5 Participatiewet

Participatiewet

Aan de orde is het tweeminutendebat Participatiewet (CD d.d. 14/05).

De voorzitter:

Dan gaan we starten met het tweeminutendebat over de Participatiewet. Dat is naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 14 mei jongstleden. Van de zijde van de Kamer zijn er twee sprekers aangemeld. De eerste spreker is de heer Mohandis, die al klaarstaat, van GroenLinks-PvdA. Ik nodig hem uit om zijn inbreng te komen doen.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb drie moties. Ik zal ze gelijk voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de hardheden in de sociale zekerheid mensenlevens ontwrichten en dat de fundamentele herziening van de Participatiewet conform de drie sporen van groot belang is;

overwegende dat verschillende gemeenten hun werkwijze ten dele al hebben aangepast aan de aangekondigde wijzigingen uit spoor 1 terwijl de wet nog behandeld moet worden;

overwegende dat spoor 2 en 3 vragen om een fundamentele aanpassing van de Participatiewet om de bestaanszekerheid te verbeteren;

spreekt uit dat de voorgenomen aanpassing van de hardheden in de Participatiewet doorgang moet vinden, zodat er ruimte komt voor de menselijke maat en één foutje niet langer mensenlevens verwoest,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mohandis en Palmen.

Zij krijgt nr. 316 (34352).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel mensen geen gebruik maken van armoederegelingen, terwijl zij hier wel echt recht op hebben;

constaterende dat meer mensen de weg naar armoederegelingen weten te vinden als gemeenten hen op de regelingen kunnen wijzen, maar dat er juridische obstakels zijn om burgers proactief te benaderen;

verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze inkomensondersteunende regelingen van gemeenten, zoals een stadspas, ambtshalve verstrekt kunnen worden zonder het gevaar dat dit nadelige invloed heeft op te toekenning van toeslagen of andere inkomenscomponenten, en de Kamer hierover voor Prinsjesdag te informeren;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe gemeenten de mogelijkheid kunnen krijgen om inwoners die recht hebben op armoederegelingen in beeld te krijgen en actief te benaderen, door gegevensuitwisseling met de Belastingdienst en op grond van de Gemeentewet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mohandis en Palmen.

Zij krijgt nr. 317 (34352).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de cao Aan de slag opnieuw afgesloten moet worden vanaf 2025 voor de medewerkers in dienst van de sociaal ontwikkelbedrijven en dat de Kamer al eerder uitgesproken heeft dat het Rijk hierbij regie moet nemen;

overwegende dat in het hoofdlijnenakkoord staat dat ambtenaren op de nullijn komen en onzeker is wat dit betekent voor de doorwerking daarvan voor medewerkers van sociaal ontwikkelbedrijven;

overwegende dat gemeenten voor de cao 2024 het tekort hebben gefinancierd en dat zij hier niet voor gecompenseerd zijn;

verzoekt de regering om samen met de sociale partners te zorgen dat de cao Aan de slag vanaf 2025 rond komt, zodat werknemers van sociaal ontwikkelbedrijven verzekerd zijn van een eerlijk loon,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mohandis.

Zij krijgt nr. 318 (34352).

Dank u wel, meneer Mohandis, voor de moties. Daar is een interruptie over van de heer De Kort namens de VVD.

De heer De Kort (VVD):

Ik heb een vraag over de laatste motie, want daarin ligt indirect een financiële claim. Zou de heer Mohandis kunnen aangeven hoe hij die dekt binnen de SZW-begroting?

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

U zegt al "binnen de SZW-begroting". Dat is natuurlijk een mooi VVD-trucje. Eigenlijk wil de VVD helemaal niets doen voor deze mensen. U trakteert ze op een keiharde nullijn. Daar lijkt het nu tenminste op. Ik zou willen dat we oog hebben voor de onzekerheid bij deze mensen, ook na 2025. Als de VVD bereid zou zijn om dat te steunen, dan kan ik u een paar dekkingen voorschotelen. Maar ik vrees dat dit puur een vraag is waaruit blijkt dat de VVD op geen enkele manier gaat leveren voor deze groep. Maar ik hoop dat u mij hierin tegemoet gaat komen bij de begrotingsbehandeling. Ik zie het dus maar als een open uitnodiging om tot een meerderheid te komen.

De voorzitter:

Tot slot op dit punt, de heer De Kort.

De heer De Kort (VVD):

De heer Mohandis zet het hier weg als een VVD-trucje. Dat is het niet. Ik zeg er bewust bij: binnen de SZW-begroting. Anders weet ik het antwoord van GroenLinks-PvdA al, want dan gaan ze de lasten weer verhogen. Ik vraag het dus nogmaals. De heer Mohandis kent mij als iemand die echt staat voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar ik ben echt heel benieuwd hoe hij deze motie binnen de SZW-begroting wil gaan dekken.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

Volgens mij hebben wij in onze doorrekeningen ook laten zien dat je met een eerlijkere welvaartsverdeling zaken heel goed kunt dekken. Het gaat er ons ten principale om dat deze groep niet achterop mag raken. Dat dreigt wel te gebeuren. Volgens mij moeten we daar echt waakzaam voor zijn. Als de vraag echt is om dit binnen de begroting te dekken, dan ga ik die opdracht graag met u aan, maar dan moet er wel de wil zijn om echt iets te doen voor deze mensen. Dan mogen het niet alleen maar mooie woorden zijn. Deze kwetsbare groep verdient namelijk onze steun, onze aandacht én een eerlijk loon. U kent onze partij als een zeer verantwoordelijke partij als het gaat om de overheidsfinanciën. Ik vind het een makkelijke truc, maar ik laat u er niet mee wegkomen, dus ik kom met een mooie dekking en dan gaat u die steunen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zullen we dat dinsdag als de motie in stemming komt, zien. Dan is het woord vervolgens aan mevrouw Zeedijk namens Nieuw Sociaal Contract. Zij is tevens de laatste spreker van de zijde van de Kamer.

Mevrouw Zeedijk (NSC):

Bedankt, voorzitter. In aanvulling op de moties ingediend door de heer Mohandis en mijn fractiegenote, mevrouw Palmen, dien ik de volgende motie in, eveneens mede namens de heer Mohandis.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat onderzoek heeft uitgewezen dat er vaak geen gebruik wordt gemaakt van inkomensondersteunende regelingen door rechthebbenden;

overwegende dat dit niet-gebruik kan worden tegengegaan door tegemoetkomingen automatisch toe te kennen, maar ook door middel van vooringevulde aanvragen en geautomatiseerde toekenningen;

van oordeel dat niet-gebruik van uitkeringen met kracht moet worden tegengegaan omdat rechthebbenden hierdoor minder inkomen hebben dan nodig is;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe met betrekking tot het tegengaan van niet-gebruik ook wordt gekeken naar de mogelijkheden tot automatische, geautomatiseerde en vooringevulde aanvragen voor inkomensvoorzieningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Zeedijk en Mohandis.

Zij krijgt nr. 319 (34352).

Dank u wel, mevrouw Zeedijk. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors voor maximaal vijf minuten. Dan kunnen de moties even rondgedeeld worden en kan de minister zich beraden op de appreciaties.

De vergadering wordt van 11.22 uur tot 11.27 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Participatiewet naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 14 mei jongstleden. We hebben net de termijn van de zijde van de Kamer gehad. Er zijn vier moties ingediend. De minister staat klaar om die te appreciëren.

Minister Schouten:

Zeker, voorzitter. De motie op stuk nr. 316 is een spreekt-uitmotie, dus die is aan de Kamer. Voor de administratie zeg ik er even bij dat we al in de uitvoering zijn van spoor 3. Dat gaat ook over de manier waarop mensen achter de balie geholpen worden et cetera. Dat project loopt al. U kent mijn warme gevoel bij al deze uitgangspunten. Ik heb geen appreciatie op deze motie, maar ik hoop dat ik een reach-out kan doen.

De voorzitter:

De heer Mohandis heeft toch nog een vraag hierover, ondanks het feit dat hij die spreekt-uitmotie zelf heeft ingediend, dus dit moet echt wel kort.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

Heel kort, want dit roept gewoon een vraag op. We hebben in het debat vooral over spoor 1 gesproken, over de hardheden. Mijn vraag is of er ook al wetgeving klaarligt aangaande spoor 3.

Minister Schouten:

Spoor 3 behoeft geen wetgeving, want dat gaat over de werkwijze van onder anderen de mensen die de Participatiewet moeten uitvoeren.

De voorzitter:

Dank voor die verduidelijk. Dan de motie op stuk nr. 317.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 317 gaat over de gemeentelijke armoederegelingen en hoe die ambtshalve verstrekt kunnen worden. Er is een wetsvoorstel in wording over proactieve dienstverlening. Dat hoort bij de Wet SUWI. Dat wetsvoorstel wordt nu opgesteld en daar komt ook lagere nadere regelgeving uit. Ik kan deze motie meenemen in het licht van wat we daar doen. Ik kan bekijken wat er mogelijk is en of dat mogelijk is. Met die appreciatie kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Dan noteren we oordeel Kamer bij de motie op stuk nr. 317.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 318 vraagt de regering — dat ben ik nu nog — om ervoor te zorgen de cao Aan de Slag rondkomt. Ik heb al verteld dat we bezig zijn met een werkgroep met VNG, Cedris en de bonden om te kijken hoe die cao er zou kunnen uitzien en welke oplossingsrichtingen hierbij horen. Deze motie gaat verder, want die vraagt ook om ervoor te zorgen dat die cao rondkomt. Dat heeft budgettaire consequenties die ik niet meer kan inschatten, omdat dit waarschijnlijk over de periode van dit kabinet heengaat. Wij werken in de werkgroep gewoon door, maar deze motie is iets te absoluut gesteld en ook net te verstrekkend, zodat ik die nu niet oordeel Kamer kan geven. Maar we blijven wel doorwerken in het belang van de mensen, want ik vind dat dat voorop moet staan.

De voorzitter:

Dan noteren we ontraden bij de motie op stuk nr. 318. Dan de motie op stuk nr. 319.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 319 gaat over het tegengaan van niet-gebruik en over onderzoeken hoe we daar nog meer aan kunnen doen. Ik vind het een sympathieke motie. Het is een erg belangrijk onderwerp. We zullen ook in het licht van het wetsvoorstel Proactieve dienstverlening dat ik net noemde, bekijken wat hier nog verder mogelijk is. Deze motie kan ik dus oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

We noteren oordeel Kamer bij de motie op stuk nr. 319.

Minister Schouten:

Voorzitter. Ik heb een laatste opmerking. Dit is een van mijn laatste momenten dat ik in de Kamer sta, denk ik. Ik heb hier zo nog een tweeminutendebatje. Een van mijn grote onderwerpen toen ik hier aantrad als minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen was het hervormen van de Participatiewet. Die ligt bij de Raad van State. We doen heel hard ons best, als hij op tijd komt, om hem nog naar de Kamer te sturen. Ik weet niet of dat mij nog lukt. Maar als u mij een plezier zou willen doen, behandel die wet dan snel als die er ligt en zorg dat het beter gaat voor de mensen. Daar hebben we het namelijk echt voor gedaan. Ik zou heel blij en uw Kamer dankbaar zijn als dat lukt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Volgens mij zie ik dat de collega's uw oproep ter harte nemen. Dank u wel daarvoor.

Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen zijn aanstaande dinsdag. Dat geldt overigens ook voor het tweeminutendebat dat we hiervoor hadden. Ook die stemmingen zijn aanstaande dinsdag. Dan schors ik nu voor een enkel moment. Daarna gaan we door met het volgende debat. Dat gaat over de Wijziging van de Wet kinderopvang om aanspraak op kinderopvangtoeslag mogelijk te maken voor Oekraïense ontheemden. Daarna komt nog een heel verhaal, dat ik zo zal voorlezen, als ik heropen.

De vergadering wordt van 11.30 uur tot 11.36 uur geschorst.

Naar boven