7 Beëdiging van mevrouw De Vos

Voorzitter: Martin Bosma

Beëdiging van mevrouw De Vos

Aan de orde is de beëdiging van mevrouw L.G. de Vos (FVD).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de beëdiging van mevrouw L.G. de Vos. Ik geef het woord aan de heer Ellian tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. Het woord is aan hem.

De heer Ellian (voorzitter van de commissie):

Voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw L.G. de Vos te 's-Gravenhage. De commissie is tot de conclusie gekomen dat mevrouw L.G. de Vos te 's-Gravenhage terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de eed, zoals die is voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal, af te leggen. De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan.

Mevrouw L.G. de Vos is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven eden af te leggen.

Ik verzoek de Griffier haar binnen te leiden.

(Mevrouw L.G. de Vos wordt binnengeleid door de Griffier.)

De voorzitter:

De door u af te leggen eden luiden als volgt:

"Ik zweer dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.

Ik zweer dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt, getrouw zal vervullen."

Mevrouw De Vos (FVD):

Zo waarlijk helpe mij God almachtig.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wens ik u van harte succes met uw lidmaatschap van de Staten-Generaal. Ik schors de vergadering even voor felicitaties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven