10 Landbouw- en Visserijraad 18 september 2023

Landbouw- en Visserijraad 18 september 2023

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad 18 september 2023 (eerste en tweede deel) (21501-32, nrs. 1575 en 1577).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad van 18 september. Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de woordvoerders van harte welkom.

Ik geef het woord aan mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb een motie over het Mercosur-verdrag. Ik heb in het schriftelijk overleg naar de stand van zaken rond Mercosur gevraagd. We hebben helaas geen uitgebreide terugkoppeling gekregen, waar we wel om hebben gevraagd. Inmiddels weten we wel dat de Mercosur-landen de EU-ontbossingswet, welke tot doel heeft de ontbossing in de Amazone te stoppen, proberen te ondermijnen. Dat zien we in het tegenvoorstel van de Mercosur-landen. Brazilië wil namelijk de nieuwe handelsbalans als gevolg van de ontbossingswet compenseren door de quota voor andere producten, zoals kippenvlees en suiker, die niet onder Mercosur vallen, te verhogen. Daarom heeft de Partij voor de Dieren de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat onderhandelingen tussen Mercosur en de Europese Commissie in een vergevorderd stadium zijn en Mercosur voorstellen doet waarmee het de EU-ontbossingsverordening ondermijnt;

constaterende dat de Tweede Kamer moties, onder andere de motie-Boswijk (21501-32, nr. 1392) en de motie-Wassenberg/Teunissen (21501-32, nr. 1395), heeft aangenomen om de EU-ontbossingsverordening juist te versterken in plaats van af te zwakken;

constaterende dat dit leidt tot een ongelijk speelveld voor Nederlandse boeren;

verzoekt de regering om bij de komende Landbouw- en Visserijraad van de Europese Commissie te eisen dat tijdens de onderhandelingen over EU-Mercosur de EU-ontbossingsverordening niet wordt ondermijnd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Christine Teunissen, Bromet en Thijssen.

Zij krijgt nr. 1582 (21501-32).

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas, BBB. U bent nu al aan de beurt, want de heer Tjeerd de Groot heeft zich ingeschreven voor nul minuten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat windturbines op zee een stille ramp in zee zijn vanwege veel geluidsoverlast voor vissen en zeezoogdieren;

verzoekt het kabinet in de Landbouw- en Visserijraad zorgen uit te spreken over het effect op zeeleven en zeebodem van de bouw van megawindparken op zee;

verzoekt de EU terughoudend te zijn met de bouw van windparken, totdat wetenschappelijk vaststaat welk effect windturbines hebben op bodem- en zeeleven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1583 (21501-32).

Voordat u verdergaat, mevrouw Bromet, GroenLinks.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ik heb een vraagje, want het is natuurlijk een dilemma. We staan voor een enorme klimaatopgave en tegelijkertijd willen we ook niet dat het zeeleven leed wordt aangedaan. Je kunt natuurlijk heel makkelijk zeggen: we zetten de hele energietransitie stil, totdat we weten of er daadwerkelijk schade is voor dieren. Maar dan loop je tegen andere problemen aan, want we hebben haast met de klimaatverandering. Hoe kijkt mevrouw Van der Plas daarnaar?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Daar verschillen we van mening over. Ik denk dat windturbines op zee niet direct een enorm effect zullen hebben op klimaatverandering in de zin die GroenLinks-PvdA graag wil. We hebben het constant over bodem- en zeeleven. Als er garnalenvissers op zee zitten, dan wordt er hier enorme paniek gemaakt, terwijl die de bodem helemaal niet zo sterk beroeren. Dat zou allemaal slecht zijn, maar we stampen wel gewoon de hele Noordzee vol met windturbines, wat voor de bodem natuurlijk ook gevolgen heeft. Er zijn aanwijzingen genoeg dat dat gewoon een heel erg verstorend effect heeft op het zeeleven.

Er lopen allerlei onderzoeken en we hebben ook al eerder gevraagd om terughoudend te zijn met de bouw van windparken, omdat dat gewoon hele grote gevolgen kan hebben. Gisteren hebben we een debat gehad over gewasbeschermingsmiddelen en toen werd er ook gezegd: er zijn aanwijzingen dat, dus we gaan het maar niet doen. Dan lijkt me dat dat hier ook kan.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Gelooft mevrouw Van der Plas niet in klimaatverandering of gelooft ze niet dat windmolens de oplossing zijn om klimaatverandering te stoppen?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik denk dat klimaatverandering al sinds het bestaan van de aarde aan de orde is. Er smelten nu gletsjers en dat heeft vast te maken met klimaatverandering. Daaronder komen we groen, bomen en allerlei andere dingen tegen. Dus ooit hebben daar geen gletsjers gestaan en dus is er klimaatverandering. De ijstijd is een voorbeeld van klimaatverandering. Maar het is het laatste: ik geloof niet dat de bouw van duizenden eiffeltorens in de zee gaat helpen met het terugdringen van klimaatverandering.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Is mevrouw Van der Plas ook de mening toegedaan dat de huidige veranderingen van het klimaat, die onmiskenbaar zijn, door de mens veroorzaakt worden? Of vallen die binnen de veranderingen van het klimaat die altijd al aan de orde waren?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik denk dat de mens sinds de industriële revolutie zeker invloed heeft uitgeoefend op de snelheid waarmee het klimaat verandert. Er zijn zo veel factoren. Ik denk dat het een illusie is om te denken dat wij met windmolens ervoor kunnen zorgen dat de temperatuur op aarde teruggaat. Sterker nog, de heer Jetten, de minister voor Klimaat, heeft hier enkele weken geleden aangegeven dat het slechts 0,000036 graden zal schelen als we alle maatregelen uitvoeren die wij op papier hebben staan. Dus nee, ik denk dat die windmolens nog wel even kunnen wachten.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Tjeerd de Groot.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dit is een buitengewoon verhelderende uitleg. Ik zie eigenlijk de hele BBB-fractie daar de hoek van Forum in schuiven. Maar dit is buitengewoon inzichtelijk. Dank u wel.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat slaat echt helemaal ... Voorzitter, hier ga ik even bezwaar tegen maken. Ik ga hier echt bezwaar tegen maken. Dat is gewoon zo'n — ik zou bijna willen zeggen "vieze", maar ik zal het niet zeggen — vileine, gemene opmerking. Die zijn we van de heer De Groot overigens gewend, want hij doet dat steeds. Dat deed hij ook gisteren in het gewasbeschermingsmiddelendebat. Daar is hij nog op aangesproken door de minister, want het slaat gewoon echt helemaal nergens op. Ik vind het een vuile opmerking die gewoon totaal geen recht doet aan waar BBB voor staat. De heer De Groot herhaalt het nog eventjes smalend richting mevrouw Bromet van GroenLinks. De heer De Groot zegt hier gewoon letterlijk dat door ons standpunt over windmolens, waar Forum volgens mij een onderbouwde uitleg voor geeft ... Daar is de heer De Groot het niet mee eens; dat mag. Hij maakt dan zo'n veeggebaar, in de zin van: ik zie de BBB helemaal de hoek van Forum in gaan. Daar knikt de heer De Groot ook nog bij.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft ...

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik vind het ... Sorry. Schaamt u zich, meneer De Groot? Schaamt u zich door dit soort dingen hier te stellen?

De voorzitter:

U heeft uw punt duidelijk gemaakt. Laten we het debat verder voeren op de inhoud. U gaat weer verder, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het is vrij moeilijk, hoor, om een debat te voeren op de inhoud als je op deze manier wordt weggezet.

De voorzitter:

Dat is ook een oproep aan de collega's. Het is een tweeminutendebat, dus collega's, kom op!

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Uw oproep is aan de heer De Groot niet besteed. Dat zien we elk debat weer. Maar goed, het zijn uw woorden.

Dan een volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ambitie binnen de Richtlijn bodemmonitoring en bodemweerbaarheid om tegen 2050 alle verontreiniging tot nul terug te dringen weinig flexibiliteit overlaat voor boeren;

overwegende dat het kabinet demissionair is;

verzoekt het kabinet in de Landbouw- en Visserijraad zich uit te spreken voor subsidiariteit en landenspecifieke doelstellingen inzake bodemkwaliteit en -monitoring,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1584 (21501-32).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Dan geef ik het woord aan de heer Van Campen, VVD.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Twee weken geleden nam de Kamer een motie van mij en enkele collega's aan waarmee de Kamer zich uitsprak tegen kalenderlandbouw en in de richting van de minister vroeg om in de discussie die met de Europese Commissie wordt gevoerd om invulling te geven aan het achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn, vooral in te zetten op doelsturing in plaats van op middelsturing.

Inmiddels heeft de minister naar een andere motie geluisterd. Hij geeft boeren inmiddels twee weken respijt wat betreft de rooidatum voor aardappels op zand- en lössgronden. Waardering daarvoor in de richting van de minister. Dat is een mooi begin om af te stappen van kalenderlandbouw. Maar ik zou de minister willen vragen welke stappen hij nou in overleg met de Europese Commissie zet in aanloop naar dat achtste actieprogramma om daadwerkelijk af te stappen van die middelvoorschriften en toe te werken naar die doelsturing, die doelvoorschriften, zodat boeren zelf aan het roer staan van hun bedrijf en zelf stappen kunnen zetten om aan afspraken te gaan voldoen met betrekking tot de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Wat zijn de momenten waarop de Kamer daarover wordt geïnformeerd? En eigenlijk heb ik de vraag: hoe gaat de minister deze Kamermotie uitvoeren?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Campen. De minister heeft aangegeven tien minuten nodig te hebben om zich voor te bereiden. Ik schors de vergadering tot 18.50 uur.

De vergadering wordt van 18.40 uur tot 18.49 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister.

Adema:

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een drietal moties en één vraag. Ik begin bij de vraag, van de heer Van Campen, over de manier waarop we van doelsturing … Nee, ik bedoel: over de manier waarop we van middelsturing naar doelsturing willen. Ik wilde bijna de omgekeerde beweging maken, maar ik ben bang dat dat mij een hele lelijke motie zou hebben opgeleverd! Hoe gaan wij van middelsturing naar doelsturing, ook in relatie tot het achtste actieprogramma? U weet dat wij fors willen inzetten op doelsturing. We hebben als kabinet extra geld beschikbaar gemaakt. We zijn met marktpartijen in gesprek om te kijken of we die pot kunnen vergroten om echt een substantiële stap te zetten op het gebied van doelsturing. De onderhandelingen voor het achtste actieprogramma komen er inderdaad aan. Dat betekent dat we voor het achtste actieprogramma het onderwerp "van middelsturing naar doelsturing" zullen meenemen in de onderhandelingen. We werken het op dit moment verder uit. Ik stel voor dat wij binnen ongeveer twee maanden met een uitvoerige brief naar de Kamer komen waarin we duidelijk maken hoe we het mee gaan nemen in de onderhandelingen, zodat we die stappen kunnen zetten. Dat was de vraag van de heer Van Campen.

De motie op stuk nr. 1582 geef ik oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1583 gaat over de windturbines op zee en de effecten op het bodemleven. Het punt is dat wij in het Noordzeeakkoord al onderzoek doen naar het bodem- en zeeleven, ook als het gaat om de effecten van windturbines. We monitoren het dus al en doen er al onderzoek naar. We proberen om te kijken hoe we de totstandkoming van windturbineparken meer natuurinclusief kunnen doen. Ook proberen we het ruimtegebruik op de Noordzee beter in balans te krijgen met alle activiteiten die plaatsvinden op de Noordzee. In de motie wordt gezegd dat er gestopt moet worden, naar aanleiding van een onderzoek. Wij monitoren het dagelijks. Vanuit dat perspectief moet ik deze motie ontraden. Maar nogmaals, eigenlijk doen wij dit al.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ik had verwacht dat de minister ook wel iets zou zeggen over de windmolens en de noodzaak daarvan voor het klimaatprobleem.

Adema:

Volgens mij ging de motie daar helemaal niet over. Die ging over het bodemleven en het zeeleven. Daar heb ik mij toe beperkt. Natuurlijk hebben wij een klimaatopgave, maar ik neem aan dat ook mevrouw Bromet niet wil dat we alle natuurgebieden in de Noordzee vol zetten met windmolens. Wij zullen daar altijd een goede afweging in moeten maken en op een zorgvuldige manier windmolenparken moeten inplannen.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Er staat in de motie: verzoekt de EU terughoudend te zijn met de bouw van windparken. Dat staat dus wel in de motie en ik had verwacht dat de minister daar wat over zou zeggen.

Adema:

Ik heb over het verzoekdeel van de motie net iets gezegd. Dat is ontraden.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

De minister zegt dat de motie vraagt om te stoppen, maar ik vraag om terughoudend te zijn. Dat is iets anders dan stoppen. We zien wat de plannen zijn, dat er toch echt de komende jaren heel veel windmolenparken worden gebouwd, terwijl er, zoals de minister ook toegeeft, nog onderzoek plaatsvindt naar het effect op het zeeleven en het bodemleven. Ik vraag alleen terughoudendheid en om de zorg daarover uit te spreken. Dus ik zeg niet: stop met alle windparken. Dat zou ik persoonlijk voorlopig liever wel zien, maar dat is een heel ander verhaal. Dat doen we in het klimaatdebat wel. Dus ja, dat is mijn verzoek.

De voorzitter:

Dank. Helder. De minister.

Adema:

Ik begrijp wat mevrouw Van der Plas zegt, maar eigenlijk zit hier een volgtijdelijkheid in: eerst een onderzoek naar de effecten op het bodemleven en het zeeleven en tot die tijd terughoudend zijn met de aanleg van nieuwe parken. Wat ik zeg, is dat wij al voortdurend onderzoek doen. Wij hebben in het kader van het Noordzeeakkoord de afspraak gemaakt dat wij de ontwikkelingen in het bodemleven en het zeeleven monitoren, zodat we precies kunnen kijken wat die effecten zijn. Natuurlijk wordt er bijgestuurd als die effecten negatief zouden zijn. We zetten daarnaast ook in op natuurinclusieve ontwikkelingen rondom en in de windmolenparken. Juist met die volgtijdelijkheid, onderzoek én er terughoudend mee omgaan, kan ik deze motie niet anders dan ontraden. Nogmaals, we doen het ook al. We monitoren het, zodat we de effecten goed in beeld hebben.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1584.

Adema:

Dan de motie over de Richtlijn bodemmonitoring. Ik heb een verzoek aan de indiener, want dit hoort eigenlijk bij mijn collega van IenW. Er is morgen een commissiedebat I&W en het is passender om deze motie daar aan de orde te stellen. Vanuit dat perspectief zou ik willen vragen om haar aanhouden tot dat debat. Zo niet, dan ontraad ik 'm.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Van der Plas of zij bereid is om de motie op stuk nr. 1584 aan te houden tot morgen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dat is een beetje een punt, want ik kan dat debat morgen niet bijwonen en dan mag ik in principe ook niet meedoen aan een tweeminutendebat. Dus dan heeft het voor mij weinig zin om 'm dan in te dienen.

Adema:

Mag ik het dan anders doen? Ik wil u helpen. U probeert altijd, bij elk debat zo veel mogelijk aanwezig te zijn in de Kamer. Dat respecteer ik ook. Zal ik 'm doorgeleiden naar mijn collega van IenW? Is dat een goede optie, mevrouw de voorzitter? Kan dat? Past dat ook in de reglementen van deze belangrijke vergaderzaal?

De voorzitter:

Dat kan, maar dan is het wel fijn om een appreciatie van de andere bewindspersoon te krijgen voor de stemmingen. Dinsdag gaan wij stemmen hierover, dus dan zou het fijn zijn om voor dinsdag een appreciatie te krijgen.

Adema:

Dat ga ik doen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dan kijk ik even naar mevrouw Van der Plas of dat oké is. Ja? Dan gaan we dat zo doen.

De heer Van Campen (VVD):

Inhoudelijk ben ik het helemaal eens met de motie van collega Van der Plas, dus waar die ook terugkomt: ik zal mijn fractie positief adviseren. Het lijkt me wel goed om voor wat betreft deze verordening aan te geven dat op initiatief van mijn fractie de Kamer ook heeft besloten tot een subsidiariteitstoets voor deze verordening. We zullen er dus met de grootst mogelijke zorgvuldigheid naar gaan kijken.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Campen. Ik wil de minister bedanken voor dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan starten we met het tweeminutendebat Stikstof, NPLG en natuur.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven