14 JBZ-Raad d.d. 12-13 juni 2025 (vreemdelingen- en asielbeleid)

Voorzitter: Postma

JBZ-Raad d.d. 12-13 juni 2025 (vreemdelingen- en asielbeleid)

Aan de orde is het tweeminutendebat JBZ-Raad d.d. 12-13 juni 2025 te Luxemburg (vreemdelingen- en asielbeleid) (CD d.d. 11/06).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat JBZ-Raad (vreemdelingen- en asielbeleid). Ik heet van harte welkom de minister van Asiel en Migratie, de heer Van Weel. Ik wil voor de eerste termijn van twee minuten het woord geven aan de heer Eerdmans, die namens JA21 zal spreken.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, zeer bedankt. Ik heb één motie naar aanleiding van het debat van vanmiddag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat negen EU-lidstaten een brief hebben ondertekend waarin kritiek wordt geuit op de interpretatie van het EVRM;

constaterende dat Nederland heeft geweigerd om deze brief ook te ondertekenen;

verzoekt het kabinet de brief alsnog te ondertekenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 950 (32317).

De heer Eerdmans (JA21):

Je zou kunnen zeggen: die brief is al verstuurd, dus daar kan geen naam meer bij. Dat is in de praktijk zo, maar het lijkt mij heel belangrijk dat Nederland de intentie uitspreekt om achter de inhoud van de brief te staan. Dat kan er als een soort sideletter bijgevoegd worden. Ik denk dat het ook voor de beeldvorming heel belangrijk is dat Nederland zich voegt bij deze eveneens kritische landen binnen de EU.

Dank je wel. Dan ga ik nu weer terug naar het andere debat. Althans, dat dacht ik.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Ik heb de motie niet gelezen, maar staat er in de motie "intentie uitspreken" of "de brief ondertekenen"? Dat zijn twee verschillende dingen, denk ik.

De heer Eerdmans (JA21):

Er staat "alsnog te ondertekenen". Maar dat kan ik wijzigen, als we dit met elkaar delen. Het gaat mij erom dat we overeenstemming hebben dat Nederland achter de inhoud van die brief staat. Door die weigering hebben we laten zien dat we het er niet mee eens zijn. Dat vind ik een verkeerd signaal.

De heer Boomsma (NSC):

Ik heb net van de minister al de toezegging gevraagd en gekregen dat hij in de JBZ-Raad in gesprek zal gaan om aan te tonen dat hij achter de geest en de intentie van die brief staat, namelijk dat je bereid moet zijn om te kijken naar het EVRM en andere verdragen om de reikwijdte van het asielbeleid te vergroten. Dat steunt hij en dat gaat hij ook overbrengen. Waarom neemt de heer Eerdmans daar nu geen genoegen mee?

De heer Eerdmans (JA21):

Omdat de minister tegen mij zei dat hij delen van de brief niet kan beamen. Hij zei tegen mij dat de interpretaties van de brief te verstrekkend waren. Dat heb ik eraan overgehouden, dus ik vind dat de Kamer er een uitspraak over moet doen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik nu graag het woord geven aan mevrouw Van Zanten.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat internationale verdragen, zoals het Vluchtelingenverdrag van Genève en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zo'n 75 jaar geleden zijn opgesteld;

constaterende dat deze verdragen en hun interpretatie sindsdien nauwelijks zijn aangepast aan de veranderde maatschappelijke realiteit, waarin sprake is van grootschalige structurele migratiestromen en asielprocedures, die het draagvlak onder druk zetten;

overwegende dat de interpretatie van deze verdragen de ruimte voor het asielbeleid in verregaande mate beperkt;

verzoekt de regering om een juridische en diplomatieke verkenning te starten naar verdragen die mogelijk moeten worden herzien of opgezegd, inclusief het opstellen van scenario's voor voorbehouden en tijdelijke opschorting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Zanten en Boomsma.

Zij krijgt nr. 951 (32317).

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister het landenbeleid voor Syrië heeft aangepast, waardoor lopende en nieuwe asielaanvragen strenger worden beoordeeld;

overwegende dat het onderscheid tussen lopende of nieuwe asielprocedures en tijdelijke verblijfsvergunningen niet gerechtvaardigd is wanneer het herkomstland aantoonbaar veiliger wordt geacht;

overwegende dat ook verleende statussen moeten worden heroverwogen wanneer de feitelijke situatie in het land van herkomst daartoe aanleiding geeft;

verzoekt de regering om per direct te starten met de herbeoordeling van tijdelijke verblijfsvergunningen van Syriërs met het oog op mogelijke beëindiging van de verblijfsstatus indien de beschermingstitel is komen te vervallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Zanten.

Zij krijgt nr. 952 (32317).

Dank u wel.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Het zou zomaar kunnen dat het juridisch gezien slimmer is om het in een andere volgorde te doen. Bij de beoordeling van bestaande asielaanvragen en nieuwe asielaanvragen kan er nieuwe jurisprudentie komen, die meegenomen kan worden bij een herbeoordeling. Op het moment dat we met die herbeoordelingen gaan beginnen en vervolgens bakzeil halen, kunnen we daar helemaal niks meer mee. Mijn vraag aan mevrouw Van Zanten is dus de volgende. Als dit de logica zou zijn, bent u dan bereid om uw motie op een bepaalde manier aan te passen? Volgens mij delen wij het doel dat als mensen veilig naar huis kunnen, zij ook naar huis moeten. Maar dat moeten wij dan wel zodanig regelen dat dit ook gaat gebeuren.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Als ik het goed begrijp, vraagt mevrouw Rajkowski om de motie dusdanig aan te passen dat we eerst afwachten hoe het met de huidige aanvragen en de nieuwe aanvragen loopt.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Ja. Maar ik heb de tekst van de motie nog niet gezien. Het gaat erom dat we iets kunnen doen op het moment dat het juridisch mogelijk is. Misschien kan er zo'n soort formulering gebruikt worden. Maar dat kan ook buiten de orde van het debat geregeld worden.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Ik wil daar heel kort op reageren.

De voorzitter:

Heel kort alstublieft. De onderhandelingen kunnen dan later verder gevoerd worden.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Ik snap het. Ik dien deze motie in om de reden die ik ook al in het debat heb aangegeven, evenals meerdere van mijn collega's. Ik vind het een heel gekke figuur om voor de ene groep Syriërs te bepalen dat het veilig is en voor de andere groep Syriërs te bepalen dat het niet veilig is. Het gaat om mensen met dezelfde achtergrond; alleen bestaat de ene groep uit statushouders en de andere groep uit asielzoekers. Voor die groepen zouden dan verschillende regels gelden. Veilig is veilig. Wat dat betreft denk ik dat je naar eenzelfde beleid moet gaan.

De voorzitter:

Ik hou het hier even bij, mevrouw Rajkowski, want u heeft twee interrupties gehad. We gaan niet het debat weer overdoen. Ik wil graag het woord geven aan mevrouw Vondeling, die het woord zal voeren namens de PVV.

Mevrouw Vondeling (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb vier moties, dus ik ga snel beginnen. Voor wat betreft Syrië zouden wij graag willen dat Syriërs direct worden teruggestuurd, ook de meer dan 70.000 Syriërs in Nederland met een tijdelijke verblijfsvergunning. Het is veilig, dus trek die vergunning in en stuur ze terug. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering zowel Syrische asielzoekers als Syriërs met een tijdelijke verblijfsvergunning direct terug te sturen naar Syrië,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vondeling en Wilders.

Zij krijgt nr. 953 (32317).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering niet in te stemmen met verlenging van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming Oekraïne,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vondeling.

Zij krijgt nr. 954 (32317).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de tijdelijke bescherming van derdelanders eerder beëindigd mocht worden en dat deze groep met ingang van 4 maart 2024 al niet meer onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming valt;

constaterende dat pas per 4 september 2025 de opvang en voorzieningen van derdelanders beëindigd zullen worden;

verzoekt de regering de opvang van derdelanders uit Oekraïne nog voor de zomer te beëindigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vondeling.

Zij krijgt nr. 955 (32317).

Mevrouw Vondeling (PVV):

Dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het COA van plan is om 600 asielzoekers op te vangen in voormalig klooster Bethanië in Venlo;

overwegende dat er grote onrust bestaat onder de inwoners van Venlo over de komst van dit azc;

constaterende dat Venlo al genoeg asielzoekers opvangt volgens het verdeelbesluit;

verzoekt de regering een streep te zetten door de plannen voor een azc in Venlo,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vondeling en Wilders.

Zij krijgt nr. 956 (32317).

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Boomsma namens het Nieuw Sociaal Contract.

De heer Boomsma (NSC):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. En dank aan de minister voor de beantwoording. Ik was blij dat de minister in de commissie had aangegeven dat het kabinet weliswaar niet de brief van die kritische negen landen over het EVRM had ondertekend, maar wel de geest en de achterliggende gedachte steunde, die hij gaat overbrengen aan de JBZ-Raad. Om echt grip te krijgen op de migratie en te komen tot een humaner en beter beleid, moeten we toe naar een fundamenteel ander asielbeleid, waarbij we mensen opvangen en hulp bieden buiten Europa en we die perverse prikkel van het huidige beleid, waarbij mensen eerst die gevaarlijk weg moeten afleggen, gaan doorbreken. Daartoe heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het huidige asielstelsel, waarin mensen alleen op EU-grondgebied asiel kunnen aanvragen, leidt tot irreguliere migratie, mensensmokkel, veel slachtoffers op zee, terwijl de meest kwetsbare mensen vaak achterblijven;

overwegende dat er behoefte is aan een ander asielstelsel waarbij Nederland en andere EU-lidstaten zelf kunnen bepalen of mensen, en welke mensen, via hervestiging of legale routes hierheen komen;

overwegende dat hulp vaak beter kan worden geboden aan meer mensen in veilige derde landen;

verzoekt de regering met gelijkgestemde EU-landen samen op te trekken om te komen tot een fundamentele herziening van het asielbeleid, waarbij de uitvoering van asielprocedures en de opvang van asielzoekers in principe plaatsvindt in veilige derde landen in de regio van de landen van herkomst, waarbij lidstaten zelf kunnen bepalen of mensen, en welke mensen, op uitnodiging in aanmerking komen voor hervestiging, en daartoe waar nodig de internationale en Europese verdragen aan te passen;

verzoekt de regering de Kamer periodiek terug te koppelen over de verworven steun en voortgang hiervoor,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Boomsma en Van Zanten.

Zij krijgt nr. 957 (32317).

De heer Boomsma (NSC):

De minister heeft aangegeven dat op dit moment statushouders uit Syrië nog niet kunnen worden herbeoordeeld. Het lijkt me belangrijk om de vrijwillige terugkeer te stimuleren. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in landen als Denemarken en Zweden aanzienlijke financiële steun wordt geboden voor de vrijwillige terugkeer van statushouders naar Syrië;

overwegende dat Nederland momenteel slechts een beperkt financieel instrumentarium hanteert;

van mening dat de vrijwillige terugkeer van Syriërs om dat land weer op te bouwen moet worden aangemoedigd en ondersteund en dat dit de Nederlandse samenleving gemiddeld ook veel uitgaven bespaart;

verzoekt de regering om op korte termijn een pakket maatregelen uit te werken dat vrijwillige terugkeer van Syriërs stimuleert en aantrekkelijker maakt, waarbij ook een verhoging van de financiële steun wordt overwogen, en dit voor te leggen aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Boomsma en Van Zanten.

Zij krijgt nr. 958 (32317).

De heer Boomsma (NSC):

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan wil ik het woord geven aan de heer Van Baarle van DENK, die als laatste zal spreken.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Eén alinea in de brief van de minister is de argumentatie op basis waarvan de minister het beleid ten aanzien van Syrië aanpast. Uit diezelfde brief van de minister blijkt dat de situatie instabiel is en dat er nog sprake is van veel gewapende groepen en veel gewapend conflict. Zo'n beetje alle mensenrechtenorganisaties geven aan: pas dat beleid niet aan, want dat is onverantwoord. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister Syrië in brede zin als veilig genoeg heeft verklaard naar aanleiding van het ambtsbericht om het landenbeleid aan te passen;

overwegende dat de minister zelf erkent in zijn brief naar de Kamer dat de positieve ontwikkelingen in Syrië nog niet van ingrijpende en blijvende aard zijn en dat de situatie nog niet voldoende bestendig is om over te gaan tot herbeoordeling van bestaande verblijfsvergunningen;

overwegende dat organisaties als de UNHCR en VluchtelingenWerk waarschuwen voor aanhoudend geweld en instabiliteit in Syrië;

verzoekt de minister zich te onthouden van het doorvoeren van beleidswijzigingen met betrekking tot de beoordeling van nieuwe aanvragen of lopende procedures van Syrische vluchtelingen, nu er geen sprake is van daadwerkelijke zekerheid over de veiligheidssituatie in Syrië,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.

Zij krijgt nr. 959 (32317).

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, tot slot. Ik vond de woorden van deze minister over het volgende veel te min. Hij was met name heel erg druk bezig met het opbrengen van begrip voor de mensen die onreglementair grenscontroles hebben uitgevoerd. Hij is ook de minister die verantwoordelijk is voor de portefeuille JenV. Daarom zou ik graag nog de volgende motie willen indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de omgeving van Ter Apel sprake is geweest van acties waarbij burgers grenscontroles uitvoerden en willekeurig voertuigen staande hielden;

overwegende dat dergelijke acties een bedreiging vormen voor de rechtsstaat en het gezag van autoriteiten, zoals de politie, ernstig ondermijnen;

constaterende dat een ernstige veroordeling door de minister en concrete maatregelen naar aanleiding van deze grenscontroles nabij Ter Apel uitbleven;

verzoekt de minister deze acties van eigenrichting in de omgeving van Ter Apel krachtig en publiekelijk te veroordelen als onrechtmatig en ondermijnend voor de rechtsstaat;

verzoekt de minister voorts te bevorderen dat er strafrechtelijk wordt opgetreden tegen burgers die deelnamen of deelnemen aan deze illegale grenscontroles,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en El Abassi.

Zij krijgt nr. 960 (32317).

De heer Van Baarle (DENK):

Ik heb zestien seconden te veel; het spijt me.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik wil graag enkele minuten schorsen zodat de moties kunnen worden rondgedeeld. Ik begrijp dat de minister daarna meteen verder kan met de appreciatie van de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Het is nu tijd voor de appreciatie van de moties door de minister van Asiel en Migratie.

Minister Van Weel:

Dank, voorzitter. Allereerst ook dank aan de leden voor het debat dat wij zojuist hebben gevoerd. Ik zal direct overgaan tot het appreciëren van de moties.

Ik begin met de motie-Eerdmans, de motie op stuk nr. 950. Die gaat over het alsnog ondertekenen van een brief. Die motie is overbodig. De brief is niet veranderd en de weging van het kabinet is gemaakt. We hebben daarbij gezegd dat enkele passages gaan over zitten op de stoel van de rechter en dat wij ons daar niet in kunnen vinden, maar wel in de strekking van de brief. Ik heb toegezegd, aan onder anderen de heer Boomsma, dat wij daar tijdens de JBZ-Raad kond van zullen doen.

De motie op stuk nr. 951 ...

De voorzitter:

Een momentje. De motie op stuk nr. 950, de motie-Eerdmans, is overbodig. Gaat u verder.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 951, van mevrouw Van Zanten, vraagt ons om te inventariseren welke verdragen zouden moeten worden opgezegd dan wel aangepast. Ik wil die motie ontraden, om de reden dat daar ontzettend veel tijd en moeite in gaat zitten, die ik op dit moment graag wil steken in de voorliggende wetgeving. Wij denken dat wij daarmee maximaal de grenzen binnen de bestaande verdragen aan het opzoeken zijn. Nogmaals, ik ben niet fundamenteel tegen kijken naar aanpassingen in verdragen, maar die exercitie zou nu ten koste gaan van de lopende prioriteiten binnen het ministerie.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Volgens mij gaat de Kamer hier over de prioritering en is het aan ons om te bepalen wat belangrijk genoeg is om doorgang te krijgen.

Minister Van Weel:

U gaat over de stemming, maar ik geef de appreciatie namens het kabinet. Daar geef ik een toelichting bij. De motie is ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 951 van mevrouw Van Zanten is ontraden.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 952 van mevrouw Van Zanten gaat over het nu al starten met de herbeoordeling. Die moet ik ontraden. Eigenlijk heeft mevrouw Rajkowski daar de argumentatie bij gegeven die ik anders had willen geven, dus kortheidshalve verwijs ik daarnaar. Het is voor het behalen van succes beter om te beginnen met de lopende aanvragen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 952 is ontraden.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 953 van mevrouw Vondeling over het direct terugsturen van Syriërs ontraad ik om dezelfde reden. Dit is een proces dat we zorgvuldig opbouwen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 953 van mevrouw Vondeling is ontraden.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 954 van mevrouw Vondeling over het niet steunen van het verlengen van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming Oekraïne moet ik ontraden. Er is op dit moment noodzaak om de richtlijn nog wel met een jaar te verlengen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 954 is ontraden.

Minister Van Weel:

Dan de motie op stuk nr. 955 om nog voor de zomer spoed te maken met de derdelanders. Ik heb in het debat reeds aangekondigd dat dat gewoon niet lukt in de uitvoering, dus die moet ik ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 955 van mevrouw Vondeling is ontraden.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 956 gaat over het azc in Venlo. Ook dat heb ik in het debat toegelicht: het is aan de provincie, niet aan mij. Tot 1 juli zal de provincie moeten komen met aanwijzingen over hoe de capaciteit verdeeld moet worden over de provincie, inclusief Venlo. Dus ook die motie ontraad ik.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 956 van mevrouw Vondeling is ontraden.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 957 van de heer Boomsma verzoekt om een fundamentele herziening van het asielbeleid. Hoewel ik sympathie heb voor de gedachte achter de motie, geef ik hem toch dezelfde appreciatie als ik ook aan de motie van mevrouw Van Zanten heb gegeven. Op dit moment zal onze effort echt gericht moeten zijn op de invoering van het Migratiepact en op de wetten en regels die we zelf proberen in te voeren. Daar zetten we nu op in. Een fundamentele wijziging van de Europese en internationale rechtskaders vind ik voor nu te hoog gegrepen. Ik ontraad de motie dus.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 957 van de heer Boomsma is ontraden.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 958 over een pakket om de vrijwillige terugkeer van Syriërs te stimuleren, kan ik oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 958 van de heer Boomsma krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Weel:

Dan de motie op stuk nr. 959 over het verzoek aan de minister om zich te onthouden van het doorvoeren van beleidswijzigingen. Het zal u niet verbazen, maar die ontraad ik. Ik heb juist een beleidswijziging ingezet en daar sta ik achter.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 959 van de heer Van Baarle is ontraden.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 960 ontraad ik. Niet zozeer om dat ik dit soort acties of het voor eigen rechter spelen niet zou veroordelen, want dat heb ik gedaan in het debat, maar ook in andere publieke uitingen dit weekend. Ik ontraad de motie voornamelijk omdat ik niet ga over het strafrechtelijk optreden in individuele zaken, waartoe ik word opgeroepen. Dat is in dit geval aan de lokale driehoek. Ik heb in het debat verteld wat de driehoek daaraan doet en hoe men voornemens is te gaan handhaven. Dat lijkt me voldoende, dus ik ontraad de motie.

De voorzitter:

Dank. De motie op stuk nr. 960 van de heer Van Baarle is ontraden. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de appreciatie van de moties.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors dit debat. Ik geef 45 minuten de tijd voor de dinerpauze. Dat betekent dat we verdergaan om 19.45 uur.

De vergadering wordt van 19.00 uur tot 19.47 uur geschorst.

Voorzitter: Paulusma

Naar boven