8 Ambulancezorg/Acute zorg

Aan de orde is het VAO Ambulancezorg/Acute zorg (AO d.d. 03/10).

De voorzitter:

Aan de orde is de behandeling van het verslag algemeen overleg Ambulancezorg/Acute zorg. Dat algemeen overleg vond op 3 oktober plaats. Dat is al even geleden, maar we gaan toch vandaag over dit onderwerp spreken.

Ik heet de minister voor Medische Zorg van harte welkom. Ook de leden heet ik van harte welkom. Als eerste is het woord aan mevrouw Van den Berg namens het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste betreft Woerden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Woerden een adherentiegebied heeft van 100.000 inwoners en dat er voor deze inwoners na 17.00 uur geen huisarts meer beschikbaar is;

overwegende dat zorgbehoefte een belangrijke pijler zou moeten zijn voor de inrichting van het zorgaanbod;

overwegende dat beschikbaarheid van laagcomplexe acute zorg tijdens de piekuren na 17.00 uur veel van de benodigde zorgbehoefte kan opvangen;

overwegende dat in de toekomst zorg geborgd kan worden doordat er procesinnovaties worden toegepast en anders wordt gewerkt zoals met een rapid responder die naar mensen toe kan gaan;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de verantwoordelijke verzekeraar om een pilot laagcomplexe acute basiszorg te starten tijdens de piekuren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 298 (29247).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dan de volgende.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat acute zorg (SEH of HAP) op veel plekken onder druk staat door toenemende kwaliteitseisen en/of personele uitdagingen;

overwegende dat er geen zicht is of de acute zorg via de HAP en de SEH logisch ingericht is op basis van regio's en inwoners;

overwegende dat de minister in een AMvB opneemt dat bij voorgenomen wijzigingen in acute zorg er overleg moet zijn met regionale bestuurders en inwoners;

overwegende dat er regionale zorgbeelden worden gemaakt door zorgverzekeraars in samenwerking met het RIVM;

overwegende dat de minister bezig is met een houtskoolschets over de toekomst van de acute zorg omdat hij de huidige problemen in de acute zorg onderkent;

verzoekt de regering te borgen dat er geen nieuwe besluiten worden genomen waardoor er huisartsenposten en/of spoedeisendehulpposten verdwijnen zolang er geen regiobeelden bekend zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 299 (29247).

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van Gerven namens de Socialistische Partij.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Een drietal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat kleine ziekenhuizen en kleine ziekenhuislocaties, waaronder het Refaja in Stadskanaal en het Bethesda Ziekenhuis in Hoogeveen, steeds vaker de deuren moeten sluiten van hun acute zorgafdelingen;

van mening dat dit een onwenselijke situatie is;

verzoekt de regering een beschikbaarheidsbijdrage beschikbaar te stellen voor kleine ziekenhuizen of kleine ziekenhuislocaties zodat acute zorg ook daar volwaardig kan worden gegarandeerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 300 (29247).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat recent 500 medewerkers van het Treant ziekenhuis hun baan verloren en dat bij het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis nog eens 150 mensen hun baan verliezen;

van mening dat gezien de behoefte aan ziekenhuiszorg en het gebrek aan personeel het niet wenselijk is dat er ziekenhuizen verdwijnen dan wel banen van ziekenhuismedewerkers verloren gaan;

spreekt uit dat er per direct een moratorium moet komen op het sluiten van ziekenhuizen en ziekenhuisafdelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 301 (29247).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de directie plannen heeft om de acute verloskunde en kinderafdeling te sluiten van het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk in strijd met de belofte bij de fusie met het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem dat het SKB een volwaardig ziekenhuis zou blijven;

constaterende dat het SKB een "gevoelig" ziekenhuis is op grond waarvan sluiting van de acute verloskunde en kindergeneeskunde niet aan de orde kan zijn;

spreekt uit dat de acute verloskunde en kindergeneeskunde in het SKB moeten blijven;

vraagt de minister hiervoor zorg te dragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Hijink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 302 (29247).

Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Ploumen, namens de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het feit dat SEH-posten op verschillende plekken worden gesloten en goede zorg dichtbij daarmee onder druk komt te staan;

constaterende dat door het initiatief van de spoedpolikliniek al op enkele plekken, waaronder Spijkenisse, succesvol een groot deel van de spoedzorg dicht bij huis gegeven kan worden;

constaterende dat het initiatief van de spoedpolikliniek een oplossing biedt voor de SEH-problematiek in Flevoland en Spijkenisse;

verzoekt de regering om het initiatief van de 24/7-spoedpolikliniek als alternatief voor ziekenhuizen in Spijkenisse en Flevoland waar SEH's sluiten concreet vorm te geven in aanvulling op de wijze waarmee er gewerkt wordt in de toekomstverkenning om te verzekeren dat mensen goede zorg dicht bij huis krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ploumen en Veldman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 303 (29247).

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat aanrijtijden van ambulances in veel regio's langer zijn dan de afgesproken norm;

overwegende dat deze norm niet slechts een vrijblijvend richtsnoer is, maar van vitaal belang voor mensen in nood;

overwegende dat deze problematiek in Flevoland nijpend is door het sluiten van ziekenhuizen;

verzoekt de regering op korte termijn maatregelen te treffen om in Flevoland structureel adequate ambulancezorg binnen de landelijke normen te borgen en extra ambulance-inzet te doen realiseren, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ploumen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 304 (29247).

Dank u wel. Het woord is nu aan mevrouw Ellemeet, namens GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nu een houtskoolschets gemaakt wordt voor de acutezorgketen;

constaterende dat ambulancezorg bekostigd zal worden op basis van beschikbaarheid, maar de spoedeisendehulpposten gefinancierd worden op basis van productie;

overwegende dat SEH-posten, net als ambulances, regionaal beschikbaar moeten zijn;

verzoekt de regering om te onderzoeken of en, zo ja, hoe beschikbaarheidsfinanciering voor SEH-posten in de houtskoolschets opgenomen kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ellemeet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 305 (29247).

Dank u wel. Tot slot in deze eerste termijn is het woord aan mevrouw Agema, namens de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van oordeel dat de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de zorg op Voorne-Putten onvoldoende gewaarborgd is;

van mening dat bereikbaarheid en toegankelijkheid van de zorg een publieke taak is van de overheid;

verzoekt de regering te zorgen voor een volwaardig ziekenhuis op Voorne- Putten met 24/7 spoedeisende hulp en acute verloskunde,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 306 (29247).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in diverse regio's de vijftienminutennorm voor de spoedeisende ambulanceritten niet wordt gehaald;

van mening dat verdere afkalving of oprekking van de normen voor spoedeisende hulp een halt toegeroepen moet worden;

verzoekt de regering op korte termijn te komen met een oplossing voor die regio's waarin de vijftienminutennorm voor de spoedeisende ambulanceritten niet wordt gehaald,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 307 (29247).

Mevrouw Agema (PVV):

Verder dank ik de minister voor de toezegging tijdens het debat om te kijken naar de acute zorg, de ambulanceritten op Voorne-Putten en het niet halen van de 95%-norm binnen 15 minuten.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors de vergadering tot 20.30 uur. Daarna geeft de minister het oordeel over de negen moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het verslag van het algemeen overleg Ambulancezorg/Acute zorg. We zijn toe aan de termijn van de zijde van de regering. Ik geef de minister voor Medische Zorg het woord.

Minister Bruins:

Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 298 verzoekt de regering te borgen dat er geen nieuwe besluiten worden genomen waardoor er huisartsenposten of spoedeisendehulpposten verdwijnen zolang er geen regiobeelden bekend zijn. Ik ontraad die motie. Er zijn allerlei ontwikkelingen in het zorglandschap. Ik verwacht dat, als wij de regiobeelden hebben, we behoefte krijgen aan opvolgende regiobeelden en een handelingsperspectief. De ontwikkeling in de zorg gaat daar denk ik niet op wachten. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 298.

De motie op stuk nr. 299 verzoekt de regering in gesprek te gaan met de verantwoordelijke verzekeraar om een pilot laagcomplexe acute basiszorg te starten tijdens de piekuren. Ik ben graag bereid het gesprek met de verzekeraars te voeren om een reactie te geven op het verzoek dat in de motie is neergelegd. Uiteindelijk is het natuurlijk aan huisartsen en zorgverzekeraars om deze zorg wel of niet aan te bieden. Maar ik ben bereid daarover met de verzekeraars het gesprek te voeren. Ik neem de motie dan onder de arm mee. Als ik deze uitleg aan de motie kan geven, geef ik het oordeel daarover aan de Kamer.

De voorzitter:

U heeft de volgorde omgedraaid.

Minister Bruins:

O, dat spijt mij geweldig.

De voorzitter:

Dat is niet echt een probleem, maar dat laatste oordeel ging over de motie op stuk nr. 298. Het eerste oordeel ging volgens mij over de motie op stuk nr. 299.

Minister Bruins:

Als u dat zegt. Ik heb de oordelen op inhoud hopelijk wel juist.

De voorzitter:

Dus de motie op stuk nr. 298 heeft oordeel Kamer en de motie op stuk nr. 299 is ontraden.

Minister Bruins:

Dat is juist, voorzitter. Ik heb een andere nummering aangehouden, waarvoor mijn verontschuldigingen.

De voorzitter:

Geen probleem.

Minister Bruins:

Het trefwoord in de motie op stuk nr. 300 is Refaja. Ik check dat eventjes bij uw Kamer. Ja, dat stimmt. Daarin wordt de regering verzocht een beschikbaarheidsbijdrage beschikbaar te stellen voor kleine ziekenhuizen of kleine ziekenhuislocaties zodat acute zorg ook daar volwaardig kan worden gegarandeerd. Ik ontraad deze motie. De indiener weet heel goed dat de in de motie genoemde ziekenhuizen geen gevoelige ziekenhuizen zijn. Dat is de reden dat ik deze motie ontraad.

Dan de motie op stuk nr. 301, met als trefwoord Canisius Wilhelmina Ziekenhuis. Die spreekt uit dat er per direct een moratorium moet komen op het sluiten van ziekenhuizen en ziekenhuisafdelingen. Ik ontraad deze motie. Ik heb al gezegd dat er in het ziekenhuislandschap heel veel ontwikkelingen zichtbaar zijn; vandaag, morgen en overmorgen. Daarbij gaat het er steeds om dat er voldoende zorg beschikbaar blijft voor de inwoners van ons land, en dat die zorg van goede kwaliteit is. Daar is het beleid op gericht. Daar past een moratorium wat mij betreft niet bij. Ik ontraad dus de motie op stuk nr. 301.

Dan de motie op stuk nr. 302. Die gaat over Streekziekenhuis Koningin Beatrix en spreekt uit dat de acute verloskunde en kindergeneeskunde in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix moeten blijven. Ik ontraad de motie. Ik heb gisteren bij de mondelinge vragen aangegeven dat ik in gesprek ga met de directie van het ziekenhuis en dat we in afwachting zijn van de plannen die men daar voor de toekomst maakt. Vanwege deze uitspraak ontraad ik de motie.

De heer Van Gerven (SP):

Hier begrijp ik werkelijk niets van. De minister zegt zelf in zijn commentaar op een eerdere motie van mij dat, als het gaat om kleine ziekenhuizen, dit geen gevoelig ziekenhuis is. In Winterswijk gaat het juist wel om een gevoelig ziekenhuis, en ook om een ziekenhuis waarbij bewoners ten minste 35 kilometer of meer moeten reizen naar het volgende ziekenhuis als de acute verloskunde of de acute hulp verdwijnt.

Minister Bruins:

Ik kijk naar het dictum in de motie. Daar wordt uitgesproken dat de acute verloskunde en de kindergeneeskunde in het SKB moeten blijven. Dat is nou juist het onderwerp van onderzoek, dus daar wil ik niet op vooruitlopen. Het voortouw ligt bij de raad van bestuur van het ziekenhuis. Daarover zal ik, omdat de Kamer het gevraagd heeft en ik het interessant vind, het gesprek voeren.

De heer Van Gerven (SP):

Afrondend dan. Ik constateer dat de minister gewoon z'n eigen regels aan z'n laars lapt. We hebben afgesproken dat een gevoelig ziekenhuis, waarbij de vijfminutennorm in het geding is, en in dit geval blijkt dat uit de berekeningen van het RIVM, de acute verloskunde en de acute spoedeisende hulp dient te behouden. Dat weet de minister toch ook? Dan kan hij toch niet nu met droge ogen beweren dat hij gaat luisteren naar de directie, die kennelijk andere plannen heeft? Dan zou hij gewoon pal moeten staan voor die bewoners daar en ook voor z'n eigen wet- en regelgeving.

Minister Bruins:

Bij de gevoeligheid gaat het over de spreiding van ziekenhuizen. Ik zeg het iets te grofmazig. Voor het naastgelegen ziekenhuis, in Doetinchem, wordt een andere locatie gezocht. Dan moet er dus opnieuw worden gekeken naar het thema van de gevoeligheid. Ik heb al gezegd dat ik de motie op stuk nr. 302 ontraad.

In de motie op stuk nr. 303 wordt de regering verzocht om het initiatief van de 24/7-spoedpolikliniek als alternatief voor ziekenhuizen in Spijkenisse en Flevoland waar SEH's sluiten concreet vorm te geven in aanvulling op de wijze waarmee er gewerkt wordt in de toekomstverkenning om te verzekeren dat mensen goede zorg dichtbij huis krijgen. Ik ben aan het kijken waar nou de nadruk ligt in dat hele grote verzoek. Ik ga niet zelf spoedpoliklinieken realiseren, maar het idee van het uitwerken van de 24/7-spoedpoliklinieken in de houtskoolschets vind ik wel een goed idee. Dat was ik namelijk toch al van plan. Als ik de motie zo mag lezen, ziet u dit onderwerp zeker terug in de houtskoolschets over acute zorg.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

De minister mag de motie zo interpreteren. Dan vraag ik hem wel nadrukkelijk om locaties met plaatsen als Spijkenisse en Flevoland daar ook bij te betrekken, omdat het wel een oplossing is voor een specifiek type probleem dat ontstaan is. Als hij wil reflecteren op die locaties in de houtskoolschets, in een noot of in de toelichting, dan zou dat nog wel heel fijn zijn. Dan komen we elkaar een beetje tegemoet. Dat is soms ook goed.

Minister Bruins:

Als ik het onderwerp meeneem in die houtskoolschets, dan leest u het daar terug. Al eerder heb ik in een AO aangegeven, na vragen van zowel mevrouw Ploumen als mevrouw Agema, dat ik met Spijkenisse nog een keer een gesprek voer. Daar maak ik gebruik van. U weet dat ik gesprekken voer met Flevoland. Ik hoop dat ik langs die weg kan zeggen dat ik de input meeneem vanuit die twee plaatsen.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Prima. Dank aan de minister.

De voorzitter:

Dan heeft de motie op stuk nr. 303 oordeel Kamer.

Minister Bruins:

Dat was de motie op stuk nr. 303. In de motie op stuk nr. 304 wordt de regering verzocht om op korte termijn maatregelen te treffen om in Flevoland structureel adequate ambulancezorg binnen de landelijke normen te borgen en extra ambulance-inzet te doen realiseren en de Kamer daarover te informeren. Ik ontraad deze motie. De responstijden in Flevoland zitten op 96% en de regionale ambulancevoorziening heeft al heel veel extra capaciteit ingezet na het faillissement van het ziekenhuis. Ik ontraad de motie op stuk nr. 304 dus.

In de motie op stuk nr. 305 wordt de regering verzocht of, en zo ja, hoe beschikbaarheidsfinanciering voor SEH-posten in de houtskoolschets opgenomen kan worden. Ja, misschien is dit dan toch ook een klein beetje een antwoord in de richting van de heer Van Gerven. Ik vind dat het thema van die beschikbaarheidsbijdrage terug moet komen in de houtskoolschets. We hebben het thema beschikbaarheidsbijdrage nu gekoppeld aan gevoelige ziekenhuizen. Zo heb ik dat betoogd in antwoord op een vraag van de heer Van Gerven. Maar voor de toekomst wil ik mijn gedachten laten gaan over de financiering van acute zorg en dus ook de beschikbaarheidsbijdrage bij die schets voor acute verloskunde.

De voorzitter:

Daarmee geeft u oordeel Kamer aan deze motie?

Minister Bruins:

Oordeel Kamer voor de motie op stuk nr. 305.

De heer Van Gerven (SP):

Zou de minister in die schets dan ook de acute verloskunde willen meenemen? Dus bij het bekijken van die beschikbaarheidsbijdrage?

Minister Bruins:

De schets gaat zowel over spoedeisende hulp als over acute verloskunde. Ja, in de houtskoolschets ga ik op beide in.

De motie op stuk nr. 306 verzoekt de regering te zorgen voor een volwaardig ziekenhuis op Voorne-Putten met 24/7 spoedeisende hulp en acute verloskunde. Ik ontraad deze motie. De huidige positie van het ziekenhuis is bij uitstek een goed voorbeeld van zorg op de juiste plek, met complexe en dure zorg in het Maasstad Ziekenhuis, minder complexe zorg in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis en nog minder complexe, electieve zorg in het Spijkenisse Medisch Centrum. Het voormalige Ruwaard van Putten Ziekenhuis speelde in de opvang van de hoogurgente spoedzorg voorheen ook al geen rol. Patiënten die deze zorg nodig hadden, werden altijd al direct naar ziekenhuizen in Rotterdam gebracht. Ik heb in het AO van 3 oktober al toegezegd dat ik met partijen in Nissewaard in gesprek ga, onder andere over het initiatief van de Poli-Plus-post, zoals ik net heb betoogd in de richting van mevrouw Ploumen. De zorgverzekeraars zijn bij dat gesprek aanwezig omdat zij uiteindelijk gaan over de inkoop van de zorg. Nogmaals gezegd, ik ontraad de motie op stuk nr. 306.

Tot slot de motie op stuk nr. 307. Deze verzoekt de regering om op korte termijn te komen met een oplossing voor regio's waarin de 15 minutennorm voor de spoedeisende ambulanceritten niet wordt gehaald. De 15 minutennorm betreft de aanrijtijd van ambulances. De indiener van de motie weet dat we daar met AZN en de zorgverzekeraars een actieplan over hebben afgesproken. Daarin werk ik aan de verbetering van de kwaliteit. Dat gaat stap voor stap. Het gaat uw Kamer en mij niet hard genoeg, maar ik vind dat ze zich tot op de kraag af inspannen in de ambulancesector. Ik blijf eraan werken. Ik zie deze motie als ondersteuning van die inzet en wil de Kamer over het vervolg van de kwaliteitsverbetering informeren in het voorjaar van 2020. Daarmee heb ik eigenlijk al gezegd dat ik deze motie oordeel Kamer geef.

Voorzitter. Tot zover.

De voorzitter:

Dank u wel, minister. Dank voor de antwoorden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We zullen volgende week dinsdag stemmen over deze moties.

Naar boven