15 Terugkeerverordening

Terugkeerverordening

Aan de orde is het tweeminutendebat Terugkeerverordening (CD d.d. 15/05).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering voor het tweeminutendebat Terugkeerverordening naar aanleiding van een commissiedebat van 15 mei. Volgens mij is het aangevraagd door de heer Eerdmans, maar die zie ik niet. O, daar komt hij net binnenschrijden. Het verzoek aan hem is om zo snel mogelijk te starten. Tenminste, ik neem niet aan dat hij het op zijn geweten wil hebben dat wij uitlopen door hem.

De heer Eerdmans (JA21):

Nee, dat zou je toch niet willen, voorzitter. Zeker niet, want we hebben veel te doen, toch? Dat is waar.

Voorzitter. Ik heb voor dit debat twee moties voorbereid. Daar komt de eerste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat diverse Europese landen werken aan returnhubs waarmee kansloze asielzoekers effectiever kunnen worden uitgezet;

verzoekt het kabinet voor het einde van het jaar een concreet plan te hebben uitgewerkt voor een returnhub, zodat die in gebruik genomen kan worden zodra de verordening in werking treedt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 4120 (22112).

De heer Eerdmans (JA21):

De tweede, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 80% van de uitgeprocedeerde asielzoekers in de illegaliteit verdwijnt;

constaterende dat er een periode zit tussen een afgewezen asielverzoek en daadwerkelijke uitzetting;

overwegende dat in artikel 31, lid 2, sub e van de Terugkeerverordening de mogelijkheid van elektronische detentie wordt benoemd;

verzoekt het kabinet de mogelijkheid tot elektronische detentie voor uitgeprocedeerde asielzoekers te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 4121 (22112).

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Kijk, dan win ik toch ook even 55 seconden! Voor u.

De voorzitter:

Ik ben u zeer dankbaar. Dank u wel. We gaan door naar de volgende spreker: mevrouw Van Zanten van BBB.

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik houd het kort. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat burgers in Nederland zich ernstige zorgen maken over immigratie, integratie en veiligheid;

overwegende dat een meerderheid van de Kamer in juni jongstleden de motie-Van Zanten/Boomsma (32317, nr. 961) heeft aangenomen, die de regering vraagt verouderde internationale verdragen aan te passen;

verzoekt de regering allianties te smeden in EU-verband en zich aan te sluiten bij de EU-landen die pleiten voor herziening van de interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens uit 1953, opdat in juridische procedures de uitkomst aansluit bij het aanpakken van de problemen van deze tijd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Zanten.

Zij krijgt nr. 4122 (22112).

Mevrouw Van Zanten (BBB):

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker is de heer Van Nispen van de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog veel onduidelijk is over de praktische uitvoering van de terugkeerhubs, zoals de locatie en hoe het er uiteindelijk uit gaat zien;

overwegende dat er van terugkeer geen sprake is als mensen worden gedwongen terug te keren naar een land waar ze niet vandaan komen, maar dat dit wel gaat gebeuren met de inzet van terugkeerhubs;

verzoekt de regering het idee van terugkeerhubs af te wijzen en maximaal in te zetten op bilaterale gesprekken om landen zelf hun eigen onderdanen terug te laten nemen en gezamenlijk in Europees verband zo nodig de druk op deze landen op te voeren, eventueel met financiële prikkels,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 4123 (22112).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het momenteel onduidelijk is welke initiële en structurele kosten zijn verbonden aan de Nederlandse uitwerking van de Terugkeerverordening;

overwegende dat het faciliteren van terugkeerhubs door derde landen kan worden ingezet als een verdienmodel waarmee veel geld aan Nederland en Europa kan worden gevraagd voor de opvang, zeker gezien het feit dat landen zoals Nederland consequent spreken van een asielcrisis;

verzoekt de regering op korte termijn een doorrekening te maken van de kosten van de Nederlandse beleidsinzet op terugkeer, waarbij zowel de extra benodigde bewaringscapaciteit (cellen en medewerkers) in Nederland als de kosten van de Europese inzet, zoals de terugkeerhubs, worden meegenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 4124 (22112).

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter, ik zie u al denken: waarom dient u nou een motie in, want dat is gewoon een informatieverzoek? Maar dat was omdat het geweigerd was door de vorige minister, met wie wij heel lang geleden dit debat hebben gehad. Dus ik ga er eigenlijk gewoon van uit dat deze minister zegt: natuurlijk, dat ga ik doen; ik ga uitzoeken hoeveel dat allemaal gaat kosten.

Voorzitter, mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gedwongen terugkeer en vrijwillige terugkeer wegen zijn die allebei kunnen worden bewandeld, afhankelijk van de situatie;

overwegende dat vrijwillige terugkeer bewezen goedkoper, effectiever en duurzamer is en het daarmee belangrijk is dat hier blijvend op wordt ingezet;

verzoekt de regering met voorstellen te komen om vrijwillige terugkeer verder te stimuleren, en hierbij gebruik te maken van de ervaringen van uitvoerders en ketenpartners en succesvolle werkwijzen uit het verleden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 4125 (22112).

De heer Van Nispen (SP):

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Piri van GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het met de nieuwe Terugkeerverordening mogelijk wordt om afspraken te maken met niet-erkende, maar feitelijke machthebbers in een herkomstland, zoals de taliban in Afghanistan, over de terugname van onderdanen, zonder dat daarmee wordt overgegaan tot diplomatieke erkenning;

constaterende dat het ontbreken van diplomatieke erkenning erop wijst dat er systematische mensenrechtenschendingen worden begaan door de niet-erkende, maar feitelijke machthebbers;

verzoekt de regering om geen gebruik te maken van de ruimte ten aanzien van terugkeerafspraken met niet-erkende, maar feitelijke machthebbers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Piri.

Zij krijgt nr. 4126 (22112).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met de nieuwe Terugkeerverordening er een juridische basis gecreëerd wordt voor zogenoemde terugkeerhubs;

constaterende dat het de inzet van de Nederlandse regering is om gezinnen met kinderen naar de terugkeerhubs te sturen, terwijl kinderen in het Commissievoorstel zijn uitgezonderd;

overwegende dat het verblijven in detentie traumatiserend werkt en langdurige schadelijke effecten heeft op de fysieke en mentale gezondheid van kinderen;

verzoekt de regering om het standpunt te heroverwegen en kinderen in geen geval naar terugkeerhubs te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Piri.

Zij krijgt nr. 4127 (22112).

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse inzet bij de nieuwe Terugkeerverordening is om de refoulementbeoordeling uit de terugkeerprocedure te schrappen;

constaterende dat in de asielprocedure in principe alleen een refoulementbeoordeling plaatsvindt ten aanzien van het land van herkomst;

constaterende dat als in het terugkeerbesluit een ander "land van eerder verblijf" of een "returnhub" wordt opgenomen, er wat betreft die landen dus geen refoulementbeoordeling zal plaatsvinden;

overwegende dat dit kan leiden tot mensenrechtenschendingen, omdat sommige landen wel veilig zijn, maar niet voor iedereen, bijvoorbeeld vanwege seksuele geaardheid of geloofsovertuiging;

verzoekt de regering om dit standpunt te heroverwegen en de refoulementbeoordeling niet uit de terugkeerprocedure te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Piri.

Zij krijgt nr. 4128 (22112).

Dank u wel. De volgende spreker is mevrouw Van Vroonhoven van Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Dank, voorzitter. Bij dit debat over terugkeer twee moties van onze kant. Eentje over het non-refoulement.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het dubbel toetsen van non-refoulement bij terugkeer de asielprocedure feitelijk overdoet;

overwegende dat bij terugkeer naar een ander land, bijvoorbeeld een terugkeerhub of een derde land, wel specifieke waarborgen en een passende toets moeten gelden;

verzoekt de regering in EU-onderhandelingen in te zetten op een marginale check bij terugkeer als de bestemming gelijk blijft aan de asieltoets, en een passende (bestemmingsspecifieke) toets plus waarborgen als de bestemming afwijkt, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vroonhoven.

Zij krijgt nr. 4129 (22112).

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

En eentje over Dublin.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de verordening inzet op wederzijdse erkenning van terugkeerbesluiten, hetgeen alleen effectief is als een beroep plaatsvindt in de lidstaat die het besluit nam en als de voorrang van Dublin ondubbelzinnig is;

verzoekt de regering zich in de Raad ervoor in te zetten dat in de verordening expliciet wordt vastgelegd dat:

  • -a beroep uitsluitend in de beslissingslidstaat plaatsvindt;

  • -b Dublinregels voorrang hebben op erkenning;

en daarover aan de Kamer te rapporteren met een juridische uitwerking,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vroonhoven.

Zij krijgt nr. 4130 (22112).

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de laatste spreker: mevrouw Rajkowski van de VVD.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Voorzitter, één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de meeste asielzoekers in Nederland Dublinclaimanten zijn omdat zij door een ander EU-land zijn gereisd om naar Nederland te komen en dat deze asielzoekers daarom teruggestuurd kunnen worden naar een andere EU-lidstaat;

constaterende dat de Raad van State heeft geoordeeld dat België geen geschikt land zou zijn om alleenstaande mannen naar uit te zetten;

overwegende dat het onaanvaardbaar is dat Nederland asielzoekers opvangt waarvoor een ander land zoals België verantwoordelijk is;

verzoekt de minister om alles op alles te zetten voor het terugsturen van Dublinclaimanten naar andere Europese landen, met hierbij extra aandacht voor België,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Rajkowski en Van Zanten.

Zij krijgt nr. 4131 (22112).

Dank u wel. Dan schors ik nu de vergadering tot 20.00 uur. Daarna zal de minister zijn appreciaties van de moties geven.

De vergadering wordt van 19.55 uur tot 20.00 uur geschorst.

De voorzitter:

We hervatten het tweeminutendebat Terugkeerverordening. Ik geef graag het woord aan de minister van Asiel en Migratie, de heer Van Weel.

Minister Van Weel:

Dank u zeer, voorzitter, en dank voor de moties en de inbreng van de leden in deze termijn. Ik loop de moties af.

De motie-Eerdmans op stuk nr. 4120 over een concreet plan voor het einde van het jaar moet ik ontraden. De reden daarvoor is dat ik niet weet of ik het einde van het jaar kan halen. We zijn bezig met de uitwerking. Er zit ook een mogelijk positief effect aan, want u koppelt 'm aan de Terugkeerverordening. Mogelijk kunnen we het zelfs doen voordat de Terugkeerverordening in werking treedt. Ik begrijp de geest van de motie en we gaan ermee aan de slag, maar in deze vorm moet ik 'm ontraden vanwege de dubbele voorbehouden en termijnen die erin staan.

De motie op stuk nr. 4121 over elektronische detentie krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 4122 van mevrouw Van Zanten vraagt ons aan te sluiten bij EU-landen. Wij zijn in nauw contact met deze landen. U weet dat wij die brief niet hebben ondertekend, maar we hebben daarna wel debatten gehad waarin, ook naar aanleiding daarvan, een motie-Van Zanten/Boomsma is aangenomen. We zijn bezig met de uitwerking daarvan. Die vraagt om te kijken waar verdragen zouden moeten worden aangepast. We verwachten in september te komen met een uitwerking daarvan. In die zin zou ik uw motie graag daarna willen plaatsen, om te kijken hoe we daar verder mee gaan. Ik wil 'm ontijdig maken en vragen of u 'm kunt aanhouden tot dat moment.

De voorzitter:

Ja, ze geeft aan dat ze 'm wil laten aanhouden.

Op verzoek van mevrouw Van Zanten stel ik voor haar motie (22112, nr. 4122) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Van Weel:

De motie op stuk nr. 4123 van de heer Van Nispen ontraad ik. Wij vinden juist de mogelijkheid van terugkeerhubs van belang om ook meer terugkeer te kunnen realiseren en daarmee een andere norm te stellen.

De motie op stuk nr. 4124 van de heer Van Nispen over de doorrekening van de kosten is wat mij betreft ontijdig, in die zin dat we nu nog bezig zijn met het uitwerken en uitonderhandelen van het hele concept. Pas daarna ontstaat er inzicht in hoe dat eruitziet en kunnen we de kosten in kaart brengen. Ik ben niet tegen de motie, de geest van de motie en het verzoek om informatie, maar ik kan u die informatie niet geven omdat we nog niet in dat stadium zijn.

De motie op stuk nr. 4125 van de heer Van Nispen geef ik oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 4126 van mevrouw Piri ontraad ik. De operationele samenwerking in het kader van de terugkeer is echt wat anders dan diplomatieke erkenning. Natuurlijk wordt er altijd in elke individuele casus gekeken naar de risico's die mensen lopen bij terugkeer. Dat is onderdeel van de procedure.

De motie op stuk nr. 4127 van mevrouw Piri ontraad ik. We willen ook weer geen systeem maken dat het vooruit sturen van kinderen stimuleert en daarmee verkeerde prikkels geeft, omdat mensen daardoor wel kunnen blijven terwijl mensen zonder kinderen niet kunnen blijven. We moeten aandacht blijven hebben voor de situatie in de terugkeerhubs, maar ik wil niet het systeem op voorhand zo inrichten dat gezinnen daar nooit naar terug zouden kunnen keren. Ik ontraad dus de motie.

Dan de motie op stuk nr. 4128 van mevrouw Piri over de refoulementbeoordeling. Ook vooruitlopend op de motie op stuk nr. 4129 van mevrouw Van Vroonhoven zeg ik dat ik snap wat u bedoelt. Ik snap dat uiteindelijk de non-refoulementtoets gedaan is op het land waar iemand vandaan komt en weer naar terug zou moeten keren en niet gedaan is op het land waar iemand in een voorkomend geval naar een terugkeerhub zou moeten gaan. Ik wil in de onderhandeling kijken op wat voor manier we invulling kunnen geven aan dit fenomeen. Nogmaals, derde landen of terugkeerhubs worden naar mijn mening niet de norm, maar de uitzondering. Ik vind het te ver gaan om de hele non-refoulementtoets nog een keer te doen in de Terugkeerverordening. Die hoort thuis in de asielprocedure. Maar ik snap de zorgen dat in voorkomend geval ook moet worden gekeken hoe het zit met de veiligheid van iemand in derde landen of de terugkeerhub. Dus ik ontraad de moties op stuk nr. 4128 en stuk nr. 4129 in deze vorm. Ik zou ook niet weten welke vorm zij wel zou moeten krijgen, maar voor de Handelingen is nu in ieder geval vastgelegd dat ik uw zorgen begrijp en daarmee aan de slag ga.

Dan heb ik nog de motie op stuk nr. 4131 van mevrouw Rajkowski.

De voorzitter:

Er is ook nog een motie op stuk nr. 4130 van mevrouw Van Vroonhoven.

Minister Van Weel:

Ja, u hebt gelijk. Ook hier snap ik de gedachte van de motie, maar de implicaties van de wederzijdse erkenning zijn groot. We moeten eerst kijken of de voordelen daarvan opwegen tegen de administratieve lasten die erachter vandaan komen. Daarom ontraad ik de motie op dit moment. Wij komen er zeker nog over te spreken.

Dan de motie op stuk nr. 4131 van mevrouw Rajkowski. Die krijgt oordeel Kamer. Ik kan melden dat ik gisteren contact heb gehad met mijn Belgische collega van Asiel en Migratie. Ik heb de onwenselijkheid van deze situatie naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State onder de aandacht gebracht. Die onwenselijkheid werd gedeeld. De Belgische minister heeft mij gezegd dat zij zich niet herkent in het beeld dat de Raad van State schetst en dat sinds de inbreng die de Raad van State heeft gebruikt voor zijn oordeel, de situatie in België door een aantal maatregelen die zijn genomen, is veranderd. Zij heeft mij toegezegd mij dat op schrift te doen toekomen en ik zal dat aangrijpen om te kijken of dat openingen biedt om de Dublinclaimanten weer over te kunnen brengen naar België.

Dat was mijn inbreng.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan dank ik de minister van Asiel en Migratie voor zijn reacties en de leden voor hun inbreng.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor een kort moment. Dan gaan we weer naar een minister voor Asiel en Migratie, maar dan in een andere persoon. Dat kan ook nog hier.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven