15 Landbouw- en Visserijraad van 15 juli 2019

Aan de orde is het VSO Landbouw- en Visserijraad van 15 juli 2019 (21501-32, nr. 1193).

De voorzitter:

Ik stel voor dat we onmiddellijk doorgaan met het volgende onderwerp, het verslag schriftelijk overleg Landbouw- en Visserijraad, wederom met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Als eerste spreker geef ik het woord aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. We hebben in juli het schriftelijk overleg gevoerd met de minister, onder andere over de Europese verordening die gaat over het transporteren van levende dieren. Sindsdien zijn er alleen maar hele erge dingen gebeurd. Het is heel heet geworden. Dieren hebben ongelofelijk geleden. De afgelopen week hebben we gezien dat een transport met meer dan 14.000 schapen uit Roemenië naar nota bene Saudi-Arabië per schip dramatisch is afgelopen. Wat de Europese Commissie nu ook voorzichtigjes probeert: er moeten veel meer maatregelen komen om dieren te beschermen. Daarover gaat mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Transportverordening nog altijd toelaat dat dieren vanuit de EU op ellenlang transport worden gezet naar Azië, Noord-Afrika en het Midden-Oosten;

overwegende dat het recente drama waarbij meer dan 14.000 schapen zijn verdronken nadat het schip waarop ze vanuit Roemenië op transport waren gezet naar Saudi-Arabië kapseisde, de noodzaak om te stoppen met deze horrortransporten alleen maar verder onderstreept;

spreekt uit dat transporteren van dieren vanuit de EU naar derde landen ver weg ongewenst en onacceptabel is;

verzoekt de regering zich sterk te maken voor een aanpassing van de Europese Transportverordening die hier recht aan doet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1210 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan is er ook nog van alles gebeurd op het gebied van de handelsverdragen. We hebben eerder gezien dat bij het verdrag met Oekraïne, waarbij er veel meer kippenvlees deze kant op kwam dan de regering van tevoren had bedacht, er een heronderhandeling heeft plaatsgevonden over het quotum. Toen dat quotum was verhoogd, waarmee de Nederlandse regering zelf had ingestemd, was minister Schouten na afloop boos. Wij willen zo'n scenario voorkomen. Wij hebben gezien dat de Europese Commissie de onderhandelingen met Thailand opnieuw heeft opgestart sinds er daar verkiezingen zijn geweest. Nou is Thailand een nog veel grotere exporteur van kippenvlees naar de Europese Unie dan Oekraïne, zelfs nog groter dan Brazilië. We hebben minister Kaag daarover bevraagd. Zij zegt: niets aan de hand; we wachten gewoon wel even af. Ik wil eigenlijk weten wat de minister van Landbouw gaat doen om op tijd in te grijpen, want boeren maken zich terecht zorgen over deze mogelijke nieuwe handelsdeal, die zal zorgen voor overspoeling van de Nederlandse markt met producten die ver onder de Europese standaarden liggen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Lodders namens de VVD.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Ik kan heel kort zijn. Ik heb namelijk een vraag naar aanleiding van de brief die wij ontvangen hebben over de SCoPAFF die op 5 en 6 december plaatsvindt. Omdat het nogal technisch is, zal ik de vraag stellen bij het VAO Gewasbeschermingsmiddelen.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de zijde van de Kamer. De minister heeft de motie nog niet en zal er misschien ook even twee minuten naar moeten kijken. Ik schors de vergadering.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het verslag van een schriftelijk overleg over de Landbouw- en Visserijraad. Het woord is aan de minister van LNV.

Minister Schouten:

Voorzitter. Er is één motie, van mevrouw Ouwehand, waarin de regering wordt verzocht om zich sterk te maken voor een aanpassing van de Europese Transportverordening die lange diertransporten naar derde landen verbiedt. Nederland is het enige land dat geen slachtdieren naar derde landen exporteert, maar wel fokdieren, dieren die voor de fok zijn bedoeld. Wij zetten in Europa in op de aanpassing van de Transportverordening op dit punt: dat ook slachtdieren niet meer naar derde landen gaan. Voor dat aspect doen we al wat de motie vraagt. Deze motie vraagt het voor alle dieren, dus ook voor dieren die gefokt worden, maar dat is net te absoluut. Daarom zou ik de motie moeten ontraden, maar op het punt van de slachtdieren doen we dus al wat de motie vraagt.

Dan de vraag over Thailand. Ik heb even gevraagd wat minister Kaag daarover vorige week in de Kamer heeft gezegd. U weet: het kabinet spreekt met één mond. Zij heeft hier al op gereageerd door te stellen dat voor het huidige mandaat met Thailand wordt bekeken of het geactualiseerd moet worden. Ik stel voor dat u deze discussie verder met haar voert, want daar bent u ook al mee begonnen. Zij heeft al aangegeven dat zij ernaar kijkt. Ik denk dat de Kamer het debat daarover verder met haar zal voeren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Een korte vraag. Ik heb inderdaad aan minister Kaag voorgelegd: haal landbouw er dan uit! Het antwoord was: dat kan niet. Dus we hebben te maken met een heropening van de onderhandelingen over een verdrag waar landbouw een belangrijk onderdeel van is en we zien dat Thailand de grootste kippenexporteur ter wereld is naar de EU. Ik wil niet weer dat we pas op het allerlaatste moment spijt krijgen of dat we te horen krijgen: ja, maar nú kunnen we geen bezwaar meer maken. Mijn vraag is dus: welke zorgen heeft de minister van Landbouw hierover? Wordt er op tijd ingegrepen? En zo ja, hoe dan?

Minister Schouten:

Mevrouw Ouwehand weet dat wij altijd als wij dit soort afspraken maken, ook kijken naar de manier waarop die dieren gehouden zijn, naar de middelen die daarin toegestaan zijn, en naar hoe ook in die sfeer met dierenwelzijn wordt omgegaan. Dat is ook de lijn die Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en OS op dit punt hanteren. Ik ga ervan uit dat dat nu dus ook weer het geval is.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn wij ook aan het einde gekomen van de behandeling van dit verslag van een schriftelijk overleg over de Landbouw- en Visserijraad.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties stemmen we dinsdag, 10 december.

Naar boven