4 Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD d.d. 08/12).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Ik heet de leden van harte welkom en uiteraard ook de staatssecretaris, de mensen op de publieke tribune en de mensen thuis. We hebben vandaag vier sprekers van de zijde van de Kamer. Ik nodig de eerste spreker alvast uit en dat is de heer Azarkan namens DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter. Het was een moeizaam debat en dat geldt eigenlijk ook voor de hele afhandeling van de uitvoeringsorganisatie herstel toeslagen. Het gaat moeizaam en er zullen waarschijnlijk nog vele debatten volgen, als we het al vlot kunnen trekken. Toch een drietal moties om de staatssecretaris aan te sporen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de afhandeling van bezwaarschriften nog steeds gepaard gaat met achterstanden en vertragingen;

overwegende dat bezwaarmakers naar de rechter stappen en daarmee de volgorde van behandeling van bezwaarschriften in hun voordeel aangepast wordt, waardoor een andere groep nog langer moet wachten;

overwegende dat een afhandeling van bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn ook een belangrijk onderdeel is van de rechtsbescherming;

verzoekt de regering alles op alles te zetten om de bezwaarschriften binnen afzienbare tijd weer binnen de wettelijke termijn te laten plaatsvinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Azarkan, Kuiken, Paul, Kat, Grinwis en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 1148 (31066).

De heer Azarkan (DENK):

Dan de volgende motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bezwaarschriftencommissie en de Commissie Werkelijke Schade nog steeds te kampen hebben met achterstanden in de behandeling van bezwaarschriften en verzoeken ter vaststelling van de werkelijke schade;

overwegende dat dat er nog te weinig zicht is op het geheel inhalen van deze achterstanden;

verzoekt de regering om in de 13de en daaropvolgende voortgangsrapportages een planning met een concreet tijdspad op te nemen, gericht op het inhalen van de achterstanden bij de Bezwaarschriften Adviescommissie en de Commissie Werkelijke Schade,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Azarkan, Kuiken, Paul, Kat, Grinwis en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 1149 (31066).

De heer Azarkan (DENK):

Dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een groep gedupeerde ex-partners is, die niet goed meegenomen is in de Catshuisregeling, en geen andere compensatie hebben ontvangen tot op de dag van vandaag;

overwegende dat deze groep ex-partners niet meegenomen is in de Wet hersteloperatie toeslagen, en mogelijk pas tegen de zomer van 2023 een vorm van compensatie tegemoet kan zien;

overwegende dat deze groep ex-partners al drie jaar wacht op compensatie en in het toeslagendossier een vergeten groep dreigt te worden;

verzoekt de regering, net als in december 2020 bij de Catshuisregeling, om veel voortvarender dan nu te werk te gaan om de groep ex-partners tegemoet te komen;

verzoekt de regering om uiterlijk op 1 april 2023 een regeling voor de groep ex-partners op te tuigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Azarkan en Kuiken.

Zij krijgt nr. 1150 (31066).

De heer Azarkan (DENK):

Op de seconde nauwkeurig, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Azarkan. Dat is het goede voorbeeld voor vandaag. Ik nodig dan de volgende spreker uit namens de Kamer en dat is mevrouw Kuiken van de PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. U ziet dat ik al een drietal moties heb ingediend. Er komt er nog eentje aan over het schuldtekort, samengevat in schuldregelingen in relatie tot kinderen. Ik zou zelf nog één vraag willen stellen over de uit huis geplaatste kinderen. Dat wordt nu voortvarend opgebracht, maar ik zou echt alles op alles willen zetten opdat het contact wordt hersteld en kinderen, waar mogelijk, zo snel mogelijk terug kunnen. Dat is natuurlijk wat elk kind uiteindelijk wil.

Ten slotte kwam er gisteravond een brief waarin staat dat er weer documenten zijn opgedoken die al min of meer bekend waren. Dit zal op een ander moment terugkomen, maar het blijft treurig en moeizaam dat de informatievoorziening en de archivering zo beroerd geregeld zijn en we nu eigenlijk al zover in een traject zijn.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kuiken. Dan is het woord aan mevrouw Kat namens D66.

Mevrouw Kat (D66):

Dank u wel, voorzitter. We hebben de afgelopen maanden met elkaar de kindregelingen besproken, waarbij we het leed van de kinderen erkennen maar vooral kijken naar een toekomst waarin ze regie hebben. In dat kader dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 70.000 kinderen armoede hebben ervaren, een stressvolle thuissituatie hebben gehad en soms zelfs uit huis zijn geplaatst;

overwegende dat de kindregeling in het leven is geroepen om hun leed te erkennen en bij te dragen aan een betere toekomst;

overwegende dat de kans dat zij zelf te maken hebben met (problematische) schulden toegenomen is door de impact van fouten van de overheid op hun jeugd;

verzoekt de regering om in overleg met gemeenten een schuldhulpverleningsaanbod te ontwikkelen voor de jongeren/jongvolwassenen van de kindregeling, hierbij ook gebruik te maken van saneringskredieten en bewezen effectieve aanpakken zoals van het Jongeren Perspectief Fonds, en te bevorderen dat dit aanbod voor hen in zo veel mogelijk gemeenten beschikbaar komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kat, Grinwis, Inge van Dijk, Paul, Kuiken en Azarkan.

Zij krijgt nr. 1151 (31066).

Mevrouw Kat (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kat namens D66. Dan zijn we bij de laatste spreekster van de zijde van de Kamer. Dat is mevrouw Van Dijk namens het CDA. "Mevrouw Inge van Dijk", moet ik voor de volledigheid zeggen.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank je wel, voorzitter. De heer Azarkan benoemde het verloop van het debat treffend. Het was een moeizaam debat. Dat geldt ook voor de voortgang. Ik wil dan ook twee punten noemen die me nog steeds niet helemaal lekker zitten.

Het ene werd al deels samengevat in de motie van de heer Azarkan over de planning. De ouders hebben echt te weinig inzicht in wanneer hun dossier wordt afgehandeld. Ik geef een voorbeeld. Als je je in Q2 of Q3 van 2021 hebt aangemeld, wordt je dossier ergens in 2024 of 2025 integraal behandeld. Ook bij de Commissie Werkelijke Schade, bij de bezwaarschriften en bij de kindregeling is de planning onduidelijk. Dat moet echt beter, want die onzekerheid is wel het laatste wat de ouders en de kinderen verdienen. De staatssecretaris gaat nader naar de planning kijken, maar ik wil graag mijn motie op stuk nr. 828 (31066) van 9 juni 2021 afstoffen. Die ging over het maken van een langetermijnplanning op basis van scenario's. Ik vraag de staatssecretaris om de toezegging om deze motie niet langer als afgedaan te beschouwen, maar om haar blijvend uit te voeren en ouders preciezere informatie te geven over de planning van alle onderdelen van het proces.

Het andere is de informatie-uitwisseling tussen de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen. Wat mij betreft moeten we ouders zo veel mogelijk werk uit handen nemen. Waar lijkt dat nu meer binnen handbereik dan bij het aanleveren van informatie van de Belastingdienst? De staatssecretaris heeft toegezegd dat zij gaat kijken naar de mogelijkheden. Ik zou graag iets meer garanties hebben en dien daarom de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat van ouders soms stukken van de Belastingdienst worden opgevraagd ter onderbouwing van hun dossiers;

overwegende dat die gegevens nu niet altijd worden uitgewisseld tussen de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen, terwijl het uiteindelijk om informatie gaat die bij de Belastingdienst als organisatie aanwezig is;

overwegende dat we gedupeerde ouders zo min mogelijk administratief willen belasten en het moeilijk uitlegbaar is dat zij informatie van de Belastingdienst aan de Belastingdienst moeten aanleveren;

verzoekt de regering mogelijkheden te onderzoeken om de informatie die relevant is voor de dossiers van ouders, tussen de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen te kunnen uitwisselen als ouders daar toestemming voor geven en daar zo snel mogelijk, uiterlijk bij de 13de voortgangsrapportage, over te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk, Paul, Kat en Van Raan.

Zij krijgt nr. 1152 (31066).

Dank u wel, mevrouw Van Dijk, voor uw inbreng. Daarmee zijn we al aan het einde gekomen van deze termijn van de Kamer. Ik kijk even naar de staatssecretaris. Zij geeft aan dat ze vijf minuten schorsing nodig heeft, dus ik schors voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 11.32 uur tot 11.35 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag, naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 8 december. We zijn aanbeland bij de beantwoording van de gestelde vragen en de appreciaties van de moties door de staatssecretaris. Ik geef daartoe de staatssecretaris het woord.

Staatssecretaris De Vries:

Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat wij met z'n allen hier delen dat wij graag zouden zien dat het nog sneller zou kunnen. Ik hoop daar begin volgend jaar op terug te komen bij de volgende voortgangsrapportage, om te kijken hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen. Ik zeg er altijd bij: ik wil geen verwachtingen wekken, want ik wil dat wij de zaken die wij aangeven, na kunnen komen.

Ik begin met een paar vragen die nog gesteld zijn. Allereerst vroeg mevrouw Kuiken van de Partij van de Arbeid naar de uit huis geplaatste kinderen. Ik denk dat iedereen vindt dat we alles op alles moeten zetten om die uit huis geplaatste kinderen als dat mogelijk is bij hun ouders terug te laten keren, want dat je kind niet bij jou is, is het ergste wat je als ouder kan overkomen. Maar ook als dat niet mogelijk zou zijn, moeten we ervoor zorgen dat dat contact weer hersteld kan worden. Daar werkt mijn collega, de minister voor Rechtsbescherming, natuurlijk ook hard aan. Die informeert de Kamer daar regelmatig over.

Dan maakte mevrouw Kuiken ook nog een opmerking over de brief die gisteravond gestuurd is over documenten, naar aanleiding van het debat over de memo-Palmen van vorige week. Laat ik zeggen dat ik dat frustrerend vind. Wij willen natuurlijk zo transparant mogelijk zijn. Dat heb ik ook geprobeerd in de brief die gisteren naar de Kamer is gegaan, maar ik denk dat iedereen al wel weet dat de zaken bij de informatiehuishouding gewoon niet op orde zijn. We zijn er druk mee bezig om dat wel voor elkaar te krijgen. Ik heb in de brief ook weer een aantal acties aangekondigd.

Dan had mevrouw Inge van Dijk, van het CDA, ook nog een vraag. Die ging over de planning en of ik nog een eerdere motie wilde afstoffen en tot leven wilde wekken. Dat is weer een nieuw fenomeen in deze Kamer, denk ik. Ik denk dat wij delen dat de grootste vraag die alle ouders en de kinderen hebben, gaat over de planning: wanneer ben ik nu aan de beurt? Daar willen we dus ook altijd naar blijven kijken, maar ik wil ook een planning geven die we kunnen nakomen en geen planning geven die continu verschuift. Ik denk dat iedereen die betrokken is bij het dossier, weet dat er planningen schuiven, ook door bijvoorbeeld ingebrekestellingen en beroepen niet tijdig.

We proberen dat dus zo goed mogelijk te doen, dus het is prima als de motie weer herleeft. Maar ik wil daar wel de kanttekening bij maken dat dat beperkingen geeft en dat we die planning niet op persoonsniveau kunnen geven. Anders gaan we bij ouders namelijk een verwachting wekken die we niet nakomen. Ik denk dat dat juist heel slecht zou zijn. We proberen natuurlijk altijd bij verschillende onderdelen — ik kom daar zo bij de motie van de heer Azarkan ook nog even op terug — planningen aan te bieden, ook al zijn het soms voorlopige planningen en zijn ze van een aantal zaken afhankelijk waar wij ook mee te maken hebben.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zag net mevrouw Van Dijk knikken. U vervolgt uw betoog.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de moties.

Allereerst de motie op stuk nr. 1148, van de heer Azarkan, mede namens mevrouw Kuiken, mevrouw Paul, mevrouw Kat, de heer Grinwis en mevrouw Inge van Dijk. Die gaat over bezwaartermijnen en verzoekt de regering alles op alles te zetten om de bezwaarschriften binnen afzienbare tijd weer binnen de wettelijke termijn te laten plaatsvinden. Die kan ik oordeel Kamer geven. Het is natuurlijk ook de inzet van het kabinet om binnen die termijnen te werken. Bij bezwaren lukt dat op dit moment nog niet. Dat weet uw Kamer ook. Daar informeer ik u regelmatig over. Dat heeft te maken met de hoge instroom, het moeilijk kunnen krijgen van personeel, en vooral juridisch personeel, en de knelpunten rondom de dossiers die samengesteld moeten worden. Daar wordt hard aan gewerkt, maar het is het streven van het kabinet om dit zo spoedig mogelijk binnen de termijnen te kunnen gaan behandelen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1148 krijgt daarmee oordeel Kamer. Ik zie al aan de ondertekenaars dat het een spannende stemmingsuitslag wordt!

Staatssecretaris De Vries:

Die indruk had ik ook, voorzitter. Ik zal u daar in de volgende voortgangsrapportage natuurlijk over informeren.

Dan de motie op stuk nr. 1149, ook van de heer Azarkan. Die is door dezelfde leden ondertekend als de vorige motie en verzoekt de regering om in de dertiende en daaropvolgende voortgangsrapportages een planning met een concreet tijdspad op te nemen, gericht op het inhalen van de achterstanden bij de Bezwaarschriftenadviescommissie en de Commissie Werkelijke Schade. Ook deze motie kan ik oordeel Kamer geven. Ik wil daar wel de opmerking bij maken dat we proberen om voor de Bezwaarschriftenadviescommissie een planning te geven in de volgende Commissie Werkelijke Schade. Zoals u weet hebben we deze zomer een advies van ABDTOPConsult gevraagd. Er gaat een nieuwe voorzitter aan het werk. Waarschijnlijk zal daarna een planning voor de CWS afgegeven kunnen worden. Dat zal waarschijnlijk in de volgende voortgangsrapportage gebeuren.

De voorzitter:

Dus de motie krijgt met die toevoeging oordeel Kamer. Ik zie dat de heer Azarkan daarmee akkoord gaat.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de motie op stuk nr. 1150 van de heer Azarkan en mevrouw Kuiken over de ex-partnerregeling. De regering wordt verzocht om uiterlijk op 1 april 2023 een regeling voor de groep ex-partners op te tuigen. Inderdaad zitten ook in die groep hele schrijnende gevallen. Er wordt gewerkt aan een regeling, maar toch moet ik deze motie ontraden. Ik heb zelf aangegeven dat het de planning van het kabinet is om de aanvullende wet waarin deze regeling is opgenomen, in april 2023 aan de Tweede Kamer aan te bieden. Dan ben ik ook nog wel afhankelijk van de adviserende instanties en de Raad van State, die bereid zal moeten zijn om een spoedadvies uit te brengen. Ik hoop dat de raad daartoe bereid is, maar ik ben daar dus wel van afhankelijk. Als het allemaal rap verloopt, kan ik het naar verwachting in april aanbieden. Maar "uiterlijk op 1 april" is echt te snel. Als de heer Azarkan de motie in die zin zou willen aanpassen dat het streven erop gericht is om de regeling in april 2023 aan te bieden, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. Uiterlijk 1 april is echt te snel.

De voorzitter:

De heer Azarkan zegt dat hij dat wel wil. Dan wordt het: uiterlijk april 2023.

Staatssecretaris De Vries:

Wel met de opmerking dat ik echt nog afhankelijk ben van de Raad van State en de adviserende instanties. Wij richten er alles op om het in april 2023 aan de Kamer aan te bieden.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Azarkan daartoe bereid is. Dan ontvangen wij graag een gewijzigde motie, die dan oordeel Kamer krijgt.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de motie op stuk nr. 1151 van mevrouw Kat van D66, mede namens de heer Grinwis, mevrouw Inge van Dijk, mevrouw Paul, mevrouw Kuiken en de heer Azarkan. De motie gaat over schulden van jongeren. In het debat hebben wij daar uitgebreid bij stilgestaan. Er is geen generieke schuldenregeling gekoppeld aan de kindregeling in de wet opgenomen, maar wij zien wel dat vooral jongeren en jongvolwassenen te maken hebben met problematische schulden. Ik kan de motie in deze vorm oordeel Kamer geven, omdat ik het belangrijk vind om te kijken naar het Jongeren Perspectief Fonds. Wij willen in zo veel mogelijk gemeenten een oplossing voor jongeren in de breedte, niet alleen voor de kinderen van de kinderopvangtoeslagaffaire. Het is belangrijk dat er gewerkt wordt aan het oplossen van die schulden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1151 krijgt …

Staatssecretaris De Vries:

Vanuit deze operatie willen wij daar een impuls aan geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1151 krijgt oordeel Kamer. Dan zijn we bij de laatste motie van dit debat: de motie op stuk nr. 1152.

Staatssecretaris De Vries:

Van die motie heb ik tekst nog niet, voorzitter, maar ik begreep uit de bijdrage van mevrouw Inge van Dijk dat de motie gaat over informatie-uitwisseling. Ik heb 'm inmiddels. De motie is ingediend door mevrouw Van Dijk van het CDA, mevrouw Paul, mevrouw Kat en de heer Van Raan. De regering wordt verzocht mogelijkheden te onderzoeken om de informatie die relevant is voor de dossiers van ouders tussen de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen uit te wisselen als ouders daar toestemming voor geven, en daar zo snel mogelijk, uiterlijk bij de dertiende voortgangsrapportage, over te rapporteren. Ik kan deze motie ook oordeel Kamer geven. Er zitten beperkingen aan. Wij mogen niet zomaar uitwisselen tussen de Dienst Toeslagen en de Belastingdienst, die inmiddels aparte diensten zijn. Informatie over belastingen wordt onder een strenge fiscale geheimhoudingsplicht verstrekt. Onderzoeken of het met wederzijdse instemming van de ouders een optie is, zouden we kunnen doen. Daar kom ik op terug in de voortgangsrapportage die begin februari aan uw Kamer wordt gestuurd.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee krijgt de motie op stuk nr. 1152 oordeel Kamer. We zijn aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat over de hersteloperatie kinderopvangtoeslag.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de leden en uiteraard ook de staatssecretaris voor de beantwoording en appreciatie. Ik schors een enkel moment, zodat we voortvarend verder kunnen met het volgende tweeminutendebat. Dat gaat over de stand van zaken rond hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven