25 Bouwregelgeving

Aan de orde is het tweeminutendebat Bouwregelgeving (28325, nr. 238).

De voorzitter:

Dan gaan we in één beweging door met het tweeminutendebat Bouwregelgeving, Kamerstuk 28325-238. Er zijn drie sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Peter de Groot van de fractie van de VVD.

De heer Peter de Groot (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb ook nu twee moties meegebracht. De eerste luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat per 1 januari 2023 hoogstwaarschijnlijk de Omgevingswet en daarmee ook de Wet kwaliteitsborging in werking zal treden;

overwegende dat bij het ontwerp van de wet het tekort aan personeel zeer klein was;

overwegende dat de impact en kosten bij kleine bouwprojecten groot zijn;

verzoekt de regering bij de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging aandacht te hebben voor en hulp te bieden aan kleine aannemers zodat ook zij aan de wet kunnen voldoen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Peter de Groot en Boulakjar.

Zij krijgt nr. 240 (28325).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de constructieve veiligheid van voetbalstadions van levensbelang is, gelet op de eerdere incidenten bij de stadions;

overwegende dat veiligheid van bezoekers in voetbalstadions een combinatie is van constructieve veiligheid en kennis over dynamische belasting en beide vormen van kennis zeer specifiek zijn;

overwegende dat deze kennis niet bij iedere verantwoordelijke gemeente te organiseren is;

overwegende dat deze kennis op internationaal niveau voorhanden is;

verzoekt de regering deze expertise, samen met gemeenten, in te zetten vanuit een landelijk expertiseteam zodat regelmatig toegezien wordt op de veiligheid van onder andere stadions en andere grote evenementengebouwen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Peter de Groot en Beckerman.

Zij krijgt nr. 241 (28325).

Heel goed. Dan mevrouw Bromet van de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Gisteravond sprak ik met twee groene koplopers uit de bouw. Allereerst een compliment aan de minister voor het feit dat hij met deze koplopers spreekt over natuurinclusief bouwen. Aan de andere kant sprak ik bij een werkbezoek gisteren ook twee brancheorganisaties in de bouw, de NEPROM en Bouwend Nederland. Het lijkt er toch op dat die brancheorganisaties altijd ook de hekkensluiters willen meenemen, terwijl GroenLinks juist wil dat de koplopers ook vaart krijgen. Daarvoor moet je besluiten durven nemen waarmee je ook mensen achterlaat die niet mee kunnen komen. Ik heb zitten denken wat ik nou kan doen om dat natuurinclusieve bouwen een zetje te geven. Ik heb eerder met het CDA samen al een initiatiefnota geschreven. Ik wil dat de energie in de discussie blijft zitten. Toen heb ik gedacht: weet je wat, ik kies gewoon één dingetje uit dat in het buitenland al gebeurt, en dan ga ik kijken of de minister dat wil regelen. Daar gaat deze motie over.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat natuurinclusief bouwen van belang is voor het versterken van de biodiversiteit, voor het opvangen van regenwater en voor het isoleren van gebouwen;

constaterende dat er in Nederland veel daken zijn die geschikt zijn om te vergroenen of om te voorzien van zonnepanelen;

overwegende dat in diverse landen om ons heen, zoals België, Frankrijk en Duitsland, al regels bestaan om daken te vergroenen;

verzoekt de regering te voorkomen dat er daken worden aangelegd zonder groen op het dak en/of zonnepanelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bromet en Van Esch.

Zij krijgt nr. 242 (28325).

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker is de heer Boulakjar van D66. Hij ziet af van zijn spreektijd. Daarmee zijn wij aan het eind gekomen van de termijn van de Kamer. Ik schors voor twee minuten, en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister voor de laatste drie moties.

Minister De Jonge:

Voorzitter. Voor de motie op stuk nr. 240 laat ik het oordeel aan de Kamer. Voor de motie op stuk nr. 241, over de stadions, laat ik het oordeel aan de Kamer, maar wel met de kanttekening dat ik niet de verantwoordelijkheidsverdeling wil doorkruisen. Ik wil juist gebouweigenaren aanspreken op hun verantwoordelijkheid en die niet naar mij toe trekken. Dat betekent dat wij dus komen met een wettelijke plicht tot een periodieke beoordeling van die gebouwen, aan de hand van een door NEN opgestelde landelijke beoordelingsnorm, door onafhankelijke deskundige bedrijven. Natuurlijk moet je expertise verzamelen. Dat doen we ook. Maar dat expertiseteam gaat niet die verantwoordelijkheid voor de bouwkundige kwaliteit van het stadion overnemen. Als u dat ook niet bedoelt, dan laat ik graag het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:

Ja, de heer De Groot beaamt dat. De motie op stuk nr. 242.

Minister De Jonge:

Ik ga vragen om die aan te houden. Ik weet dat u daar niet van houdt, maar ik kan toch eigenlijk niet iets beters bedenken. Ik wil de motie niet ontraden, want ik ben het eigenlijk met u eens dat we veel meer moeten doen aan natuurinclusief en klimaatadaptief bouwen. Maar voor de vorm waarin hebben we een paar stappen nodig. Dat betreft allereerst een maatlat klimaatadaptief bouwen, die we vervolgens mogelijkerwijs vertalen naar een Bbl, naar een Bkl. Dat betekent dat de normering waartoe u nu al op deze manier wil besluiten, wel de uitkomst zou kunnen zijn, maar dat ik dat besluit niet nu wil nemen. Daar hebben we tot het eerste kwartaal van volgend jaar voor nodig.

De voorzitter:

Mevrouw Bromet, kort.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Het klinkt allemaal zo bureaucratisch. Als je dit al jaren wil, dan denk je: nou ja, komt het er dan ooit van?

Minister De Jonge:

Het is een kwartaal op een mensenleven. Zo kun je er ook tegen aankijken.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ja, dat weet ik, maar hoeveel moties heb ik al aangehouden omdat we moesten wachten op iets wat nog komt?

Minister De Jonge:

Maar wat hier komt is echt mooi. Dit is het wachten waard, zou ik willen zeggen.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Hij doet wel zijn best! Ik ga er even over nadenken.

Minister De Jonge:

Dat is goed.

De voorzitter:

Maar als deze motie gewoon in de vaart blijft, wat is dan uw oordeel?

Minister De Jonge:

Dan moet ik die ontraden.

De voorzitter:

Ja, mevrouw Bromet, keihard!

Minister De Jonge:

Dan moet ik die ontraden, maar dan ben ik misschien met terugwerkende kracht in het eerste kwartaal van 2023 alsnog enthousiast over de ontraden motie van nu. Zoiets treurigs wil je natuurlijk ook niet meemaken, dus ik zou gewoon voor het aanhouden gaan.

De voorzitter:

We gaan het zien. Mevrouw Bromet zit er keihard in! Dat zie ik niet meer goed komen.

Minister De Jonge:

Ja, ze zit er knalhard in vanmiddag. En het is nog maar dinsdag.

De voorzitter:

Tot zover dit debat.

Minister De Jonge:

Dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de moties. Ik dank de minister voor zijn aanwezigheid. Vier tweeminutendebatten: het gaat je niet in de koude kleren zitten, maar hij doet het gewoon even, voor hetzelfde geld. Ik schors tot 19.05 uur voor de dinerpauze en dan gaan we praten over de Transgenderwet. Tot zover.

De vergadering wordt van 18.21 uur tot 19.05 uur geschorst.

Naar boven