47 Voortgang/evaluatie missies

Aan de orde is het tweeminutendebat Voortgang/evaluatie missies (CD d.d. 03/11).

De voorzitter:

Er is één spreker voor dit tweeminutendebat Voortgang/evaluatie missies naar aanleiding van een commissiedebat gehouden op 3 november. De spreker van de zijde van de Kamer is de heer Fritsma van de PVV.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter, dank. De PVV is geen voorstander van het betalen van schadevergoedingen naar aanleiding van oorlogen die niet door Nederland zijn begonnen. Los daarvan heeft het kabinet aangegeven dat in Hawija honderden bedrijven met Nederlands belastinggeld worden geholpen. Het gaat hierbij om winkels, showrooms en werkplaatsen. Die bedrijven hebben natuurlijk allemaal eigenaren en de kans is reëel dat daar helaas ook oud-IS'ers bij zitten, omdat Hawija nu eenmaal een belangrijk IS-bolwerk was.

Tijdens het debat kon de minister niet aangeven hoe het kabinet ervoor zorgt dat er geen IS'ers zullen profiteren van Nederlands belastinggeld. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om op actieve wijze zeker te stellen dat geen cent van de door Nederland betaalde schadevergoedingen aan de gemeenschap van Hawija terechtkomt bij (oud-)IS'ers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Fritsma.

Zij krijgt nr. 453 (29521).

De heer Fritsma (PVV):

En dan heb ik nog tijd voor een tweede motie, een motie waarvan de inhoud voor zich spreekt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat Defensie wel wat beters heeft te doen dan het sturen van een genderadviseur naar Libanon,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Fritsma.

Zij krijgt nr. 454 (29521).

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Fritsma. U heeft zelfs nog 43 seconden over. We gaan dus ook in een rap tempo door dit tweeminutendebat heen. We zijn namelijk alweer aan het einde gekomen van de termijn van de Kamer. Er zijn twee moties ingediend en ik zie dat in dit geval de minister van Defensie al is gaan staan voor de appreciatie van beide moties. Ik geef haar daartoe het woord.

Minister Ollongren:

Zeker, voorzitter. Beide onderwerpen zijn al eerder aangeroerd door de heer Fritsma. Hij zal dan ook niet verrast zijn dat ik de eerste motie, die ziet op de schadevergoeding en de afspraken die daarover zijn gemaakt met de twee internationale organisaties, ontraad. Ik verdedig die afspraken namelijk ten volle. Deze gerenommeerde organisaties voeren deze projecten uit en nemen voldoende maatregelen om te zorgen dat de middelen goed worden besteed. Ik vind het juist belangrijk dat Nederland dit doet en ik ontraad daarom de motie.

De voorzitter:

De eerste motie, die op stuk nr. 453, wordt ontraden.

Minister Ollongren:

De tweede motie ziet op de genderadviseur die Nederland heeft geleverd aan Libanon. Zijn werk wordt hogelijk gewaardeerd door de partners en door de mensen in Libanon zelf. Dat zie ik graag en ik ontraad daarom ook deze motie, voorzitter.

De voorzitter:

De tweede motie, de motie op stuk nr. 454, wordt ontraden. De heer Fritsma van de PVV heeft daarover nog een vraag voor u, minister.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Toch nog even heel kort een verduidelijkende vraag over de eerste motie. De minister heeft al aangegeven dat bijvoorbeeld de IOM verantwoordelijk is gesteld voor de uitvoering van die herstelwerkzaamheden en de betalingen. Maar welke concrete boodschap heeft het kabinet die organisaties meegegeven om ervoor te zorgen dat het geld niet bij terroristen terechtkomt? Daar moeten toch garanties voor geëist zijn? Want het is natuurlijk een heel principieel punt dat terroristen niet mogen profiteren van Nederlands geld.

Minister Ollongren:

Zeker. Daar zijn afspraken over gemaakt. Beide organisaties hebben daar een werkwijze voor. De UNDP heeft bijvoorbeeld gezegd dat zij de mensen met wie zij werken en met wie zij contracten aangaan, screenen op eventuele associaties die er zouden kunnen zijn met mensen die geassocieerd worden met terrorisme of met IS. Die check gebeurt dus. Maar de beste garantie die we hebben, is dat het ervaren organisaties zijn, die gewend zijn om te werken onder dit soort moeilijke omstandigheden.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Voortgang/evaluatie missies, naar aanleiding van het commissiedebat van 3 november.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de beide bewindspersonen voor de appreciaties van de moties en ik dank de leden voor hun aanwezigheid. We hebben als volgend debat het tweeminutendebat over de artikel 100-procedure op de agenda staan. Die starten we vijf minuten eerder dan op het schema vermeld.

De vergadering wordt van 19.04 uur tot 19.10 uur geschorst.

Naar boven