11 Externe veiligheid

Externe veiligheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid (CD d.d. 26/01).

De voorzitter:

We gaan vrolijk verder. Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid. Het commissiedebat vond plaats op 26 januari. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris, mevrouw Heijnen. We hebben vier sprekers van de zijde van de Kamer. Mevrouw Van Esch staat al te trappelen van ongeduld. Ik geef graag het woord aan haar.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik begin snel, want ik heb veel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er (industriële) bedrijven opereren zonder een juiste natuurvergunning voor de stikstofuitstoot;

constaterende dat provincies er lang niet altijd correct en volledig zicht op blijken te hebben of (industriële) bedrijven over de juiste natuurvergunning beschikken;

verzoekt de regering hier landelijke regie op te pakken en de bevoegde gezagen op te roepen om na te gaan of alle (industriële) bedrijven een passende natuurvergunning voor stikstofuitstoot hebben en indien dit niet het geval is hierop te handhaven of een vergunningverleningsprocedure te starten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 252 (28089).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik heb nog een aantal Tatamoties. Vandaag kregen we te horen dat de provincie Noord-Holland een verkort vergunningstraject is gestart voor het groenstaalplan van Tata, terwijl we nog niet eens duidelijk weten wat de gezondheidswinst is die daarmee wordt behaald. Ook weten we nog niet wanneer de Kooksfabriek 2 eindelijk gaat sluiten. Ik heb vandaag met omwonenden gesproken. Zij vinden dat ze voor een voldongen feit worden gesteld. Dat is onterecht. Het is wat ons betreft onaanvaardbaar dat de trein op deze manier doordendert. Ik vind echt dat we hier volgende week over door moeten praten.

Ik kom op mijn moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied afhankelijk is van emissiemetingen van Tata Steel zelf;

constaterende dat de omgevingsdienst recent aangifte heeft gedaan tegen Tata Steel, omdat niet kan worden bepaald of de kooksfabrieken voldoen aan de norm uit de vergunningverlening;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de provincie Noord-Holland, met als doel de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied de capaciteit, bevoegdheid en middelen te geven om onafhankelijk en proactief emissiemetingen te kunnen uitvoeren bij Tata Steel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch, Bouchallikh en Thijssen.

Zij krijgt nr. 253 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog geen harde garanties gegeven kunnen worden over het tijdspad voor de maatwerkafspraken met Tata Steel;

overwegende dat er niet kan worden gewacht met het verbeteren van de gezondheidssituatie van omwonenden van Tata Steel;

verzoekt de regering vooruitlopend op het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie bindende afspraken te maken over significante gezondheidsverbetering in de omgeving op korte termijn met Tata Steel en in overleg met omwonenden en het bevoegd gezag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch, Bouchallikh en Thijssen.

Zij krijgt nr. 254 (28089).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Bouchallikh van de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de BREF IJzer en Staal 2012 een formulering staat die suggereert dat kooksfabrieken alleen aan stikstofnormen hoeven te voldoen als ze goed onderhouden zijn en over een DeNOx-installatie beschikken;

constaterende dat de zeer oude kooksfabrieken van Tata Steel Nederland in slechte staat van onderhoud verkeren en geen DeNOx-techniek hebben;

constaterende dat het bevoegd gezag de BREF nu zo interpreteert dat de kooksfabrieken van Tata Steel Nederland daarom niet aan de stikstofnorm in de BREF IJzer en Staal 2012 hoeven te voldoen;

overwegende dat deze interpretatie betekent dat het verwaarlozen van een installatie wordt beloond met veel ruimere emissienormen;

overwegende dat deze interpretatie ingaat tegen de letter en geest van de Richtlijn Industriële Emissies en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens;

verzoekt de regering voor de kooksfabrieken van Tata Steel Nederland de geldende stikstofnorm te hanteren van 500 mg;

verzoekt de regering het bevoegd gezag te instrueren de vergunningen hierop zo snel mogelijk aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Van Esch en Thijssen.

Zij krijgt nr. 255 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering er in Brussel voor pleit om de derogatie in de Richtlijn Industriële Emissies, zoals vastgelegd in artikel 15.4, te schrappen;

overwegende dat die derogatie zorgt voor onnodige emissies van zeer zorgwekkende stoffen en bijbehorende gezondheidsschade;

overwegende dat Nederland in de nationale vertaling van de RIE eigenhandig deze derogatie al kan schrappen;

verzoekt de regering om zo snel mogelijk de derogatie zoals vastgelegd in artikel 15.4 van de RIE in de nationale wetgeving te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Van Esch en Thijssen.

Zij krijgt nr. 256 (28089).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kooksfabrieken van Tata Steel zeer veel incidenten met rauwe kooks kennen waarbij kankerverwekkende PAK's vrijkomen;

constaterende dat dit wettelijk verboden is;

constaterende dat de opgelegde lasten onder dwangsom blijven vollopen en de boete inmiddels €100.000 per incident bedraagt;

overwegende dat €100.000 nog steeds niet in verhouding staat tot de omzet van Tata Steel Nederland;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat de dwangsommen voor Tata Steel Nederland worden opgehoogd naar een niveau dat voldoende prikkel geeft om incidenten met rauwe kooks te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh en Van Esch.

Zij krijgt nr. 257 (28089).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de heer Haverkort van de fractie van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, dank. Dank ook aan de staatssecretaris voor de beantwoording in het commissiedebat. Dank ook voor de toezegging om de proef om asbestdaken op een innovatieve manier te saneren zo snel mogelijk uit te laten voeren. Dat helpt namelijk om in ons buitengebied binnen afzienbare tijd van die potentieel ongezonde, milieubelastende dakbedekking af te komen.

Voorzitter. Een van de wellicht minder bekende problemen rondom asbest is het feit dat in een aantal woonwijken in Nederland nog ongeveer 500 huizen staan met asbesthoudende leien op het dak. Huiseigenaren worden daar geconfronteerd met onverkoopbare woningen, opgezegde verzekeringen en grote kostenposten als ze overgaan tot sanering. Staat u mij daarom één vraag aan de staatssecretaris toe, voorzitter. Wil zij onderzoeken op welke manier ze deze huiseigenaren kan helpen? Vaak doen gemeentes al een bescheiden bijdrage, soms de provincie ook, maar wil zij bekijken of er een mogelijkheid is om deze huiseigenaren te helpen bij het saneren van deze dakbedekking? En wil zij dat dan eventueel per brief ook terugkoppelen naar de Kamer? Het betreft een vrij kleine, overzichtelijke groep. Een eventuele bijdrage zou gedekt kunnen worden uit de voorgenomen drie keer 3 miljoen voor de communicatiecampagne. Bedenk daarbij dat wanneer deze daken gaan eroderen, gaan slijten, de asbestvezels terechtkomen in woonwijken, waardoor wellicht veel mensen risico lopen. Dat zouden we toch moeten willen voorkomen met elkaar!

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan mevrouw Hagen van de fractie van D66. Zij is de laatste spreker van de zijde van de Kamer.

Mevrouw Hagen (D66):

Dank, voorzitter. Het voelt al weer even geleden, maar eind januari hadden wij het ook over de asbest... Nee, de asfaltcentrales. Die verspreking komt door de heer Haverkort. De asfaltcentrales hanteren allemaal verschillende soorten uitstootnormen. Dat betekent dus dat of je wel of niet in meer of mindere mate te maken krijgt met kankerverwekkende stoffen in de lucht, afhankelijk is van naast welke fabriek je woont. Daarom deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat eerder bleek dat een aantal asfaltcentrales niet voldoen aan de uitstootnormen voor PAK's en benzeen;

overwegende dat het voldoen aan (of het toewerken naar) de beste beschikbare technieken het minste is wat we mogen verwachten van asfaltcentrales;

overwegende dat nu niet inzichtelijk is of de asfaltcentrales in Nederland voldoen aan de beste beschikbare technieken;

verzoekt de regering om in samenwerking met de omgevingsdiensten in kaart te brengen welke asfaltcentrales wel en welke niet voldoen aan de beste beschikbare technieken en de resultaten hiervan te delen met de Kamer;

verzoekt de regering om op basis van deze inventarisatie, in samenwerking met de omgevingsdiensten, een plan van aanpak op te stellen voor hoe er bij alle asfaltcentrales toegewerkt gaat worden naar het toepassen van de beste beschikbare technieken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 258 (28089).

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors een paar minuutjes en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 19.50 uur tot 19.54 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst de motie op stuk nr. 252 van mevrouw Van Esch. Ik verzoek mevrouw Van Esch die motie aan te houden. De motie gaat over natuurvergunningen. Die vallen onder verantwoordelijkheid van mijn collega, de minister voor Natuur en Stikstof. Daarom verzoek ik u eigenlijk de motie in te dienen in een komend debat met de minister voor Natuur en Stikstof.

De voorzitter:

Wacht even. Dat moet mevrouw Van Esch bevestigen, of niet.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik vind het verzoek wat ingewikkeld. Moet ik de motie nou aanhouden?

De voorzitter:

U moet niks, maar het is een suggestie van de staatssecretaris.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ja, maar de staatssecretaris zegt: aanhouden en dan nog een keer indienen. Ik kan de motie toch gewoon aanhouden? Dan mag het ministerie van LNV daar van mij op reageren.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat kan ook.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dan ligt de motie er en dan verwacht ik dat zij erop kunnen reageren.

Staatssecretaris Heijnen:

Als mevrouw Van Esch akkoord gaat met een schriftelijke appreciatie van het ministerie van de minister voor Natuur en Stikstof, kan ik dat ook doorgeven.

De voorzitter:

Gaan we er dan gewoon dinsdag over stemmen? Kan dat? Krijgt ze dan voor die tijd …

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, dat zal ik gaan regelen.

De voorzitter:

We gaan er dus gewoon dinsdag over stemmen en we krijgen op schriftelijke wijze een appreciatie van het andere ministerie.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dan hoef ik de motie dus niet aan te houden.

De voorzitter:

Nee, zeker niet. Nee, hoor.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Want er komt gewoon een appreciatie.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, er komt gewoon een appreciatie.

De voorzitter:

De motie staat dinsdag gewoon op de lijst.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik dacht dat mevrouw Van Esch misschien een uitgebreidere reactie wilde hebben.

De voorzitter:

Mevrouw Van Esch is heel snel tevreden. Dat siert haar ook.

Staatssecretaris Heijnen:

Die komt schriftelijk, die uitgebreide reactie.

Ook de motie op stuk nr. 253 is van mevrouw Van Esch. Ik laat die motie graag oordeel Kamer.

De derde motie van mevrouw Van Esch, Bouchallikh en Thijssen, de motie op stuk nr. 254, wil ik ontraden. Ik heb veel sympathie voor de overwegingen in de motie, namelijk dat de gezondheidssituatie van omwonenden van Tata Steel op korte termijn moet worden verbeterd en dat daarmee ook niet kan worden gewacht. Om die reden wil ik in de beoogde maatwerkafspraken met Tata Steel ook eisen ten aanzien van gezondheidswinst opnemen. Dat is echt een randvoorwaarde. Ik werk samen met de provincie Noord-Holland ook aan verbeteringen op korte termijn, bijvoorbeeld via het aanscherpen van vergunningen. Die verplichten het bedrijf ook maatregelen te treffen. Daarnaast ben ik met de bedrijven in gesprek over de in de Expression of Principles opgenomen afspraak — ik hoop dat meneer Graus net de zaal uit is gelopen als ik Engels begin te praten — om onderzoek te doen naar maatregelen waarmee voor 2030 extra milieuwinst kan worden bereikt. Ha, meneer Graus komt binnen; hij had me gehoord. De uitkomst van dat onderzoek kan worden opgenomen in de maatwerkafspraken. Ik zie alleen niet in op welke manier ik nu al met Tata tot een bindende afspraak kan komen. Daarom moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

Helder. Het is niet uw motie, mevrouw Hagen, maar gaat uw gang.

Mevrouw Hagen (D66):

Het gaat eigenlijk nog over de motie hiervoor, op stuk nr. 253. Ik vroeg me namelijk af hoe het zit met de dekking ervan. Er wordt in deze motie gevraagd om extra middelen. Ik zie nergens in deze motie waar dat van gedekt gaat worden, maar de motie krijgt toch oordeel Kamer. Dan ben ik toch wel heel benieuwd waar dat uit gedekt gaat worden.

Staatssecretaris Heijnen:

Ehm, ja, ik weet het niet. De financiële middelen liggen natuurlijk bij de provincie en niet bij mij. Mevrouw Hagen heeft wel een punt. Het is belangrijk om te weten dat ik dit soort zaken natuurlijk niet direct kan opdragen. Maar ik kan natuurlijk wel ervoor zorgen dat alle signalen gedeeld worden met het bevoegd gezag daarvoor.

Mevrouw Hagen (D66):

Ik ben op zich wel voor het doel, maar er staat hier expliciet "bevoegdheid en middelen te geven". Volgens mij is dat de opdracht. Maar als u uw lezing zo aanpast dat u het niet direct "omzet naar" … Anders heb ik wel een dekking nodig, omdat ik het dan ingewikkeld vind om hiervoor te zijn.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja. Ik heb regelmatig contact met de gedeputeerde van Noord-Holland. Hij weet dat ik hecht aan onafhankelijkheid en goede metingen. Uiteraard is mijn intentie — laat ik het dan zo zeggen — om het signaal aan hem over te brengen. Daarom kan ik de motie oordeel Kamer geven. De omgevingsdienst heeft al de bevoegdheid om onafhankelijk en proactieve emissiemetingen uit te voeren. Een voorbeeld daarvan zijn de recente metingen bij de Kooksfabrieken. Maar ik kan het inderdaad — daar heeft mevrouw Hagen wel een punt — niet direct opdragen. Maar als ik de motie zo mag lezen dat ik die signalen weer doorgeef aan de provincie, dan kan ik de motie gewoon oordeel Kamer geven. Ik neem aan dat mevrouw Van Esch dat ook wel weet, want wij gaan er ook niet over, ook niet qua financiën.

De voorzitter:

Prima. De motie op stuk nr. 255. Mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik vind het wel ingewikkeld worden …

Staatssecretaris Heijnen:

Misschien kan ik u nog even helpen. Er staat dat u mij vraagt om in gesprek te gaan daarover. Ik ben heel graag bereid dat te doen. Volgens mij vraagt mevrouw Van Esch nu niet rechtstreeks om middelen. Maar als ik de motie zo mag lezen dat het gewoon gaat om het in gesprek gaan met de provincie hierover, kan ik de motie gewoon oordeel Kamer geven.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ja, oké, zolang we maar uiteindelijk komen tot het feit dat daar onafhankelijke en proactieve emissiemetingen worden uitgevoerd die niet worden gedaan door Tata Steel. Daar zijn we het volgens mij over eens. Dat is de hele opzet van de motie. Volgens mij gaat het helemaal niet zo veel kosten, dus gaan we het nu hebben over iets dat helemaal niet zo veel geld kost. Voor mij gaat het erom dat we moeten komen tot onafhankelijke en proactieve emissiemetingen. Daar zijn we het toch over eens?

Staatssecretaris Heijnen:

Mevrouw Van Esch en ik zijn het helemaal erover eens dat er onafhankelijk gemeten moet worden. Maar het is ook zo dat die metingen worden gedaan door het daarvoor bevoegd gezag. Ik lees de motie iets anders dan mevrouw Hagen die leest. Zij leest dat mevrouw Van Esch nu al om middelen vraagt. Volgens mij staat er of ik in gesprek wil gaan met het bevoegd gezag om te kijken wat er allemaal mogelijk is om extra onafhankelijk toezicht toe te laten passen. Daar zullen extra middelen voor nodig zijn. Maar het is dan ook aan het bevoegd gezag om daarnaar te kijken.

De voorzitter:

Prima. De motie op stuk nr. 255.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 255 wil ik ontraden. Die afweging is aan het bevoegd gezag. Dat is de provincie Noord-Holland. Aan Tata Steel is door de provincie een onderzoeksplicht opgelegd om te onderzoeken of het bedrijf die fabriek alsnog kan laten voldoen aan de concentratienorm voor stikstof. Het onderzoek is inmiddels door Tata Steel opgeleverd. Het bevoegd gezag zal dit onderzoek bestuderen en aan de hand daarvan een besluit nemen om de vergunning al dan niet aan te scherpen.

Dan de motie op stuk nr. 256 van mevrouw Bouchallikh, mevrouw Van Esch en de heer Thijssen. Die wil ik ontraden. In Nederland geldt voor de emissie van zeer zorgwekkende stoffen altijd een minimalisatieplicht, ongeacht of daarvoor op Europees niveau emissiegrenswaarden zijn gesteld en de beste beschikbare technieken worden toegepast. Het schrappen van de derogatiemogelijkheid in nationale regelgeving draagt daarom niet bij aan een verdere reductie van zeer zorgwekkende stoffen. Bovendien lopen de onderhandelingen voor de herziening van de Richtlijn industriële emissies nu. Laten we nou eerst afwachten wat de definitieve tekst van die richtlijn zal worden voordat we onze nationale regels gaan aanpassen. Daarom ontraad ik die motie.

Dan de motie op stuk nr. 257 van mevrouw Bouchallikh. Die wil ik ontraden, omdat een dwangsom bedoeld is voor het beëindigen van de overtreding. Als blijkt dat een dwangsom niet effectief is, kan het bevoegd gezag een nieuwe dwangsom opleggen of bestuursdwang inzetten. Het is aan het bevoegd gezag — dat is in dit geval de provincie Noord-Holland — om een dwangsom aan Tata Steel op te leggen en daarvan ook de hoogte te bepalen. Zo voert de omgevingsdienst onderzoek uit naar maatregelen die kunnen worden genomen als Tata de last onder dwangsom voor rauwe cokes niet naleeft. Daarbij kijkt de omgevingsdienst ook naar de mogelijkheden voor het intrekken van de vergunning.

Mevrouw Hagen diende de motie op stuk nr. 258 in over asfaltcentrales. Ik wil die motie oordeel Kamer geven ...

De voorzitter:

Dan weten we genoeg.

Staatssecretaris Heijnen:

Er komt toch nog een heel klein voorbehoud, voorzitter, namelijk: als ik de motie zo mag lezen dat ik de Omgevingsdienst Nederland vraag om dit mee te nemen in de inventarisatie over PAK's en benzeen. Het streven is dan om het nog voor de zomer naar de Kamer te sturen. Dan kan worden bezien welke vervolgacties verder nog nodig zijn.

Er staat ook nog een vraag open.

De voorzitter:

Ik wil nog even vermelden dat mevrouw Hagen dit beaamd heeft. Dan zijn er nog wat vragen, dacht ik.

Staatssecretaris Heijnen:

Er is één vraag, van de heer Haverkort. Hij vroeg mij om een brief om te bekijken hoe we eigenaren van huizen met asbesthoudende leibedekking kunnen helpen. Ik zeg hem graag toe die brief te sturen.

De voorzitter:

Heel goed. Heeft u daar ook een termijn bij?

Staatssecretaris Heijnen:

Wat zegt u?

De voorzitter:

Heeft u daar ook een termijn bij?

Staatssecretaris Heijnen:

O, ja. De heer Haverkort had het graag voor het meireces gehad. Dat zeg ik graag toe.

De voorzitter:

Heel goed. Bij dezen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Tot zover dit debat. Dinsdag stemmen wij over de moties.

Naar boven