Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 111, item 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 111, item 10 |
Justitiële jeugd
Aan de orde is het tweeminutendebat Justitiële jeugd (CD d.d. 22/05).
De voorzitter:
Dan zijn wij aangekomen bij het tweeminutendebat Justitiële jeugd. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid van harte welkom in deze hoedanigheid. Ik controleer maar even of dat het juiste ambt is, want er zijn op dit moment nog even wat overlappingen. Volgens mij zit ik goed. Het commissiedebat heeft plaatsgevonden op 22 mei. Ik wil als eerste van de zijde van de Kamer het woord geven aan mevrouw Dral. Zij zal namens de fractie van de VVD haar inbreng leveren. Mevrouw Dral, u heeft het woord.
Mevrouw Dral (VVD):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat jeugdcriminaliteit en recidive bij jeugdcriminaliteit moeten worden voorkomen;
constaterende dat ouders als eersten verantwoordelijkheid horen te nemen bij het voorkomen dat hun kinderen in de jeugdcriminaliteit terechtkomen of daarin recidiveren;
constaterende dat er groepen ouders zijn die die verantwoordelijkheid kunnen nemen maar dat niet doen of, sterker nog, soms criminele activiteiten door hun kinderen stimuleren;
overwegende dat de huidige (bestuursrechtelijke) maatregelen om die ouders tot het nemen van de genoemde verantwoordelijkheid te dwingen, ontoereikend zijn;
verzoekt de staatssecretaris te verkennen welke effectieve dwangmiddelen mogelijk zijn en bij welke instanties deze bevoegdheid moet worden belegd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, mevrouw Dral. Het woord is aan mevrouw Wijen-Nass, die haar inbreng levert namens de BoerBurgerBeweging.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Eén motie van mijn kant.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit het actieplan Wapens en Jongeren blijkt dat preventief fouilleren aantoonbaar bijdraagt aan het terugdringen van het aantal wapens;
overwegende dat het van cruciaal belang is om in zogenoemde probleemwijken gericht op te treden tegen wapenbezit onder jongeren;
overwegende dat preventief fouilleren de politie een signaalfunctie geeft waarna een jongere die gepakt wordt met een wapen, de juiste interventies kan krijgen;
verzoekt de regering om probleemwijken waar wapenbezit onder jongeren een groot risico vormt in kaart te brengen, en met deze burgemeesters in gesprek te gaan om daar preventief fouilleren in te zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik nodig mevrouw Lahlah uit. Zij zal haar inbreng leveren namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Dit debat hebben we voor het reces gevoerd. Daar zijn twee moties uitgekomen.
Eén.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het volgen van onderwijs de kansen van veroordeelde jongeren op de arbeidsmarkt vergroot en de kans op recidive verkleint;
constaterende dat onderwijsprogramma's in jji's onder druk staan door capaciteits- en personeelstekorten;
overwegende dat het vastlopen van de keten vraagt om oplossingen die het gevangeniswezen ontlasten en de ontwikkeling van jonge gedetineerden weer centraal stellen;
overwegende dat een terbeschikkingstelling onderwijs (tbo), waarbij veroordeelden zonder startkwalificatie verplicht worden om onderwijs te volgen en scholen een opnameplicht krijgen, hieraan kan bijdragen;
verzoekt de regering om te onderzoeken wat er nodig is om een terbeschikkingstelling onderwijs in te voeren als maatregel die rechters naast een celstraf kunnen opleggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Dan de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het OM en andere ketenpartners gebruikmaken van Preselect Recidive, een algoritme om in te schatten of een jongere opnieuw de fout ingaat na in aanraking te zijn geweest met de politie;
overwegende dat uit onderzoek blijkt dat de onderliggende aannames en voorspellingen van Preselect Recidive niet betrouwbaar zijn, stigmatisering in de hand kunnen werken en ertoe kunnen leiden dat jongeren ten onrechte een hoge score krijgen;
overwegende dat deze score voor jongeren het verschil kan betekenen tussen wel of geen strafblad;
verzoekt de regering om te onderzoeken hoeveel jongeren ten onrechte een vals positieve score opgelegd hebben gekregen, in gesprek te gaan met de Autoriteit Persoonsgegevens over de risico's van Preselect Recidive en het gebruik van Preselect Recidive te evalueren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Bruyning van de fractie van NSC.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Voorzitter, dank.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat jongeren op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius recht hebben op dezelfde jeugdbescherming als jongeren in Europees Nederland, dat de jeugdhulp en jeugdbescherming op de BES-eilanden structureel tekortschieten door een gebrek aan passende infrastructuur, deskundigheid en voorzieningen, dat jongeren daar regelmatig terechtkomen in instellingen die niet toegerust zijn op hun specifieke problematiek, dat de hulpverlening vaak te laat komt, versnipperd is of geheel ontbreekt en dat bovendien op de BES-eilanden, evenals op andere eilanden binnen het Koninkrijk zoals Curaçao, jeugdstrafzittingen vanaf 16 jaar in beginsel openbaar zijn, terwijl in Europees Nederland deze zittingen tot 18 jaar standaard besloten zijn;
overwegende dat alle kinderen binnen het Koninkrijk aanspraak moeten kunnen maken op gelijke bescherming van hun rechten en privacy, ongeacht hun woonplaats;
verzoekt de regering met een concreet plan te komen voor het verbeteren van de jeugdzorginfrastructuur op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, inclusief het vergroten van lokale deskundigheid en het realiseren van passende voorzieningen, en in overleg met de regeringen van Caribisch Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk te onderzoeken hoe de rechtspositie van jongeren bij strafzittingen kan worden geharmoniseerd met de Nederlandse standaard, waarbij zittingen tot 18 jaar in beginsel besloten zijn, en de Kamer hierover voor het einde van het jaar te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, mevrouw Bruyning. Tot slot spreekt van de zijde van de Kamer de heer Van Nispen, namens de fractie van de SP.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de capaciteitstekorten in het gevangeniswezen groot zijn en het overduidelijk is dat er meer budget gevonden moet worden, onder andere om ervoor te zorgen dat iedere jongere op de juiste plek kan worden geplaatst;
overwegende dat de coalitiepartijen en de bewindspersonen er vooralsnog niet in geslaagd zijn voldoende budget te realiseren en te reserveren en dit ten koste gaat van jongeren, volwassenen, medewerkers van de DJI en de geloofwaardigheid van ons strafrechtstelsel in het algemeen;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat er in de begroting Justitie en Veiligheid voor het jaar 2026 voldoende financiële middelen worden vrijgemaakt om de financiële tekorten van de DJI te dichten en zo te zorgen voor voldoende capaciteit in inrichtingen voor volwassenen en jeugdigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. Nou zouden andere Kamerleden of de minister straks kunnen zeggen: u dient een motie in waarmee u zomaar extra geld wil hebben; dat kan zomaar niet. Maar wat niet kan, is dat er op dit moment veroordeelden vrij rondlopen omdat er gewoon geen plek is om ze op te sluiten. Dát is wat niet kan. Dat is waar deze motie iets aan wil doen. De minister vindt maar een oplossing om het geld te vinden dat daarvoor nodig is, want dat is heel normaal in een rechtsstaat.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Nispen. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de Kamer. Ik schors tot 14.05 uur voor de appreciatie van de ingediende moties.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering voor de appreciatie van de ingediende moties. Ik geef het woord aan de minister.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Dank aan de leden voor hun inbreng vandaag. Het eerste gedeelte van dit overleg heb ik helaas niet meegemaakt, want toen had ik deze portefeuille nog niet, maar ik zal met alle plezier uw moties appreciëren.
De motie op stuk nr. 1062 van het lid Dral geef ik oordeel Kamer. De wens om ouders meer te betrekken bij delinquent gedrag van een kind deel ik. Voor het einde van het jaar zult u ook nader worden geïnformeerd over de inzetmogelijkheden van dwangmaatregelen tegen ouders.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1062: oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 1063.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1063 kan ik oordeel Kamer geven. Op basis van de bestaande data, het programma Preventie met Gezag en de aanpak Wapens en Jongeren is er een goed beeld van probleemwijken waar naast andere problemen het wapenbezit onder jongeren groot is. Naar aanleiding van de motie-Eerdmans over preventief fouilleren zijn betrokken gemeenten reeds geïnformeerd over de mogelijkheden omtrent preventief fouilleren. Dus als ik de motie zo mag interpreteren dat dit ondersteuning is van de verdere uitvoering van Preventie met Gezag en de aanpak Wapens en Jongeren, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven. Anders krijgt die het oordeel "overbodig".
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Ja, zo mag de minister 'm interpreteren, maar wel met die opmerking dat we graag willen dat daar ook actief op ingezet wordt. Dus als dat het geval is, dan mag de minister 'm zo interpreteren.
De voorzitter:
En dat is het geval. Daarmee krijgt deze motie oordeel Kamer, met deze interpretatie. Dan de motie op stuk nr. 1064.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1064 van het lid Lahlah verzoekt om een onderzoek. Wij hebben dit nagezocht en het blijkt al heel vaak onderzocht te zijn. Er is ook een wetsvoorstel in concept geweest. Daar is een negatief advies op gekomen van de Raad van State. Een nader onderzoek zou naar onze mening dus geen nieuwe inzichten opleveren en daarom noem ik 'm "overbodig".
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1064 is overbodig. Dan de motie op stuk nr. 1065.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1065 over Preselect is niet overbodig maar wel ontijdig, omdat eind dit jaar er een brief komt over dit onderwerp. Daarin zullen de vragen die in de motie voorkomen ook worden meegenomen.
De voorzitter:
Is mevrouw Lahlah bereid om de motie aan te houden? Dat is het geval.
Op verzoek van mevrouw Lahlah stel ik voor haar motie (24587, nr. 1065) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 1066.
Minister Van Weel:
Die kan ik oordeel Kamer geven. U wordt inderdaad voor het einde van het jaar geïnformeerd over hoe hieraan invulling wordt gegeven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1066: oordeel Kamer. Tot slot de motie op stuk nr. 1067.
Minister Van Weel:
Het zal de heer Van Nispen niet verrassen, maar ik moet 'm ontraden, omdat er geen financiële dekking bij de motie wordt genoemd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1067 is ontraden. Bent u daarmee aan het einde gekomen van de beantwoording? Dat is het geval.
De beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-111-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.