10 Mijnbouw/Groningen

Voorzitter: Martin Bosma

Mijnbouw/Groningen

Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 01/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen. Het commissiedebat vond plaats op 1 februari. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. Fijn u hier te zien. We hebben zeven sprekers van de zijde van de Kamer. Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga. Het woord is aan hem.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland op dit moment afhankelijk is van het buitenland voor de levering van energie;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe Nederland zo spoedig mogelijk weer energiesoeverein kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1123 (33529).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering door te gaan met produceren uit het Groninger gasveld, maar dan op een veilige manier door op een laag productieniveau te produceren van bijvoorbeeld 12 miljard kubieke meter per jaar en gebruik te maken van waterinjectie of stikstofinjectie, waardoor de druk in het veld op peil blijft,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1124 (33529).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat geothermie op termijn een groot deel van de warmtevraag kan leveren voor huizen, bedrijven en de lichte industrie;

overwegende dat deze Kamer in december 2022 een motie heeft aangenomen die opriep tot een grootschalige uitrol van geothermie;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk de Kamer te informeren over het tijdspad met betrekking tot de uitrol van geothermie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1125 (33529).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een vraag van de heer Van Wijngaarden.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ik heb een verhelderende vraag over de eerste motie. We kennen de heer Van Haga als een fervent pleitbezorger van het openhouden van en het meer produceren uit het Groningenveld. Maar in de eerste motie wordt gevraagd om een onderzoek hoe Nederland energiesoeverein kan worden. Een mooi woord. Wat verstaat de heer Van Haga daaronder? Is dat hetzelfde als het pleidooi voor het Groningenveld?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nee, dit is veel breder natuurlijk. Wij moeten zorgen dat wij weer, net als vroeger, onze eigen energievoorziening optuigen.

De voorzitter:

Prima.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dat betekent dat we bijvoorbeeld kerncentrales moeten gaan bouwen. We hebben er één in Borssele gebouwd en er zouden er zes komen. Nou, daar zijn we mee bezig. De VVD is er ook mee bezig. We hebben gasvelden in de Noordzee. Daar is nog een enorm potentieel. Dan hebben we inderdaad het Groninger gasveld, maar in dat hele palet van mogelijkheden moeten we onderzoeken hoe we weer onze eigen energievoorziening kunnen optuigen. Dat is de bedoeling.

De voorzitter:

Ja. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Beckerman van de fractie van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Goedenavond. Tijdens het debat Mijnbouw/Groningen vroeg de SP specifiek aandacht voor de afhandeling van immateriële schade. De regeling ter erkenning en compensatie van leed veroorzaakt nu nieuw leed. We gaven het voorbeeld van een moeder met drie zoons. De ene zoon krijgt €5.000, de tweede €3.000 en de derde, die het meest last had van de ellende, krijgt nu niks. Na dat debat was ik bij een rechtszaak: een jong gezin tegenover de landsadvocaat moet strijden voor erkenning van het door hun aangedane leed. Zij vragen eigenlijk iets heel logisch: erken dat onze levens zijn aangetast. Via de huidige regeling kan dat niet, want die regeling zit bij het instituut voor schade. En het instituut voor onveiligheid NCG heeft geen regeling. Dat is waanzin. Het wordt nog waanzinniger, want wat zegt de landsadvocaat, uw advocaat? "Ja, als we deze mensen erkenning geven en €2.000 per volwassene meer uitkeren, moeten we dat ook voor 25.000 andere huishoudens doen en dat gaat te ver." Waar hebben we het over? 25.000 gezinnen die niets meer en niets minder vragen dan erkenning. Daarom nu de volgende motie over het verhogen en verbeteren van de regeling immateriële schade.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er een regeling bestaat ter compensatie en voor erkenning van het leed dat gedupeerden is en wordt aangedaan;

constaterende dat deze regeling soms voor meer leed zorgt, bijvoorbeeld doordat versterking en sloop nieuwbouw niet of onvoldoende worden meegewogen, er ongewenste verschillen ontstaan tussen aanvragers en de bedragen, met name voor kinderen, erg laag zijn;

verzoekt de regering te komen tot een rechtvaardige regeling voor immateriële schade, waarbij ook versterking en sloop/nieuwbouw worden meegenomen, ongewenste verschillen worden opgelost en de toegekende bedragen, met name voor kinderen, worden verhoogd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 1126 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

De tweede motie is heel kort.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de juridificering van schadeafhandeling en versterking moet stoppen;

constaterende dat de landsadvocaat nog steeds tegenover gedupeerden in de rechtszaal staat;

verzoekt de regering de inzet van de landsadvocaat tegen gedupeerden op te schorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 1127 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Kops van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter. De conclusies van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie zijn keihard en glashelder. De overheid heeft gigantisch gefaald. Wat er in het rapport staat, wisten we natuurlijk eigenlijk al. Dat maakt het dan des te schrijnender dat de Groningers jarenlang in de onzekerheid zijn gestort en kapot zijn gemaakt. Het rapport ligt er nu al bijna een maand. Het is onbestaanbaar maar waar dat het kabinet nog niet eens op dat rapport heeft gereageerd, terwijl die conclusies en aanbevelingen glashelder zijn. Er komt natuurlijk nog een debat aan over specifiek dat rapport — dat debat zal ook zeker politieke consequenties moeten hebben — maar daar hebben de Groningers niet zo veel aan, want er moet nu wat gebeuren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de aanbevelingen in het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen over te nemen en onmiddellijk te implementeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.

Zij krijgt nr. 1128 (33529).

De heer Kops (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een tweetal moties. De eerste gaat over de afvalwaterinjecties in Drenthe.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat middels de aangenomen motie-Mulder c.s. de afvalwaterinjectie in Twente is uitgesloten;

constaterende dat het SodM heeft geoordeeld dat de herafweging van de NAM van de verwerking van het productiewater in Schoonebeek onvoldoende is onderbouwd en uitgewerkt;

overwegende dat wanneer er geen sprake kan zijn van afvalwaterinjectie in Twente er ook geen sprake kan zijn van afvalwaterinjectie in Drenthe;

verzoekt de regering ook afvalwaterinjectie in Drenthe uit te sluiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Nijboer.

Zij krijgt nr. 1129 (33529).

Een vraag van mevrouw Mulder.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het SodM-rapport dat het totaal moet beoordelen is er nog niet, toch?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Volgens mij heeft het SoDM aangegeven dat afvalwaterinjecties problematisch zijn.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Vervolgens is er een plan gemaakt. De regio mag daar wat van vinden. Dat proces is volop gaande in mijn beleving. Het SodM heeft aangegeven dat er nog tekorten zitten in het voorgenomen plan van de NAM. Dat klopt toch? Het totaal is nog niet weerlegd, of wel? Ik zit namelijk even in de tijd te kijken: gaan we nu dwars door een procedure fietsen, terwijl we daar eerst zelf om hebben gevraagd? Is dat de strekking van de motie van GroenLinks? Dat vind ik een lastige. Ik heb ook moeite met de afvalwaterinjectie. U verwijst in uw motie zelfs naar mijn eerdere motie …

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Zeker.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

… dus dat ik daar niet zomaar akkoord mee ga, mag helder zijn. Maar ik probeer even te kijken waar we in de procedure zitten. We moeten namelijk ook onze eigen procedure serieus nemen.

De voorzitter:

Ja, helder.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik weet niet of ik dat helemaal als mijn eigen procedure zie. Volgens mij zijn wij als GroenLinks altijd duidelijk geweest dat wij de afvalwaterinjecties als instrument zeer problematisch vinden. We vinden het een zeer problematische manier om met restproducten van de oliewinning om te gaan. We zien het dus ook niet zitten dat het van Twente naar Drenthe verhuist.

De voorzitter:

U continueert.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ja, maar het proces …

De voorzitter:

Dit is de derde keer dat u gaat interrumperen. Waar zit het 'm in?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik snap de vraag misschien niet helemaal, waar we in het proces zitten. Er zijn zorgen geuit. Er zijn zorgen geuit vanuit de Kamer en vanuit het SodM. Er is inderdaad nu een proces gaande, vanuit de NAM, waarbij met mensen uit de omgeving wordt gesproken over deze optie. Wij zien gewoon die hele optie niet zitten. Dat is het antwoord.

De voorzitter:

U continueert.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Oké.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kleinere olie- en gasvelden van de NAM verkocht zullen worden;

overwegende dat het besluit over aan wie de velden worden verkocht niet alleen een zaak is van de aandeelhouders van NAM, maar in het algemeen belang;

verzoekt de regering extra randvoorwaarden rondom het waarborgen van een goed lokaal milieu te eisen voor het besluit over de opvolger van de NAM en erop toe te zien dat verkoop alleen toegestaan wordt aan nieuwe eigenaren zonder betrokkenheid bij lopende juridische procedures over het niet nakomen van vergunningen, beschuldigingen van corruptie of klimaatgerelateerde rechtszaken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Nijboer.

Zij krijgt nr. 1130 (33529).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

En als we het dan toch over de heer Nijboer hebben, geef ik hem meteen maar het woord.

De heer Nijboer (PvdA):

Dank voorzitter. Twee moties, maar ik begin met een vraag. Ik kreeg van mensen uit Veendam het bericht dat zij heel graag met de staatssecretaris willen spreken over gestapelde mijnbouw, maar dat het niet lukt. Ik geloof dat de burgemeester daar ook bij wilde zijn. Meestal speel ik dat informeel door, maar ik kreeg het bericht gisteravond, dus ik dacht: ik doe het gewoon in het debat. Dan kan de staatssecretaris het meteen toezeggen; dan hebben we dat maar binnen en kunnen de mensen het nog zien ook.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Wadden een uniek werelderfgoed en natuurgebied is en bescherming behoeft;

verzoekt het kabinet geen enkele vergunning te verstrekken voor gaswinning onder dit gebied,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer en Kröger.

Zij krijgt nr. 1131 (33529).

De heer Nijboer (PvdA):

Morgen debatteren we daar verder over, maar dan zijn er allemaal mitsen en maren. Wij zijn gewoon duidelijk.

De volgende motie borduurt verder op iets waarvoor ik mij eerder heb ingezet, maar wat nog steeds niet is gelukt, namelijk de waardedalingsregeling in Zoutkamp en omstreken. Het IMG heeft dat allemaal uitgezocht, onder druk van de staatssecretaris, maar de staatssecretaris kan op enig moment ingrijpen bij het IMG, is mijn verwachting. Ik wil graag dat hij dat doet.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het niet uit te leggen is dat mensen aan de ene kant van de straat of een paar meter verderop wel aanspraak kunnen maken op de waardedalingsregeling en de buren niet;

overwegende dat dit speelt in Zoutkamp en omstreken, maar bijvoorbeeld ook in Annerveenschekanaal;

verzoekt het kabinet het IMG ertoe te bewegen dat inwoners in deze gebieden aanspraak kunnen maken op de waardedalingsregeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Nijboer.

Zij krijgt nr. 1132 (33529).

De heer Nijboer (PvdA):

Dit sluit ook aan bij wat ik met de heer Segers steeds naar voren heb gebracht, namelijk dat het niet uit te leggen is dat de ene kant van de straat dit krijgt en de andere kant dat. Nu weet ik dat in Ten Boer de sloop en nieuwbouw inmiddels is gebeurd, maar het geldt ook voor dit soort regelingen. De staatssecretaris is het nog aan het bestuderen, maar dit zijn voorbeelden waarvan ik vind dat ze niet door de beugel kunnen. Daarom dien ik deze motie in.

De heer Boulakjar (D66):

Vraag over de eerste motie over het geen vergunning verlenen voor gaswinning onder de Waddenzee. D66 heeft hiervoor ook een motie ingediend, die de heer Nijboer heeft gesteund. Is deze motie daarmee niet overbodig? Anders gaan we allerlei moties dubbel indienen. Dat is prima, wat mij betreft, maar die motie ligt er al met de handtekening van de heer Nijboer eronder.

De heer Nijboer (PvdA):

Heel goed, maar dan moet het nog wel gebeuren. We spreken morgen weer over de Mijnbouwwet. Ik zie daarin nog niet dat Ternaard niet doorgaat. Ik wil dat toch graag geregeld zien. Als die motie is aangenomen, geef ik dat onmiddellijk toe. Ik zal mijn administratie daarop nakijken. De motie kan ook zijn ingediend, maar niet zijn aangenomen. Dan is deze motie zeer nuttig. We behandelen morgen de brief. Daarin zie ik dat het kabinet dit nog openhoudt. De onrust in Ternaard is er nog steeds.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Mulder van het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. Tijdens het afgelopen debat en in de afgelopen jaren heb ik vaak aan de bel getrokken over de afhandeling van de mijnbouwschade, ook in Limburg. Daar is het natuurlijk al een tiental jaren geleden gestopt, maar er zijn nog steeds na-ijlende effecten. Ik heb daar recent schriftelijke vragen over gesteld. Daarop antwoordt de staatssecretaris dat hij verwacht dat het schadeprotocol halverwege dit jaar klaar is en dat schades afgehandeld kunnen gaan worden. Dat is op zich goed nieuws. Toch heb ik nog wel wat vragen over de uitvoering.

In Limburg werkt de Stichting Calamiteitenfonds Mijnwaterschade al een tijd succesvol met de aannemersvariant, waarbij schade voor bewoners wordt gerepareerd in plaats van dat zij een vergoeding krijgen en daarna iemand moeten vinden om die schade te herstellen. Het ministerie is met hen en met de provincie in overleg. Zoals wij het begrijpen, is er nog geen besluit over wie de uitvoering van deze regeling gaat doen. Onze vraag is of dat een regionaal instituut is met zelfstandige beslissingsbevoegdheid, of de commissie mijnbouwschade.

Ook de vorm van schadeafhandeling, zoals ik die net schetste met een aannemersvariant of gewoon door uitbetaling, zou nog steeds onderdeel van de discussie zijn. Kan de staatssecretaris aangeven of dat inderdaad het geval is? Als dat zo is, hoe kan het dan — zo wordt vanuit de regio aan mij gevraagd — dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de RVO, een aanbesteding heeft uitgeschreven voor het opstellen van de schaderapporten? Het lijkt dan of er al een keuze is gemaakt.

Voorzitter. Kan de staatssecretaris mij vertellen hoe hij dit ziet? Welke keuzes zijn er wel of niet gemaakt? Welke rol ziet de staatssecretaris nog voor partijen uit de regio, zoals de Stichting Calamiteitenfonds Mijnwaterschade? En is de provincie het daarmee eens? Ze zijn hier namelijk al een tijd mee bezig. Het zou zo mooi zijn als wat regionaal gebeurt ook regionaal kan worden opgelost. Dat zou mijn verzoek aan de staatssecretaris zijn.

Over Schoonebeek komen we morgen nog uitgebreid te spreken. Dan hebben we het natuurlijk over de contourennota en hoe je met je inwoners omgaat. Daarom had ik net ook een vraag aan GroenLinks. Het lijkt net of zij met hun motie dwars door dat hele gebeuren heen fietsen. Misschien is dat niet zo, maar die indruk kreeg ik aan de hand van de motie. Wij willen graag recht doen aan het proces met de inwoners. Daarbij hebben we ook wel een aantal punten van kritiek, maar daar ga ik morgen verder op in.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Spannend. De heer Van Wijngaarden van de VVD.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Dank, voorzitter. Ik begin even met de motie, want dat vindt u altijd fijn.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland in 2050 klimaatneutraal wil zijn;

overwegende dat de vraag naar olie moet dalen, maar dat olie voorlopig nog nodig zal zijn in Nederland;

overwegende dat als er olie nodig is, die dan zo schoon mogelijk gewonnen moet worden;

constaterende dat oliewinning in Schoonebeek schoner is dan olie-import zodra er gebruikgemaakt wordt van elektrische boilers en er een positief welvaartseffect optreedt;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de NAM om deze elektrische boilers gerealiseerd te krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Wijngaarden.

Zij krijgt nr. 1133 (33529).

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Voorzitter, met uw welnemen zou ik dan nog kort iets willen zeggen over de motie die collega Kops net indiende over de enquêtecommissie. Daarvan wil ik hier even gezegd hebben dat wij als Kamer een heel zorgvuldig proces hebben afgesproken over hoe we het rapport gaan behandelen. Dat is ook vanuit het Presidium gecommuniceerd. We behandelen het niet nu even tijdens dit tweeminutendebat. In die zin vind ik de motie een beetje buiten de orde. Dat wilde ik hier graag even gezegd hebben.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Over vijf minuten gaan we luisteren naar de antwoorden van de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 19.18 uur tot 19.23 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Als dat mag van u, voorzitter.

De voorzitter:

Altijd.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Misschien begin ik toch even met de moties en doe ik daarna de vragen. De motie op stuk nr. 1123 van de heer Van Haga gaat over streven naar energiesoevereiniteit. Op dit moment is mijn collega Jetten in beeld aan het brengen hoe het energiesysteem in 2050 eruit kan zien. In dat kader wordt duidelijk of en hoe Nederland energiesoeverein kan zijn. Als ik de motie zo mag lezen dat de heer Van Haga vraagt om minister Jetten te laten letten op energiesoevereiniteit, dan kan ik haar oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De heer Van Haga knikt ja.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik heb daar wel een vraag over, want volgens mij neemt de heer Van Haga daarin mee dat Groningen open kan. Dat is bij ons nadrukkelijk geen favoriet.

De voorzitter:

Maar dat staat er niet in.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Maar dat heeft hij net wel verklaard. Dan hangt dat toch ook om deze motie?

Staatssecretaris Vijlbrief:

Er ligt een tweede motie, die op stuk nr. 1124, die de regering verzoekt om door te gaan met produceren uit het Groningen gasveld. Die motie ontraad ik. Dat betekent wat mij betreft dat Groningen niet zit in de energiesoevereiniteit in de motie op stuk nr. 1123. Als de heer Van Haga nog een keer zegt dat dat wel het geval is, ontraad ik die motie. Dan wordt het heel simpel.

De voorzitter:

Ik had u net iets anders horen zeggen.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ja, zeker. Als ik het dictum zo kan lezen dat de heer Jetten ook rekening moet houden met de soevereiniteit van energievoorzieningen, dan kan dat, maar daar hoort Groningen wat het kabinet betreft natuurlijk niet bij.

De voorzitter:

Dan moet u het nog een keer beamen, meneer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik vind dat de lezing van de staatssecretaris prima is. Natuurlijk moet je in mijn beeld alles daarin meenemen. Maar als de heer Jetten komt tot energiesoevereiniteit op een andere manier, dan vind ik dat prima.

De voorzitter:

Prima.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik heb ook een vraag over deze motie, maar dan op een ander punt, namelijk over energiesoevereiniteit in Nederland. Volgens mij kijkt het onderzoek dat minister Jetten doet wel degelijk naar een West-Europees energiesysteem. Wij wisselen natuurlijk heel veel uit met onze buurlanden, en dat is ook heel logisch. Ik zit dus een beetje met "weer energiesoeverein", alsof we dat als Nederland ooit zijn geweest.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik ga niet over het dictum van die motie. Die motie heeft een dictum en ik heb gezegd hoe ik dat wil uitleggen, namelijk dat de heer Jetten in zijn onderzoek over het langetermijnenergiesysteem ook kijkt — dat is mijn informatie, maar anders ga ik de motie aanhouden en vraag ik de heer Jetten om een oordeel; zo kan het ook, als iedereen het onduidelijk vindt — of Nederland of West-Europa energiesoeverein kan zijn. Dan is het antwoord: oordeel Kamer.

De voorzitter:

Prima.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Daarvoor geldt voor het kabinet — ik zeg het nog maar een keer — heel helder het volgende. Het kabinet leest hier niet in "het openhouden van het Groningenveld", iets wat wel staat in de motie op stuk nr. 1124, die ik nu dus nog een keer heel helder ontraad. Dat gaan we dus niet doen.

De voorzitter:

Ik denk dat we er wel een beetje uit zijn.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Oké, heel fijn.

De voorzitter:

Of zullen we opnieuw beginnen?

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik kan het nog een keer proberen.

De voorzitter:

We hebben de hele avond, hoor.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie op stuk nr. 1125 van de heer Van Haga, over geothermie, krijgt oordeel Kamer. In kwartaal twee komt wat de heer Van Haga vraagt over geothermie.

Dan de motie op stuk nr. 1126 van mevrouw Beckerman, over immateriële schade. Als ik de motie zo kan lezen dat de huidige regeling voor immateriële schade breder moet worden om ervoor te zorgen dat dit soort problemen niet meer optreedt, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. Ik zeg hier wel bij dat dit allemaal dingen zijn die terug gaan komen in de kabinetsreactie op het enquêterapport. Ik kom straks bij een motie van de heer Nijboer waarbij ik hem ga vragen om die aan te houden, maar met deze motie kan ik akkoord gaan, als dit de interpretatie is.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter, mag ik daar een vraag bij stellen?

De voorzitter:

Ja.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik ben daarmee akkoord, maar waar ik me ook heel veel zorgen over maak, zijn de kinderen. Die krijgen nu maar een percentage van de ouders. We weten ten eerste dat kinderen er veel last van kunnen hebben gehad of nog hebben en ten tweede dat zij de toekomst zijn en vaak opgroeien zonder vertrouwen. Daarom wil ik heel graag horen van de staatssecretaris of hij ook naar dat onderdeel wil kijken.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Het antwoord is dat ik daar best naar wil kijken. Ik ben het ook eens met de verbreding van het immateriëleschadebegrip. Ik ga hier geen resultaatverplichting geven. Die kan ik nu gewoon niet geven, omdat ik het in het geheel van de enquête wil bekijken. Dat is het enige. Als mevrouw Beckerman daarmee kan leven, krijgt de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Wat vindt mevrouw Beckerman daarvan?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik kan daar natuurlijk mee leven. Ik zou wel graag willen horen wanneer die reactie zou kunnen komen.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dat zal uiteindelijk in het kader van de kabinetsreactie op het enquêterapport zijn. Die komt in mei.

Dan de motie van mevrouw Beckerman om de inzet van de landsadvocaat te stoppen, ook zo'n ingewikkelde. Daar moet ik ook weer een lezing van geven. IMG heeft een brief gestuurd, ik dacht een paar weken terug naar aanleiding van een hele discussie die we hadden over hoger beroep. IMG heeft in die brief gezegd de landsadvocaat niet meer te gaan inzetten tegen burgers. Zo heb ik maar even gelezen wat daarin staat. IMG zegt in de brief ook dat ze de landsadvocaat soms wel nodig hebben, als er een ingewikkelde juridische kwestie speelt waar ze advies over willen vragen. Als mevrouw Beckerman bedoelt dat zij de landsadvocaat niet in de zaal wil zien tegenover burgers, ben ik het daarmee eens. IMG heeft dat eigenlijk al gezegd in de brief, maar wat mij betreft is de motie oordeel Kamer.

Mevrouw Beckerman (SP):

Vervolgens was ik in zo'n rechtszaal, stond daar een jong gezin en zat de landsadvocaat daar. Vandaar dat ik deze motie zo indien, want het was echt een verschrikkelijke vertoning. Het kabinet komt pas in mei met een reactie. Dat vind ik zelf heel erg laat, maar in de tussentijd staan er nog wel van dit soort gezinnen tegenover de landsadvocaat. Daarom is het fijn dat de motie oordeel Kamer kan krijgen.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dat brengt mij bij de motie van de heer Kops op stuk nr. 1128. Daar wil ik toch iets over zeggen; ik hoor het mevrouw Beckerman nu ook zeggen. Ik dacht dat ik toch goed begrepen had dat de Kamer in haar procedurevergadering een proces had afgesproken voor de behandeling van het rapport van de enquêtecommissie. Die procedure zag er als volgt uit. Er komt een debat tussen Kamer en enquêtecommissie. Vermoedelijk wordt er dan een motie aangenomen — dat vermoed ik zomaar — waarin het kabinet om een reactie wordt gevraagd. Dan komen wij met een reactie op het enquêterapport.

Ik kan het volgende tegen de heer Kops zeggen over alles wat ik nu kan doen om in te grijpen in situaties. We hebben daar in de afgelopen weken een viertal voorbeelden van gehad; dat weet de heer Kops ook. Ik ga ze maar even langslopen. We hebben wat gedaan aan ongelijkheid in de Derk Boeremastraat, een bekende straat voor de Groningse commissieleden. We hebben wat gedaan aan de Ommelandenstraat; ik kijk even naar de linkerkant. We hebben iets gedaan aan de hoger beroepen van IMG. En ik heb deze week met de NCG iets gedaan aan de bezwaarprocedures. Die dingen kan ik allemaal doen. Maar wat wij nu niet kunnen doen en wat ik zelf ook niet gepast vind, is dat het kabinet tussendoor alvast een reactie geeft voordat de Kamer in debat is geweest met de enquêtecommissie. Daar mag een fractie natuurlijk anders over denken, maar het kabinet vindt dit niet oké.

Ik zeg dan ook tegen de heer Kops dat ik deze motie moet ontraden. Ik kan hem ook vragen om haar aan te houden tot het moment dat het kabinet met een reactie komt, maar dat is waarschijnlijk niet de bedoeling. Ik moet haar dus ontraden.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 1129 over afvalwaterinjectie in Drenthe. Daar was een korte discussie over tussen mevrouw Mulder en mevrouw Kröger. We hebben daar een proces ingezet. We gaan het morgen heel uitgebreid hebben over dat proces, dat ik ook schets in de contourennota en waarbij bewoners betrokken zijn. Ja, SodM speelt daarbij ook een rol. SodM heeft eerder tegen de NAM gezegd "zou je niet nog een paar dingen anders doen", maar heeft nog geen finaal oordeel uitgesproken over de plannen van de NAM. Dat proces loopt. Ik kan nu niet anders dan deze motie ontraden, want het is mijn eigen proces; ik had het zelf bedacht.

Voorzitter. Dan heb ik de motie van mevrouw Kröger op stuk nr. 1130. Daar zou ik iets speciaals over willen vragen, namelijk om deze motie even aan te houden. Ik kan die nu even niet beoordelen. Ik ben het eigenlijk met de gedachte eens, maar ik wil even de kans hebben ... Morgen hebben wij toch een debat over de contourennota. Dan kan ik misschien wat langer terugkomen op de vraag welke randvoorwaarden je wel en niet kunt stellen. Ik weet het nu gewoon even niet. Ik zou aan haar willen vragen om de motie even aan te houden tot een later moment. Ik kan haar nu geen oordeel Kamer geven, want ik weet niet waar ik oordeel Kamer op geef.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

We stemmen dinsdag over de motie, dus wellicht kan de staatssecretaris morgen een oordeel geven.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Misschien ben ik morgen tijdens het debat over de contourennota wel zover dat ik haar dan oordeel Kamer kan geven. Ik moet er even naar kijken. Of ik zeg tegen mevrouw Kröger: als u dit en dit aanpast, kan ik haar oordeel Kamer geven. Ik moet er even naar kijken.

De voorzitter:

Dan horen we dat morgen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Prima.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie over geen enkele vergunning voor gaswinning onder de Waddenzee moet ik ontraden in deze vorm. Ik ken die niet in deze vorm, dus dan zou ik zeker geen oordeel Kamer hebben gegeven. De heer Nijboer weet dat het proces rond Ternaard loopt. Verder kent de heer Nijboer de contourennota. Daar gaan we het morgen uitgebreid over hebben. Daarin staat dat ik geen nieuwe vergunningen voor onder de Waddenzee ga geven, alleen vergunningen om nog onderhoud te plegen aan mijnbouwinstallaties of iets af te breken. In deze vorm moet ik haar ontraden.

Dan de motie die ik al aangekondigd had, die ik het oordeel "aanhouden" zou willen geven. Ik ben vorige week zelf in Annerveenschekanaal geweest. Als je naar het kaartje kijkt … Ik raak altijd in de war welke het ook al weer is. Ik geloof dat van de waardevermindering. De waardedalingsregeling, zo heet dat ding. Daarop zie je twee rare blokjes, in Zoutkamp en in Annerveenschekanaal, die wit zijn, waar dit niet geldt, waar de rest eromheen allemaal rood is. Dat deed me altijd aan Asterix en het kleine dorpje denken. Ik heb de inwoners daar beloofd — dat ga ik nu hier in de Kamer ook aan de heer Nijboer doen — dat ik zal kijken of ik dat kan aanpassen. Maar dat zou ik graag niet nu zomaar stante pede doen, maar toch in het kader van de bredere reactie op de enquêtecommissie. Daarom zou ik willen vragen om haar aan te houden.

De heer Nijboer (PvdA):

Mensen wachten eigenlijk al veel te lang. Aan de andere kant vind ik die ene maand voor waardedaling wel weer wat anders dan als je in een huis zit wat tochtig is, in diepe ellende. Dus ik houd haar dan aan, waarbij ik wel hoop dat de staatssecretaris tot succes komt.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Nijboer stel ik voor zijn motie (33529, nr. 1132) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie op stuk nr. 1133 over de elektrische boilers geef ik graag oordeel Kamer. Ik ben het ermee eens en we gaan dat bespreken met de NAM.

Dan blijven er een paar vragen over, waarvan ik de makkelijkste als eerste zal doen. Ik zal spreken met mensen in Veendam, op verzoek van de inwoners daar en de burgemeester. Het was mij niet geworden dat zij dat al eerder gevraagd hadden, maar ik zal regelen dat ik dat binnenkort doe.

Dat brengt mij bij de laatste vraag en dat is vraag mevrouw Mulder van het CDA over de mijnbouwschade in Limburg. Ik heb in november gesproken met de commissaris van de Koning en de stichting voor mijnbouwschade uit Limburg. Ik ben nog steeds aan het zinnen op hoe ik nou de aannemersvariant van Limburg kan verbinden met mijn eigen oorspronkelijke idee om dat door de Commissie Mijnbouwschade te laten doen. Daar ben ik nog niet helemaal uit, maar ik ben wel in gesprek met hen daarover. Ik reis binnenkort een keer af naar Limburg om met in ieder geval de commissaris en de voorzitter van die commissie te praten. Die RVO-aanbesteding bleek — dat had ik eerder gehoord — in slecht Nederlands een canard te zijn. RVO moest een proces doen dat ze altijd moeten doen. Ik wil het nog wel precies uitzoeken, dan kan ik het morgen in het debat zeggen. Het had in ieder geval niks te maken met een voorgenomen beslissing om het maar via die commissie te doen, de Commissie Mijnbouwschade. Dat is nog niet beslist. Daar ga ik dus nog naar kijken en nog over praten.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik had nog een vraag over de motie op stuk nr. 1133. Dus als mevrouw Mulder nog een vraag hierover heeft …

De voorzitter:

Ja. Mevrouw Mulder.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. En collega Kröger, dank. Ik wilde hier inderdaad even op doorgaan. Ik zou dat inderdaad morgen graag verder willen horen, want je krijgt ruis op de lijn in een toch al heel ingewikkeld proces en ik denk dat we dat gewoon niet moeten willen. Het duurt al heel erg lang, dit hele traject. Ik hoop dat de staatssecretaris goed wil kijken. Als je het in Limburg kan organiseren op een goede manier, laagdrempelig, dichtbij, zou dat wel de voorkeur hebben van het CDA.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik neem het morgen mee in het debat dat we toch hebben. Dan komen we hier ongetwijfeld op terug. Ik neem dan een preciezer antwoord mee. Ik heb hier nu een antwoord waar ik niet helemaal op vertrouw.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik had een vraag over de motie op stuk nr. 1133. Die heeft oordeel Kamer gekregen. Om mijn stem op deze motie te kunnen bepalen, is mijn vraag: wat betekent het in gesprek gaan om het gerealiseerd te krijgen? Betekent dat dat in vergunningsverlening komt, dat het als een norm opgelegd wordt? Betekent dat dat er naar een subsidie gekeken wordt? Wat betekent dit? Wat gaat het kabinet doen?

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dat zijn twee verschillende vragen. Wat het betekent, moet u aan meneer Van Wijngaarden vragen. Dat weet ik niet. Ik heb haar zo gelezen — dat is wat ik ga doen — dat ik in gesprek ga met de NAM, maar dat het zeer gewenst is — laat ik het dan zo formuleren, zo lees ik de motie ook — dat zij van die elektrische boilers gebruik gaan maken. We hebben dit debat al een keer heel kort gehad in een commissiedebat. Voor zover mijn informatie strekt — ik kan er morgen wel even op terugkomen — kon dat technisch pas in 2025. Dat moet ik nog een keer vragen aan mijn ambtenaren. Dat betekent het.

De voorzitter:

Prima, dan zijn erdoorheen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank aan de staatssecretaris. Dinsdag stemmen wij over de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven