20 Leefomgeving

Aan de orde is het VAO Leefomgeving (AO d.d. 12/09).

De voorzitter:

We gaan gelijk door met het volgende onderwerp, het een-na-laatste voor vandaag. Dat betreft het verslag algemeen overleg Leefomgeving. Ook dat vindt plaats in debat met de minister voor Milieu en Wonen.

Als eerste spreker is het woord aan de heer Van Aalst namens de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Vanavond is het heerlijke avondje van Sinterklaas en natuurlijk zijn Zwarte Piet. Wat is dan fijner om samen met het gezin en al die cadeautjes gezellig bij de open haard te gaan zitten en te proosten op een mooie avond? De PVV vindt dat natuurlijk geweldig, en daarom vindt de PVV het belangrijk dat houtstook gewoon mogelijk blijft in Nederland. De linkse deugbrigades hebben de oorlog verklaard aan de houtstook, en doen alsof het hebben van een open haard of een vuurkorf, of zelfs de barbecue, gelijkstaat aan milieucriminaliteit.

Voorzitter. De PVV gaat daar niet in mee. Daarom dienen wij vandaag een motie in om te stoppen met al die strengere eisen voor de houtstook, zodat we er gezellig een avondje lekker warmpjes bij kunnen zitten. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat houtstook voor veel Nederlanders een belangrijke bron van warmte, energie en plezier is;

van mening dat houtstook daarom niet aan banden moet worden gelegd;

verzoekt de regering per direct te stoppen met het opleggen van strengere eisen voor houtstook,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Aalst. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 337 (29383).

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker is mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. De afgelopen maanden is er natuurlijk heel erg veel te doen geweest rond pfas in de bodem. We hebben het in diverse debatten gehad over het feit dat er echt een bronaanpak nodig is om dit probleem het hoofd te bieden. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de groep pfas-stoffen erg groot is en dat de vele varianten vaak onderling uitwisselbaar zijn;

overwegende dat pfas-stoffen niet afbreken in de natuur, zich ophopen in het lichaam en schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mensen, en er amper methodes zijn om pfas te zuiveren uit bodem of water;

overwegende dat op dit moment per stof het proces binnen REACH doorlopen wordt, maar dat de regels uit het tijdelijk handelingskader al voor alle pfas-stoffen gelden;

verzoekt de regering om te onderzoeken of het mogelijk is om alle pfas-stoffen, die als eigenschap hebben dat ze persistent zijn, als groep als (potentieel) Zeer Zorgwekkende Stof aan te merken en zich in Europa sterk te maken voor eenzelfde stap onder REACH;

verzoekt de regering tevens om samen met decentrale overheden in kaart te brengen welke stappen Nederland zelf kan zetten om het gebruik, de productie en de verwerking van pfas terug te dringen, en voor de zomer met een bronaanpak te komen die vervuiling door pfas in alle stappen van de keten terugdringt of voorkomt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 338 (29383).

Een vraag van de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Ja, toch even een vraag, want ik hoor van mijn collega van GroenLinks hele grote woorden: pfas is vreselijk voor de volksgezondheid. Volgens mij is dat precies waar het RIVM mee bezig is: de norm is van 0,1 naar 0,8 gegaan, waardoor onze mensen in ieder geval weer aan het werk kunnen. Kan mijn collega van GroenLinks uitleggen waar zij het op baseert dat pfas op dit moment een bedreiging is voor de gezondheid?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Volgens mij hebben wij in het debat hierover het nodige gewisseld. Er zijn onderzoeken van het RIVM, onderzoeken van de EFSA en onderzoeken van diverse Amerikaanse wetenschappelijke instituten. Die gaan allemaal over de toxicologische effecten van pfas. Dat is deels bij mensen onderzocht en deels bij proefdieren onderzocht. Daar komen normen uit. De EFSA heeft op dit moment als conceptnormen vijftien keer strengere normen dan waar het RIVM op dit moment mee werkt. Als de heer Van Aalst verwijst naar de 0,1-/0,8-discussie: dat gaat over microgrammen in de bodem. Dat is dus iets anders dan blootstellingswaarden. Over die blootstellingswaarden gaat de EFSA, want dat gaat over wat we binnenkrijgen.

De voorzitter:

Afrondend, de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik ken die onderzoeken ook, maar volgens mij zeggen die onderzoeken wat over de kans. Volgens mij is nog niet definitief vastgesteld wat voor gevolgen het voor de volksgezondheid heeft. Het lijkt mij op dit moment dus heel verstandig om, voordat we rigoureuze besluiten nemen, toch even af te wachten wat de situatie met betrekking tot de volksgezondheid is. Is mijn collega dat met mij eens?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Wat pfas betreft zie je dat er de afgelopen vijftien jaar steeds meer onderzoek is gekomen naar de verschillende stoffen. Eigenlijk baart elk onderzoek ons meer zorgen. Wij zijn dan ook erg blij dat deze minister het voorzorgsprincipe hanteert en echt aan de noodrem heeft getrokken.

Ik dien een tweede motie in, eigenlijk naar aanleiding van Kamervragen waarop wij gisteren de antwoorden kregen. Dan gaat het over het feit dat er in de Verenigde Staten ook pfas in kunstgrasvelden is aangetroffen. Dat baart ons veel zorgen, aangezien kunstgrasvelden door kinderen actief gebruikt worden bij hun spel, maar ook aangezien de verwerking van kunstgrasvelden niet op orde is en er daardoor mogelijk besmetting kan plaatsvinden. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat pfas ook bij de productie van kunstgrasvelden gebruikt wordt, en in de VS is aangetoond in kunstgrasvelden;

overwegende dat vanuit de kunstgrasvelden mogelijk directe blootstelling aan pfas voor kwetsbare groepen kan plaatsvinden, alsook vervuiling van de bodem;

overwegende dat de recycling van kunstgrasvelden op dit moment niet op orde is en in grote hoeveelheden opgeslagen zijn, waarbij mogelijke pfas-vervuiling niet uitgesloten is;

verzoekt de regering om te onderzoeken of in Nederlandse kunstgrasvelden pfas daadwerkelijk aanwezig is, en of via kunstgrasvelden zowel directe als indirecte blootstelling aan pfas kan plaatsvinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 339 (29383).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank.

De voorzitter:

U ook bedankt. Dan is het woord aan de heer Von Martels van het CDA.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter. Wie het verleden niet kent, kan het heden niet doorgronden noch richting geven aan de toekomst. Dat geldt ook voor pfas. Ook al heeft pfas nog maar een hele recente geschiedenis, het is toch belangrijk om te weten wat er precies gebeurd is de afgelopen maanden en het is ook heel belangrijk om te kijken hoe we in de toekomst omgaan met zeer zorgwekkende stoffen.

De motie die ik wil indienen, luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met de invoering van het tijdelijk handelingskader pfas grote uitvoeringsproblemen zijn ontstaan voor veel bouw- en baggerbedrijven;

van mening dat het wenselijk was geweest indien deze problemen, inclusief hoe ermee om te gaan, bekend hadden kunnen zijn voor de invoering van het tijdelijk handelingskader pfas;

verzoekt de regering om met de decentrale overheden een grondige evaluatie uit te voeren naar de totstandkoming van het tijdelijk handelingskader pfas en de hieruit ontstane problemen;

verzoekt de regering tevens om te schetsen hoe we deze problemen in de toekomst gaan voorkomen bij stoffen die als zeer zorgwekkend worden aangemerkt;

verzoekt de regering om dit voor het vaststellen van het definitieve handelingskader naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Von Martels en Ziengs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 340 (29383).

De heer Van Aalst (PVV):

Even voor de duidelijkheid: hoor ik mijn collega van het CDA nu eigenlijk gewoon zeggen dat het invoeren van de pfas-norm van 0,1 door deze minister, die toen staatssecretaris was, gewoon een blunder is geweest en dat hij eigenlijk verwacht dat zij daar excuses voor maakt?

De heer Von Martels (CDA):

Nee, dat hoort u mij niet zeggen. Ik vraag om te kijken wat er zich allemaal precies heeft afgespeeld. En trouwens, er was geen norm van 1,0; er was een detectiegrens.

De voorzitter:

Afrondend, de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Er was een tijdelijk handelingskader met 0,1, waardoor je inderdaad een detectiewaarde kreeg waardoor alles op slot kwam. Ik hoor u zeggen: dat was een hele foute keus. Bent u het met mij eens dat de staatssecretaris daar gigantische blunder heeft begaan?

De heer Von Martels (CDA):

Nee, dat ga ik zeker niet bevestigen. Ik vraag heel duidelijk om te kijken wat er nou precies is gebeurd. Mijn collega Ziengs vraagt daar ook naar. Jammer dat u uw oordeel al klaar heeft. Wij hebben dat nog niet, maar we willen wel weten wat er precies gebeurd is.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot van de zijde van de Kamer is het woord aan mevrouw Van Kooten-Arissen.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, dank u wel. Jaarlijks overlijden minimaal 11.000 mensen vroegtijdig door fijnstof en stikstofdioxide. Meer dan 20% van de volwassenen ontwikkelt een chronische bronchitis die grotendeels door fijnstof wordt veroorzaakt. Een op de vijf kinderen heeft astma veroorzaakt door de veehouderij, het verkeer en de industrie. Versnelde maatregelen zijn daarom nodig. Ik heb één motie daarover.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de huidige concentraties luchtvervuiling grote gezondheidsrisico's kennen, waaronder minstens 11.000 vroegtijdige sterfgevallen per jaar en het veroorzaken en verergeren van longziekten en hart- en vaatziekten;

overwegende dat uit het ibo luchtkwaliteit blijkt dat het scenario "Versnellen: hogere gezondheidswinst in 2025" haalbaar is, mits extra inspanningen worden geleverd;

verzoekt de regering aan de Kamer een overzicht te doen toekomen van maatregelen die al eerder ingezet kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Kooten-Arissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 341 (29383).

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de Kamer in dit VAO Leefomgeving. Ik schors de vergadering enkele minuten. Daarna krijgen we de appreciatie van de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het verslag algemeen overleg Leefomgeving. Het woord is aan de minister voor Milieu en Wonen.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Voorzitter. Ik zou bijna willen beginnen met:

Het is me toch wat

Bijna het laatste debat

Hierna gezwind

Naar de cadeautjes van de Sint.

Ik heb hierna nog een debat, maar volgens mij is het voor de meeste woordvoerders het laatste. Ik wens hen vast een mooie avond.

Voorzitter. De moties. De PVV vraagt in haar motie op stuk nr. 337 om per direct te stoppen met de strengere houtstookeisen. Ik ontraad deze motie, want we hebben een pakket neergelegd dat ook gerelateerd is aan gezondheid.

De motie van GroenLinks op stuk nr. 338 wijst op een belangrijk punt, namelijk bronbeleid. Ik wil het inderdaad fors terugdringen vanuit puntbronnen, afvalstromen en producten. Ik ben daar in de recente brieven ook op ingegaan. De motie vraagt om alle pfas-stoffen tot ZZS te verklaren, maar dat duurt heel erg lang. Wel hebben we een route gevonden die beter aansluit bij het doel, namelijk de Europese restrictie. Met die restrictie hebben we namelijk alle producten die op de EU-markt komen te pakken, om het maar even huiselijk te zeggen, ook via import. Daarom vind ik dat een effectievere route op dit moment. Alleen essentiële toepassingen houden we dan nog over. Als ik de motie zo mag uitleggen dat ik voortvarend voortga op deze sporen van het bronbeleid, kan ik deze motie oordeel Kamer geven en zal ik regelmatig over de voortgang rapporteren.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Kröger knikken. Twijfelt zij nog?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Als dit spoor volgens de minister het snelste en het meest effectief is, lijkt het mij goed dat dit wordt ingezet.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Dat is het, ja.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het gaat natuurlijk ook over stappen die we in Nederland kunnen zetten. Wat kunnen we in Nederland doen om de verschillende facetten van de keten, zoals verwerking en productie, in kaart te brengen en daar actie op te ondernemen?

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Zeker. We gaan het Europese spoor van de restrictie volgen. Dat is het snelste en het meest effectief. We gaan samen met decentrale overheden — we hebben immers verschillende bevoegdheden — kijken wat we in Nederland nog kunnen doen. Op beide elementen komen we terug. Oordeel Kamer, met de aangegeven kwalificatie.

Dan de motie van mevrouw Kröger op stuk nr. 339, die gaat over kunstgras. Ik zou mevrouw Kröger willen vragen om deze aan te houden, want we laten bureau Arcadis nu een breed onderzoek uitvoeren naar pfas in producten, productieprocessen en afvalstromen. Dat is ook weer input voor het overleg waar mevrouw Kröger in de vorige motie aandacht voor vroeg. Daarom vraag ik haar de motie even aan te houden, want dit valt in het bredere pakket.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Als de minister aangeeft — dat was voor mij niet duidelijk uit de antwoorden op mijn Kamervragen — dat ook kunstgras als potentiële bron in dat onderzoek meegenomen wordt, houd ik de motie graag aan.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Ja. Bij extrusieprocessen, waarmee bijvoorbeeld kunstgras wordt geproduceerd, kan pfas worden gebruikt. We zullen Arcadis vragen om dit ook mee te nemen in de afbakeningsfase van het onderzoek.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (29383, nr. 339) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Voorzitter. Dan de motie van de heer Von Martels op stuk nr. 340. Ik begrijp heel erg goed de behoefte om een evaluatie te doen van de totstandkoming van het tijdelijke handelingskader, waarbij we ons erop richten om er in de toekomst voor te zorgen dat we dat op een andere manier voor elkaar krijgen. Die behoefte heb ik zelf ook. Het is echt belangrijk om lessen te leren — de zinsnede waar de heer Von Martels mee begon, vond ik heel mooi — want anders kun je de toekomst niet vormgeven. Dat vind ik ontzettend belangrijk. Het is ook belangrijk om samen met andere overheden terug te kijken. Ik heb in mijn brief van afgelopen vrijdag aangegeven dat ik aan de hand van een algemene integrale benadering van ZZS, die gericht is op de hele keten, hiernaar wil kijken. We pakken dit samen op. Ik zie deze motie aan de ene kant als een precisering, maar ook als een aanvulling van hetgeen wat ik daarin heb aangegeven. Ik laat het oordeel over de motie graag over aan de Kamer. Ik denk dat hiermee een belangrijke stap wordt gezet.

Voorzitter. Dan ga ik over naar de motie op stuk nr. 341. Omdat we met een Schone Lucht Akkoord komen, mevrouw Arissen, zou ik u willen vragen om deze motie tot die tijd aan te houden.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Van Kooten-Arissen naar voren lopen.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Het is ook al tijdens het AO gewisseld dat de staatssecretaris met het Schone Lucht Akkoord komt. Maar bijvoorbeeld het Longfonds en de Hartstichting maken zich heel ernstig zorgen over de luchtkwaliteit in Nederland en zeggen: de staatssecretaris heeft aangegeven dat bepaalde maatregelen eventueel versneld kunnen worden ingevoerd om de lucht schoner te maken. Het enige dat ik vraag, is om de maatregelen die nu al op korte termijn zouden kunnen worden ingevoerd, naar de Kamer te sturen. Zo zouden we er zelf over kunnen beslissen.

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Met het Schone Lucht Akkoord streven we naar gezondheidswinst door het verbeteren van de lucht. Dat sluit helemaal aan bij de zorgen die mevrouw Van Kooten-Arissen hier noemt. In het SLA staan een aantal maatregelen die we ook al in gang hebben gezet, dus we wachten daar niet op. Zodra er maatregelen zijn waarvan we denken dat zij al in kunnen gaan, doen we dat, maar de aanvullende maatregelen komen in het SLA. Dan kunt u in het hele pakket zien waar allemaal aan gewerkt wordt. We laten niks onnodig liggen.

De voorzitter:

Is dat voldoende om aan te geven of u de motie aanhoudt of in stemming brengt?

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Wanneer komt het Schone Lucht Akkoord exact naar de Kamer?

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

Voor de zomer komt het naar de Tweede Kamer. Anders moet ik de motie ontraden, want u vraagt om een apart ander document op te stellen en dat ga ik niet doen.

De voorzitter:

Dan houden we het even op oordeel ontraden. Misschien dat mevrouw Van Kooten-Arissen zich nog bedenkt, maar dat zien we dan wel. Ik dank de minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het VAO Leefomgeving. Over de ingediende moties gaan we dinsdag 10 december aanstaande stemmen. Ik schors de vergadering heel even omdat we een aantal nieuwe woordvoerders zoeken voor het laatste debat.

De vergadering wordt van 16.54 uur tot 16.55 uur geschorst.

Naar boven