Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 94, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 94, item 4 |
Gasmarkt en leveringszekerheid
Aan de orde is het tweeminutendebat Gasmarkt en leveringszekerheid (CD d.d. 12/03).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Gasmarkt en leveringszekerheid. Een welkom aan de minister van Klimaat en Groene Groei. Ik wil allereerst even vragen of er bezwaar tegen is dat de heer Flach meedoet aan dit debat; hij is niet bij het commissiedebat aanwezig geweest. Bestaat daar bezwaar tegen? Ik zie geen mensen enthousiast naar de interruptiemicrofoon rennen, dus ik ga ervan uit dat dit akkoord is. De eerste spreker vanuit de Kamer is mevrouw Rooderkerk van D66.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese import van gas uit de VS tussen 2021 en 2023 steeg met 300%;
constaterende dat Amerikaans gas een kwart is van al het gas dat we in Nederland gebruiken en dat dat zorgt voor twee derde van de uitstoot;
van mening dat Europa en Nederland zo snel mogelijk energieonafhankelijk dienen te worden;
verzoekt de regering in Europees verband ervoor te pleiten om de import van lng van buiten Europa zo veel mogelijk te beperken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan gaan we direct over naar mevrouw Kröger van GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Geen moties van mijn kant in dit tweeminutendebat, maar ik wil wel graag de minister vragen om te reflecteren op de toch echt zeer zorgelijke cijfers van het CBS van vanochtend. Daaruit blijkt dat de CO2-uitstoot toeneemt. Dat betekent dat er meer vervuild wordt en dat klimaatverandering nog meer aangejaagd wordt. Een jaar van stilstand op het klimaatbeleid heeft dit als resultaat. Ik wil graag van de minister een reflectie op hoe zij die cijfers duidt, ook in het licht van leveringszekerheid. Hoe langer we namelijk afhankelijk blijven van fossiel, hoe langer we afhankelijk blijven van regimes als dat van de Verenigde Staten, van Trump, van Poetin, van andere regimes waar je niet afhankelijk van wil zijn. Hoe sneller we duurzame energie opwekken en hoe sneller we echt serieus aan energiebesparing doen, hoe sneller we ook onafhankelijk zijn. Dus die cijfers van het CBS vandaag zeggen veel over het eigenlijk volstrekt verkeerde pad waar we op zitten, niet alleen voor de aanpak van klimaatverandering, maar ook voor de leveringszekerheid.
Tot slot, voorzitter. Ik heb een motie overwogen over schaliegas, omdat het debat dat we gevoerd hebben eigenlijk gekaapt werd door een proefballonnetje van de VVD, die op de voorpagina van De Telegraaf toch de discussie over schaliegas weer open wilde gooien. Dat brengt ongelooflijk veel onrust teweeg op heel veel plekken in Nederland. Volgens mij hebben eerder meer dan 300 gemeenten aangegeven geen schaliegas te willen. Maar goed, ik heb gezien dat de VVD met nul minuten is ingeschreven voor dit debat, dus ik ga ervan uit dat er geen motie komt en dat het inderdaad alleen een proefballonnetje was.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Grinwis voor een interruptie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik heb een korte vraag. Ik begrijp heel goed dat mevrouw Kröger haar zorgen uit aangezien de neerwaartse trend lijkt te zijn omgebogen en we weer meer broeikasgassen uitstoten in plaats van minder. Een groot deel heeft ook te maken met de elektriciteitsproductie, waarbij wij minder elektriciteit importeren en meer exporteren. Hierdoor staat in onze boekhouding natuurlijk dat we meer uitstoten, terwijl het Europese verhaal net iets anders ligt. Hoe reflecteert mevrouw Kröger op dat gegeven?
De voorzitter:
Ik wil wel even zeggen dat een tweeminutendebat een voortzetting is van een commissiedebat. Het is de bedoeling dat het gaat over de onderwerpen waarover is gesproken tijdens het commissiedebat. Het lijkt me wat ingewikkeld dat het dan gaat over de cijfers van vandaag. Maar ik sta mevrouw Kröger een korte reactie hierop toe.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
De heer Grinwis heeft gelijk: een deel van de CBS-cijfers wordt daardoor verklaard. Maar dat zegt natuurlijk wel iets over hoe robuust ons energiesysteem is, ook op dit moment. Als wij nog zo vol inzetten op fossiel, als de opslag niet goed geregeld is, als lokaal gebruik van al die opgewekte stroom uit wind en zon niet goed geborgd is, ga je dat terugzien in de cijfers. Nogmaals, ik wil echt een reflectie van de minister op wat die cijfers zeggen over de leveringszekerheid.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank. Ik heb voor dit debat twee moties meegebracht. Die luiden als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de TenneT Monitor Leveringszekerheid 2025 concludeert dat het regelbaar vermogen de komende jaren afneemt, terwijl de vraag sterk toeneemt en de groei in het vermogen van vraagrespons, opslag en duurzame opwek onvoldoende is om dit volledig te compenseren, waardoor de leveringszekerheid na 2030 in het gedrang komt;
constaterende dat TenneT adviseert om nader onderzoek te laten doen naar de invoering van capaciteitsmechanismen, een onderzoek dat inmiddels loopt;
constaterende dat er in België al sprake is van een capaciteitsmarkt en daar zelfs nu reeds Nederlandse capaciteit wordt opgekocht;
verzoekt de regering om na ommekomst van het lopende onderzoek naar een capaciteitsmechanisme inzake regelbaar vermogen zo spoedig mogelijk — uiterlijk begin 2026 — concrete voorstellen om te komen tot een goed functionerende capaciteitsmarkt aan de Kamer voor te leggen, zodat de achterstand op omringende landen wordt ingelopen en wordt voorkomen dat strategische capaciteit verdwijnt dan wel niet van de grond komt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland na jarenlang gasexporteur te zijn geweest nu nog jarenlang (vloeibaar gemaakt) gas zal moeten importeren;
constaterende dat het kabinet voor dit jaar een lagere minimale vulgraad van 80% per 1 november aanhoudt, terwijl de jaren hiervoor een minimaal vuldoel van 90% gold, en deze 80% risicovol is bij onverwachte calamiteiten;
overwegende dat Nederland, onder meer door het ontbreken van strategische gasreserves, kwetsbaar is en het kabinet onvoldoende heeft nagedacht over de vraag hoe ons land voldoende hoeveelheden gas aanhoudt voor als de nood aan de man komt, terwijl er wel verplichte strategische oliereserves dienen te worden aangehouden;
verzoekt de regering om binnen een jaar met strategisch gasbeleid te komen en als onderdeel daarvan strategische gasreserves aan te gaan houden boven op de minimale vulgraad van 80% op 1 november, hetzij in de vorm van een strategische buffer, hetzij in de vorm van een verhoging van het vuldoel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Postma van NSC.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. Het debat was al enige tijd geleden, maar toch heb ik twee moties. De eerste motie gaat over de vulgraden van de gasvelden.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland een strategische olievoorraad aanhoudt voor 90 dagen;
overwegende dat het verstandig is om een strategische gasvoorraad aan te houden nu het Groningerveld gesloten is en we afhankelijk zijn van import;
overwegende dat de regering een voorraad van slechts 5 terawatt wil aanleggen, slechts genoeg voor negen à tien dagen;
overwegende dat Nederland ook een gasvoorraad voor Europees gebruik aanhoudt en nog ten minste twee jaar zal houden;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe groot de noodvoorraad moet zijn om langere tijd vooruit te kunnen, zodat in een noodsituatie beschermde afnemers voorzien kunnen worden van gas;
verzoekt de regering te onderzoeken in welke gasopslaglocatie(s) deze voorraad het beste kan worden opgeslagen;
verzoekt de regering voldoende gasopslagcapaciteit voor toekomstige gasopslag beschikbaar te houden;
verzoekt de regering voor de zomer een eerste reactie op deze motie aan de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Postma (NSC):
We hebben het gisteren al even over Ternaard gehad. De minister heeft toegezegd voor september met een update te komen. Ik zou haar ook graag willen vragen om aan de slag te blijven gaan met de onderhandelingen over het niet doorgaan van de gaswinning in Ternaard. Daartoe heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er al geruime tijd sprake is van plannen voor gaswinning bij Ternaard;
constaterende dat er onder bewoners grote zorgen leven over de veiligheid, gezondheid en leefomgeving als gevolg van mogelijke gaswinning;
overwegende dat er op dit moment sprake is van grote onduidelijkheid over het al dan niet doorgaan van de gaswinning en over de bijbehorende risico's en maatregelen;
overwegende dat het gebrek aan duidelijkheid leidt tot onzekerheid en spanning bij de inwoners van Ternaard en omliggende gebieden;
overwegende dat er meerdere Kamermoties zijn aangenomen die de minister oproepen de gasboring tegen te gaan;
van mening dat de minister van KGG de indruk heeft gewekt bij de bevolking een knoop door te zullen hakken;
verzoekt de regering om uiterlijk 28 oktober 2025 een besluit te nemen over de gaswinning in Ternaard,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Ook dit was destijds volgens mij geen onderdeel van het commissiedebat.
Dan is het woord aan de heer Kops, want de heer Vermeer heeft zich wel ingeschreven, maar is niet aanwezig. Het woord is aan de heer Kops van de PVV.
De heer Kops (PVV):
Voorzitter, dank. Het is alweer even geleden, maar afgelopen maart hadden we in dit huis een hoorzitting met Gasunie. In die hoorzitting is het onder andere gegaan over het aanleggen van een strategische gasreserve. De directeur van Gasunie zei toen dat ook de regio, oftewel de ons omringende landen, daarvan profiteert. De hamvraag die de PVV in dat commissiedebat aan de minister stelde, was: het aanleggen van zo'n strategische gasreserve is allemaal leuk en aardig, maar wat hebben de Nederlanders daaraan als er vervolgens in een ander land een tekort ontstaat of dreigt omdat zij hun reserves niet op orde hebben en wij ons gas naar hen gaan exporteren? Niks, niks hebben de Nederlanders daaraan. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende het voornemen om een strategische gasreserve aan te leggen;
overwegende dat volgens Gasunie ook ons omringende landen hiervan zullen profiteren;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de aan te leggen gasreserve louter de leveringszekerheid van de Nederlanders zal dienen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is tot slot het woord aan de heer Flach van de SGP.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat TenneT aangeeft dat zich vanaf 2033 risico's voordoen voor de leveringszekerheid van elektriciteit en adviseert om een uitvoeringsplan op stellen om deze risico's in te perken;
overwegende dat het nog de vraag is of kolen- en gascentrales gelet op de onzekere marktomstandigheden zolang in bedrijf blijven als gedacht en dat CO2-vrij regelbaar vermogen maar moeizaam van de grond komt;
overwegende dat voor ontwikkeling en implementatie van een eventueel capaciteitsmechanisme tijd nodig is en bedrijven snel duidelijkheid nodig hebben om investeringsbeslissingen te kunnen nemen;
verzoekt de regering zo snel mogelijk een wettelijke basis te creëren voor een capaciteitsmechanisme;
verzoekt de regering zo snel mogelijk, maar uiterlijk in het eerste kwartaal van 2026, een uitvoeringsplan naar de Kamer te sturen voor behoud van voldoende leveringszekerheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de Kamer. De minister heeft aangegeven ongeveer vijf minuten nodig te hebben, dus ik schors de vergadering tot 10.55 uur.
De vergadering wordt van 10.49 uur tot 10.55 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Gasmarkt en leveringszekerheid. Het woord is aan de minister van Klimaat en Groene Groei.
Minister Hermans:
Voorzitter, dank. Ik begin met de vraag van mevrouw Kröger over een reflectie op de CBS-cijfers. Ik zal het kort doen, want het is niet het onderwerp van het debat. De cijfers die het CBS vanochtend gepubliceerd heeft, gaan over een vergelijking van de eerste drie maanden van dit jaar met de eerste drie maanden van vorig jaar. Precies zoals de heer Grinwis in zijn interruptie ook zei, is een belangrijk deel van de hogere uitstoot, de hogere emissies, te verklaren door wat je ziet gebeuren in de elektriciteitssector. We hebben meer hebben geëxporteerd. Daarvoor hebben we meer moeten produceren op basis van steenkool. We weten allemaal dat dat voor de CO2-uitstoot niet goed is. We zagen een periode van minder wind. We konden dus minder uit onze hernieuwbare bronnen halen. Op weg naar 2030 en verder zul je zien dat daar meer balans in komt, omdat we natuurlijk verdergaan met de uitrol van wind op zee. Het moet uiteraard wel waaien om daar elektriciteit uit te kunnen produceren. Maar richting 2030 gaan de kolencentrales natuurlijk wel sluiten.
Iets anders wat je zag in die eerste drie maanden, is dat er in de gebouwde omgeving meer uitstoot is geweest omdat het kouder was. Mensen hebben dus meer gas gebruikt om hun huizen te kunnen verwarmen. De eerste drie maanden van 2025 waren relatief gezien een zachte winter, maar het was wel kouder dan in de eerste drie maanden van 2024. Dat verklaart dat verschil in die maanden. Dit laat wat mij betreft zien dat we onverminderd voort moeten met de uitrol van wind op zee. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we te maken hebben met lastige marktomstandigheden. Ik heb om die reden dus ook aangekondigd met een actieplan te komen. Wat moet je nou doen om die markt, gegeven de situatie, zo aantrekkelijk mogelijk te houden? Het beleid voor het sluiten van de kolencentrales gaat door. De verduurzaming van de industrie zetten we ook door. Overigens is die uitstoot ongeveer gelijk gebleven. Hetzelfde geldt voor de landbouw. Er is toch ook nog een lichtpuntje: de uitstoot in de mobiliteit is gedaald. Dat hangt onder andere samen met het feit dat we zien dat in de zakelijke markt steeds meer mensen hybride en elektrisch gaan rijden. Dit was even een korte reflectie op die cijfers.
Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 572 van mevrouw Rooderkerk en mevrouw Kröger vraagt om er in Europees verband voor te pleiten om de import van lng van buiten Europa zo veel mogelijk te beperken. Ik moet die motie ontraden. We hebben op dit moment al het lng nodig om te voorzien in gas dat we nog nodig hebben in deze transitiefase. Al het lng komt van buiten de Europese Unie. We zetten wel in op een zo divers mogelijk pakket aan landen waar we lng vandaan halen. Ik ben het eens met mevrouw Rooderkerk dat de uitstoot van lng, als je dat importeert, hoog is. Dat blijkt ook echt uit die EBN-cijfers van afgelopen jaar. De methaanemissies worden teruggedrongen. Om die reden is uitvoering geven aan de Methaanverordening op EU-niveau van groot belang. Nederland werkt op dit moment aan de implementatie van die verordening. Maar de motie moet ik ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 572 wordt ontraden.
Minister Hermans:
Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 573 van de heer Grinwis, de heer De Groot en de heer Flach over het capaciteitsmechanisme. Die vraagt om begin 2026 met concrete voorstellen te komen. Ik kan deze motie oordeel Kamer geven. Er loopt momenteel een onderzoek naar het capaciteitsmechanisme. De uitkomsten van dat onderzoek verwachten we aan het eind van dit jaar. Volgens mij heb ik eerder ook aan de Kamer gemeld dat het de bedoeling is om daar in de eerste helft van 2026 een besluit over te nemen. Als ik de motie zo mag zien dat die samenvalt met die planning — we moeten de onderzoeksresultaten natuurlijk beoordelen en de voor- en de nadelen tegen elkaar afwegen — dan … Er zijn natuurlijk ook verschillende invullingen van capaciteitsmechanismen denkbaar. Als ik 'm zo mag interpreteren dan geef ik de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
Een korte vraag van de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat is akkoord. Het dictum en de appreciatie van de minister sluiten op elkaar aan. Ik heb daarbij één hartenkreet. Het balletje of het blikje moet met een beetje onderzoek niet weer vooruit worden geschopt, waarbij we uiteindelijk weer gokken op andere mogelijkheden, terwijl andere landen wel bezig zijn geweest met het inrichten van een capaciteitsmarkt en zelfs Nederlandse capaciteit opkopen. Ik wil de urgentie van dit onderwerp, de motie en het dictum van de motie meegeven aan de minister, maar we zijn het eens over de appreciatie.
De voorzitter:
Dan krijgt de motie op stuk nr. 573 oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 574.
Minister Hermans:
In de motie op stuk nr. 574 wordt verzocht om met strategisch gasbeleid te komen en als onderdeel daarvan strategische gasreserves aan te houden boven op de minimale vulgraad, hetzij in de vorm van een strategische buffer, hetzij in de vorm van een verhoging van het vuldoel. Deze motie geef ik graag oordeel Kamer. Ik denk dat het belangrijk is om hier een stuk of een visie over te schrijven. Dat sluit ook aan bij een aantal stappen dat in gang is gezet, waaronder de Wet bestrijden energieleveringscrisis. Nee, de Wet bescherming energieleveringszekerheid. Excuus, ik moest even de goede naam vinden. Daarin wordt ook gekeken naar de noodvoorraad, hoe je die precies vorm kan geven, hoe die zich verhoudt tot de gasopslagen die we hebben en de ruimte in de gasopslagen die we ook nog steeds nodig hebben voor bijvoorbeeld de seizoensfunctie. Kortom, er is voldoende reden en aanleiding om dat eens allemaal bij elkaar te brengen en dat in een samenhangend verhaal te vatten. Oordeel Kamer dus.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 574 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 575.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 575 is de motie van mevrouw Postma. Daarin wordt verzocht om gasopslagcapaciteit voor gasopslag beschikbaar te houden en om een eerste reactie op deze motie voor de zomer aan de Kamer te sturen. Ik kan deze motie ook oordeel Kamer geven. Dat zeg ik in het verlengde van wat ik net in reactie op de motie van de heer Grinwis zei. In een volgende update over hoe het staat met het vullen van de opslagen zal ik, in die brief voor de zomer, als reactie op deze motie ingaan op de vraag hoeveel van die gasopslagcapaciteit we de komende jaren nog nodig hebben voor de gebruikelijke functie. Oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 575 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 576.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 576 wordt gevraagd om een besluit te nemen over de gaswinning in Ternaard. Deze motie moet ik ontraden. Dat neemt niet weg dat wat ik gisteren in het debat heb gezegd overeind staat. Het kabinet is in gesprek met partijen om te kijken of we elkaar kunnen vinden op een aantal lopende dossiers, of een aantal kwesties dat speelt. Na de val van het kabinet hebben we gezegd dat we even moeten wegen of we daarmee doorgaan. Ik heb toegezegd de Kamer daar voor het begin van het parlementaire jaar een update over te sturen. Die toezegging staat, maar deze motie ontraad ik.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 576 is ontraden. De motie op stuk nr. 577.
Minister Hermans:
In de motie op stuk nr. 577, van de heer Kops, wordt verzocht ervoor te zorgen dat de aan te leggen strategische gasreserve louter de leveringszekerheid van de Nederlanders zal dienen. Deze motie moet ik ontraden. Die is gewoon in strijd met Europese regelgeving.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 577 is ontraden. De motie op stuk nr. 578.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 578 is van de heer Flach. Die gaat ook over het capaciteitsmechanisme. In de motie wordt gevraagd om daar een wettelijke basis voor te creëren en om de Kamer zo snel als mogelijk daarover te informeren. In de richting van de heer Flach zeg ik dat de wettelijke basis gecreëerd is in de Energiewet. Ik zal de Kamer, zoals ik ook aangaf in reactie op de motie van de heer Grinwis, begin 2026 informeren, wanneer het onderzoek hiernaar is afgerond. Het tweede deel kan ik dus oordeel Kamer geven. Ik doe dus dezelfde toezegging en heb dezelfde interpretatie als bij de motie van de heer Grinwis.
De heer Flach (SGP):
Toch even een hartenkreet. Ik hoor de minister net toch ook weer herhalen: in 2030 gaan de kolencentrales uit. Dan gaan we gewoon grote problemen krijgen. Ik heb bewust "eerste kwartaal" gezegd. Ook gezien de politieke actualiteit zou ik het erg jammer vinden als dit van de lat valt door de wisseling van een kabinet of wat dan ook. Ik leg de dringende urgentie dus graag aan de minister voor om dit nog in dit demissionaire kabinet te regelen. Want 2030 is heel dichtbij en dan wachten ons echt forse problemen.
Minister Hermans:
Twee dingen hierover. Eén. De Monitor Leveringszekerheid van TenneT laat zien dat het rond 2030 potentieel tot leveringszekerheidsproblemen leidt. Nu moet ik ermee oppassen om dat echt als een probleem neer te zetten. Maar dan zijn er risico's, laat ik het zo zeggen. Daar heb ik oog voor en daar ben ik me bewust van. Dat is precies de reden dat, mede op verzoek van de Kamer, die wettelijke basis voor het capaciteitsmechanisme in de Energiewet geregeld is. Tegelijkertijd zitten er voor- en nadelen aan zo'n mechanisme. Het brengt namelijk ook kosten met zich mee en die moet je wegen ten opzichte van wat het ons oplevert. Dus wat levert het ons op in relatie tot de leveringszekerheidsproblemen, die zich mogelijk kunnen voordoen? Ik hecht er echt aan om het onderzoek dat nu loopt, af te wachten. Dat krijgen we aan het einde van dit jaar. Dan kan ik begin 2026 met een reactie komen, waarin we de voors en tegens goed tegen elkaar kunnen afwegen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan heeft de motie op stuk nr. 578 oordeel Kamer.
Minister Hermans:
Ja.
De voorzitter:
Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-94-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.