Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | nr. 87, item 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | nr. 87, item 9 |
Aan de orde is het tweeminutendebat Gevolgen oorlog Oekraïne voor Nederlands bedrijfsleven (CD d.d. 11/05).
De voorzitter:
We gaan meteen door naar het volgende tweeminutendebat. Dat is het tweeminutendebat over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ik heet de minister nogmaals welkom, alsmede de woordvoerders. Ik geef meteen het woord aan de heer Hammelburg, D66.
De heer Hammelburg (D66):
Die gerend heeft en even moet bijkomen, voorzitter, met weinig tijd op de klok.
Voordat ik stilsta bij de impact van de oorlog in Oekraïne op ons Nederlandse bedrijfsleven en onze handelsstromen, is het gepast om hier ook stil te staan bij de verschrikkingen die op dit moment in Oekraïne plaatsvinden. De Kamer heeft met de minister een discussie gehad over wat we op dit moment al kunnen doen om te voorkomen dat de Oekraïners de komende winter alweer in de kou staan. Daken zijn kapotgeschoten, bruggen zijn kapotgeschoten. Het Nederlandse bedrijfsleven, Nederlandse gemeenten en andere Nederlandse stakeholders staan klaar om te helpen bij de eerste herstelfase. Laten we dat als Nederland gaan coördineren. Laten we zorgen dat we, naast de noodhulp die we geven en voordat we wederopbouwplannen klaar hebben liggen in 2024/2025, beginnen met het herstel van Oekraïne waar we dat kunnen. Samen met een aantal andere partijen heb ik daarvoor een actieplan geschreven, dat ik zo meteen aan de minister zal overhandigen.
Ik heb ook een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat ondanks dat de oorlog nog in volle gang is, er gebieden zijn in Oekraïne waar het relatief veilig is en waar de Oekraïense bevolking te midden van de verwoesting het leven weer probeert op te pakken;
verzoekt de regering de in Nederland aanwezige kennis en expertise op de voornoemde gebieden binnen het bedrijfsleven en de lokale en nationale overheid te inventariseren en te coördineren dat deze effectief en op korte termijn kan worden ingezet voor het leveren van herstelhulp aan Oekraïne,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Hammelburg (D66):
Tot slot heb ik bij de minister aangegeven dat het echt noodzakelijk is dat we onze afhankelijkheid, vooral op het gebied van import, gaan afbouwen van landen als China die de internationale rechtsorde en mensenrechten niet respecteren. We willen in de toekomst niet worden gegijzeld door machtige landen waar we afhankelijk van zijn. We moeten onze handelsstromen dan ook gaan verleggen. Ondernemers ondernemen. Wij kunnen helpen en faciliteren om de banden naar de andere kant over de Atlantische Oceaan te verleggen. Ik dien daarom de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de oorlog in Oekraïne heeft laten zien welke risico's handel met onstabiele landen met zich meebrengt voor het Nederlandse bedrijfsleven;
verzoekt de regering om een concreet plan voor het sluiten van handels- en investeringsakkoorden, bijvoorbeeld met landen in Noord- en Zuid-Amerika en Afrika, te betrekken bij de diversificatie van handelspartners in de komende beleidsnota BuHaOS;
verzoekt de regering tevens zich ervoor in te zetten dat deze akkoorden voldoen aan de OESO-richtlijnen voor imvo,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Hammelburg (D66):
Ik heb wat overgeslagen gezien de tijd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik heet ook de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de brandstofprijs opnieuw hard stijgt;
overwegende dat Duitsland vanaf 1 juni de accijns op benzine met €0,30 per liter heeft verlaagd;
verzoekt de regering om in navolging van Duitsland de accijns op brandstof fors te verlagen, zolang de oorlog in Oekraïne aanhoudt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de sancties tegen Rusland niet het gewenste effect hebben om Rusland ertoe te bewegen de oorlog op korte termijn te beëindigen;
overwegende dat sancties tegen Rusland verregaande economische gevolgen hebben voor Nederland;
verzoekt de regering om de sancties tegen Rusland stop te zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
En dan de laatste.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de energieprijzen exorbitant zijn gestegen en per 1 juli de variabele tarieven met 25% tot 30% worden verhoogd;
constaterende dat in vele sectoren, zoals de agrarische sector, de bouw, transport, loonwerk en grondverzet, dit problematische gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering;
overwegende dat in andere landen, zoals België en Duitsland, wel rode diesel mag worden gebruikt, en daarmee rechtsongelijkheid is ontstaan, alsmede een ongelijk speelveld;
verzoekt de regering om rode diesel in de eerdergenoemde sectoren weer toe te staan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Deze motie is mede ingediend door collega Van der Plas.
De voorzitter:
Ik had al zo'n vermoeden. Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Amhaouch. O, wacht, er is nog een vraag van de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik heb een puntje van orde. Ik mag zelf niet meedoen aan het debat omdat ik niet aan de commissievergadering heb meegedaan. Ik was ook niet van plan om een motie in te dienen. Maar ik moet wel mijn fractie adviseren. Nou zijn dit allemaal moties ...
De voorzitter:
Ik zie dat u zich ook niet heeft ingeschreven voor nul minuten.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Nee, maar ik maak een punt van orde. We moeten hier namelijk over stemmen.
De voorzitter:
Ja, maar u heeft zich echt niet ingeschreven voor het debat.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik mag wel een punt van orde maken tijdens een vergadering.
De voorzitter:
Volgens mij geeft u dan aan dat u graag voor nul minuten op de lijst wilt staan. Dat gaan we dus nu doen. U staat erop. Dan geef ik u nu het woord voor uw vraag.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik vind het ingewikkeld dat dit alle drie moties zijn die gaan over sancties — dat is de verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken — of over de energieprijzen, waarvoor de staatssecretaris of de minister van EZK verantwoordelijk is. Dit debat gaat over de wederopbouw van Oekraïne, dus ik vraag me af of dit wel aan de orde is bij dit onderwerp. Dat punt wou ik toch even maken.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Volgens mij gaat dit debat over de gevolgen van de Oekraïneoorlog. Volgens mij zijn al die moties relevant. Ik begrijp deze rare riedel dus niet helemaal. Als iemand anders er nog iets over te zeggen heeft, graag, maar anders ga ik gewoon weer terug.
De voorzitter:
Ik begrijp van de griffier dat dit wel aan de orde is geweest in het debat. Dan geef ik het woord aan de heer Klink van de VVD. O, sorry, meneer Amhaouch! U bent aan de beurt, zeker. De heer Amhaouch van het CDA, gaat uw gang.
De heer Amhaouch (CDA):
Dank, voorzitter. Het debat ging wel degelijk over de impact van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland op het Nederlandse bedrijfsleven. Het is goed om te zien dat Europa, ook met 27 lidstaten, zo lang mogelijk de oorlogskas van Rusland met de sancties kan raken. Ik hoop dat we dat nog lang volhouden. We zitten nu al in het zesde sanctiepakket. Dat heeft ook wel weerslag op ons eigen bedrijfsleven. Daarom heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de door de sancties zwaarst getroffen sectoren van het Nederlands bedrijfsleven veel problemen ervaren door het opdrogen van afzetmarkten, prijsstijgingen en gebrek aan grondstoffen;
constaterende dat veel omringende landen het Europese crisiskader uitgewerkt hebben of andere steunmaatregelen voor de zwaarst getroffen sectoren geïnitieerd hebben;
overwegende dat door de gevolgen van de oorlog voor het Nederlands bedrijfsleven er behoefte is aan duidelijkheid vanuit de overheid en steun wanneer financieel gezonde bedrijven dreigen om te vallen;
overwegende dat Nederland nog geen aanvullende instrumentaria heeft uitgewerkt voor het ondersteunen van de zwaarst getroffen sectoren;
verzoekt de regering om met urgentie te onderzoeken of en, zo ja, hoe het huidige financieringsinstrumentarium, waaronder de BMKB-C, de GO-C en het Borgstellingskrediet voor de Landbouw (BL), geschikt en toegankelijk gemaakt kan worden voor getroffen bedrijven als gevolg van de oorlog in Oekraïne,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan geef ik nu wel het woord aan de heer Klink namens de VVD.
De heer Klink (VVD):
Voorzitter. In het commissiedebat op 11 mei heeft de minister toegezegd dat er een interdepartementale langetermijnvisie zal komen om handelsketens weerbaar en duurzaam te maken. Verder is door de minister aangegeven dat er meer inzet op strategisch grondstoffenbeleid zal komen, waarbij er vooral gekeken zal worden naar grondstoffen uit landen zoals China die naar Nederland en de Europese Unie gaan. In het commissiedebat is ook toegezegd dat het kabinet zich zal inzetten voor het behoud van kennis en kunde in cruciale sectoren, zoals de maritieme sector voor Defensie en offshore wind. De aangenomen motie van collega Valstar roept op om samen met de maritieme sector de onderhoudsachterstanden bij de marine weg te werken. Kan de minister de Kamer vóór 1 juli aanstaande informeren over de stand van zaken van de uitvoering van deze motie? Dat is mijn enige vraag. Verder heb ik geen aanvullende moties.
Dank.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Thijssen ziet af van zijn termijn, zie ik. Ik kijk even naar de bewindspersonen of vijf minuten voldoende is. Vijf minuten? Dan schors ik de vergadering tot 13.16 uur.
De vergadering wordt van 13.11 uur tot 13.17 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Schreinemacher:
Dank u wel, voorzitter. Ik zal de moties op de stukken nrs. 77, 78 en 80 behandelen. Mijn collega Adriaansens zal de andere moties voor haar rekening nemen.
De motie op stuk nr. 77 van meneer Hammelburg cum suis: oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 78: oordeel Kamer. Die verzoekt de regering zich tevens ervoor in te zetten dat deze akkoorden voldoen aan de OESO-richtlijnen. Akkoorden voldoen eigenlijk niet aan de OESO-richtlijnen, want daar moeten bedrijven aan voldoen. Als ik de motie zo mag lezen dat handelsakkoorden de OESO-richtlijnen bevorderen, dan krijgt zij oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Hammelburg knikt, dus dat wordt de interpretatie. De motie krijgt oordeel Kamer.
Minister Schreinemacher:
Dan de motie op stuk nr. 80 van de heer Van Haga. Die motie moet ik ontraden. Van stopzetten van sancties kan op dit moment geen sprake zijn zolang de Russische agressie voortduurt. Sterker nog, we blijven kijken naar aanvullende maatregelen om de druk op Rusland te verhogen. Dus: ontraden.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de minister van Economische Zaken en Klimaat.
Minister Adriaansens:
Dank u, voorzitter. Ik kom bij de motie op stuk nr. 79 van de heer Van Haga. Die vraagt om het verlagen van de accijns op brandstof. Die zal ik ontraden. Het kabinet heeft in 2022 forse koopkrachtmaatregelen getroffen om de impact van de hoge energie- en brandstofprijzen te dempen, waaronder dus ook al een tijdelijke verlaging van de accijns op brandstof.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 81 van de heer Van Haga, over rode diesel. Die zal ik ook ontraden. Een motie van soortgelijke strekking is al eerder ontraden. Het kabinet is namelijk niet voornemens om opnieuw een verlaagd tarief voor rode diesel te introduceren. Ik verwijs nogmaals naar het recente besluit om per 1 april de accijns op diesel, benzine en lpg te verlagen met 21%. Voor diesel leverde dat een besparing op van 11,1 cent per liter. Die motie wordt dus ontraden.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 82 van de heer Amhaouch, over aanvullende financiële instrumenten. Die wil ik met een interpretatie oordeel Kamer geven. Een belangrijke kanttekening is dat uit het onderzoek dat wordt gevraagd, ook kan blijken dat het bestaande financiële pakket volstaat. Want hoewel de Nederlandse economie er nog goed voor staat, begrijpt het kabinet de lastige situatie. Verschillende bedrijven moeten namelijk, onder andere door gedwongen sancties, hun koers op de afzetmarkten verleggen. Ook brengen de prijsstijgingen veel last met zich mee. Daarom worden bedrijven, zeker mkb-bedrijven, al goed ondersteund in het zoeken naar nieuwe afzetmarkten. Maar er zijn ook de bestaande regelingen, zoals de BMKB en de GO-C. We hebben ook nog diverse duurzaamheidssubsidies, de borgstelling voor de landbouw et cetera.
Voorzitter. Voor de duidelijkheid wil ik toch graag vermelden dat het financiële pakket redelijk vergelijkbaar is met de omliggende landen en dat wij continu in gesprek zijn met de bankensector en de zwaarst getroffen sectoren om het instrumentarium tegen het licht te houden. Op dit moment krijgen wij vanuit de banken signalen dat er vooralsnog geen toename zit in de behoefte aan ondersteuning bij liquiditeitstekorten. Ik denk dus dat het heel goed is om in dat onderzoek goed te kijken naar de realiteit, ondanks de zorgen, die wij trouwens delen. Het is dus niet zo dat ik de zorgen niet begrijp, want die heeft het kabinet ook. Daarom willen we het onderzoeken en geef ik de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk naar de heer Amhaouch.
De heer Amhaouch (CDA):
Dank aan de minister voor de toelichting. Een gelijk speelveld met de omringende landen is natuurlijk belangrijk. Het gaat natuurlijk ook over percentages. Daarom heb ik ook deze motie. In het debat kwam duidelijk naar voren dat BMKB en GO-C toegankelijk zouden zijn, maar dat is dus niet het geval. Daarom denk ik dat het heel belangrijk is dat dit onderzoek er gaat komen.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Amhaouch is blij.
Minister Adriaansens:
Dat is mooi.
De voorzitter:
Dat is mooi. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging. We gaan volgende week dinsdag stemmen over deze moties. Even een kleine correctie: we gaan straks nog stemmen over de moties met betrekking tot de RBZ Handel. Ik wil de minister in ieder geval …
Minister Adriaansens:
Voorzitter, ik geloof dat ik de vraag van de heer Klink ben vergeten. Ik kreeg dat door toen hij spontaan naar de microfoon liep, dus als u mij toestemming geeft, dan wil ik die vraag toch nog even pakken.
De voorzitter:
Jazeker, gaat uw gang.
Minister Adriaansens:
De heer Klink vroeg naar de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van de motie-Valstar over de pilot voor het versneld overgaan tot de aanschaf van materieel. Gisteren is de Defensienota gepubliceerd. Daarin worden genoemd het vergroten van de wendbaarheid en het actualiseren van het Defensie Materieel Proces, het DMP, in 2023. Ook wordt daarin ingegaan wanneer je moet afwijken van de algemene regels in bijzonder gevallen. Gisteren is die nota dus uitgegaan. Daarin wordt antwoord gegeven op het verzoek in de motie. Ik geloof alleen niet dat de naam van de motie letterlijk staat vermeld. Maar goed, het waren 200 pagina's, dus dat zouden we dan nog even moeten checken. Inhoudelijk is er wel op ingegaan. Dus er is al antwoord gegeven.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we nu echt aan het einde gekomen van deze beraadslaging.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor haar aanwezigheid bij vier tweeminutendebatten. Ik dank de woordvoerders. Dan gaan we meteen door naar het tweeminutendebat Verduurzaming industrie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20212022-87-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.