Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 94, item 15 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 94, item 15 |
Verantwoordingsdebat voor het jaar 2024
Aan de orde is de voortzetting van het Verantwoordingsdebat voor het jaar 2024.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het Verantwoordingsdebat voor het jaar 2024. We zijn toegekomen aan de tweede termijn van de Kamer. De heer Van der Lee van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid staat al klaar voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Veel dank aan de bewindslieden voor hun uitvoerige beantwoording. Ik kan niet op alle punten ingaan. Ik ben wel heel erg benieuwd naar de brief die we zullen krijgen over de inzet van de regering op het punt van de NAVO-norm en dan vooral over de vraag hoe we voor iedereen objectief toetsbaar duidelijk berekenen wat die norm is en impliceert. Ik vind ook dat dit voor de toekomst één norm moet zijn en dat we niet door moeten gaan met twee verschillende, want dat leidt alleen maar tot verwarring, niet alleen hier, maar ook internationaal. Daar is niemand mee gediend.
Ik heb twee moties. Ik hoorde heel duidelijk een toezegging in de eerste termijn, en heb dus geaarzeld of ik de volgende motie moet indienen. Tegelijkertijd gaf de minister ook aan misschien hulp nodig te hebben om zijn collega's te overtuigen. Ik denk daarom dat het toch goed is om de Kamer om een uitspraak te vragen over de nu volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat duidelijke doelen noodzakelijk zijn om te komen tot effectief beleid, voor het voorkomen van teleurstelling en dat ze het controlerende werk van de Tweede Kamer ten goede komen;
constaterende dat de Algemene Rekenkamer vaststelt dat de unaniem aangenomen motie-Van der Lee om bij de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord de doelen van beleid te expliciteren en consequent te rapporteren, niet is uitgevoerd;
verzoekt de regering om in de Rijksbegrotingsvoorschriften de instructie op te nemen dat op een prominente plek in het jaarverslag een samenvattende tabel wordt opgenomen van concrete en meetbare hoofddoelen en hoofdresultaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dan heb ik nog een tweede motie, met een verzoek dat ik al in mijn eerste termijn heb toegelicht.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Rekenkamer al werkt aan het opstellen van een jaarlijks uit te brengen lijst met hoge risico's voor de uitvoering van overheidsbeleid;
verzoekt de regering in reactie daarop jaarlijks een risicobeheersingsplan aan de Tweede Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank. Ik zie uit naar het debat over de Voorjaarsnota en ook naar de brief die we krijgen met informatie over de vraag of daar nog iets in wordt gewijzigd. We hebben dan veel te bespreken. Dan sluit ik hierbij af.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Faddegon heeft aangegeven geen gebruik te maken van zijn tweede termijn. Ik nodig dus de heer Sneller uit van de fractie van D66 voor zijn tweede termijn. Gaat uw gang.
De heer Sneller (D66):
Dank, voorzitter. Ook van mijn kant dank aan de bewindspersonen voor hun beantwoording. Ik denk dat we een paar mooie stappen vooruit zouden kunnen zetten met een toezegging over de doelen en de motie die daarover hopelijk wordt aangenomen.
Ik heb een motie over het rijksinkoopbeheer. Ik heb daar vorig jaar ook een motie over ingediend, voor de minister van Binnenlandse Zaken.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat gebrekkig inkoopbeheer leidt tot een stijging van het aantal onvolkomenheden in de rapporten van de Algemene Rekenkamer en dat dit aantal fors gereduceerd dient te worden;
overwegende dat meerdere onderliggende oorzaken, waaronder complexe regelgeving, schaarste aan deskundig personeel en een onduidelijke verdeling van bevoegdheden, debet zijn aan deze onvolkomenheden;
overwegende dat het verleden laat zien dat bestuurlijke aandacht en een heldere rolverdeling tussen ministeries in belangrijke mate kunnen bijdragen aan het oplossen van onvolkomenheden;
verzoekt de regering, in de gedachte van één overheid, de verantwoordelijkheid voor het rijksinkoopbeleid te beleggen bij de minister van Binnenlandse Zaken;
verzoekt de regering tevens een plan van aanpak op te stellen om het aantal onvolkomenheden dat gerelateerd is aan inkoopbeheer significant terug te dringen, en de Kamer hier voor het einde van het jaar over te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Sneller (D66):
Dan nog heel kort iets over het meewegen van de baten van investeringen en het ook meewegen van het niet doen van investeringen. De minister verwees ernaar dat het CPB die baten in zijn modellen moet opnemen. Daar ben ik het mee eens; dat gevecht wordt ook al lang gevoerd met het Centraal Planbureau. Tegelijkertijd heeft Financiën natuurlijk zijn eigen modellen, die niet een-op-een de modellen van het Centraal Planbureau spiegelen. Dat je nooit helemaal precies kunt zeggen hoeveel de baten zijn, wil niet zeggen dat je dan vervolgens moet zeggen dat ze nul zijn. Ik vond de suggestie van de minister om meer te doen met de MKBA's, de maatschappelijke kosten-batenanalyses, heel interessant. Tegelijkertijd denk ik dat om inderdaad te zorgen dat het niet een reden wordt om maar geld uit te geven, het wel ook nodig is dat we dan stappen vooruit zetten met het kwaliteitskader, zodat we ervoor kunnen instaan. Het is ook iets dat soms door externe partijen wordt uitgevoerd. Dus ik hoop dat we daar in het kader van de commissie voor de Rijksuitgaven nog verder over kunnen praten.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik mevrouw De Vries uit van de fractie van de VVD voor haar tweede termijn. Gaat uw gang.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat instellingen en bedrijven helemaal gek worden van de verantwoording van subsidies bij de rijksoverheid en dat de administratieve lasten en de regeldruk zijn doorgeslagen;
constaterende dat de regels voor het aanvragen en verantwoorden van een subsidie vaak te complex zijn;
overwegende dat de voorwaarden voor het ontvangen van een subsidie niet altijd duidelijk zijn, waardoor de subsidie niet wordt gebruikt of wordt afgekeurd of (volledig) moet worden terugbetaald;
verzoekt het kabinet te onderzoeken hoe het aanvragen en verantwoorden van subsidies kan worden versimpeld, en de Tweede Kamer daarover voor het eind van 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dat geeft aanleiding tot een vraag. De heer Sneller.
De heer Sneller (D66):
Ja, een hele korte vraag. Gaat dit nou alleen maar over "maak het simpeler" of ook over "laat iets meer de controle los en accepteer ook dat er wat meer fouten worden gemaakt bij de verantwoording over subsidies et cetera"? Of is het echt alleen: maar minder complex, vereenvoudig het?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat je zeker ook naar de controles zou kunnen kijken. Het moet natuurlijk wel op een verantwoorde manier. We willen ook niet dat er allemaal misbruik van gemaakt wordt, natuurlijk. Ik denk dat we daar een goede balans in kunnen vinden. Ik denk dat we te veel in doorgeslagen zijn. Er worden ook boetes opgelegd aan bedrijven die één klein dingetje fout gedaan hebben. Daar zou ik echt gewoon een versimpelingsslag in willen maken, zodat het makkelijk wordt voor iedereen, eigenlijk. Ik denk dat het ook voor de overheid makkelijker wordt als ze niet meer twintig stukken hoeven te beoordelen.
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de belastingbetaler, of het nu burgers of bedrijven zijn, fors bijdragen aan het mogelijk maken van de uitgaven van de rijksoverheid;
van mening dat het belangrijk is dat de overheid niet alleen verantwoording aflegt aan de politiek over wat er met het belastinggeld is gebeurd, maar ook verantwoording aflegt aan de belastingbetaler;
van mening dat het belangrijk is dat de belastingbetaler ook weet op welke manier zijn belasting bijdraagt aan een veilig en welvarend Nederland;
constaterende dat het Verenigd Koninkrijk dit al doet, met een zogenaamde Annual Tax Summary;
verzoekt het kabinet een dergelijke verantwoording in de vorm van een jaarlijks bericht aan de belastingbetaler ook vorm te geven en in te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik heb de opmerking van de minister daarover gehoord, dat eigenlijk de staatssecretaris daarover gaat, maar misschien kunnen we dat praktisch oplossen. Ik kan kijken of ik 'm eventueel kan aanhouden. Dan kan er misschien bij de Voorjaarsnota, waar volgens mij de staatssecretaris wel aanwezig is, een appreciatie volgen.
Dan nog iets over de doelen.
De voorzitter:
Dit geeft aanleiding tot een vraag. Gaat uw gang, meneer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik heb ooit weleens zo'n motie ingediend. Ik heb even gekeken.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nou, dat is mooi.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dat was op 26 oktober 2023, om in een diagram op het formulier van de inkomstenbelasting aan de burger te laten zien wat er eigenlijk gebeurt met zijn belastinggeld. Dus als de minister reageert op uw motie, hoor ik ook graag hoe het eigenlijk staat met de uitvoering daarvan.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij is die nog niet uitgevoerd. Ik heb nog nooit zoiets gezien.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Die is aangenomen, ja.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
De minister is er heel druk mee bezig, hoor ik.
Dan nog iets over de doelen. Ik ben altijd groot voorstander van het formuleren van doelen, maar ik wil toch iets zeggen over een voorbeeld dat de minister noemde. Hij zei: ja, 100.000 woningen is zo lekker concreet. Het is wel zo dat de overheid, de rijksoverheid, geen woningen bouwt, dus dat vind ik altijd wel weer een ingewikkelde. Ten tweede nog iets wat denk ik iets heel belangrijk is. Er was er een beetje een discussie over of er gratisbiermoties waren. Daar werd ik door de minister verwezen naar een motie van de SP. Ik zou willen dat we dat soort dingen inderdaad niet doen en dat als er voorstellen worden gedaan, daar gewoon een normale degelijke deugdelijke dekking bij zit. Maar dat is meer een verzuchting, voorzitter. En een oproep, hoop ik, voor iedereen voor de komende tijd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag mevrouw Van Dijk uit van de fractie van het CDA voor haar tweede termijn.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Dank voor de beantwoording en collega's voor het debat. Ik heb een motie. Wij hebben een pleidooi gehouden om meer te investeren en alles begint met inzicht. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de ontwikkeling van de consumptieve uitgaven en de investeringsuitgaven de afgelopen twintig jaar steeds verder uit elkaar zijn gaan lopen;
overwegende dat het kabinet geen apart uitgavenkader meer hanteert voor investeringen, terwijl zicht op verschillende typen uitgaven juist nodig is om te kunnen controleren of deze in balans zijn, nu, maar ook voor de lange termijn;
verzoekt de regering jaarlijks in de Miljoenennota centraal te rapporteren over het niveau en de ontwikkeling van de investeringsuitgaven ten opzichte van de consumptieve uitgaven, inclusief een uitsplitsing van het aantal investeringen in toekomstig verdienvermogen;
verzoekt de regering daarbij ook een verantwoordingsparagraaf toe te voegen over de balans tussen de verschillende typen uitgaven, voor de korte maar ook de lange termijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dan houd ik nogmaals mijn pleidooi om de schulden tussen ministeries toch meer te gaan slopen en om, zeker bij de grote uitgaven waarvoor wij staan, meer te gaan samenwerken, meer gezamenlijk te gaan rapporten en meer gezamenlijke debatten te voeren. De samenleving is namelijk ook niet in een ministerie te stoppen; dat is maar goed ook.
Tot slot veel dank aan de minister, omdat hij vanuit zijn tenen pleit, eigenlijk indirect, voor het motiequotum van onze partij.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Idsinga heeft aangegeven geen gebruik te maken van zijn tweede termijn. Ik nodig dan dus graag de heer Vermeer van de fractie van BBB uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil eigenlijk alleen de minister-president, de minister en hun teams bedanken voor de antwoorden die we gekregen hebben. Uiteraard bedank ik ook de voorzitter, de Griffie, de bodes en iedereen die dit debat mogelijk maakt, inclusief de beveiliging op de tribune.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank, meneer Vermeer. Dan zijn we toegekomen aan de heer Baudet van de fractie van Forum voor Democratie voor zijn bijdrage in de tweede termijn. Gaat uw gang.
De heer Baudet (FVD):
Voorzitter. Wij zijn niet alleen van het kritiek leveren, maar ook van de constructieve oplossingen. Daarom heb ik drie moties die op korte termijn een ingrijpende verbetering in het beleid zouden kunnen bewerkstelligen. Allereerst.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet de tijdelijke verlaging van brandstofaccijnzen per 1 januari 2026 wil beëindigen, waarmee de benzineaccijnzen met €0,25 per liter zullen stijgen;
overwegende dat Nederland momenteel al Europees koploper is als het gaat om belasting op brandstof;
verzoekt het demissionaire kabinet om de tijdelijke verlaging te verlengen en het volgende kabinet te laten beslissen over het al dan niet verhogen van brandstofaccijnzen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Baudet (FVD):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de collectieve lastendruk in 2024 38% bedroeg en dus niet significant is gedaald ten opzichte van voorgaande jaren;
spreekt de wens uit dat de collectieve lastendruk wordt verlicht door middel van een verlaging van de btw-tarieven van 9% en 21% naar respectievelijk 6% en 19%;
verzoekt het kabinet deze wens uit te werken in de Miljoenennota van Prinsjesdag 2025,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Baudet (FVD):
Tot slot.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de suikertaks sinds de invoering op 1 januari 2024 nooit is geëvalueerd;
verzoekt de regering zowel de gezondheidseffecten van deze taks als de gevolgen voor de lastendruk voor consumenten en bedrijven te onderzoeken;
verzoekt de regering de Kamer hierover voor Prinsjesdag 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel.
De heer Baudet (FVD):
Dank.
De voorzitter:
Dan nodig ik nu graag de heer Flach van de fractie van de SGP uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Het was een mooi debat, maar het heeft toch altijd iets van terugkijken, terwijl we als politici graag vooruitkijken. Maar goed, als je niet terugkijkt, kun je ook niet weten wat je in de toekomst anders kunt doen. Ik denk dus dat het toch wel heel nuttig is geweest dat we dit debat hebben gevoerd.
Ik blijf de minister constructief-kritisch bejegenen over het realistisch ramen, hoewel ik het gevoel heb dat we daarover in de basis hetzelfde denken. De kritische reflectie betreft ook ons als Kamer zelf. Het zijn juist vaak coalitiepartijen die bij een start van een nieuw kabinet stevige ambities vertalen in ambitieus ramen en die vaak wensdoelen in een begroting proberen op te nemen die geen rekening houden met een realistisch uitvoeringsritme. In dat kader zou ik de minister nog de aanmoediging willen meegeven om, zeker als er straks gesproken is over een nieuwe NAVO-norm — die zal ongetwijfeld ambitieus zijn en terecht — zo dicht mogelijk bij een realistisch invoeringsritme te gaan zitten als het gaat om het begrotingsritme.
Voorzitter. Daar wil ik het bij laten. Ik dien geen moties in.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie uit voor zijn bijdrage.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank. Dank aan de minister-president en aan de minister van Financiën. Ik heb een tweetal moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een breed gedragen politieke wens bestaat om het stelsel van belastingen, toeslagen en sociale zekerheid te vereenvoudigen;
overwegende dat het van groot belang is om in te zetten op een fundamentele stelselherziening, maar dat dit kleinere, incrementele vereenvoudigingen niet uitsluit;
overwegende dat Verantwoordingsdag een succesvol instrument is gebleken om de regering te prikkelen veranderingen ten goede in te zetten en dat iets soortgelijks ook zou kunnen werken bij de vereenvoudigingsopgave;
overwegende dat de Inspectie belastingen, toeslagen en douane, met steun van de Algemene Rekenkamer, aanbeveelt een "vereenvoudigingsbeweging" of "jaarlijkse gezamenlijke opruimbeurt" te implementeren;
overwegende dat er wel een jaarlijks belastingplan is, maar nog geen vereenvoudigingsplan;
verzoekt de regering in het voorjaar van 2026 het eerste vereenvoudigingsplan naar de Kamer te sturen en dit jaarlijks te herhalen, zodat in het voorjaar van 2026 de eerste vereenvoudigingsdag kan plaatsvinden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Dan motie twee.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Algemene Rekenkamer op verzoek van de Kamer de consequenties van het verwerpen van een ontwerpbegroting in kaart heeft gebracht, waarbij de Rekenkamer concludeert dat het verwerpen van een begroting leidt tot "veel onduidelijkheid en rechtsonzekerheid" daar de relevante wetgeving "ruimte voor interpretatie laat";
constaterende dat de Raad van State in zijn advies van 10 juni 2025 het advies van de Rekenkamer onderschrijft en tevens in overweging geeft de Comptabiliteitswet aan te passen met als oogmerk het beperken van een periode zonder begroting;
constaterende dat de Comptabiliteitswet enkel ziet op de situatie waarin een wet nog niet is aangenomen, maar niet ingaat op de situatie waarin een begroting is verworpen;
overwegende dat het niet langer ondenkbaar is dat een ontwerpbegroting geen meerderheid haalt;
verzoekt de regering met een wetswijziging de rechtsonzekerheid weg te nemen die nu bestaat wanneer een ontwerpbegroting wordt weggestemd, door in de Comptabiliteitswet 2016 vast te leggen dat de regering na verwerping onverwijld een nieuw begrotingswetsvoorstel indient,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik weet dat de minister er net iets over heeft gezegd, maar er lag een heel breed ondertekende motie klaar en de hele Kamer zegt tegen de minister: ga door met die Comptabiliteitswet en maak hem verworpen-begrotingproof.
Tot zover. Dank.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot slot nodig ik de heer Dassen van de fractie van Volt uit voor de laatste bijdrage in deze termijn. Gaat uw gang.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank ook aan de minister en de minister-president voor de beantwoording van alle vragen. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit evaluaties van fiscale regelingen regelmatig blijkt dat deze onvoldoende doeltreffend en doelmatig zijn;
constaterende dat negatieve evaluaties zelden leiden tot daadwerkelijke aanpassing of afschaffing, ondanks hun vaak aanzienlijke budgettaire omvang;
verzoekt de regering met voorstellen te komen voor het afbouwen van ondoelmatige fiscale regelingen, waarbij zij de budgettaire opbrengst voor zover mogelijk gebruiken voor het verlagen van de eerste twee schijven van de inkomstenbelasting en Defensie, en dit naar de Kamer te sturen voor de Miljoenennota,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Dassen (Volt):
En de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het verantwoordingsonderzoek laat zien dat uitvoeringsorganisaties regelmatig waarschuwen voor onuitvoerbaar beleid;
overwegende dat de Staatscommissie rechtsstaat aanbeveelt om uitvoeringsorganisaties een "rode kaart" te geven wanneer beleid in strijd is met de beginselen van behoorlijke uitvoering of uitvoerbaarheid;
verzoekt de regering de aanbeveling van de Staatscommissie rechtsstaat en de Algemene Rekenkamer over het instellen van een rodekaartmechanisme nader uit te werken en met een voorstel aan de Kamer te komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Dassen (Volt):
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De beide bewindspersonen hebben aangegeven vijf minuten nodig te hebben voor de appreciatie van de ingediende moties, dus ik schors tot 20.10 uur.
De vergadering wordt van 20.05 uur tot 20.11 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het Verantwoordingsdebat voor het jaar 2024. Wij zijn toegekomen aan de appreciaties van de ingediende moties. Ik geef minister Heinen graag het woord. Gaat uw gang.
Minister Heinen:
Dank u wel. Ik had u toegezegd, voorzitter, om de vertraging die het debat heeft opgelopen, in te lopen. Ik ga dus in een hoog tempo de appreciaties geven.
De motie op stuk nr. 7: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 7 krijgt oordeel Kamer.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 8: oordeel Kamer. Ik moet daar wel bij zeggen dat het overzicht waarnaar wordt verwezen, er nog niet is. Als ik het dus mag lezen als "zodra het overzicht er is", krijgt de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
Er wordt geknikt. De motie op stuk nr. 8 krijgt oordeel Kamer.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 9: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 9 krijgt oordeel Kamer.
Minister Heinen:
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 10: die krijgt ook oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 10 krijgt oordeel Kamer.
Minister Heinen:
Ik ben blij dat ik aan het begin van het debat niet heb gezegd dat ik in een gulle bui ben, want dan was het een dure avond geworden.
Ik zou mevrouw De Vries willen vragen om de motie op stuk nr. 11 aan te houden, zodat we die nog kunnen bespreken bij de Voorjaarsnota, als ook de staatssecretaris er is. De motie is uiteraard zeer sympathiek. Als dat lukt, zou het hartstikke mooi zijn.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dat lijkt mij een goed plan. Ik houd 'm dus aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Aukje de Vries stel ik voor haar motie (36740, nr. 11) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Heinen:
Dat is meteen ook een link naar de motie-Van der Lee. Daar wordt natuurlijk ontzettend hard aan gewerkt. Als Van der Lee ook in een gulle bui is, nemen we dit volgende week samen mee.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Heel kort: nee, want het gaat over iets anders, namelijk dat je als belastingplichtige op je belastingformulier inzicht krijgt in waar je staat in de inkomensverdeling in Nederland.
Minister Heinen:
Ah, oké.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Die motie is nog niet uitgevoerd, maar die is al twee jaar geleden aangenomen.
Minister Heinen:
Daar wordt hard over nagedacht, moet ik dan zeggen. Maar laten we deze dan volgende week gelijk meenemen, want als we dan toch extra brieven gaan sturen … Dan zal heel Nederland ook zien dat er best wel wat genivelleerd wordt.
Dan de motie op stuk nr. 13.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 12.
Minister Heinen:
Ja, ik was nog bij de motie op stuk nr. 12: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 12 krijgt oordeel Kamer.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 13: ontraden, want ongedekt. Geen gratis bier, maar gratis benzine.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 13 krijgt als oordeel: ontraden.
De heer Baudet (FVD):
Er zitten nog wel verkiezingen tussen, hè? Het is dus geen gratis bier. Het gaat over het niet nu al afschaffen van een bepaalde maatregel, maar eerst even de verkiezingen afwachten.
Minister Heinen:
Ja, het lijkt me sowieso goed om de verkiezingen af te wachten. Tegelijkertijd kost deze motie, uit mijn hoofd, zo'n 1,8 miljard. Dus als de heer Baudet aangeeft hoe hij dat wenst te dekken, kan ik de motie nog hernemen, maar zoals die nu is, is hij echt ongedekt.
Voorzitter. Diezelfde teleurstelling is er voor de heer Baudet bij de motie op stuk nr. 14. Ik waardeer natuurlijk de poging om tot een lagere btw te komen, maar ook die motie is ongedekt, dus die was niet in de categorie "gratis bier", maar "gratis btw".
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 14 krijgt het oordeel ontraden.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 15 van de heer Baudet verwees naar een suikertaks. Die bestaat niet. Het gaat om de frisdrankbelasting. De staatssecretaris komt nog met een brief. De motie is overbodig, dus ik zou eigenlijk willen vragen om 'm aan te houden. Anders zou ik de appreciatie overbodig willen geven, want de staatssecretaris komt met een brief over deze belasting. Ik kijk dus even naar de heer Baudet. Aanhouden?
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Baudet stel ik voor zijn motie (36740, nr. 15) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Heinen:
Dank u wel. Het is uiteraard wel heel goed om naar een evaluatie te vragen. Dat is altijd goed om te doen.
De motie op stuk nr. 16: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 16 krijgt oordeel Kamer.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 17: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 17 krijgt oordeel Kamer.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 18 moet ik echt ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 18 wordt ontraden.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 19 krijgt ook oordeel Kamer. Ik moet wel zeggen dat de uitwerking dan wel bij mijn collega's ligt, de minister van BZK en de minister van SZW.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 19 krijgt ook oordeel Kamer als appreciatie.
Dan zijn wij aan het eind gekomen van dit debat. Het ging in sneltreinvaart en dat wordt door velen bijzonder gewaardeerd, denk ik.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan aanstaande dinsdag stemmen over de ingediende moties. Ik wil de leden van harte bedanken voor hun bijdrage en de minister-president en de minister van Financiën voor hun beantwoording en voor het fijne debat. Ik wil ook alle ondersteuning van harte bedanken. Ik wens iedereen een hele fijne avond. Morgen gezond weer op. Ik sluit de vergadering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-94-15.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.