemen, zowel gericht op de fysieke als op de onlineleefomgeving van kinderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Het is te gek voor woorden dat we marketing voor ongezonde producten vieren als een soort uiting van keuzevrijheid, terwijl een overheid die hetzelfde probeert te doen en burgers probeert te verleiden om een gezonde keuze te maken, bestempeld wordt als betuttelend. Ik heb de staatssecretaris gehoord tijdens het commissiedebat. Hij maakte de vergelijking met Sinterklaas en inderdaad ook met de paashaas. Ik zou de Kamer eraan willen herinneren dat we op dit moment al een verbod hebben op marketing onder de 13 jaar. Dan vraag ik mij af: welk 14-jarig kind gelooft er nog in sprookjes? We hebben het al en het werkt nu ook niet.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Krul (CDA):
Het is dus tijd om dat iets aan te scherpen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Dobbe van de SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb vier moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voldoende bewegen een essentieel onderdeel is van een gezonde leefstijl;
constaterende dat er ondertussen echter nog steeds bezuinigingen staan ingepland op de sport;
overwegende dat het met het huidige niveau aan investeringen in de sport al onvoldoende lukt om mensen voldoende te laten bewegen en er dus eerder meer dan minder geld naar sport zou moeten gaan;
verzoekt de regering om met voorstellen en bijbehorende financiering te komen om het makkelijker te maken voor mensen om te sporten en te bewegen, en de Kamer hierover met Prinsjesdag te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de toename van het aantal hiv-diagnoses en de afname van het anticonceptiegebruik het grote belang van seksuele gezondheidszorg aantonen;
overwegende dat er in meerdere regio's bezuinigingen op seksuele gezondheid dreigen te worden doorgevoerd;
verzoekt de regering om te voorkomen dat er wordt bezuinigd op seksuele gezondheid en samen met gemeenten en de GGD'en in kaart te brengen wat hiervoor nodig is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat te veel ongezond eten grote gevolgen heeft voor de volksgezondheid en jaarlijks 13.000 overlijdens veroorzaakt;
overwegende dat de voedingsindustrie vaak grote winsten behaalt met de verkoop van ongezond voedsel en 80% van het supermarktaanbod ongezond is;
verzoekt de regering om via wettelijke normen het buitensporige gebruik van zout, suiker en vet bij de productie van ons eten te verminderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens het Rode Kruis 450.000 Nederlanders in verborgen voedselnood leven;
overwegende dat gezond eten voor veel mensen daardoor onbetaalbaar is geworden;
verzoekt de regering om de btw op gezonde voeding af te schaffen en daarbij uit te gaan van de Schijf van Vijf en supermarkten te verplichten dit door te rekenen aan de klant,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U bent nog netjes binnen de tijd gebleven met vier moties. Dat is een hele prestatie. Dan is nu het woord aan mevrouw Daniëlle Jansen van Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Dank u, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een gedifferentieerde verbruiksbelasting (de slimme suikertaks) aantoonbaar gezondheidswinst betekent en budgetneutraal kan worden gerealiseerd;
constaterende dat al onder het vorige kabinet werd gewerkt aan de gedifferentieerde verbruiksbelasting, door middel van het schetsen van vijf scenario's;
constaterende dat ook de internetconsultatie hierover inmiddels is afgerond, waaruit bleek dat vele gezondheidsexperts zich achter scenario 3 scharen;
overwegende dat er geen houdbare redenen zijn om invoering nog langer uit te stellen;
verzoekt de regering zo spoedig mogelijk over te gaan tot implementatie van de gedifferentieerde verbruiksbelasting, zoals beschreven in scenario 3,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. U heeft een interruptie van mevrouw Tielen.
Mevrouw Tielen (VVD):
Ik heb de scenario's niet helemaal scherp, maar volgens mij is scenario 3 alle suikerhoudende dranken extra belasten. Dat zijn dus ook gewoon de reguliere vruchtensappen. Klopt dat?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ja.
Mevrouw Tielen (VVD):
Is mevrouw Jansen het dan niet met mij eens dat het gek is om appelsap bij wijze van spreken te beschouwen alsof het cola of iets anders was? Je kunt telers namelijk niet vragen om appels zonder suiker te kweken. Of zie ik dat verkeerd?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Het gaat Nieuw Sociaal Contract erom dat wij passende maatregelen nemen om iets te doen tegen overgewicht. De scenario's zijn uitgebreid besproken en experts hebben hun visie daarop gegeven. Dit scenario komt daaruit naar voren als het beste en het meest kansrijke om iets te doen tegen overgewicht.
De voorzitter:
Mevrouw Tielen, kort, tot slot op dit punt.
Mevrouw Tielen (VVD):
Het lastige vind ik dat we het heel vaak hebben over geproduceerde ... Hoe noem je dat? Nou ja, we hebben het heel vaak over producten waarmee heel veel gedaan is in fabrieken. Die stelt u nu gewoon gelijk aan pure vruchtensappen. Dat vind ik echt heel ingewikkeld. Ik zou op dat punt van mevrouw Jansen graag iets meer nuance willen horen.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik snap dat het een hele ingewikkelde discussie is. Daarom gaat er waarschijnlijk ook zo veel tijd overheen, maar ik vind dat je ergens moet beginnen. Als de experts aangeven dat dit scenario het meeste effect zal sorteren, dan heb ik daar alle vertrouwen in.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we over naar mevrouw Slagt-Tichelman van GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Op 14 april dit jaar vond voor de 30ste keer het Nationaal Jeugddebat plaats in de Kamer. Samen met staatssecretaris Karremans, vanuit vak K, werd het gesprek gevoerd over voorstellen van jongeren om roken en vapen tegen te gaan. Jongeren, enkele mede-Kamerleden, de Voorzitter en enkele bewindspersonen, enorm bedankt voor jullie deelname aan het debat. Dank aan alle vrijwilligers voor hun grote inzet dit jaar en vele voorgaande jaren. Dankzij allen is het 30 jaar later nog steeds mogelijk dat jongeren niet alleen gehoord worden, maar er in de Tweede Kamer ook echt naar ze geluisterd wordt. Ik dien nu dan ook een motie in die is opgesteld door de blauwe fractie tijdens het Nationaal Jeugddebat, met alle complimenten voor de jongeren. Volgens mij kijken ze nu mee en zitten er enkelen op de tribune.
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het risico op verslaving en de gevolgen voor de gezondheid van vapen vaak worden onderschat;
overwegende dat er onder jongeren nog volop gevapet wordt ondanks vergaande verboden en er daarom moet worden ingezet op bewustwording en preventie;
overwegende dat jongeren zelf tijdens het jongerendebat met het ingenieuze idee kwamen om een virtualreality-ervaring te creëren, zodat ook de negatieve gevolgen van roken voor jongeren voelbaar worden;
verzoekt de regering om te onderzoeken of een virtualreality-ervaring als vape- en rookpreventie kan bijdragen aan het tegengaan van vapen onder jongeren, en de Kamer over de voortgang te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan gaan we over naar de heer Crijns van de PVV.
De heer Crijns (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat verboden op vapes, rookwaren en reclames steeds vaker leiden tot het omzeilen van regels en illegale verkoop;
overwegende dat mensen pas echt hun gedrag blijvend veranderen als ze zelf kiezen in plaats van opgelegd betuttelend beleid van bovenaf;
verzoekt de regering om af te zien van nieuwe vormen van verboden en in te zetten op voorlichting en bewustwording over de gevolgen van roken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Crijns (PVV):
Mijn tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet stap voor stap werkt aan een rookvrije samenleving via verboden, prijsverhogingen en verbanning van tabaksverkoop;
overwegende dat volwassen Nederlanders zelf mogen kiezen of ze willen roken of vapen;
verzoekt de regering de verkoop van tabak en e-sigaretten in tankstations en tabaksspeciaalzaken te behouden, de mogelijkheid te onderzoeken om de verkoop van tabaksproducten in supermarkten te herintroduceren, en af te zien van verdere beperkingen op verkooplocaties,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Tielen van de VVD.
Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter. Van harte gefeliciteerd. U denkt: waarmee? Ik feliciteer met de Nationale Buitenspeeldag, vandaag, en de Week voor de Gezonde Jeugd. Dat zijn mooie aangelegenheden die ik gebruik om nog maar weer eens te zeggen hoe belangrijk de rol van de jeugdgezondheidszorg is, in het leefstijlpreventiedebat en vooral in de dagelijkse praktijk van ouders en hun kinderen.
Ik heb één vraag en één motie over de jeugdgezondheidszorg. Vorig jaar is een motie van mijn hand aangenomen over glutenscreening op consultatiebureaus; een heel makkelijke manier om te voorkomen dat kinderen eindeloze misdiagnoses, problemen, buikpijn en weet-ik-wat-allemaal krijgen. Op een simpele manier screenen op coeliakie bij de consultatiebureaus voorkomt dat. Het leek best wel simpel, maar volgens mij is er nog niet zo veel voortgang. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: welke belemmeringen staan in de weg? Is het minder simpel dan ik dacht? Wat kunnen wij doen om te zorgen dat er daadwerkelijk op consultatiebureaus gescreend kan worden?
Dan een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bijziendheid bij kinderen steeds vaker voorkomt, waardoor inmiddels een op de vijf kinderen een bril nodig heeft;
constaterende dat onderzoekers concluderen dat dit voor een groot deel veroorzaakt wordt door toegenomen schermtijd en te weinig buitenspelen;
overwegende dat bijziendheid voorkomen kan worden door na 20 minuten naar een scherm kijken, 20 seconden in de verte te kijken en minstens 2 uur per dag buiten te zijn, wat ook wel de 20-20-2-regel wordt genoemd;
verzoekt de regering om in gesprek te gaan met jeugdgezondheidszorgprofessionals en oogartsen met als doel om de 20-20-2-regel beter onder de aandacht te krijgen van ouders en andere opvoeders,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Tielen (VVD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van de inbreng van de kant van de Kamer bij dit tweeminutendebat Leefstijlpreventie. De demissionair staatssecretaris heeft aangegeven ongeveer vijf minuten nodig te hebben, dus ik schors vijf minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Leefstijlpreventie. Het woord is aan de demissionair staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Staatssecretaris Karremans:
Dank u wel, voorzitter. Er zijn veel moties ingediend. Ik zal ze een voor een behandelen. Allereerst de motie op stuk nr. 836, over het verbod op kindermarketing voor ongezond voedsel, van onder andere het CDA en NSC. Ik wil daarbij wel even iets rechtzetten. Ik geloof dat de heer Krul het had over Sinterklaas en sprookjes, maar even voor de jonge luisteraars: Sinterklaas bestaat gewoon. En ook voor de heer Krul geldt: als hij zich dit jaar netjes gedraagt en zijn schoen zet, dan krijgt hij misschien een cadeautje in zijn schoen. Maar dan moet je je natuurlijk wel goed gedragen. Dat is wel de voorwaarde die daarbij geldt. Dat wil ik dus even rechtgezet hebben. Ik zie de heer Krul knikken. Hij is het daarmee eens. Dank.
Dan over de motie zelf. Ik ben het er natuurlijk mee eens dat we onze kinderen moeten beschermen tegen reclames voor ongezonde voedingsmiddelen. Daarom ben ik ook bezig met dat wetsvoorstel. De heer Krul had het over die grens, maar dat is een code. Dat is dus niet al een wet die nu geldt. Juist omdat we zien dat het nog niet het effect heeft dat we willen, willen we juist naar wettelijke verankering toe. Daar ben ik dus mee bezig. Ik zeg er wel bij dat we niet de paashazen en de afbeelding van de Pieten op de pepernoten gaan verbieden. Daar heb ik in het debat toen het ging over de middenstand natuurlijk ook een opmerking over gemaakt. Dat willen we niet. Wel willen we marketing van ongezonde producten zo veel mogelijk tegengaan, mits dat proportioneel is en voor ondernemers niet tot enorme lastendruk leidt. Daar zijn we dus mee aan de slag. Met die uitleg kan ik de motie oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Krul of hij het daarmee eens is.
De heer Krul (CDA):
Weet in ieder geval dat ik op mijn verlanglijstje voor Sinterklaas een leeftijdsverhoging naar 21 jaar voor roken heb staan. Ik hoop dat Sinterklaas meeluistert, dus ik zal mij netjes gedragen.
De voorzitter:
En uw vraag over deze motie is?
De heer Krul (CDA):
Sorry. Mijn vraag gaat over de motie. Ik begrijp wat de staatssecretaris zegt. Ik zeg er ook meteen eerlijk bij: ik heb de motie eigenlijk al wat constructiever geformuleerd dan ik in het commissiedebat voor ogen had. Ik zeg daar ook meteen bij, want zo werkt het ook in dit huis, dat ik er ook gewoon van uitga dat een Kamermeerderheid zich hierachter schaart. Ik voel dus eigenlijk niet zo heel veel voor de interpretatie. Ik zou de staatssecretaris toch willen meegeven dat we echt hebben geprobeerd een zo uitgebreid mogelijk verbod … Natuurlijk wil het CDA geen verbod op paashazen in supermarkten of op pepernoten, maar daarom hebben we het ook zo opgeschreven. Ik ben dus eigenlijk niet zo happig om 'm …
De voorzitter:
U bent het niet eens met de interpretatie van de motie, maar wordt die dan ontraden?
Staatssecretaris Karremans:
Nee, hoor. "Een zo uitgebreid mogelijk verbod" geeft natuurlijk maximale beleidsvrijheid. Die neem ik dus graag op als sinterklaascadeautje.
De heer Krul (CDA):
Dan laat ik 'm dus gewoon …
De voorzitter:
Ik weet niet waar de discussie nu over gaat.
Staatssecretaris Karremans:
Nee, u hoeft 'm niet te veranderen.
De voorzitter:
Volgens mij bent u het met elkaar eens en krijgt de motie oordeel Kamer.
De heer Krul (CDA):
Dan heb ik nog één andere vraag, voorzitter. Dat is wel een serieuze vraag. Sinterklaas bestaat en het zou heel vervelend zijn als Sinterklaas zijn doelgroep niet kan bereiken. Het is wel marketing gericht op kinderen onder de 13 jaar. Hoe kan de staatssecretaris dat überhaupt borgen? Doet hij dat met uitzonderingen? Hoe ziet hij dat voor zich, ook zonder deze motie? In principe zou je namelijk kunnen zeggen: het mag niet.
Staatssecretaris Karremans:
Dat is inderdaad vaak de strekking van een wetsvoorstel: je zegt dat het niet mag. Dat zijn we nu dus aan het uitwerken. Daar zullen inderdaad ook uitzonderingen in worden opgenomen, ja.
De voorzitter:
Dank u wel. De motie op stuk nr. 836 heeft oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 837.
Staatssecretaris Karremans:
De motie op stuk nr. 837 van mevrouw Dobbe verzoekt de regering om te komen met voorstellen en bijbehorende financiering om het makkelijker te maken voor mensen om te sporten en te bewegen, en de Kamer hierover met Prinsjesdag te informeren. Nu wil het feit dat ik gisteren nog op Paleis Noordeinde in aanwezigheid van Hare Majesteit de Koningin de sportpas heb gepromoot. Dat is een idee van de heer Van Nispen, dat ik ook omarmd heb. Daarbij heb ik zelfs de SP genoemd. U begrijpt natuurlijk, zeker gezien de verkiezingstijd waar we nu naartoe gaan, dat "sportpas" en "SP" natuurlijk geen toevalligheid is. Dat snap ik heel goed. Het is natuurlijk sluimermarketing die daar plaatsvindt, maar in dit geval voor een gewenst resultaat, namelijk meer sporten. Daar kan ik als staatssecretaris Sport natuurlijk alleen maar voor zijn. Daar ben ik ook mee bezig. Ik stuur af en toe een fotootje als ik weer ergens in een gemeente ben om het over de sportpas te hebben met het lokale bestuur. Dat stuur ik dan naar de heer Van Nispen toe.
De voorzitter:
En het oordeel over de motie?
Staatssecretaris Karremans:
Ja, ik was nog met de introductie bezig. De motie wil om die reden oordeel Kamer geven, omdat wij er dus ook in die zin mee bezig zijn. Ik zeg er wel bij dat het niet altijd om geld gaat. Het sportbeleid gaat niet altijd om geld, maar soms wel. In dat licht kan ik deze motie oordeel Kamer geven, met die uitleg.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 837 heeft oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 838.
Staatssecretaris Karremans:
De motie op stuk nr. 838 verzoekt de regering om te voorkomen dat er wordt bezuinigd op seksuele gezondheid en om samen met de gemeenten en de GGD'en in kaart te brengen wat hiervoor nodig is. Ik heb in de subsidietaakstelling, die wij ook uitgebreid hebben besproken hier in deze Kamer, de subsidies voor seksuele gezondheid totaal ontzien van enige korting. Dat laat ook zien hoe belangrijk ik het vind. Natuurlijk hebben we wel de generieke korting op de SPUK's. Er wordt nu aan gewerkt om die in te vullen. Kan ik garanderen dat er vervolgens geen cent af gaat van die aparte SPUK? Nee, en om die reden moet ik de motie ontraden.
De voorzitter:
Die motie op stuk nr. 838 wordt ontraden.
Staatssecretaris Karremans:
Dat betekent namelijk dat ik meer moet afhalen van andere SPUK's, bijvoorbeeld voor Kansrijke Start of andere belangrijke zaken. Daar wil ik niet op vooruitlopen.
De voorzitter:
U heeft daar nog een vraag over van mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
Waar het hier om gaat, is dat wij bij verschillende gezondheidsregio's zien — en dat zijn gewoon openbare stukken, die nu naar gemeenteraden worden gestuurd — dat daarin soms echt forse bezuinigingen zitten op seksuele gezondheid, omdat gemeenten bezuinigingen doorvoeren. Dus het gaat ook verder dan het beleid dat deze minister uitrolt zelf en de bezuinigingen waarbij seksuele gezondheid wordt ontzien. Er wordt nu in de praktijk gewoon fors bezuinigd op seksuele gezondheid in verschillende gezondheidsregio's.
De voorzitter:
Uw vraag is?
Mevrouw Dobbe (SP):
Mijn vraag is of de staatssecretaris de motie in dat licht kan lezen, omdat het volgens mij ook iets is wat hij onwenselijk vindt.
Staatssecretaris Karremans:
Ik heb een beperkte sturing op wat gemeenten doen. Ik kan via SPUK's of andere regelingen sturen en zorgen dat ze bepaalde zaken doen, maar het staat gemeenten ook vrij om aanvullend beleid in te voeren en het staat ze ook vrij om daar vervolgens weer mee te stoppen als ze dat willen. Het zou mogelijk aan de orde kunnen zijn dat dat gebeurt. Alleen, dat is echt aan het lokale bestuur. Als de vraag gaat over wat ik met de middelen doe die voor seksuele gezondheid zijn bedoeld ten aanzien van de verstrekking in de komende jaren, zeg ik erbij: middels die SPUK's. De Kamer zal er nog over geïnformeerd worden hoe we die korting verdelen, want die korting is nu eenmaal ingeboekt. Ik wil er niet op vooruitlopen. Als ik nu zou zeggen dat ik geen enkele cent van de SPUK voor seksuele gezondheid afhaal, betekent dat dat ik van andere belangrijke zaken per definitie meer moet afhalen en daar wil ik gewoon niet op vooruitlopen. Er is nou eenmaal geen pinautomaat met gratis geld, dus het moet ergens vandaan komen.
De voorzitter:
Tot slot mevrouw Dobbe op dit punt.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ook wel bijzonder hoor, dat "er is geen pinautomaat voor gratis geld". Als het gaat over de NAVO en 30 of 40 miljard extra zonder enige onderbouwing kan het blijkbaar wel. Dat is dan die goudpot die daar ergens in de coulissen staat. Maar waar het om gaat ... Ik snap dat de financiering loopt via verschillende kanalen. Een deel gaat via de SPUK's, een deel gaat via het Rijk en een deel gaat via de gemeenten. Maar deze staatssecretaris kan toch niet wegkijken van de bezuinigingen die nu plaatsvinden? Deze motie roept op om te voorkomen dat deze bezuinigingen op seksuele gezondheid doorgaan. Daartoe roept deze motie op. Ik snap hoe de financieringsstromen lopen. Deze staatssecretaris is wel gewoon stelselverantwoordelijk. Hij kan ervoor zorgen dat er niet wordt bezuinigd op seksuele gezondheid.
Staatssecretaris Karremans:
Dan ga ik weer in herhaling vallen en dat wil ik niet doen. Er staat geen grote pot met geld in de coulissen. Alles wat door deze regering wordt voorgesteld, heeft gewoon een degelijke dekking.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 838 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 839.
Staatssecretaris Karremans:
De motie op stuk nr. 839 verzoekt de regering om via wettelijke normen het buitensporig gebruik van zout, suiker en vet bij de productie van ons eten te verminderen. Die ga ik ook ontraden. We werken via de Nationale Aanpak Productverbetering aan het verminderen van zout, suiker en vet in producten. Dat levert ook mooie resultaten op. Wat betreft wettelijke normen: de Kamer is hierover vorig jaar door mijn voorganger geadviseerd. Een van de punten die daar uitkwamen is dat je dit, als je dit wilt, eigenlijk op maar één manier kunt doen, namelijk via Europa. Er is immers zo veel handel, ook in dit soort producten, dat het totaal geen zin heeft om hiervoor nationale regelingen te maken.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 839 is ontraden.
Staatssecretaris Karremans:
Dus als je het al wilt doen, moet dat in Europa. Daarom ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 840.
Staatssecretaris Karremans:
Ook ontraden, voorzitter, want ook daarover is de Kamer uitgebreid geïnformeerd, over het onderzoek dat is gedaan naar het verlagen of afschaffen van de btw op gezonde voeding. Dit is niet goed uitvoerbaar. Bovendien is de motie ook ongedekt.
Dan de motie op stuk nr. 841. Die motie gaat over het inmiddels beroemde scenario 3. Ik moet deze motie de appreciatie "ontijdig" geven. Wegens de demissionaire status van het kabinet gaat het kabinet nu geen keuze maken voor een scenario met betrekking tot gedifferentieerde verbruiksbelasting. Wel wordt op korte termijn een brief naar de Kamer gestuurd met daarin toegezegde informatie over aanvullende scenario's.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 841 is ontijdig. Dan de motie op stuk nr. 842.
Staatssecretaris Karremans:
De motie op stuk nr. 842 gaat over het inzetten van de virtualreality-ervaring bij vape- en rookpreventie. We waren samen bij dat debat, zeg ik via de voorzitter tegen mevrouw Slagt-Tichelman. Dat was hartstikke mooi. Het is mooi dat deze motie niet alleen bij het jeugdparlement is ingediend, maar nu ook formeel, bij het echte parlement wordt ingediend. Ik kan die motie omarmen en dus oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 842 krijgt oordeel Kamer.
Staatssecretaris Karremans:
Dan moet ik eventjes naar de motie op stuk nr. 843 van de PVV. Daarin wordt de regering verzocht om af te zien van nieuwe vormen van verboden en in te zetten op voorlichting over en bewustwording van de gevolgen van roken. Nou, dat laatste doen we. Van het eerste ga ik niet afzien. We hebben een duidelijke tijdlijn afgesproken bij het beperken van het verkopen van rookwaar en vapes, en daar houd ik aan vast, net als aan de ambities ten aanzien van een rookvrije generatie. Die motie ga ik dus ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 843 is ontraden.
Staatssecretaris Karremans:
Bij de motie op stuk nr. 844 wil ik toch iets nadrukkelijker stilstaan. Daarin wordt namelijk onder andere gevraagd om de verkoop van tabaksproducten in de supermarkten te herintroduceren. Nou, het is nog net geen voorstel om bij de brugklas gratis strawberrycheesecakevapes te verstrekken. Ik vind het een zeer slecht idee om dat te gaan doen. Die motie ga ik dus nadrukkelijk ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 844 is ontraden. Tot slot de motie op stuk nr. 845.
Staatssecretaris Karremans:
De motie op stuk nr. 845 van mevrouw Tielen spreekt over het doel om de 20-20-2-regel beter onder de aandacht te brengen van ouders en andere opvoeders. Mevrouw Tielen heeft deze regel al vaker in dit huis onder de aandacht gebracht. Dat vind ik een goed idee. Daarom wil ik deze motie oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 845 krijgt oordeel Kamer. Zijn er nog vragen die openstaan? Volgens mij niet.
Staatssecretaris Karremans:
Ja, over de brief. Die komt nog voor de zomer. O, sorry: dat ís een brief. Er zijn geen belemmeringen. Dat had alleen met het AZWA te maken. Nou, we hebben allemaal kunnen zien wat daarmee gebeurd is. Vandaar de vertraging. Het had verder niet te maken met belemmeringen in de praktijk. Er komt zeer spoedig een brief naar de Kamer waarin we daarop ingaan.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat over leefstijlpreventie.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties wordt dinsdag aanstaande gestemd. Ik schors de vergadering voor de lunchpauze tot 14.05 uur. Dan gaan we verder met het tweeminutendebat Staatsdeelnemingen.
De vergadering wordt van 13.04 uur tot 14.05 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-94-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.